6.12.1.7
Looftrekwiel
(1)
Looftrekwiel rechts
(2)
Loofafvoerkuip rechts
(3)
Spanner looftrekwiel rechts
(4)
Inbouwpositie looftrekwiel rechts
De looftrekwielen rechts (1) en links bevinden zich op de damopname, tussen de
beide buitenste schijfkouters en de zijwand van het zeefkanaal. Beide looftrekwielen
zijn identiek, maar in spiegelbeeld ten opzichte van elkaar ingebouwd.
De veerspanning (3) moet zo worden ingesteld, dat de looftrekwielen goed door
zeefketting 1 worden aangedreven. Wanneer loof zich ophoopt en niet voldoende naar
binnen kan worden getrokken, kan de spanning van de veren worden verhoogd om de
druk op de looftrekwielen te verhogen. Daarbij kunnen beide zijden afzonderlijk wor-
den ingesteld. Hogere druk op de looftrekwielen betekent ook meer slijtage.
De loofafvoerkuip (2) voorkomt dat afgesneden loof en overhangend loof van de vol-
gende rij zich bij de zijwand van het zeefkanaal kan ophopen.
Door de naar binnen kijkende inbouwpositie van de looftrekwielen (4) wordt voorko-
men dat de stroom oogstproducten zich op de gordel aan de zijkant van zeefketting 1
ophoopt, waar de stroom oogstproducten niet kan worden gezeefd.
6.12.1.8
Rijafstand instellen
Rijafstand mechanisch instellen
Gevaar voor zeer ernstig letsel door aanlopende machine.
– Schakel voordat u de instelling van de rijafstand aanpast de motor van de tractor
altijd uit en beveilig deze tegen onbedoeld starten (de contactseleutel eruit halen)!
– Zet de opname met de beide veiligheidskabels vast zodat deze niet naar beneden
kan.
Bij de damopname kan de rijafstand mechanisch tussen 750 mm en 900 mm worden
ingesteld.
3
1
2
GEVAAR
Gebruik
Opname
4
169 / 389