Download Print deze pagina

Ford RANGER 2020 Instructieboekje pagina 309

Advertenties

Rijd voorzichtig. Als u hoort dat de
kettingen tegen uw auto schuren of
slaan, stop dan en maak de kettingen
opnieuw vast. Als dit niet werkt,
verwijder dan de kettingen om schade
aan uw auto te voorkomen.
Verwijder de kettingen rond de banden
wanneer ze niet meer nodig zijn. Rijd
niet met kettingen rond de banden op
een droog wegdek.
Neem contact op met uw erkende dealer
als u vragen hebt over sneeuwkettingen.
BANDENSPANNINGCON-
TROLESYSTEEM
WAARSCHUWING: Het
controlesysteem lage bandenspanning
vormt geen vervanging voor de
handmatige controle van de
bandenspanning. U moet de
bandenspanning regelmatig controleren
met een bandenspanningsmeter. Als de
juiste bandenspanningen niet worden
aangehouden, kan het risico op een
klapband, verlies van controle, kantelen
van de auto en verwondingen toenemen.
N.B.: Aangezien afdichtmiddel voor banden
schade aan de sensor van het
controlesysteem lage bandenspanning kan
veroorzaken, mag u dit alleen gebruiken in
noodgevallen onderweg.
N.B.: Als de sensor van het controlesysteem
lage bandenspanning beschadigd is, zal
deze wellicht niet meer werken.
Elke band, inclusief het
reservewiel (indien aanwezig),
moet maandelijks met koude
banden worden gecontroleerd en
opgepompt tot de spanning die op het
voertuigplaatje of het
bandenspanningslabel door de fabrikant
Ranger (TKE) Vehicles Built From: 09-03-2020, nlBEL, Edition date: 202001, First-Printing
Wielen en banden
(INDIEN AANWEZIG)
306
wordt aanbevolen. (Indien de auto banden
heeft met een andere maat dan wat wordt
aangegeven op het voertuigplaatje of het
bandenspanningslabel, dient u zelf de
juiste bandenspanning voor die banden te
achterhalen.)
Als extra veiligheidsfunctie is de auto
uitgerust met een controlesysteem lage
bandenspanning (TPMS), dat een
controlelampje laat branden wanneer een
of meer banden veel te weinig is
opgepompt. Daarom dient u, wanneer het
controlelampje voor lage bandenspanning
gaat branden, zo snel mogelijk de auto te
stoppen, de banden te controleren en ze
op te pompen tot de juiste
bandenspanning. Wanneer u rijdt met een
band die veel te weinig is opgepompt, kan
de band oververhit raken, wat een
klapband kan veroorzaken. Te weinig
opgepompte banden leiden daarnaast tot
een hoger brandstofverbruik en een kortere
levensduur van het profiel van de banden.
Ook het rijgedrag en de stopprestaties van
de auto kunnen worden beïnvloed.
Houd er rekening mee dat het TPMS geen
vervanging is voor correct onderhoud van
de banden. Het is de verantwoordelijkheid
van de bestuurder om de juiste
bandenspanning aan te houden, zelfs als
de bandenspanning niet laag genoeg is om
het controlelampje van het TPMS te laten
branden.
De auto is ook uitgerust met een
storingsindicatie van het TPMS, die
aangeeft wanneer het systeem niet naar
behoren werkt. De storingsindicatie en het
controlelampje van het TPMS zijn
gecombineerd. Wanneer het systeem een
storing detecteert, zal het controlelampje
ongeveer een minuut knipperen en daarna
blijven branden. Zolang de storing
aanwezig is, blijft deze reeks zich telkens
wanneer de auto wordt gestart herhalen.

Advertenties

loading