In dit hoofdstuk leest u alle informatie over de werking van de machine. Bij de meeste
werkzaamheden in de agrarische sector wordt de manier van werken en het resultaat
door vele en uiteenlopende factoren beïnvloedt. Het beschrijven van alle denkbare
omstandigheden (bodemgesteldheid, aardappelsoorten, weersomstandigheden, plaat-
selijke terreinomstandigheden etc.), gaat aan het doel van deze gebruiksaanwijzing
voorbij. Deze gebruiksaanwijzing mag in geen geval de handleiding vervangen voor
het rooien van aardappelen of een rijopleiding voor rijden op de openbare weg. Voor-
waarde voor het gebruik van deze machine en een optimaal oogstresultaat is, naast
de gebruiksinstructie die wordt aangeboden door de producent, een solide basis van
agrarische kennis en enige ervaring in de aardappelteelt en daarmee samenhangende
werkprocessen. Dit hoofdstuk informeert u over de werkprocessen en alles wat daar-
mee samenhangt tijdens het gebruik van de machine. Een gedetailleerde beschrijving
van de instellingen aan de componenten kunt u vinden in de betreffende hoofdstuk-
ken. De vereiste onderhoudswerkzaamheden worden beschreven in hoofdstuk 7 "Ver-
zorging en onderhoud".
OPMERKING
Vóór de inbedrijfstelling moet u zich grondig informeren over de veiligheidsmaatrege-
len met betrekking tot de werking van deze machine. Indien er personen aanwezig
zijn die niet op de hoogte zijn van de geldende gevarenzones en veiligheidsafstanden,
moet u deze personen inlichten over veiligheidsafstanden en gevarenzones. Deze
personen moeten erop worden gewezen dat de machine onmiddellijk moet worden uit-
geschakeld, zodra iemand zonder toestemming de gevarenzone nadert.
6.1
Eerste inbedrijfstelling
Om veiligheidsredenen controleert u alle oliepeilen. Daarnaast moeten bij de eerste
ingebruikname alle werkzaamheden worden uitgevoerd en maatregelen worden geno-
men, die ook op de dagelijkse ingebruikname van toepassing zijn.
Alle schroefverbindingen moeten na de eerste 10 bedrijfsuren worden gecontro-
leerd of ze goed vastzitten en evt. vast worden gedraaid. Daarnaast moet het gehele
hydraulieksysteem worden gecontroleerd op lekken. Eventuele lekken moeten onmid-
dellijk worden gerepareerd.
1
2
Eerste inbedrijfstelling
Berg de meegeleverde accessoires zoals
bijv. wielblokken (1), vuilschraper (2) en
vuilhaak op in de daarvoor bedoelde
opbergvakken of houders.
Gebruik
67 / 389