6.13.1.7
Loofketting
(1)
Loofketting met ingetrokken loofsnoeren
De loofketting scheidt de plantrestanten. De oogstproducten passeren de mazen,
daarbij worden stelen en bladeren via de mazen naar buiten afgevoerd. De loofketting
bestaat uit zijriemen, middenriemen en berubberde meenemers. De ingetrokken loof-
snoeren (1) verkleinen de maasbreedte en kunnen wanneer nodig van binnen naar
buiten worden verwijderd.
Het toerental van de loofketting kan afhankelijk van het toerental van zeefketting 2
hydraulisch worden geremd. De terugkoppeling vindt plaats via de ingebouwde toe-
rentalsensor in de oliemotor van de loofketting en de ingebouwde toerentalsensor in
de olie motor van zeefketting 2. De loofketting kan maximaal net zo snel draaien als
zeefketting 2 en met een bepaalde afwijking langzamer. Daardoor kan een extra reini-
gingseffect worden bereikt bij bepaalde omstandigheden.
Het afwijking van de loofketting ten opzicht van zeefketting 2 wordt afgesteld via de
Tractorterminal of bij vrijgave via de Sorteerstandterminal. Het terugkoppelsignaal van
de afwijking komt als percentage van een geïntegreerde toerentalsensor in de oliemo-
tor. Wanneer het toerental van zeefketting 2 wordt afgesteld, dan behoudt het toeren-
tal van de loofketting automatisch de ingestelde procentuele afwijking.
Afstelling toerental loofketting via Tractorterminal
De procentuele afwijking van het toerental van zeefketting 2 kan in het menu Zeefka-
naal worden afgesteld. Daarvoor selecteert u de softkey
selectie wordt de softkey
1
groen.
Gebruik
Reiniging
op de Tractorterminal. Na
199 / 389