6.3
Bedieningsconcept via ISOBUS
De machine is altijd geschikt voor ISOBUS.
De Tractorterminal is de informatie- en commandocentrale van de machine. Hiermee
kunt u de volledige machine in de gaten houden, zich informeren over bedrijfstoestan-
den en vermogensgegevens en onderdelen van de machine inschakelen.
Voordat u begint met werken moet u zich vertrouwd maken met de bediening via
ISOBUS en de verschillende waarschuwings- en statusmeldingen om de machine vei-
lig en effectief te kunnen gebruiken.
Hier wordt de optioneel bij ROPA verkrijgbare standaard Tractorterminal beschreven.
Omdat de machine via ISOBUS werkt, kunnen andere Tractorterminals afwijken van
deze beschrijving.
6.3.1
Tractorterminal
(1)
Standaard Tractorterminal
De bediening van de machine is onderverdeeld in twee belangrijke elementen, de
bediening op de tractor en de bediening op de machine.
Op de tractor bevindt zich een gebruikersvriendelijke Tractorterminal (1) met ISOBUS-
bedieningsconcept, met de bedieningselementen Rooien en Bunker.
U navigeert door de menu's door het draaien en indrukken van het draaiwiel op de
Tractorterminal. Dit wordt zichtbaar door een zwart kader, waarmee de huidige positie
van de functieselectie wordt weergegeven. U kunt ook door de menu's navigeren door
op de softkeys te drukken.
Door zacht op het midden van het draaiwiel (Enter-functie) te drukken, bevestigt u de
huidige positie van de cursor. In deze handleiding wordt niet ingegaan op de bedie-
ning van het touchscreen, omdat dit vergelijkbaar is met draaien/indrukken en hier
alleen direct kan worden geselecteerd. Afhankelijk van het type Touch-terminal kan
het zijn dat u één of twee keer moet drukken om een functie te selecteren.
Gebruik
Bedieningsconcept via ISOBUS
75 / 389