6.13
Reiniging
De reiniging bestaat uit het zeefkanaal en de loofscheiding, de scheiding en de sor-
teerder.
6.13.1
Zeefkanaal en loofscheiding
Het zeefkanaal bestaat uit zeefketting 1 met de optionele reinigingswals, de schudder
en zeefketting 2, die zich samen met het voorste deel van de loofketting in de over-
gang tussen het zeefkanaal en de loofscheiding bevindt.
Tot de loofscheiding behoren die loofketting, de loofschrapers en de scheidingsstan-
gen.
6.13.1.1
Zeefketting 1
(1)
Zeefketting 1
Zeefketting 1 is verkrijgbaar in de stangafstanden 32, 36, 40 en 45.
Zeefketting 1 wordt direct door een oliemotor aangedreven. Deze aandrijving is altijd
een stangaandrijving, waarvan het toerental traploos kan worden afgesteld.
Het toerental van zeefketting 1 wordt afgesteld via de Tractorterminal of bij vrijgave via
de Sorteerstandterminal. Het terugkoppelsignaal komt van een geïntegreerde toeren-
talsensor in de oliemotor.
Afstelling toerental zeefketting 1 via Tractorterminal
Het toerental van zeefketting 1 kan in het menu Zeefkanaal worden afgesteld. Daar-
voor selecteert u de softkey Zeefkanaal
softkey
groen.
1
op de Tractorterminal. Na selectie wordt de
Gebruik
Reiniging
179 / 389