Download Print deze pagina

ROPA Keiler 2 Gebruiksaanwijzing pagina 313

Verberg thumbnails Zie ook voor Keiler 2:

Advertenties

7.6.1.3
Zeefketting 1 vervangen
Gevaar voor letsel!
Om zeefketting 1 te vervangen moet u altijd met z'n tweeën werken, probeer nooit in
uw eentje zeefketting 1 te vervangen. Tijdens het vervangen van zeefketting 1 bewe-
gen sommige onderdelen van de machine. Om verwondingen te voorkomen, moet
iedere stap vooraf worden afgesproken!
Gevaar voor letsel! Levensgevaar door slingerende onderdelen!
Bij alle werkzaamheden aan de opgeheven opname bestaat de kans dat de opname
plotseling naar beneden komt. Personen die zich in dat geval in de buurt bevinden,
kunnen daarbij ernstig gewond raken. Voor aanvang van de werkzaamheden moet
de opname volledig worden geheven en goed met voldoende sterk materiaal worden
gestut. Let op de geldende voorschriften voor de veiligheid en de bescherming van de
gezondheid tijdens werken onder geheven lasten.
Zeefketting 1 moet in de volgende volgorde worden vervangen:
– De machine op een geschikte tractor aansluiten en vastzetten om wegrollen te
voorkomen (tractorrem, parkeerrem van de machine aantrekken en beide wielblok-
ken van de machine gebruiken).
– Zeefketting 1 in het menu Bandreiniging van de Tractorterminal met de
"Min"-aansturing zover verplaatsen, dat het slot van zeefketting 1 op een positie
staat waarin de getrapte stang uit het slot kan worden getrokken.
– De tractor uitschakelen en beveiligen tegen opnieuw starten.
– De spanner aan beide zijden van zeefketting 1 voorzichtig losdraaien.
– De getrapte stang uit het busslot trekken, daarbij zeefketting 1 over het slot met de
spanriem vastzetten.
– Zeefketting 1 eruit trekken.
– De aandrijfwielen vervangen wanneer deze zijn versleten of niet op de stangaf-
stand van de nieuwe zeefketting 1 passen.
– Zeefketting 1 met de goede richting aanbrengen, de stangen bevinden zich aan de
buitenzijde van de riem en het vrouwelijke eind trekt het mannelijke eind.
– De ingevette getrapte stang in het busslot aanbrengen, daarbij zeefketting 1 via het
slot met de spanriem vastzetten.
– Zeefkettingspanner gelijkmatig opspannen.
– Laten proefdraaien, daarbij controleren hoe zeefketting 1 loopt en eventueel afstel-
len zoals beschreven in het hoofdstuk "Zeefketting 1 spanning en gelijkloop"
Pagina
7.6.2
Schudder
De schudder moet dagelijks worden gecontroleerd of deze goed werkt en niet bescha-
digd is. Geblokkeerde of beschadigde wielen moeten direct worden vervangen door
nieuwe wielen. De schudder en de wielen moeten bovendien dagelijks worden gerei-
nigd door ingeklemde stenen of andere vreemde voorwerpen te verwijderen.
GEVAAR
GEVAAR
311).
OPGELET
Verzorging en onderhoud
Zeefkanaal en loofscheiding
(Zie
313 / 389

Advertenties

loading