Download Print deze pagina

Ford RANGER 2020 Instructieboekje pagina 248

Advertenties

INRIJDEN
Banden
Nieuwe banden hebben een inlooptijd van
ongeveer 500 km. Gedurende deze periode
kan de auto een andere rijkarakteristiek
vertonen.
Remmen en koppeling
Vermijd indien mogelijk het intensief
gebruik van de remmen en de koppeling
gedurende de eerste 150 km in de stad en
gedurende de eerste 1.500 km op
snelwegen.
Motor
Rijd niet te snel gedurende de eerste
1.500 km. Varieer uw snelheid regelmatig
en schakel tijdig op. Laat de motor niet
zwoegen.
Auto's met dieselmotor
Tijdens de eerste 3.000 km kunt u een
tikkend geluid horen als de auto vertraagt.
Dit is normaal, en komt doordat de nieuwe
dieselmotor wordt aangepast.
GEREDUCEERD
MOTORVERMOGEN
WAARSCHUWING: Als u met de
auto blijft rijden wanneer de motor
oververhit raakt, kan de motor zonder
enige waarschuwing stoppen. Als u deze
instructie niet opvolgt, kan dit leiden tot
verlies van controle over de auto.
Wanneer de naald van de
koelvloeistoftemperatuurmeter naar het
bovenste gebied beweegt, is de motor
oververhit. Zie Meters (bladzijde 77).
Ranger (TKE) Vehicles Built From: 09-03-2020, nlBEL, Edition date: 202001, First-Printing
Tips voor het rijden
U mag slechts een korte afstand met de
auto rijden wanneer de motor oververhit
is. De afstand die u kunt afleggen is
afhankelijk van de buitentemperatuur, de
belading van de wagen en de omgeving
waarin u rijdt. De motor levert gedurende
een korte periode minder vermogen.
Als de motortemperatuur blijft stijgen, zal
de brandstoftoevoer naar de motor
verminderen. De airconditioning wordt
uitgeschakeld en de koelventilateur van
de motor blijft werken.
1.
2. Schakel de motor onmiddellijk uit om
3. Laat de motor eerst afkoelen.
4. Controleer het koelvloeistofpeil. Zie
5. Laat uw auto zo snel mogelijk
ECONOMISCH RIJDEN
De volgende items kunnen het
brandstofverbruik verlagen:
245
Verminder geleidelijk uw snelheid en
breng de auto tot stilstand zodra dit
veilig kan.
ernstige motorschade te voorkomen.
Motorkoelvloeistof controleren
(bladzijde 285).
controleren.
Controleer uw bandenspanning
regelmatig en zorg dat de banden zijn
opgepompt tot de juiste spanning. Zie
Bandenspanning (bladzijde 317).
Volg het aanbevolen
onderhoudsschema en voer de
aanbevolen controles uit.
Plan uw rit en controleer het verkeer
voordat u vertrekt.
Voorkom stationair draaien bij koud
weer of gedurende lange periodes.
Start de motor alleen wanneer u klaar
bent om voor vertrek.

Advertenties

loading