7.7.9.1
Spanning en gelijkloop afstellen
(1)
Afstelling voor
(2)
Afstelling achter
Egelband 4 wordt direct door een oliemotor aangedreven met behulp van berubberde
wrijfwielen. Om ervoor te zorgen dat egelband 4 met de aandrijfwielen niet doorslipt
op de riem, wordt egelband 4 met de verstelbare aandrijfas op spanning gehouden.
Beide zijden van de aandrijfas van egelband 4 voor (1) en achter (2) moeten altijd zo
worden ingesteld, dat egelband 4 gelijkmatig wordt opgespannen en dat egelband 4
in het midden uitgelijnd loopt. Bij het afstellen moet erop worden gelet, dat egelband 4
slechts zover wordt opgespannen, dat egelband 4 niet met de aandrijfwielen op de
riem kan slippen.
7.7.10
Rondomlopende vingerkam (RVK)
Alle wielen en vingers van de rondomlopende vingerkam (RVK) moeten dagelijks
worden gecontroleerd of ze goed werken en niet beschadigd zijn. Geblokkeerde of
beschadigde wielen moeten direct worden vervangen door nieuwe wielen. Bescha-
digde of afgebroken RVK-vingers moeten worden vervangen. RVK-banden en de wie-
len moeten bovendien dagelijks worden gereinigd door ingeklemde stenen of andere
vreemde voorwerpen te verwijderen.
1
OPGELET
Verzorging en onderhoud
Scheiding
2
329 / 389