Algemene beschrijving
Functie
4.1
Functie
De machine is een getrokken werkmachine voor het rooien van aardappelen. De
gerooide aardappelen worden in de bunker verzameld. Zodra de bunker vol is, kunnen
de aardappelen naar keuze stilstaand .
De machine is standaard uitgerust met een snelwisselsysteem voor de opname. Met
het snelwisselsysteem kan snel worden gewisseld tussen de damopname en de ver-
schillende modellen van de zwadopname.
Met de damopname worden de dammen opgenomen. Daarbij is bij de damopname
een stuurgeleidingsinrichting (detectie dammidden) ingebouwd die de machine over
de dam geleidt. Daarbij wordt de noodzaak tot ingrijpen door de bestuurder geminima-
liseerd. Met de verstelbare rooidiepte wordt het voorkomen dat de aardappelen door
de scharen op de opname worden gesneden. De schijfkouter aan de zijkanten snijden
het overhangende loof af. De looftrekwielen zorgen ervoor dat het loof probleemloos
aan de zijkanten van de zeefkanalen naar binnen wordt getrokken.
Met de zwadopname met rooi-as en dekband worden weggelegde zwaden (bijv. aard-
appelzwad of uienzwad) opgenomen. Er is ook een opname beschikbare voor speci-
ale gewassen.
Zeefketting 1 transporteert de oogstproducten met alle bijproducten de machine in.
Hier worden de producten de eerste keer gezeefd. Bij niet onderbroken dammen kan
ter ondersteuning van het zeven de schudder trapsgewijs worden geactiveerd. Daarbij
moet goed worden opgelet dat de oogstproducten niet worden beschadigd.
Zeefketting 1 draagt de oogstproducten over via de loofketting naar zeefketting 2.
Door de mogelijkheid verschillende toerentallen in te stellen voor de loofketting
en zeefketting 2 wordt een extra reinigingseffect gerealiseerd. Daarbij moet goed
worden opgelet dat de oogstproducten niet worden beschadigd. Parallel daaraan
zijn boven de loofketting 6 rijen met loofschrapers met afzonderlijke loofveren en
3 scheidingsstangen aangebracht. Wanneer nodig zorgen deze ervoor, dat nog in het
loof hangende aardappelen niet verloren gaan.
Na zeefketting 2 komt egelband 1 met afleidingswals 1. Daarna komt egelband 2 met
afleidingswals 2 en egelband 3 met afleidingswals 3. Hier wordt gereinigd op basis
van de instelling van de afstand tussen de egelband en de bijbehorende afleidings-
wals.
Afleidingswals 3 geef de oogstproducten door aan egelband 4. Boven egelband 4 is
een 4-rijige, per 2 rijen afzonderlijk aangedreven rondomlopende vingerkam gemon-
teerd, die de oogstproducten sorteert en op de sorteerband deponeert. Niet-gesor-
teerde aardappelen worden naar de bijproductenband geleid.
Bij het sorteren worden verkeerd doorgestuurde oogstproducten van de bijproducten-
band en de bijproducten van de sorteerband afgevoerd. Bijproducten van de bijpro-
ductenband kunnen via een omschakelklep weer worden toegevoerd naar de stroom
oogstproducten. Bijproducten, bijv. stenen, kunnen ook tijdelijk in een optionele verza-
melbak worden opgeslagen.
Via de bunkervulband worden de oogstproducten naar de bunker geleid en daar tijde-
lijk opgeslagen. Om te ontladen wordt de bunker tot de benodigde hoogte opgeheven
en de oogstproducten worden met de bewegende rolbodem in een ernaast stilstaand
voertuig overgeladen of op een hoop gestort. Om beschadiging van de oogstproduc-
ten te voorkomen zijn er een optionele kistvuller en knikbunker beschikbaar.
Alle boordcomputers zijn met elkaar verbonden via een ISOBUS en bieden de
bestuurder informatie op de Tractorterminal. Zeer veel machinefuncties worden
bestuurd en gecontroleerd door de bestuurder van de tractor. Een deel van de func-
ties kan vanaf de Sorteerstand worden aangestuurd. Met het optionele videosysteem
kan de machine vanuit de tractor ook optisch worden bewaakt.
49 / 389