6.7.3
Parkeerrem
(1)
Spindel-parkeerrem
De parkeerrem (1) bevindt zich aan de linker kant onder het grote raam van de
machine, voor de as, zodat de oogstmachine wanneer geparkeerd kan worden vast-
gezet.
Om de machine veilig te parkeren of aan te koppelen, moet bij gebruik van de par-
keerrem op de volgende punten worden gelet.
Bij het parkeren van de machine:
– Parkeer de machine altijd op een vlakke ondergrond.
– Trek altijd de rem van het trekvoertuig aan. Schakel de motor uit en beveilig het
trekvoertuig tegen onbedoeld inschakelen (sleutel uit het contact trekken) voordat
u de bestuurderscabine verlaat om onder de machine te grijpen en de parkeerrem
aan te trekken.
– Draai de kruk van de parkeerrem (1) rechtsom totdat de rem volledig is aangetrok-
ken.
– Koppel de tractor pas los, wanneer de parkeerrem van de machine is aangetrok-
ken en de machine met wielblokken is beveiligd tegen onbedoeld wegrollen.
Bij het aankoppelen van de machine:
– Hang de tractor aan.
– Trek altijd de rem van het trekvoertuig aan. Schakel de motor uit en beveilig het
trekvoertuig tegen onbedoeld inschakelen (sleutel uit het contact trekken) voordat u
de bestuurderscabine verlaat om onder de machine te grijpen en de parkeerrem te
lossen.
– Draai de kruk van de parkeerrem (1) linksom totdat de rem volledig los is.
– Ga pas met de tractor rijden, wanneer de parkeerrem van de machine volledig los
is, de wielblokken zijn opgeborgen op de daarvoor bestemde plek op de machine
en de bedrijfsremmen zijn aangesloten en de werking daarvan is gecontroleerd.
1
Gebruik
Remsysteem
137 / 389