Inhoudsopgave Afstandsbediening.........32 Inleiding Een verloren sleutel of Over deze handleiding ........7 afstandsbediening vervangen .....34 Overzicht van symbolen.........7 Gegevensopslag..........9 Beveiliging Aanbeveling nieuwe onderdelen....10 Passief antidiefstalsysteem ......35 Speciale notificaties ........11 Antidiefstalsysteem ........35 Uitrusting mobiele communicatie ....11 Sloten In één oogopslag Vergrendelen en ontgrendelen....38 Overzicht voorzijde exterieur.......12 Overzicht achterzijde exterieur....13 Stuurwiel...
Pagina 4
Inhoudsopgave Ruiten en spiegels Opbergvakken Elektrisch bedienbare ruiten......54 Bekerhouders...........87 Binnenspiegel..........55 Dashboardkastje..........87 Buitenspiegels..........56 Middenconsole..........87 Schuifruiten............57 Koelbox..............88 Asbak..............88 Instrumentenpaneel Glashouder............88 Meters..............58 Armleuning achterbank......88 Waarschuwings- en indicatielampen.........58 Motor starten en stoppen Akoestische waarschuwingssignalen en Algemene informatie........89 -indicaties.............62 Contactslot............89 Stuurwielblokkering........89 Infodisplays Een benzinemotor starten......90 Algemene informatie........65 Een dieselmotor starten.......91 Klok..............67...
Pagina 5
Inhoudsopgave Elektronisch sperdifferentieel....110 Aanhangers trekken Trekken van een aanhanger......133 Remmen Antislingerregeling aanhanger ....134 Werking...............111 Aanbevolen trekgewichten.......134 Tips voor rijden met ABS ......111 Trekhaak ............138 Parkeerrem............111 Sleeppunten...........139 Regeling voor bergop rijden.......112 Auto op vier wielen slepen.......140 Aandrijfregeling Tips voor het rijden Werking.............114 Inrijden...............141 Gebruik maken van aandrijfregeling..114...
Pagina 6
Inhoudsopgave Oliepeilstaaf - 2,2 l Duratorq-TDCi Introductie navigatie (Puma) diesel/3,2 l Duratorq-TDCi Introductie navigatie .........204 (Puma) diesel..........167 Motorolie controleren.........167 Overzicht navigatie-unit Motorkoelvloeistof controleren....168 Overzicht navigatie-eenheid....206 Stuurbekrachtigingsvloeistof Navigatiedata laden........208 controleren..........169 Controle vloeistofpeil koppeling en remsysteem..........169 Systeeminstellingen Water in brandstoffilter aftappen..170 Systeeminstellingen .........209 Ruitensproeiervloeistof controleren..170 12 volt accu vervangen........170 Navigatiesysteem...
Pagina 7
Inhoudsopgave Volumeknop..........229 Setup telefoon..........242 Golfband toets..........229 Setup Bluetooth...........243 Station afstemtoetsen......229 Bedieningselementen telefoon....244 Voorkeuzetoetsen........230 Gebruik maken van de telefoon ....244 Autostore toets..........230 Spraaksturing Regeling functie verkeersinformatie..231 Werking............247 Menu's audio-installatie Spraakgestuurd regelsysteem gebruiken............247 Automatische volumeregeling....232 Commando s audio-unit ......248 Digitale signaalverwerking (DSP)..232 Commando s telefoon.......257 Nieuwsberichten..........232 Commando s klimaatregeling....262...
Pagina 8
Ranger (TKE) Vehicles Built From: 27-01-2014, Vehicles Built Up To: 31-12-2014, CG3575nlNLD nlNLD, Edition date: 12/2013, None...
OVER DEZE HANDLEIDING component worden gekwalificeerd als linkerzijde of rechterzijde. De zijde wordt Hartelijk dank voor het kiezen van een Ford. bepaald wanneer met het gezicht naar We adviseren u, enige tijd te nemen om voren in de stoel wordt gezeten.
Pagina 10
Inleiding Roken, vlammen en vonken Koelvloeistoftemperatuur vermijden Accu Motorolie Accuzuur Explosief gas Remvloeistof - niet op Ventilatorwaarschuwing petroleumbasis Veiligheidsgordel vastmaken Remsysteem Frontairbag Interieurfilter Mistlampen vóór Brandstofvuldop controleren Zekeringenbox Kinderslot ver-/ontgrendelen Waarschuwingsknipperlichten Onderste verankering kinderzitje Achterruitverwarming Bovenste verankering kinderzitje Verwarmde voorruit Snelheidsregeling Bagageruimteontgrendeling Niet openen indien heet...
Inleiding Waarschuwing lage GEGEVENSOPSLAG bandenspanning Een groot aantal elektronische componenten in uw auto bevatten Correct vloeistofpeil aanhouden gegevensopslagmodules die tijdelijk of permanent technische gegevens opslaan over de staat van de auto, gebeurtenissen Paniekalarm en fouten. Over het algemeen bevat deze technische informatie gegevens over de staat van Parkeerhulpsysteem onderdelen, modules, systemen of de...
U kunt originele Ford en Motorcraft onderdelen duidelijk herkennen vervangingsonderdelen met het voordeel aan de Ford, FoMoCo of Motorcraft logo's van Ford Garantie. Schade aan uw auto of markeringen op de onderdelen of hun die veroorzaakt wordt door andere verpakking.
(Body and bij het gebruik van apparatuur die uw Equipment Mounting manual) op aandacht van de weg kunnen afleiden. Uw www.etis.ford.com/fordservice. hoofdverantwoordelijkheid is de veilige bediening van uw auto. We raden het gebruik van handheld-apparaten tijdens UITRUSTING MOBIELE...
Veiligheidsuitrusting voor kinderen KINDERZITJES AANBRENGEN WAARSCHUWINGEN Wanneer uw auto bij een aanrijding betrokken is geweest, laat dan het kinderzitje door een erkende dealer controleren. N.B.: De wettelijke voorschriften t.a.v. het gebruik van kinderzitjes is per land verschillend. Alleen kinderzitjes gecertificeerd voor ECE-R44.03 (of recenter) zijn getest en goedgekeurd voor gebruik in uw auto.
Pagina 21
Veiligheidsuitrusting voor kinderen Kinderzitje N.B.: Wanneer u een kinderzitje op de achterbank gebruikt, zorg dan dat het kinderzitje stevig tegen de stoel rust. De hoofdsteun moet wellicht worden opgetild of verwijderd. Zie Hoofdsteunen (bladzijde 82). Zitverhoger (groep 2) Vervoer kinderen met een lichaamsgewicht van 13 tot 18 kilogram in een kinderzitje (Groep 1), dat op de achterbank is bevestigd.
Pagina 22
Veiligheidsuitrusting voor kinderen Zitverhoger (groep 3) Het ISOFIX systeem bestaat uit twee stevige bevestigingsarmen aan het kinderzitje, die op de verankeringspunten op de buitenste zitplaatsen van de tweede zitrij tussen de rugleuning en de zitting worden bevestigd. Voor kinderzitjes met bevestiging bovenaan bevinden de ankerpunten zich in de bekleding van het achterpaneel.
Veiligheidsuitrusting voor kinderen N.B.: U moet wellicht de hoofdsteun 5. Bevestig de veiligheidsgordel volgens omhoog brengen of verwijderen om de de instructies van de fabrikant van het montage te vergemakkelijken. Zie kinderzitje. Hoofdsteunen (bladzijde 82). Plaats het kinderzitje op de zitting van PLAATSING VAN de zitplaats achterin en klap de KINDERZITJES...
Pagina 24
Veiligheidsuitrusting voor kinderen Gewichtsgroepen Stoelposities Tot 10 kg Tot 13 kg 9 - 18 kg 15 - 25 kg 22 - 36 kg Voorstoel aan passa- gierszijde, met airbag UF¹ UF¹ UF¹ Voorstoel aan passa- gierszijde, met airbag U¹ U¹ U¹...
Pagina 25
Veiligheidsuitrusting voor kinderen ISOFIX-kinderzitjes Gewichtsgroepen Stoelposities Naar achteren Naar voren gericht gericht Tot 13 kg 9 - 18 kg Voorstoel Maatklasse Niet uitgerust met ISOFIX Stoeltype Achterste zitplaats opzij, Maatklasse C, D, E A, B, B1, C, D ISOFIX Stoeltype IL, IUF Middelste zitplaats achter- Maatklasse...
Veiligheidsuitrusting voor kinderen KINDERSLOTEN WAARSCHUWING Wanneer de kindersloten in werking zijn gesteld, kunnen de portieren niet van binnenuit worden geopend. Linkerzijde Draai linksom om te vergrendelen en rechtsom om te ontgrendelen. Rechterzijde Draai rechtsom om te vergrendelen en linksom om te ontgrendelen. Ranger (TKE) Vehicles Built From: 27-01-2014, Vehicles Built Up To: 31-12-2014, CG3575nlNLD nlNLD, Edition date: 12/2013, None...
Veiligheidsgordels WERKING VEILIGHEIDSGORDELS VASTMAKEN WAARSCHUWINGEN Draag een veiligheidsgordel en houd WAARSCHUWINGEN voldoende afstand tussen uzelf en Steek de slottong in het gordelslot het stuurwiel. Alleen wanneer u de tot een zachte klik hoorbaar is. U veiligheidsgordel op de juiste wijze draagt, hebt de veiligheidsgordel niet correct kan deze u op uw plaats houden en zijn bevestigd wanneer u geen klik hoort.
Veiligheidsgordels Gebruik van veiligheidsgordels tijdens zwangerschap WAARSCHUWING Breng de veiligheidsgordel voor uw eigen veiligheid, maar ook voor dat Trek de veiligheidsgordel gelijkmatig uit. van uw ongeboren kind op correcte Deze kan blokkeren wanneer u hem te snel wijze aan. Draag niet alleen de heupgordel uittrekt of wanneer de auto op een helling of de schoudergordel.
Veiligheidsgordels • De voorste veiligheidsgordels zijn niet vastgemaakt. • Uw auto overschrijft een relatief lage snelheid. Het gaat ook branden wanneer een veiligheidsgordel vooraan niet is vastgeklikt in een stoel waarop iemand zit en de auto rijdt. Als u uw veiligheidsgordel niet vastklikt, dan wordt het akoestische waarschuwingssignaal na circa vijf minuten automatisch uitgeschakeld.
Aanvullend veiligheidssysteem WERKING WAARSCHUWINGEN Doorboor de stoel niet met scherpe voorwerpen. Dit zou nadelige WAARSCHUWINGEN gevolgen voor het ontvouwen van de Extreem gevaar! Gebruik een naar airbags kunnen hebben en de airbags achteren gericht kunnen beschadigen. Wanneer deze kinderveiligheidszitje nooit op een waarschuwing niet wordt opgevolgd, kan stoel die beschermd wordt door een ervoor dit ernstig letsel of de dood tot gevolg...
Aanvullend veiligheidssysteem komt met het lichaam van de inzittenden, Wanneer de controlelamp van de airbag waardoor de voorwaartse beweging wordt tijdens het rijden gaat branden of opgevangen. Bij lichte frontale knipperen, duidt dit op een storing. aanrijdingen, het over de kop slaan van de Verwijder het kinderzitje en laat het auto of bij aanrijdingen van achteren of systeem onmiddellijk controleren.
Aanvullend veiligheidssysteem N.B.: De sleutelschakelaar bevindt zich in De zij-airbags bevinden zich in de zijkant het dashboardkastje en de van de rugleuningen van de voorstoelen. waarschuwingslamp dat de airbag is Op de zijkant van de rugleuning is een label uitgeschakeld bevindt zich in het aangebracht om dit aan te geven.
Aanvullend veiligheidssysteem HOOFDAIRBAGS De airbags zijn aangebracht boven de zijruiten voor en achter. De airbag wordt geactiveerd bij zware zijdelingse aanrijdingen. De airbag wordt tevens geactiveerd tijdens zware frontale aanrijdingen. De gordijnairbag wordt niet geactiveerd bij lichte zijdelingse en frontale aanrijdingen, aanrijdingen van achteren of over de kop slaan van de auto.
Sleutels en afstandsbediening ALGEMENE INFORMATIE AFSTANDSBEDIENING OVER RADIOFREQUENTIES U kunt maximaal acht afstandsbedieningen voor uw auto N.B.: Het uitvoeren van wijzigingen of programmeren. Dit geldt tevens voor modificaties zonder nadrukkelijke afstandsbedieningen die bij de auto zijn toestemming van de verantwoordelijke partij geleverd.
Pagina 35
Sleutels en afstandsbediening Ontgrendelfunctie opnieuw Afstandsbediening met inklapbare programmeren sleutelbaard N.B.: Wanneer u de ontgrendeltoets indrukt worden alle portieren ontgrendeld of worden alleen het bestuurdersportier en de achterklep ontgrendeld. Door opnieuw op de ontgrendeltoets te drukken worden alle portieren ontgrendeld. Houd bij uitgeschakeld contact de ontgrendel- en vergrendelknoppen van de afstandsbediening gelijktijdig tenminste 4...
Sleutels en afstandsbediening 4. Draai de afstandsbediening om om de batterij te verwijderen. N.B.: Raak de batterijcontacten of de printplaat niet met de schroevendraaier aan. 5. Breng een nieuwe batterij (3V CR 2032) aan met de + naar boven gekeerd. 6.
Beveiliging PASSIEF ANTIDIEFSTALSYSTEEM ANTIDIEFSTALSYSTEEM Alarmsysteem Werking Uw auto kan zijn uitgerust met één van de volgende alarmsystemen: Het systeem voorkomt starten van de motor met behulp van een incorrect • Perimeteralarm met interieursensors. gecodeerde sleutel. • Perimeter alarminstallatie met interieursensoren en sirene met Gecodeerde sleutels afzonderlijke accu.
Pagina 38
Beveiliging De sensors zijn een afschrikmiddel voor Wanneer het alarm is geactiveerd, klinkt indringers doordat ze elke beweging in uw de alarmclaxon gedurende 30 seconden auto met behulp van sensors registreren. en knipperen de waarschuwingsknipperlichten vijf minuten. Als het alarm wordt ingeschakeld, worden de interieursensors ingeschakeld.
Pagina 39
Beveiliging Vergrendel de portieren met de afstandsbediening om volledige beveiliging in te schakelen. N.B.: U kunt de gereduceerde beveiliging slechts gedurende één contactcyclus inschakelen. De volgende keer dat u de auto ontgrendelt en daarna weer vergrendelt met de afstandsbediening, zal het alarm worden teruggezet naar volledige beveiliging.
Sloten Portieren met de VERGRENDELEN EN afstandsbediening vergrendelen ONTGRENDELEN en ontgrendelen N.B.: Laat uw sleutels niet in de auto liggen. Automatisch opnieuw vergrendelen: De portieren worden automatisch opnieuw N.B.: Alle portieren worden automatisch vergrendeld wanneer u niet binnen 45 vergrendeld wanneer 7 km/u of sneller met seconden na het ontgrendelen met de de auto wordt gereden.
Pagina 41
Sloten N.B.: Dubbel vergrendelen wordt alleen Wanneer de portieren dubbel worden geactiveerd wanneer alle vergrendeld, knipperen de richtingaanwijzers passagiersportieren zijn gesloten en de tweemaal. motorkap is gesloten bij de auto met alarm. Wanneer de portieren worden ontgrendeld, knipperen de richtingaanwijzers eenmaal WAARSCHUWING lang.
Pagina 42
Sloten 3. Zet de auto van contact (OFF). N.B.: Na openen van de achterportieren worden de andere portieren nooit 4. Druk driemaal op de portierslottoets. ontgrendeld tijdens openen vanaf de 5. Zet de auto op contact (ON). binnenzijde. Het systeem geeft een geluid af om aan te Portieren afzonderlijk met de geven dan de configuratiemodus sleutel vergrendelen...
Pagina 43
Sloten N.B.: Wanneer de portieren zijn ontgrendeld, dan moeten deze afzonderlijk vergrendeld worden met deze methode tot de centrale vergrendeling is gerepareed. Ontgrendel het bestuurdersportier met de sleutel. De overige portieren kunnen afzonderlijk worden ontgrendeld door vanuit het interieur de portierkruk van het betreffende portier uit te trekken.
Stuurwiel STUURWIEL AFSTELLEN WAARSCHUWING Verstel nooit het stuurwiel als uw auto in beweging is. N.B.: Controleer of u in de juiste positie zit. Zie De juiste zitpositie innemen (bladzijde 78). 3. Vergrendel het stuurkolom. AUDIOBEDIENING Selecteer de gewenste bron op de audio-unit.
Stuurwiel Type 1 Neerwaarts zoeken of vorige Mode Druk op M om de audiobron te kiezen. Zoeken, volgende of vorige Druk de seek toets in om: • de radio af te stemmen op het volgende of vorige opgeslagen voorkeuzestation. • het volgende of vorige nummer af te spelen Houd de seek toets ingedrukt om:...
Ruitenwissers en ruitensproeiers Intervalwissen VOORRUITWISSERS LET OP Wanneer deze functie bij stilstaande motor wordt ingeschakeld, wordt hierdoor de accu ontladen. Wissen met lange intervallen Intervalwissen Wissen met korte intervallen AUTOMATISCH IN- EN Enkele wisslag UITSCHAKELENDE Wissen met intervallen of RUITENWISSERS automatisch wissen Normale wissnelheid LET OP...
Ruitenwissers en ruitensproeiers VOORRUITSPROEIERS LET OP Schakel de automatische wisfunctie uit voordat u een wasstraat LET OP binnenrijdt. Wanneer deze functie bij stilstaande motor wordt ingeschakeld, wordt hierdoor de accu ontladen. Hoge gevoeligheid WAARSCHUWING Lage gevoeligheid Schakel de ruitenwissers niet langer dan 10 seconden achtereen in of Wanneer u de automatische wisfunctie wanneer het reservoir leeg is.
Verlichting ALGEMENE INFORMATIE VERLICHTINGSBEDIENING Condensvorming in lampen Lampen van de buitenverlichting hebben ontluchtingsopeningen ten behoeve van normale wijzigingen in de luchtdruk Condensvorming kan een natuurlijke bijkomstigheid van deze constructie zijn. Wanneer vochtige lucht via de ontluchtingsopeningen in de lampeenheid binnendringt, bestaat de mogelijkheid dat condensvorming optreedt wanneer de temperatuur laag is.
Verlichting Grootlicht N.B.: Wanneer u de automatisch in-/uitschakelende verlichting hebt Trek de hendel naar u toe om te wisselen ingeschakeld, kunt u alleen het groot licht tussen grootlicht en dimlicht. inschakelen wanneer de functie de koplampen heeft ingeschakeld. Lichtsignaal Afhankelijk van de lichtsituatie worden de Trek de hendel licht naar u toe en laat deze koplampen automatisch in- en weer los voor een lichtsignaal met de...
Verlichting UITSCHAKELVERTRAGING VOORSTE MISTLAMPEN KOPLAMPEN Bedieningshendel Zet het contact uit en trek de richtingaanwijzer naar u toe om de koplampen in te schakelen. Er klinkt een kort geluidssignaal. Ze worden automatisch uitgeschakeld na drie minuten of 30 seconden nadat het laatste portier is gesloten.
Verlichting MISTACHTERLICHTEN WAARSCHUWINGEN Plaats de onbeladen auto op een Gebruik de mistachterlichten alleen vlakke, horizontale ondergrond. wanneer het zicht minder dan 50 2. Laat één persoon achter het stuur meter bedraagt. plaatsnemen. Schakel de mistachterlichten niet in 3. Start de motor, zodat de accu niet leeg bij regen of sneeuwval en wanneer raakt.
Verlichting KOPLAMPHOOGTE AFSTELLEN Zonder hoogteverstelling van de koplamplichtbundels Met hoogteverstelling van de koplamplichtbundels U kunt de hoogte van de koplamplichtbundels aanpassen aan de belading van de auto. Hoge stand van de koplamplichtbundels Lage stand van de koplamplichtbundels Ranger (TKE) Vehicles Built From: 27-01-2014, Vehicles Built Up To: 31-12-2014, CG3575nlNLD nlNLD, Edition date: 12/2013, None...
Verlichting Zet de regelknop voor de hoogteregeling INTERIEURVERLICHTING van de lichtbundels op nul wanneer de wagen onbeladen is. Stel de lichtbundels Instapverlichting zodanig in dat het wegdek tussen 35 en 100 voor u is verlicht wanneer de auto gedeeltelijk of maximaal is beladen. RICHTINGAANWIJZERS Off (uit) Portiercontact...
Pagina 55
Verlichting Leeslampen Wanneer u het contact afzet, gaan de leeslampen korte tijd later automatisch uit om te voorkomen dat de accu leegraakt. Zet het contact korte tijd aan om de verlichting weer in te schakelen. Ranger (TKE) Vehicles Built From: 27-01-2014, Vehicles Built Up To: 31-12-2014, CG3575nlNLD nlNLD, Edition date: 12/2013, None...
Ruiten en spiegels N.B.: Wanneer u de schakelaar voor het ELEKTRISCH BEDIENBARE betreffende portier en de schakelaar voor RUITEN de ruit op het bestuurdersportier tegelijkertijd indrukt, stopt de ruit. WAARSCHUWINGEN Ruiten volledig openen met één Laat kinderen niet zonder toezicht in druk op de knop uw auto achter en laat hen niet met (indien aanwezig)
Ruiten en spiegels De inklembeveiliging omzeilen 4. Open de ruit met het eerste actiepunt en probeer de ruit automatisch te WAARSCHUWING sluiten met het tweede actiepunt. Als u de inklembeveiliging 5. Herhaal de procedure als de ruit niet overneemt, dan wordt de ruit niet automatisch opent of sluit wanneer de geopend wanneer een obstakel schakelaar wordt ingedrukt of omhoog...
Ruiten en spiegels Trek de nok onder de spiegel naar u toe om 's nachts verblinding via de spiegel tegen te gaan. Binnenspiegel met automatische anti-verblindingsstand (indien aanwezig) N.B.: Blokkeer de sensoren aan de voor- en achterzijde van de spiegel niet. De werking van de spiegel kan hierdoor worden beïnvloed.
Ruiten en spiegels N.B.: Deze werken niet meer als u het SCHUIFRUITEN contact uitschakelt en een portier opent. Druk op de toets om de spiegels in of uit te klappen. Druk nogmaals op de toets om de bewegingsrichting te stoppen en om te draaien.
Instrumentenpaneel Motorkoelvloeistoftempe- METERS ratuurmeter WAARSCHUWING Verwijder de dop van het koelvloeistofreservoir nooit wanneer de motor loopt of op bedrijfstemperatuur is. Bij normale bedrijfstemperatuur blijft de naald in het centrale gedeelte. N.B.: Start de motor niet voordat de oorzaak voor de oververhitting is verholpen. Wanneer de wijzer in het rode gebied komt, is de motor oververhit.
Pagina 61
Instrumentenpaneel • Waarschuwingslamp laag WAARSCHUWING brandstofniveau Verminder geleidelijk uw snelheid en • Controlelamp Elektronisch Stabiliteits breng de auto tot stilstand zodra dit Programma (ESP) veilig kan. Gebruik de remmen • Controlelamp oliedruk voorzichtig. • Controlelamp olie verversen (alleen dieselmotor) Als de lamp tijdens het rijden gaat branden, controleer dan of de parkeerrem is •...
Pagina 62
Instrumentenpaneel Controlelamp Elektronisch Controlelampen motor Stabiliteits Programma (ESP) Controlelamp motorstoring Wanneer het systeem tijdens het rijden wordt geactiveerd, knippert de lamp. Als na het inschakelen van het contact deze lamp niet brandt of indien deze tijdens het rijden Controlelamp aandrijflijn continu brandt, dan wijst dit op een storing.
Pagina 63
Instrumentenpaneel Controlelamp vierwielaandrijving Controlelamp vloeistofpeil ruitensproeier De controlelamp vierwielaandrijving gaat branden De controlelamp gaat branden wanneer de keuzehendel in de wanneer het vloeistofpeil van de stand 4H of 4L staat. De controlelamp voorruitensproeier onder de knippert wanneer 4H of 4L wordt minimum markering daalt.
Instrumentenpaneel Gloeibougiecontrolelamp (auto's Controlelampje mistachterlicht met dieselmotor) De controlelamp van de mistachterlichten gaat branden Zie Een dieselmotor starten wanneer u de mistachterlichten (bladzijde 91). inschakelt. Richtingaanwijzers Controlelamp veiligheidsgordels Rechter richtingaanwijzer Zie Herinnering veiligheidsgordel (bladzijde 27). Controlelamp schakeling (alleen Linker richtingaanwijzer handgeschakelde versnellingsbak) Het controlelampje brandt om...
Pagina 65
Instrumentenpaneel Waarschuwing niet in Parkeerverlichting één zijde parkeerstand Het signaal parkeerverlichting één zijde klinkt wanneer de parkeerverlichting aan Het signaal waarschuwing niet in één zijde is geactiveerd. parkeerstand klinkt wanneer de keuzehendel van de automatische Home safe transmissie niet in stand P staat en het bestuurdersportier wordt geopend.
Pagina 66
N.B.: Deze functie is standaard uitgeschakeld. Neem contact op met de Ford dealer om deze functie in te schakelen. Ranger (TKE) Vehicles Built From: 27-01-2014, Vehicles Built Up To: 31-12-2014, CG3575nlNLD nlNLD, Edition date: 12/2013, None...
Infodisplays Lijst met componenten ALGEMENE INFORMATIE Rondom het display bevinden zich diverse WAARSCHUWING pictogrammen die oplichten wanneer een functie actief is (bijvoorbeeld CD, Radio of Afleiding tijdens het rijden kan leiden Aux). tot verlies van de controle over de auto, aanrijdingen en letsel. We Bedieningstoetsen adviseren zeer voorzichtig te werk te gaan informatiedisplay...
Pagina 68
Infodisplays Menustructuur informatiedisplay informatiedisplay. N.B.: Sommige opties kunnen iets afwijken U verkrijgt toegang tot het menu met of niet aanwezig zijn indien de items behulp van de bedieningstoetsen optioneel zijn. Menu Navigatie Routeopties Kaartweergave Hulpfuncties Pers. gegevens Alle instellingen terugzetten Audio-instellingen Adaptief volume Geluid...
Infodisplays KLOK Voor gedetailleerde instructies om de klok in te stellen, Zie Klok audio-unit instellen (bladzijde 227). TRIPCOMPUTER Bedieningstoetsen Positie van onderdeel: Zie Meters (bladzijde 58). Druk minder dat twee seconden op de Dagteller (A en B) toets SET/RESET om: •...
Pagina 70
Infodisplays Gemiddeld brandstofverbruik De dagteller registreert het aantal kilometers van een bepaald traject. Actieradius tot de brandstoftank leeg Geeft het gemiddelde brandstofverbruik aan vanaf het moment dat de functie op nul werd teruggesteld. Duidt bij benadering de afstand aan die Momentaan brandstofverbruik nog kan worden afgelegd voordat de tank leeg is.
Infodisplays Geeft de buitentemperatuur weer. N.B.: De positie van het display van de boordcomputer kan variëren afhankelijk van de getoonde informatie. PERSOONLIJKE INSTELLINGEN Taal instellen Duidt het momentane gemiddelde brandstofverbruik aan. Gemiddelde snelheid Taalinstelmenu actief Titeldisplay taal Er zijn 11 talen beschikbaar van 01 tot 11 in de onderstaande volgorde: Geeft de berekende gemiddelde snelheid 01: Engels - GB...
Pagina 72
Infodisplays Houd bij uitgeschakeld contact de lichtdimknop ingedrukt. Voor locatie: Zie Meters (bladzijde 58). , en schakel het contact in. 2. De display geeft aan dat het taalinstelmenu actief is. 3. Druk op SET/RESET om tussen de verschillende talen te kiezen. 4.
Klimaatregeling Airconditioning WERKING Het systeem leidt de lucht door de Buitenlucht verdamper om af te koelen. De verdamper onttrekt vocht uit de lucht zodat de ruiten Zorg dat de luchtinlaat voor de voorruit niet beslaan. Het systeem leidt de niet geblokkeerd is (bijv. met sneeuw of resulterende condens uit het voertuig, bladeren), zodat het klimaatregelsysteem waardoor een kleine plas onder het...
Klimaatregeling Ventilator HANDMATIGE KLIMAATREGELING Toetsen voor luchtverdeling Off (uit) Temperatuurregeling Hoofdniveau Hoofdniveau en beenruimte Beenruimte Beenruimte en voorruit Voorruit De luchtverdeelknop kan in elke van de aangegeven standen worden gezet. Een kleine luchthoeveelheid wordt richting de voorruit geblazen in stand B en C. Blauw Koud Rood...
Pagina 75
Klimaatregeling Systeeminstellingen Koelen met buitenlucht N.B.: Stel alle regelingen in op de afgebeelde posities. Interieur snel verwarmen Schakel de airconditioning in en selecteer buitenlucht. Interieur snel afkoelen Selecteer buitenlucht. Ventilatie Er is maximale koeling voor de inzittenden door A/C MAX te selecteren. Deselecteer A/C of luchtrecirculatie om A/C MAX uit te schakelen.
Klimaatregeling Luchtvochtigheid in het interieur N.B.: De interieurtemperatuursensor is verlagen aangebracht achter de grille onder de luchtverdelingsregeling. Bedek de grille niet. N.B.: Als het systeem bij lage buitenluchttemperaturen in de auto modus staat, is de luchtstroom laag en wordt de lucht zolang de motor koud is naar de voorruit en de zijruiten geleid.
Pagina 77
Klimaatregeling Aanjager U kunt de temperatuur instellen tussen 16°C en 28°C in stappen van 0,5°C. In de stand LO (lager dan 16 ) s chakelt het systeem over op continu koelen, in de stand HI (hoger dan 28 ) op c ontinu verwarmen en wordt de temperatuur niet geregeld.
Klimaatregeling Druk op de recirculatietoets om de verse Druk om terug te keren naar de automodus lucht te laten recirculeren. kort op de AUTO toets. N.B.: In de automodus wordt bij hoge Airconditioning in- en uitschakelen binnen- en buitentemperaturen voor een maximale koeling van het interieur automatisch de recirculatiestand ingeschakeld.
Pagina 79
Klimaatregeling Druk op de knop om een dunne ijslaag of mist van de ruit te verwijderen. Druk nogmaals binnen 10 minuten op de knop om de verwarmde achterruit uit te schakelen. De verwarmde achterruit wordt automatisch na 10 minuten uitgeschakeld of wanneer u het contact uitschakelt.
Stoelen Er wordt aangeraden de volgende DE JUISTE ZITPOSITIE richtlijnen in acht te nemen: INNEMEN • Ga rechtop zitten met de onderzijde van uw rug zover mogelijk naar WAARSCHUWINGEN achteren. Kantel de rugleuning niet te ver • Kantel de rugleuning van de stoel niet achterover, want dit kan ertoe leiden meer dan 30 graden achterover.
Pagina 81
N.B.: Stoelhoezen zijn ontworpen om perfect aan te sluiten op de bestaande functies en veiligheidssystemen van de stoel en hoeven niet te worden aangepast. Raadpleeg een erkende dealer van Ford als een stoelhoes moet worden verwijderd en aangebracht. De stoel naar achteren en naar...
Stoelen Kantelhoek afstellen Zitbank Rugleuning neerklappen - ELEKTRISCH VERSTELBARE Verlengde cabine STOELEN Klap de passagiersstoel vooraan neer voor vlotte toegang tot de achterbank. WAARSCHUWINGEN Gebruik uitsluitend stoelhoezen die zijn ontworpen voor zij-airbags. Laat deze aanbrengen door een erkende dealer. Verstel de bestuurdersstoel niet tijdens het rijden.
Pagina 83
Raadpleeg een erkende dealer van Ford als een stoelhoes moet worden verwijderd en aangebracht. De stoel naar achteren en naar...
Stoelen De stoel kantelen Hoofdsteunen verwijderen Hoofdsteunen voorin Druk vergrendelknop 1 in en maak tegelijkertijd bevestigingsklem 2 los met behulp van een geschikt voorwerp. HOOFDSTEUNEN Buitenste hoofsteunen achter WAARSCHUWINGEN Trek de achterste hoofdsteun omhoog wanneer iemand achterin plaatsneemt. Als de voorstoelen gebruikt worden, mogen de hoofdsteunen niet verwijderd worden.
Pagina 85
De rugleuning van de achterbank functies en veiligheidssystemen van de stoel omklappen en hoeven niet te worden aangepast. Dubbele cabine Raadpleeg een erkende dealer van Ford als een stoelhoes moet worden verwijderd en WAARSCHUWINGEN aangebracht. Wanneer u de rugleuningen omklapt,...
Stoelen Rugleuning omhoog klappen Doe het volgende niet! • Zware voorwerpen op de stoel Dubbele cabine plaatsen. • De stoelverwarming inschakelen indien WAARSCHUWINGEN water of een andere vloeistof op de Bij het omhoog klappen van de stoel gemorst is. Laat de stoel grondig rugleuningen van de achterbank drogen.
12 volt nog maximaal 30 minuten. gelijkstroom 180 amp omdat anders een N.B.: Gebruik alleen Ford stekkers of zekering kan doorbranden. stekkers die geschikt zijn voor gebruik in SAE N.B.: Gebruik het voedingspunt niet voor gestandaardiseerde aansluitingen.
Pagina 88
Extra voedingsaansluitingen Druk het verwarmingselement in om de aansteker te laten gloeien. Hij springt automatisch in de oorspronkelijke stand terug. Ranger (TKE) Vehicles Built From: 27-01-2014, Vehicles Built Up To: 31-12-2014, CG3575nlNLD nlNLD, Edition date: 12/2013, None...
Opbergvakken Passagierszijde BEKERHOUDERS WAARSCHUWING Plaats tijdens het rijden geen hete dranken in de bekerhouders. DASHBOARDKASTJE Bestuurderszijde MIDDENCONSOLE Ranger (TKE) Vehicles Built From: 27-01-2014, Vehicles Built Up To: 31-12-2014, CG3575nlNLD nlNLD, Edition date: 12/2013, None...
Opbergvakken GLASHOUDER (indien aanwezig) KOELBOX De bril moet in de brilhouder worden geplaatst met de brilglazen naar beneden gericht, zoals te zien op de afbeelding. Als dat niet gebeurt, kan de bril vallen wanneer de brilhouder open is. ARMLEUNING ACHTERBANK Open Gesloten ASBAK...
N.B.: Laat, om te voorkomen dat de accu moet u de auto onmiddellijk laten leegraakt, de contactsleutel niet te lang in controleren door een dealer van Ford. deze stand staan. Rijd niet met uw voertuig indien u II (aan) - Alle elektrishe circuits werken uitlaatgassen ruikt.
Motor starten en stoppen 2. Draai het stuur enigszins om de Alle voertuigen vergrendeling te ontgrendelen. Wacht even wanneer de motor niet binnen 10 seconden aanslaat, en probeer het Stuur ontgrendelen opnieuw. Auto's met automatische transmissie Als de motor na drie startpogingen nog niet is aangeslagen, wacht dan 10 seconden en Schakel het contact in of trap het ga te werk zoals is beschreven onder...
Motor starten en stoppen Het toerental voor stationair draaien N.B.: Door tijdens het starten het varieert naargelang bepaalde factoren. Het koppelingspedaal op te laten komen, wordt gaat hierbij om temperaturen van de startmotor uitgeschakeld maar blijft het componenten en omgevingstemperatuur contact aan.
Motor starten en stoppen Regeneratie U dient af en toe ritten te maken onder de volgende omstandigheden ter WAARSCHUWING ondersteuning van de regeneratieprocedure: Laat de motor niet stationair draaien • Rijd minimaal 20 minuten met de auto of parkeer de auto niet op droge onder gunstige omstandigheden (hoge bladeren, droog gras of ander snelheden tijdens normaal rijden) op...
Brandstof en tanken • Autobrandstoffen kunnen schadelijk VEILIGHEIDSMAATREGELEN of fataal zijn indien deze worden ingeslikt. Brandstof zoals benzine is WAARSCHUWINGEN zeer giftig en kan bij inslikken resulteren Tank de brandstoftank niet te vol. De in permanent of dodelijk letsel. Als druk in een overvolle tank kan brandstof wordt ingeslikt, roep dan lekkage veroorzaken en leiden tot het...
Brandstof en tanken veroorzaken. Bij gevoelige personen BRANDSTOFKWALITEIT kan dit leiden tot ernstig letsel of ziekte. Als er brandstof op de huid terecht WAARSCHUWINGEN komt, was deze dan grondig met water Meng de diesel niet met olie, benzine en zeep. Neem direct contact op met of andere vloeistoffen.
Brandstof en tanken • Het contact moet na het tanken WAARSCHUWINGEN wellicht enkele malen van OFF naar Zet het contact tijdens het rijden niet ON worden gedraaid, zodat het brandstofsysteem de brandstof van de tank naar de motor kan pompen. Tijdens het starten kan de starttijd TANKEN enkele seconden langer duren dan...
Pagina 98
Als de correcte tankdop ontgrendeld. Zie Vergrendelen en van Ford niet wordt gebruikt, wordt ontgrendelen (bladzijde 38). eventuele schade aan de brandstoftank of het brandstofsysteem mogelijk niet Auto's met tankdop gedekt door de garantie voor de klant.
Brandstof en tanken N.B.: Na het plaatsen van een vulpistool BRANDSTOFVERBRUIK met de correcte afmeting wordt een veerbelaste blokkering geopend. Hierdoor We leiden de cijfers over CO2-waarden en wordt voorkomen dat onjuiste brandstof brandstofverbruik af van laboratoriumtests wordt getankt. volgens Richtlijn (EG) 715/2007 of CR (EG) 692-2008 en aanvullingen daarop.
Brandstof en tanken • Contact uitzetten. 3. Na minimaal drie tot vijf maal vullen moet de brandstoftank worden gevuld • Niet meer dan twee automatische en de huidige kilometerstand worden klikonderbrekingen tijdens het tanken. genoteerd. De resultaten zijn het meest nauwkeurig 4.
Pagina 101
Brandstof en tanken Gecombi- Stadsverkeer Buitenweg CO2-emissie neerd Variant l/100 km l/100 km l/100 km g/km (mpg) (mpg) (mpg) Auto's met 2.2L Duratorq- TDCi motor en vierwielaan- 9,9 (28,5) 7,1 (39,8) 8,1 (34,9) drijving (handgeschakelde versnellingsbak MT82) Auto's met 2.2L Duratorq- TDCi motor en tweewielaan- 11,1 (25,4) 7,6 (37,2)
Versnellingsbak/transmissie Keuzehandelstanden HANDGESCHAKELDE VERSNELLINGSBAK De achteruit inschakelen Schakel de achteruit niet in wanneer de auto in beweging is. Dit kan inwendige schade aan de versnellingsbak veroorzaken. Park (Parkeerstand) Reverse (Achteruit) Neutral (Neutraal) Drive (Rijden) Sportmodus en handmatig schakelen Breng de kraag omhoog tijdens selecteren Handmatig opschakelen van de achteruitversnelling.
Pagina 103
Versnellingsbak/transmissie De stand van de keuzehendel wordt in het Zet de keuzehendel van de transmissie in display van het instrumentenpaneel stand R (achteruit) indien u de auto weergegeven. achteruit wilt laten rijden. P (Park) N (Neutral) In deze stand wordt geen aandrijfkracht WAARSCHUWINGEN op de wielen overgebracht maar de Zet de keuzehendel van de...
Pagina 104
Versnellingsbak/transmissie Handmatig schakelen De transmissie blijft in de geselecteerde versnelling staan. Als het motortoerental WAARSCHUWINGEN te laag of stationair is, dan wordt teruggeschakeld naar de 2e versnelling. De Houd de keuzehendel van de geselecteerde versnelling wordt transmissie niet permanent in - of +. aangegeven in het instrumentenpaneel.
Pagina 105
Versnellingsbak/transmissie Kickdown Druk het gaspedaal volledig in terwijl de keuzehendel van de transmissie in de rijstand staat om voor optimale prestaties de op één na hoogste versnelling in te schakelen. Laat het gaspedaal los wanneer kickdown niet langer gewenst is. Als de auto vast komt te zitten in modder of sneeuw N.B.: Beweeg de auto niet heen en weer als...
Vierwielaandrijving Vierwielaandrijving, hoog bereik WERKING (4H) Dit systeem is een proactief systeem. Het WAARSCHUWING systeem kan anticiperen op wielslip en koppel overbrengen naar de achterwielen Gebruik vierwielaandrijving 4H niet voordat slippen voorkomt. Ook als wielslip voor normaal rijden op de weg. niet aanwezig is, voert het systeem constant afstellingen door aan de Gebruik deze stand voor het rijden in...
Pagina 107
Vierwielaandrijving Schakelen tussen 2H en 4H 2. Trap het koppelingspedaal volledig in (handgeschakelde versnellingsbak). N.B.: Schakelen naar 2H schakelt alle 3. Zet de keuzehendel van de transmissie functies voor stabiliteitsregeling (ESP) terug in de stand N (automatische transmissie). Schakelen tussen 2H en 4H is mogelijk 4.
Pagina 108
Vierwielaandrijving Het is wellicht veiliger op de vluchtstrook "Sand" (zand) te rijden en geleidelijk snelheid te minderen Probeer tijdens rijden op zand de vier alvorens u op de weg terugkeert. U kunt de wielen op het stevigste gedeelte van het controle over de auto verliezen als u geen terrein te houden.
Pagina 109
Vierwielaandrijving Reinig na het rijden in modder draaiende N.B.: Voorkom keren op stijle hellingen of aandrijfassen en banden. Overtollige heuvels. De tractie kan verloren gaan of de modder op banden en draaiende auto kan zijdelings slippen en mogelijk aandrijfassen kan leiden tot een onbalans omslaan.
Pagina 110
Vierwielaandrijving lagere versnelling. Voorkom tijdens afrijden Voorkom plotseling remmen. Hoewel een van een stijle heuvel plotseling hard auto met vierwielaandrijving op sneeuw afremmen, omdat u dan de controle over en ijs beter accelereert dan een auto met de auto kunt verliezen. De voorwielen tweewielaandrijving, stopt deze niet moeten draaien om de auto te kunnen sneller, omdat alle vier wielen worden...
Pagina 111
Vierwielaandrijving Onderhoud en aanpassingen Het ophangingssysteem en de stuurinrichting van de auto zijn ontworpen en getest om voorspelbare prestaties te leveren (beladen of leeg). Daarom wordt ten strengste aangeraden geen wijzigingen door te voeren zoals het toevoegen of verwijderen van onderdelen (bijvoorbeeld hijssets of stabilisatorstangen) of het gebruik van vervangende onderdelen die verschillen van de originele...
Achteras • Wordt automatisch uitgeschakeld ZELFSPERREND wanneer een snelheid van 40 km/h DIFFERENTIEEL wordt overschreden. • Wordt automatisch opnieuw Deze as zorgt voor een betere tractie op ingeschakeld wanneer de snelheid gladde ondergronden, vooral wanneer één onder 30 km/h daalt. wiel weinig grip heeft.
Remmen WERKING TIPS VOOR RIJDEN MET ABS Schijfremmen N.B.: Wanneer het systeem in werking is, pulseert het rempedaal en legt wellicht een Natte remschijven hebben een lagere langere weg af. Blijf het rempedaal wrijvingscoëfficiënt. Druk na het verlaten indrukken. Er is tevens wellicht een geluid van een wasstraat het rempedaal even hoorbaar vanaf het systeem.
Remmen 3. Druk op de ontgrendelknop en druk de om weg te rijden. Zo wordt voorkomen dat hendel naar beneden. de auto op een helling kan terugrollen. Dit is en voordeel bij het wegrijden op een helling (bijvoorbeeld bij een parkeergarage, REGELING VOOR BERGOP verkeerslichten of bij het achteruitrijden RIJDEN...
Pagina 115
Remmen • Helling omhoog: de keuzehendel van de transmissie moet in de stand D zijn geschakeld voor een automatische transmissie en in een andere stand dan R (achteruit) voor een handgeschakelde transmissie. • Helling omlaag: de keuzehendel van de transmissie moet in de stand R (achteruit) zijn geschakeld.
Aandrijfregeling N.B.: Om de aandrijfregeling uit te WERKING schakelen indien nodig, Zie Stabiliteitsregeling (bladzijde 115). Het tractieregelsysteem helpt het doordraaien van aangedreven wielen en verlies van tractie te voorkomen. Indien uw auto begint te schuiven, laat het systeem de remmen van individuele wielen aangrijpen en, indien nodig, vermindert het tegelijkertijd het motorvermogen.
Stabiliteitsregeling Het systeem zorgt ook voor een betere WERKING tractieregeling door het motorkoppel te verlagen wanneer de wielen bij het Elektronisch accelereren beginnen door te draaien. Het stabiliteitsprogramma verbetert de mogelijkheden om op gladde of losse oppervlakken te kunnen optrekken WAARSCHUWING en het verbetert het comfort door wielspin Het systeem is niet bedoeld om de...
Pagina 118
Stabiliteitsregeling Auto's met vierwielaandrijving N.B.: Alle functies voor de stabiliteitsregeling (ESP) worden opnieuw geactiveerd wanneer stand 2H wordt geselecteerd. Keuzehendel in stand 4H: • Houd de schakelaar gedurende één seconde ingedrukt om de aandrijfregeling van de motor en de stabiliteitsregeling van de aanhanger te deactiveren.
Terreinregelsysteem N.B.: HDC is actief bij snelheden van minder WERKING dan 35 km/h en wordt uitgeschakeld boven 40 km/h maar wordt pas uitgezet wanneer WAARSCHUWING de auto een snelheid van 60 km/h bereikt. Voordat u op terrein gaat rijden, dient N.B.: HDC gaat uit wanneer u het contact u zich als onervaren bestuurder uitschakelt.
Pagina 120
Terreinregelsysteem Ingestelde snelheid veranderen • Druk op de SET+ of SET- toets en houd deze ingedrukt. Laat de toets los zodra u de gewenste snelheid hebt bereikt. • Druk op de SET+ of SET- toets en laat deze los. De ingestelde snelheid verandert in stappen van circa 1 km/h.
(of geactiveerd wanneer u bij aangezet lichtbalken) zijn aangesloten op de contact de achteruit inschakelt. aansluiting met 13 pennen via een door Ford goedgekeurde aanhangermodule. N.B.: Er klinkt eenmaal een geluid om aan te geven dat de parkeerhulp is geactiveerd.
Pagina 122
Parkeerhulp N.B.: De controlelampen worden weergegeven in de multifunctionele display. Positie van onderdeel: Zie Overzicht instrumentenpaneel (bladzijde 15). U hoort een onderbroken signaal wanneer de afstand tussen de achterbumper en een obstakel ca. 180 cm bedraagt of ca. 50 cm aan de zijkanten.
Parkeerhulp Achteruitkijkcamera inschakelen WAARSCHUWING Het kan voorkomen dat de camera voorwerpen die zich te dicht bij de auto bevinden niet kan registreren. Schakel het contact en het audiosysteem Een aanhangersymbool geeft aan dat een Zet de keuzehendel van de transmissie in aanhanger is aangekopppeld, waarna het achteruit.
Pagina 124
Parkeerhulp Display gebruiken WAARSCHUWINGEN Obstakels boven de camera worden niet weergegeven. Controleer indien nodig het gebied achter de auto. Markeringen worden alleen gebruikt als algemene richtlijn en worden berekend voor auto's met een maximale belading op een egaal wegdek. De lijnen duiden de afstand van de buitenrand van de voorband plus 51 millimeter tot de achterbumper aan.
Pagina 125
Parkeerhulp Groen - 79 inch (2 meter) Zwart - middenlijn van de geprojecteerde route van de auto N.B.: Wanneer er met een aanhanger achteruit wordt gereden, dan worden de lijnen niet op het scherm getoond. De camera geeft de rijrichting van uw auto weer, en niet die van de aanhanger.
Snelheidsregeling (Cruise Control) WERKING WAARSCHUWING Het systeem is niet bedoeld om de bestuurder te ontheffen van zijn plicht om tijdens het rijden voorzichtig en oplettend te zijn. Met de snelheidsregeling (cruise control) kunt u met behulp van de schakelaars op het stuurwiel de rijsnelheid instellen.
Pagina 127
Snelheidsregeling (Cruise Control) Ingestelde snelheid annuleren Druk op de CAN toets en laat deze los, of druk het rempedaal in. De ingestelde snelheid wordt niet gewist. Ingestelde snelheid hervatten Druk op de RES toets en laat deze los. Cruise control uitschakelen N.B.: U wist de ingestelde snelheid indien u het systeem uitschakelt.
Transport ALGEMENE INFORMATIE WAARSCHUWINGEN Ga niet op het rolscherm zitten of staan en zet er niets op. WAARSCHUWINGEN Gebruik bevestigingsriemen die Laat een erkende dealer aan het voldoen aan een norm, bijv. DIN. rolscherm werken. Zorg ervoor dat alle losse voorwerpen goed zijn vastgezet.
Pagina 129
Transport Ontgrendel het scherm door de treklus naar rechts te trekken of door de vergrendelknoppen in te drukken. Ranger (TKE) Vehicles Built From: 27-01-2014, Vehicles Built Up To: 31-12-2014, CG3575nlNLD nlNLD, Edition date: 12/2013, None...
Transport WAARSCHUWINGEN DAKREKKEN EN Overschrijd de maximale toelaatbare BAGAGEDRAGERS belasting van de dakrails van 80 kg niet, inclusief het imperiaal. WAARSCHUWINGEN Controleer de veiligheid van de lading op Wanneer u een imperiaal gebruikt, het imperiaal: kan het brandstofverbruik van uw auto hoger zijn en kan de •...
Transport Imperiaal Sportstang Kofferrails N.B.: Ga niet op items B of C zitten of staan. WAARSCHUWINGEN N.B.: Gebruik item C niet om ladingen te Ieder bevestigingspunt heeft een bevestigen. maximale belastingsindex. Als deze wordt overschreden, kan dit leiden N.B.: Om het brandstofverbruik te beperken tot ernstig letsel en voertuigschade.
Pagina 132
Transport Type 1 Type 2 Klem Type 3 Omlijsting WAARSCHUWING Veer Overschrijd de maximale belasting die op elk bevestigingspunt is gedrukt niet. Gebruik de bevestigingspunten niet onder de volgende omstandigheden: • Tekenen van slijtage of schade. • Railkanalen voor ondersteunen van de bevestigingspunten vertonen tekenen van slijtage, schade of vervorming.
Pagina 133
Transport Bevestigingspunten monteren 2. Schuif langs de rail tot de pen op de onderzijde van het bevestigingspunt WAARSCHUWING aangrijpt in een gewenste opening op de rail. De omlijsting moet volledig aangrijpen in de rail om het 3. Druk het bevestigingspunt in en draai bevestigingspunt te borgen voor dit een kwartslag naar rechts tot de veilig gebruik.
Transport Trek de achterklep iets omhoog. 2. Trek de steunkabel naar achteren. 3. Ontgrendel de steunkabel van de achterklep. 4. Herhaal stap 1 t/m 3 om de steunkabel er aan de andere zijde uit te trekken. N.B.: Breng de achterklep omlaag om de ladingen gemakkelijker in of uit te kunnen laden.
Aanhangers trekken • Plaats de lading zo laag mogelijk en TREKKEN VAN EEN centraal op de as van uw aanhanger. AANHANGER Voor de beste stabiliteit van een aanhanger bij een onbeladen auto, WAARSCHUWINGEN plaatst u de lading in de aanhanger zo ver mogelijk naar de Rijd niet harder dan 100 km/u.
N.B.: De aanhangerkabelboom is en controleer dat de last correct is verkrijgbaar bij een erkende dealer van Ford. verdeeld. Zie Trekken van een aanhanger (bladzijde 133). ANTISLINGERREGELING N.B.: Schakel naar 4L om de...
Pagina 137
Aanhangers trekken Uitvoering Drive Versnel- Max. Maximaal Zonder aanhan- Met aanhan- (Rijden) ling niet toelaatbaar gerrem gerrem treingewicht 2,2L diesel- Hand- 750 kg 1.500 kg 4.425 kg motor matig 88kW Hand- 750 kg 1.500 kg 4.525 kg matig 2,2L diesel- Hand- 750 kg 1.500 kg...
Pagina 138
Aanhangers trekken Uitvoering Drive Versnel- Max. Maximaal Zonder aanhan- Met aanhan- (Rijden) ling niet toelaatbaar gerrem gerrem treingewicht Overbren- gingsver- houding 3.31 Hand- 750 kg 3.350 kg 5.950 kg matig 3.500 kg 6.000 kg Overbren- gingsver- houding 3.55 Autom. 750 kg 3.350 kg 5.950 kg 3.500 kg...
Pagina 139
Aanhangers trekken Kogeldruk WAARSCHUWING Overschrijd nooit de maximale toegestane kogeldruk, bijvoorbeeld het verticale gewicht op de trekhaakkogel. Dit is belangrijk voor de stabiliteit van de auto en de aanhanger. Drive (Rijden) Minimale kogeldruk Maximale kogeldruk 6% van trekgewicht 165 kg 225 kg en 4x4 Auto's met verhoogde rijhoogte...
Aanhangers trekken TREKHAAK WAARSCHUWING Zorg ervoor dat de trekhaakkogel WAARSCHUWINGEN goed op zijn plaats in de opening komt te zitten. Laat de afneembare trekhaakkogel nooit los in de auto liggen. Dit verhoogt de kans op verwondingen Rijden met een aanhanger bij een aanrijding.
Aanhangers trekken Trekhaakkogel verwijderen WAARSCHUWINGEN Ontgrendel, om verwondingen te voorkomen, de trekhaakkogel nooit wanneer de aanhanger nog is aangekoppeld. Verwijder de trekhaak tijdens rijden zonder aanhanger. Onderhoud Houd het systeem schoon. Smeer periodiek het mechanisme van de trekhaakkogel met harsvrij vet of olie en smeer het slot met grafiet.
Aanhangers trekken AUTO OP VIER WIELEN WAARSCHUWINGEN Het wordt aanbevolen de auto niet SLEPEN te slepen met de aangedreven wielen op het wegdek. Is het echter nodig Alle voertuigen om de auto van een gevaarlijke plek te verwijderen, sleep uw auto dan niet met WAARSCHUWINGEN snelheden boven 20 km/h en over Zet het contact aan terwijl u de auto...
Tips voor het rijden INRIJDEN VOORZORGSMAATREGELEN VOOR KOUDE Banden WEERSOMSTANDIGHEDEN WAARSCHUWING De werking van sommige componenten Nieuwe banden hebben een en systemen kan worden beïnvloed bij inlooptijd van ongeveer 500 temperaturen lager dan -25°C. kilometer. Gedurende deze periode kan de auto een andere rijkarakteristiek GEREDUCEERD vertonen.
Tips voor het rijden • CONTROLEER het koelvloeistofpeil. 4x2 (auto's met grotere rijhoogte) en Zie Motorkoelvloeistof controleren (bladzijde 168). • Laat de auto door een erkende dealer controleren. DOOR WATER RIJDEN WAARSCHUWINGEN Rijd alleen door water in noodgevallen en niet als normaal wordt gereden.
Pagina 145
Tips voor het rijden WAARSCHUWINGEN Gebruik steeds vloermatten die ontworpen zijn om goed te passen op de vloer van uw auto, de pedalen vrijlaten en goed kunnen worden bevestigd, zodat ze op hun plaats blijven en de pedalen niet hinderen of de veilige werking van uw auto niet op een andere manier hinderen.
Wat te doen bij pech WAARSCHUWINGSKNIP- PERLICHTEN De knop voor alarmknipperlichten is aangebracht op het instrumentenpaneel. Gebruik de knop wanneer uw auto een veiligheidsgevaar is voor andere weggebruikers. Druk op de knop om de alarmknipperlichtfunctie in te schakelen (de richtingaanwijzers voor en achter gaan knipperen).
Wat te doen bij pech Verlengde cabine Dubbele cabine N.B.: De gevarendriehoek kan in de gereedschapsbak achter de achterstoelen worden vastgezet. Klap de rugleuning van de achterbank naar voren. Verwijder het zitkussen van de HET VOERTUIG STARTEN MET achterbank. HULPSTARTKABELS Verwijder het paneel.
Pagina 148
Wat te doen bij pech Voor aansluiten hulpstartkabels 4. Verbind de minpool (-) van auto B met de massaverbinding van auto A (kabel WAARSCHUWINGEN Sluit de kabel niet direct op de minpool (-) van de ontladen accu aan. Zorg ervoor dat de kabels niet met draaiende onderdelen en onderdelen van het brandstoftoevoersysteem in Auto met lege accu...
Zekeringen Maak de klemmen los en verwijder het PLAATSEN deksel. ZEKERINGENHOUDERS Zekeringenkast in passagiers- Stuur links compartiment Open het opbergvak aan de bestuurderszijde volledig. Stuur rechts Zekeringkast motorruimte Zekeringenkast interieur Extra zekeringenhouder Zekeringkast motorruimte Ranger (TKE) Vehicles Built From: 27-01-2014, Vehicles Built Up To: 31-12-2014, CG3575nlNLD nlNLD, Edition date: 12/2013, None...
Pagina 150
Zekeringen Extra zekeringkast Maak de klemmen los en verwijder het deksel. Ranger (TKE) Vehicles Built From: 27-01-2014, Vehicles Built Up To: 31-12-2014, CG3575nlNLD nlNLD, Edition date: 12/2013, None...
Pagina 152
Zekeringen Zekering Vermogen Beschermde onderdelen zekering (ampères) Elektrisch bediende ruiten (voor en achter) Massa motor vierwielaandrijving (4WD) Wordt niet gebruikt Wordt niet gebruikt Elektrisch verstelbare stoelen Elektrisch bediende ruiten (voor) Ventilatormotor Voeding motor vierwielaandrijving (4WD) Startsolenoïde Achterruitverwarming 15 (benzine) Flex fuel pomp 15 (diesel) Verdamper gloeibougie Koppeling van compressor airconditioning...
Pagina 153
Zekeringen Zekering Vermogen Beschermde onderdelen zekering (ampères) Verwarmde lambdasonde, universele verwarmde lamb- dasonde, relaisspoelen Elektronische regelmodule (ECM) Accubewakingssensor Extra voedingspunt (console achteraan) Drukschakelaar airconditioning Transmissiemodule (TCM) Verwarming positieve temperatuurcoëfficiënt (PTC) Voeding zekeringenkast passagiersruimte (contact) Module anti-blokkeerremsysteem Koplamphoogte-instelling stoelverwarming Elektrisch bediende spiegels Wordt niet gebruikt Verwarmde buitenspiegels Alarmclaxon...
Pagina 154
Zekeringen Relaisnummer Beschermde onderdelen Sleutelvergrendeling Ruitenwisser aan of uit Claxon Koppeling van compressor airconditioning Differentieelvergrendeling Ruitenwissersnelheid hoog of laag Koelventilateur laag Koelventilateur hoog Flex-fuel pomp, gloeibougie verdamper Achterruitverwarming Voorruitverwarming Wordt niet gebruikt Voeding elektronische regelmodule (ECM) Ontsteking 4WD-motor 2 (rechtsom) 4WD-motor 1 (linksom) 4WD-motor Alarmclaxon...
Pagina 155
Zekeringen Relaisnummer Beschermde onderdelen Wordt niet gebruikt Ventilatormotor Elektrisch verstelbare stoel Ranger (TKE) Vehicles Built From: 27-01-2014, Vehicles Built Up To: 31-12-2014, CG3575nlNLD nlNLD, Edition date: 12/2013, None...
Pagina 156
Zekeringen Zekeringenkast in passagierscompartiment Ranger (TKE) Vehicles Built From: 27-01-2014, Vehicles Built Up To: 31-12-2014, CG3575nlNLD nlNLD, Edition date: 12/2013, None...
Pagina 157
Zekeringen Zekering Vermogen Beschermde onderdelen zekering (ampères) Benzinepomp Wordt niet gebruikt Wordt niet gebruikt Elektronische startbeveiliging (PATS) Interieurlamp, schakelaarset bestuurdersportier, sfeerver- lichting, trottoirverlichting, automatische transmissie, beenruimteverlichting Wordt niet gebruikt Regensensor - module Wordt niet gebruikt Wordt niet gebruikt Wordt niet gebruikt Bestuurdersportier ontgrendelen, centrale dubbele vergrendeling Remlichtschakelaar...
Pagina 158
Zekeringen Zekering Vermogen Beschermde onderdelen zekering (ampères) Audio-signaal DIN, FSAO-audio, multifunctionele display Multifunctionele display, luxe audiosysteem, BVC-module Interieurbewegingssensor Massa sproeierpomp Massa centrale vergrendeling Massa bestuurdersportier ontgrendelen, centrale dubbele vergrendeling Instrumentenpaneel, parkeerhulpmodule, achteruitkijkca- mera, handbediende airconditioning, achteruitkijkspiegel, module volgen en blokkeren Veiligheidssysteem, indicator deactivering passa- giersairbag Tachograaf...
Pagina 159
Zekeringen Extra zekeringkast Zekering Vermogen Beschermde onderdelen zekering (ampères) Rijlicht Standlicht LED-baken Werkverlichting Reservewiel Aansluitpunt Achteruitrijlamp Richtingaanwijzers, remlicht Crew chief Zekering uitschakelen (isolator massa) Wordt niet gebruikt Wordt niet gebruikt Ranger (TKE) Vehicles Built From: 27-01-2014, Vehicles Built Up To: 31-12-2014, CG3575nlNLD nlNLD, Edition date: 12/2013, None...
Zekeringen Relaisnummer Beschermde onderdelen Werkverlichting LED-baken Reservewiel Standlicht Richtingaanwijzer (links) Richtingaanwijzer (rechts) Remlicht Wordt niet gebruikt Wordt niet gebruikt Als elektrische componenten in de auto niet werken, kan een zekering zijn EEN ZEKERING VERVANGEN doorgebrand. Een breuk in de zekeringdraad geeft een doorgebrande WAARSCHUWINGEN zekering aan.
• Remvloeistofpeil. Zie Controle en de inruilwaarde ten goede komen. Er vloeistofpeil koppeling en staat een groot netwerk van Ford erkende remsysteem (bladzijde 169). reparateurs ter beschikking die u met hun professionele expertise ter zijde kunnen •...
Onderhoud 2. Trek de motorkap iets omhoog. DE MOTORKAP OPENEN EN 3. Druk de veiligheidshaak naar de SLUITEN linkerzijde van de wagen. De motorkap openen 4. Open de motorkap. Trek aan de hendel onder het instrumentenpaneel. Positie van onderdeel: Zie Overzicht 5.
Onderhoud Luchtfilter. Ruitensproeivloeistofreservoirdop. Zie Ruitensproeiervloeistof controleren (bladzijde 170). De vuldoppen en de motoroliepeilstaaf hebben een felle kleur voor een makkelijke herkenning. OVERZICHT MOTORRUIMTE - 2,2 L DURATORQ-TDCI (PUMA) DIESEL Stuur rechts Ranger (TKE) Vehicles Built From: 27-01-2014, Vehicles Built Up To: 31-12-2014, CG3575nlNLD nlNLD, Edition date: 12/2013, None...
Pagina 166
Onderhoud Stuur links Koelvloeistofreservoirdop. Zie Motorkoelvloeistof controleren (bladzijde 168). Rem- en koppelingsvloeistofreservoirdop. Zie Controle vloeistofpeil koppeling en remsysteem (bladzijde 169). Motoroliepeilstaaf . Zie Oliepeilstaaf (bladzijde 167). Motorolievuldop . Zie Motorolie controleren (bladzijde 167). Waterafscheider van brandstoffilter. Zie Water in brandstoffilter aftappen (bladzijde 170).
Onderhoud Ruitensproeivloeistofreservoirdop. Zie Ruitensproeiervloeistof controleren (bladzijde 170). Luchtfilter. De vuldoppen en de motoroliepeilstaaf hebben een felle kleur voor een makkelijke herkenning. OVERZICHT MOTORRUIMTE - 3,2 L DURATORQ-TDCI (PUMA) DIESEL Stuur rechts Ranger (TKE) Vehicles Built From: 27-01-2014, Vehicles Built Up To: 31-12-2014, CG3575nlNLD nlNLD, Edition date: 12/2013, None...
Pagina 168
Onderhoud Stuur links Koelvloeistofreservoirdop. Zie Motorkoelvloeistof controleren (bladzijde 168). Rem- en koppelingsvloeistofreservoirdop. Zie Controle vloeistofpeil koppeling en remsysteem (bladzijde 169). Motoroliepeilstaaf . Zie Oliepeilstaaf (bladzijde 167). Motorolievuldop . Zie Motorolie controleren (bladzijde 167). Waterafscheider van brandstoffilter. Zie Water in brandstoffilter aftappen (bladzijde 170).
Onderhoud Ruitensproeivloeistofreservoirdop. Zie Ruitensproeiervloeistof controleren (bladzijde 170). Luchtfilter. De vuldoppen en de motoroliepeilstaaf hebben een felle kleur voor een makkelijke herkenning. OLIEPEILSTAAF - 2.5L MOTOROLIE CONTROLEREN DURATEC-HE (122KW/165PK) De auto moet op een vlakke - MI4 ondergrond staan. 2. Zet de motor af en wacht 10 minuten, zodat de olie in het oliecarter kan lopen.
Verwijder de vuldop. Verwijder de vuldop niet bij 2. Vul olie bij die voldoet aan de Ford draaiende motor. specificatie. Zie Technische specificatie (bladzijde 178). Verwijder de vuldop niet wanneer de motor heet is.
CONTROLE VLOEISTOFPEIL onmiddellijk raad aan uw erkende dealer. KOPPELING EN REMSYSTEEM Vul vloeistof bij die voldoet aan de Ford specificatie. Zie Technische specificatie WAARSCHUWINGEN (bladzijde 178). Het gebruik van een andere vloeistof...
Schakel het contact uit. 8. Haal de aftapplug aan en verwijder de slang. N.B.: Vul alleen vloeistof bij die voldoet aan de Ford specificatie. Zie 9. Start de motor en controleer het Brandstofkwaliteit (bladzijde 94). systeem op lekkage. N.B.: De pomp in de tank wordt N.B.: De controlelamp water-in-brandstof...
Onderhoud Hoofdaccu Reinig de wisserbladen met ruitensproeiervloeistof of water op een N.B.: Indien van toepassing moet het zachte spons of doek. audiosysteem worden geprogrammeerd met behulp van de keycode. Zie RUITENWISSERBLADEN Beveiligingscode (bladzijde 226). VERVANGEN De accu is aangebracht in de motorruimte. Zie Onderhoud (bladzijde 159).
Onderhoud 6. Verwijder het wisserblad. Breng de eerder verwijderde onderdelen in omgekeerde volgorde aan. N.B.: Zorg ervoor dat het ruitenwisserblad goed op zijn plaats komt te zitten. Laat ruitenwisserblad en de ruitenwisserarm op de voorruit zakken. De ruitenwisserarmen keren automatisch terug naar de normale stand nadat het contact is ingeschakeld.
Pagina 175
Onderhoud Verwijder de lamphouder door deze recht eruit te trekken. 2. Verwijder de gloeilamp. Zijknipperlicht 2. Trek de multistekker los. 3. Verwijder het rubberen omhulsel. 4. Maak de klem los en verwijder de gloeilamp. N.B.: Raak het glas van de gloeilamp niet Schuif het glas naar achteren en aan.
Pagina 176
Onderhoud Mistlampen, voor N.B.: De gloeilamp van de mistlamp kan niet uit de lamphouder worden verwijderd. Trek de multistekker los. 2. Draai de lamphouder linksom en verwijder deze. Achterlicht en remlicht Achterlichten Richtingaanwijzer Achteruitrijlamp Type 1 Mistlamp (linkerzijde voor stuur Achterlicht, remlicht, achteruitrijlamp, links) mistlamp en richtingaanwijzer...
Pagina 177
Onderhoud Type 2 Maak de veerklem voorzichtig los en verwijder de lamp. Achterlicht, remlicht, achteruitrijlamp 2. Verwijder de stekker met de lamp. en richtingaanwijzer 3. Verwijder de gloeilamp. Type 2 Richtingaanwijzer Achterlicht en remlicht Achteruitrijlamp Verwijder de bevestigingsschroeven. 2. Verwijder de lamplenzen. Verwijder de bevestigingsschroeven.
Pagina 178
Onderhoud Leeslamp Type 2 Met alarmsensor Type 1 Zonder alarmsensor Werk de lamp voorzichtig los. 2. Draai de lamphouder linksom en verwijder deze. 3. Verwijder de gloeilamp. Werk de lamp voorzichtig los. 2. Voor leeslampen draait u de lamphouder linksom en verwijder u deze.
Pagina 179
Onderhoud Centraal derde remlicht Type 2 Type 1 Verwijder de lamplenzen. 2. Verwijder de bevestigingsschroeven. Verwijder de lamplenzen. 3. Werk de lamp voorzichtig los. 2. Verwijder de bevestigingsschroeven. 3. Werk de lamp voorzichtig los. 4. Trek de multistekker los. 5. Verwijder de lamphouder door deze 4.
Onderhoud GLOEILAMPENTABEL Gloeilamp Specificaties Vermogen (watt) Grootlicht en dimlicht 55/60 Richtingaanwijzer, voor P21W Stadslicht Mistlampen, vóór Zijknipperlicht Richtingaanwijzer, achter WY21W Achterlicht en remlicht W21/5W 21/5 Achteruitrijlamp W21W Mistlamp achter W21W Kentekenplaatverlichting Binnenlamp Leeslamp Derde remlicht Lamp dakrails De gloeilamp kan niet worden vervangen aangezien de gloeilamp integraal deel uitmaakt van de lamp.
Pagina 182
POLYALKYLENE GLYCOL WSH-M1C231-B pressor De motor van uw auto is ontworpen voor gebruik van Castrol en Ford motorolie, die een gunstig brandstofverbruik garanderen met behoud van de duurzaamheid van uw motor. Olie bijvullen: Motorolie dieselmotor (markten met laag zwavelgehalte, minder dan 350 ppm):...
Verzorging van de auto Sommige wasinstallaties maken gebruik REINIGEN VAN BUITENZIJDE van water onder hoge druk. Hierdoor AUTO kunnen sommige onderdelen van uw auto worden beschadigd. Wij raden aan uw auto regelmatig met een Verwijder externe accessoires inclusief de spons en handwarm water en antenne alvorens u een automatische autoshampoo met een neutrale wasstraat inrijdt.
Verzorging van de auto REINIGEN VAN BINNENZIJDE KLEINE LAKSCHADE AUTO REPAREREN N.B.: Mors niet met luchtverfrissers en Lakbeschadigingen door steenslag of handzeep op bekledingsoppervlakken van kleine krasjes moeten zo spoedig mogelijk het interieur. Wrijf gemorste vloeistof worden hersteld. Een reeks van producten onmiddellijk weg.
Pagina 186
• Grondig afspoelen met een hogedrukspuit nadat de reinigingsprocedure is voltooid. Er wordt aanbevolen Ford-wielenreiniger te gebruiken. Lees en volg de aanwijzingen van de fabrikant. Het gebruik van niet aanbevolen reinigingsmiddelen kan leiden tot ernstige en permanente cosmetische beschadiging.
Velgen en banden ALGEMENE INFORMATIE WAARSCHUWINGEN Rijd niet met sneeuwkettingen op In de bestuurdersportieropening bevindt een sneeuwvrij wegdek. zich een tabel met de bandenspanning. Breng uitsluitend sneeuwkettingen Controleer bij koude banden de op de gespecificeerde banden aan. bandenspanning bij een temperatuur Zie Technische specificatie waarin u gaat rijden.
Pagina 188
Velgen en banden Single Cab WAARSCHUWING Breng uitsluitend sneeuwkettingen op de gespecificeerde banden aan. Zie Technische specificatie (bladzijde 191). N.B.: Uw auto kan ongewone rijeigenschappen vertonen. Autokrik WAARSCHUWINGEN Gebruik de krik alleen om een wiel te vervangen in een noodsituatie. De krik mag niet beschadigd of vervormd zijn en de schroefdraad moet gesmeerd zijn en vrij zijn van...
Pagina 189
Velgen en banden 2. Maak de krik los en verwijder de bout en de krik. Stretch Cab Trek aan de ontgrendelband. 2. Verwijder de achterstoelen. 4. Verwijder een bout. 5. Verwijder de krik. 6. Verwijder het gereedschap. Dubbele cabine 3. Verwijder het afdekplaatje. Trek de lus omhoog.
Pagina 190
Velgen en banden 2. Klap de rugleuning naar beneden. 2. Schuif de krikslinger volledig in de opening. Draai linksom tot het wiel op 3. Verwijder de vergrendelband. de grond rust en de kabel loshangt. 4. Verwijder een bout. 5. Verwijder de krik. Reservewiel N.B.: Het reservewiel bevindt zich onder de achterzijde van de auto.
Pagina 191
Velgen en banden Alleen voor gebruik in noodsituaties Onderhoud Een wiel verwijderen WAARSCHUWINGEN Parkeer uw auto zodat u de verkeersstroom niet hindert en uzelf niet in gevaar brengt en plaats een waarschuwingsdriehoek. Zorg dat uw auto op een stevige en vlakke ondergrond staat, met de voorwielen recht vooruit gericht.
Pagina 192
Velgen en banden WAARSCHUWINGEN Zorg dat er geen passagiers meer in uw auto zitten. Blokkeer het tegenoverliggende diagonale wiel van de lekke band met een geschikt blok of wielkeg. Werk niet aan uw auto als de auto alleen door de krik wordt ondersteund.
Velgen en banden N.B.: Controleer of de contactvlakken Zorg dat de dop en de naaf in de juiste tussen velg en naaf schoon zijn. richting wijzen. N.B.: Zorg ervoor dat de conische zijde van WAARSCHUWING de wielmoeren naar de velg is gekeerd. Laat het aanhaalmoment van de Breng het wiel aan.
Pagina 194
Velgen en banden Bandenspanning (koude banden) Normale belasting Economy Maximaal beladen Uitvoe- Banden- Voor Achter Voor Achter Voor Achter ring maat bar (psi) bar (psi) bar (psi) bar (psi) bar (psi) bar (psi) 215/70 R 2,4 (35) 2,4 (35) 2,6 (38) 2,6 (38) 2,6 (38) 3,8 (54)
Inhouden en specificaties AFMETINGEN VOERTUIG Enkelvoudige cabine Ranger (TKE) Vehicles Built From: 27-01-2014, Vehicles Built Up To: 31-12-2014, CG3575nlNLD nlNLD, Edition date: 12/2013, None...
Pagina 196
Inhouden en specificaties Afmetingen Afmetingen in mm (inches) Totale lengte 5359 (211,0) Totale lengte - met bullbars 5434 (214,0) Totale breedte exclusief buitenspiegels 1850 (72,8) Totale lengte (4x2) 1703 (67,0) Totale lengte (4x2 of 4x4) 1800-1806 (70,9-71,1) Wielbasis 3220 (126,8) Sporing voor en achter (4x2) 1590 (62,6) Spoorbreedte - voor en achter (4x2...
Pagina 197
Inhouden en specificaties Afmetingen Afmetingen in mm (inches) Totale lengte 5359 (211,0) Totale breedte exclusief buitenspiegels 1850 (72,8) Totale lengte (4x2) 1706 (67,2) Totale lengte (4x2 of 4x4) 1804-1810 (71.0-71.2) Wielbasis 3220 (126,8) Sporing voor en achter (4x2) 1590 (62,6) Spoorbreedte - voor en achter (4x2 of 4x4) 1560 (61,4)
Pagina 198
Inhouden en specificaties Dubbele cabine Ranger (TKE) Vehicles Built From: 27-01-2014, Vehicles Built Up To: 31-12-2014, CG3575nlNLD nlNLD, Edition date: 12/2013, None...
Pagina 199
Inhouden en specificaties Afmetingen Afmetingen in mm (inches) Totale lengte 5359 (211,0) Totale lengte - met bullbars 5434 (214,0) Totale breedte exclusief buitenspiegels 1850 (72,8) Totale lengte (4x2) 1716 (67,5) Totale lengte (4x2 of 4x4) 1815-1848 (71.4-72.8) Wielbasis 3220 (126,8) Sporing voor en achter (4x2) 1590 (62,6) Spoorbreedte - voor en achter (4x2...
Inhouden en specificaties AFMETINGEN TREKSTANG Ranger (TKE) Vehicles Built From: 27-01-2014, Vehicles Built Up To: 31-12-2014, CG3575nlNLD nlNLD, Edition date: 12/2013, None...
Pagina 201
Inhouden en specificaties 4x2 (auto's met verhoogd rijniveau) en 4x4 Afmetingen Afmetingen in mm (inches) Bevestigingspunt - hart trekhaakkogel (4x2) 124 ± 5 (4.8 ± 0.2) Bevestigingspunt - hart trekhaakkogel (4x2 of 4x4) 221.5 ± 5 (8.7 ± 0.2) Ranger (TKE) Vehicles Built From: 27-01-2014, Vehicles Built Up To: 31-12-2014, CG3575nlNLD nlNLD, Edition date: 12/2013, None...
Pagina 202
Inhouden en specificaties Afmetingen Afmetingen in mm (inches) Hart trekhaakkogel - langsbalk 588 (23,1) Buitenzijde langsbalk 1176 (46,3) Hart trekhaakkogel - hart 1e bevestigingspunt (4x2) 419 ± 5 (16.5 ± 0.2) Hart trekhaakkogel - hart 1e bevestigingspunt (4x2 363 ± 5 (14.3 ± 0.2) of 4x4) Hart trekhaakkogel - hart 2e bevestigingspunt (4x2) 442 ±...
Inhouden en specificaties VOERTUIGIDENTIFICA- TIEPLAATJE Voertuig-identificatienummer Het chassisnummer is ook aan de Maximaal toelaatbare rechterzijde onder het voorportier in het totaalgewicht chassis gedrukt. Maximaal toelaatbaar treingewicht Maximum voorasbelasting Maximum achterasbelasting Het identificatieplaatje van het voertuig met het chassisnummer en de maximaal toelaatbare gewichten bevindt zich aan slotzijde onderin de opening van het passagiersportier.
Introductie navigatie ALGEMENE INFORMATIE LET OP CD s met een onregelmatige vorm en Druk op de betreffende toets op het front CD s met krasbescherming of in om toegang te krijgen tot de zelfklevende etiketten mogen niet systeemfuncties. Hierdoor komt u in de worden gebruikt.
Pagina 205
Veiligheidsinformatie Lees de volgende veiligheidsmaatregelen en volg deze op. Wanneer u dit nalaat wordt de kans op een aanrijding en lichamelijk letsel verhoogd. Ford Motor Company is niet aansprakelijk voor schade die voortvloeit uit het niet opvolgen van deze richtlijnen.
Pagina 206
Introductie navigatie Auto's met SD-navigatiesysteem Gebruik de pijltoetsen omhoog, omlaag, naar links en naar rechts om Het systeem beschikt over een groot de gewenste letter of het gewenste aantal functies die makkelijk en intuïtief nummer te selecteren. zijn te gebruiken. Routebegeleiding wordt N.B.: Wanneer u de letters invoert, weergegeven op het scherm.
Pagina 207
Introductie navigatie N.B.: Wanneer u bijvoorbeeld slechts naar het centrum van een stad wilt navigeren, hoeven niet de volledige adresgegevens te worden ingevoerd. • De route wordt vervolgens berekend en het scherm keert terug naar het hoofdnavigatiescherm met instructies hoe u moet rijden. •...
Overzicht navigatie-unit OVERZICHT NAVIGATIE- Beschrijvingen voor EENHEID functietoetsen 1-4 Functietoetsen 1 tot en met 4 zijn contextafhankelijk en wijzigen als functie van de huidige audio-unitmodus. Beschrijvingen voor de functies worden aan de onderzijde van het display weergegeven. Ranger (TKE) Vehicles Built From: 27-01-2014, Vehicles Built Up To: 31-12-2014, CG3575nlNLD nlNLD, Edition date: 12/2013, None...
Pagina 209
Overzicht navigatie-unit Auto's met SD-navigatiesysteem Functie 3. Functie 1. Functie 4. Functie 2. Neerwaarts zoeken. CD-nummerkeuze. Zie Station Telefoontoetsenblok, afstemtoetsen (bladzijde 229). stationsvoorkeuzetoetsen en Zie Nummer selecteren navigatietoetsenblok. Zie (bladzijde 234). Gebruik maken van de telefoon (bladzijde 244). Zie Aan/uit en volumeknop. Voorkeuzetoetsen (bladzijde Opwaarts zoeken.
Overzicht navigatie-unit NAVIGATIEDATA LADEN Verkeersberichten. Zie Regeling functie verkeersinformatie Navigatiedata laden (bladzijde 231). Navigatiepijlen. Kaart. Informatie. Controlelamp portiervergrendeling. Schakelaar waarschuwingsknipperlichten. Portiervergrendelingsknop. Zie Vergrendelen en ontgrendelen (bladzijde 38). Navigatiesysteem. Plaats de SD-navigatiekaart in de Menu selecteren. opening. Telefoonmenu. Zie Telefoon 2. Druk op de NAV toets. De (bladzijde 242).
Systeeminstellingen De meest belangrijke instellingen van uw Favorieten navigatiesysteem zijn via de MENU of NAV Via deze functie kunt u een persoonlijk toets bereikbaar. In de volgende rubriek adresboek aanleggen en bijvoorbeeld aan worden de diverse opties en het gebruik adressen en reisdoelen een door u ervan beschreven.
Pagina 212
Systeeminstellingen Kaartweergave DSP-instelling Via deze functie kunt u de weergave van Via deze functie kunt u de luidsprekers het kaartscherm wijzigen (bijvoorbeeld aanpassen aan de betreffende heldere 2D- of 3D-weergave) en stoelposities. Zie Digitale display-informatie voor uw reis aanpassen signaalverwerking (DSP) (bladzijde 232). (bijvoorbeeld tijd tot aankomst en DSP-equalizer rijstrookbegeleiding).
Pagina 213
Systeeminstellingen Datum instellen Via deze functie kunt u de datum, de maand en het jaar handmatig instellen. GPS-tijd Via deze functie kunt u in een geschikt dekkingsgebied automatisch de datum en de tijd instellen met behulp van GPS. Tijdzone Via deze functie kunt u een specifieke tijdzone selecteren.
Navigatiesysteem Sportief MENU ROUTE-OPTIES Via deze optie wordt prioriteit gegeven aan U kunt een aantal opties invoeren die de de route voor een bestuurder met een geplande route veranderen. sportieve rijstijl naar uw reisdoel. Met behulp van de pijltoetsen omhoog, Eco instelling omlaag, naar links en naar rechts kunt u in de lijst selecteren welke verkeersfuncties...
Navigatiesysteem Veer/autotrein U kunt de wijze waarop de kaart wordt weergegeven veranderen, door in- of uit te Als het systeem is ingeschakeld, zoekt dit zoomen en de oriëntatie-instellingen te naar faciliteiten met veerboten en wijzigen. Druk op de betreffende autotreinen op uw route en worden de functietoetsen om de schaalverdeling van totale afstand en de reistijd automatisch de kaart te wijzigen en gebruik de linker en...
Pagina 216
Navigatiesysteem WAARSCHUWING Vertrouw tijdens het navigeren niet op de aanwijzingen op het scherm. Luister altijd naar de navigatiestem en houd uw aandacht bij de weg voor u. Ranger (TKE) Vehicles Built From: 27-01-2014, Vehicles Built Up To: 31-12-2014, CG3575nlNLD nlNLD, Edition date: 12/2013, None...
Traffic Message Channel (verkeersberichtenkanaal) TMC berichten gebruiken WERKING Selecteer het gewenste item om een lijst Traffic Message Channel (TMC) met TMC berichten weer te geven. Zie radiostations zenden op de FM-band uit. Algemene informatie (bladzijde 65). Dit TMC is een systeem dat verkeersberichten is slechts een overzicht met ontvangt, die kunnen worden gebruikt voor basisinformatie.
Kaartupdates Het netwerk van wegen verandert voortdurend door de aanleg van nieuwe wegen, verandering van de classificatie, enz. Daardoor is het mogelijk dat de klantgegevens in het systeem niet altijd exact overeenkomen met de werkelijkheid. De wegenkaartinformatie wordt regelmatig bijgewerkt, maar alle gebieden zijn niet tot op hetzelfde niveau gedekt.
Inleiding audio-installatie Labels op de audio-installatie BELANGRIJKE AUDIO- INFORMATIE WAARSCHUWINGEN Door technische verschillen kunnen opneembare CD s (CD-R's) en opnieuw beschrijfbare CD s (CD-RW's) mogelijk niet correct functioneren. Deze radio / CD-spelers spelen CD's af die voldoen aan de standaard audiospecificaties van het International Red Book.
Overzicht audio-installatie N.B.: Audio-units zijn voorzien van een Opwaarts zoeken (lang geïntegreerd multifunctioneel display boven indrukken). Handmatig de CD-sleuf. Hierop wordt belangrijke afstemmen opwaarts (kort informatie weergegeven over de bediening indrukken). Zie Station van de audio-unit. Daarnaast bevinden zich afstemtoetsen (bladzijde 229). rondom het display diverse pictogrammen Audiomodus selecteren.
Pagina 221
Overzicht audio-installatie Type 1 Radio en golfband selecteren. Zie Werking van de audio-installatie (bladzijde 229). Scan en auto store. Voorkeuzestation 6. Shuffle. Zie Voorkeuzetoetsen (bladzijde 230). Voorkeuzestation 5. Herhalen. Zie Voorkeuzetoetsen (bladzijde 230). Voorkeuzestation 4. Volgende map. Zie Voorkeuzetoetsen CD uitwerpen. Zie CD-speler (bladzijde 230).
Pagina 222
Overzicht audio-installatie Type 2 Opwaarts zoeken. CD uitwerpen. Zie CD-speler CD-nummerkeuze. Zie Station (bladzijde 234). afstemtoetsen (bladzijde 229). CD selecteren. Zie CD-speler Zie Nummer selecteren (bladzijde 234). (bladzijde 234). Neerwaarts zoeken. Stationsvoorkeuzetoetsen. Zie CD-nummerkeuze. Zie Station Voorkeuzetoetsen (bladzijde afstemtoetsen (bladzijde 229). 230).
Pagina 223
Overzicht audio-installatie Type 3 en 4 Verkeersberichten. Zie Regeling functie verkeersinformatie (bladzijde 231). Controlelamp portiervergrendeling. Schakelaar waarschuwingsknipperlichten. Portiervergrendelingsknop. Zie Vergrendelen en ontgrendelen (bladzijde 38). Menu entry/exit. Klanktoets. Zie Volumeknop (bladzijde 229). Extra ingang selecteren. Zie Extra voedingsaansluitingen (bladzijde 85). Zie Ingangsaansluiting (AUX IN) (bladzijde 239).
Pagina 224
Overzicht audio-installatie Functie 4. Functie 1. Menu selecteren. Functie 2. Telefoontoetsenblok en Neerwaarts zoeken. stationsvoorkeuzetoetsen. Zie CD-nummerkeuze. Zie Station Gebruik maken van de afstemtoetsen (bladzijde 229). telefoon (bladzijde 244). Zie Zie Nummer selecteren Voorkeuzetoetsen (bladzijde (bladzijde 234). 230). Aan/uit en volumeknop. Navigatiepijlen.
Pagina 225
Overzicht audio-installatie Functietoetsen 1 tot en met 4 zijn Schakelaar contextafhankelijk en wijzigen als functie waarschuwingsknipperlichten. van de huidige audio-unitmodus. Portiervergrendelingsknop. Zie Beschrijvingen voor de functies worden Vergrendelen en aan de onderzijde van het display ontgrendelen (bladzijde 38). weergegeven. Klanktoets. Zie Volumeknop Type 5 (bladzijde 229).
Pagina 226
Overzicht audio-installatie Functie 4. Functie 1. Menu selecteren. Functie 2. Telefoontoetsenblok, Neerwaarts zoeken. stationsvoorkeuzetoetsen en CD-nummerkeuze. Zie Station navigatietoetsenblok. Zie afstemtoetsen (bladzijde 229). Gebruik maken van de Zie Nummer selecteren telefoon (bladzijde 244). Zie (bladzijde 234). Voorkeuzetoetsen (bladzijde Aan/uit en volumeknop. 230).
Pagina 227
Overzicht audio-installatie Kaart. Informatie. Controlelamp portiervergrendeling. Schakelaar waarschuwingsknipperlichten. Portiervergrendelingsknop. Zie Vergrendelen en ontgrendelen (bladzijde 38). Navigatiesysteem. Menu entry/exit. Telefoonmenu. Zie Telefoon (bladzijde 242). Extra ingang, USB en iPod selecteren. Zie Extra voedingsaansluitingen (bladzijde 85). Zie Ingangsaansluiting (AUX IN) (bladzijde 239). Radio en golfband selecteren.
Beveiliging van uw audio-installatie 4. De hele Keycode moet correct zijn BEVEILIGINGSCODE ingevoerd voordat u de * voorkeuzetoets of toets tussen de Iedere eenheid bevat een unieke code die pijltoetsen indrukt om de code te nodig is voor het activeren van het bevestigen.
Audiodisplays met tijd- en datumaanduiding Type 2, 4 en 5 KLOK AUDIO-UNIT INSTELLEN • Druk op de MENU toets. Tijd veranderen • Druk op de pijltjestoetsen OMHOOG/OMLAAG om de De klok kan te allen tijde worden ingesteld klokinstellingen te selecteren. wanneer het systeem in de één uur modus •...
Pagina 230
Audiodisplays met tijd- en datumaanduiding Exacte tijd instellen Met deze functie kunt u de tijd aan het begin van een uur instellen. • Druk de CLOCK toets ongeveer twee seconden in tot een akoestisch signaal klinkt. De huidig ingestelde tijd knippert. •...
Werking van de audio-installatie AAN/UIT TOETS STATION AFSTEMTOETSEN Zoeken Druk op de aan/uit knop. Hierdoor kan het toestel nog een uur nadat het contact is Selecteer een frequentieband en druk kort afgezet worden gebruikt. op een van de zoektoetsen. Het toestel Na een uur schakelt het radiotoestel stopt bij het eerste radiostation dat in de automatisch uit.
Werking van de audio-installatie Type 0 en 1 3. Druk op OK om naar een radiostation te blijven luisteren. Kies een golfband. Scanfunctie 2. Stem af op het gewenste radiostation. 3. Houd één van de voorkeuzetoetsen SCAN laat u elk gevonden radiostation 8 ingedrukt tot u een piepje hoort.
Werking van de audio-installatie 2. Wanneer het zoeken is voltooid, wordt Wanneer met behulp van de het geluid weer ingeschakeld en de voorkeuzetoetsen een radiostation wordt sterkste zes radiostations worden gekozen dat geen verkeersinformatie onder de voorkeuzetoetsen van uitzendt, dan blijft het radiotoestel op dit Autostore opgeslagen.
Menu's audio-installatie 5. Druk op de OK toets om uw keuze te AUTOMATISCHE bevestigen. VOLUMEREGELING 6. Druk op de toets MENU om terug te keren. Indien van toepassing, past de automatische volumeregeling (AVC) het geluidsvolume aan, om geluiden van de NIEUWSBERICHTEN motor en het wegdek te compenseren.
Menu's audio-installatie De installatie evalueert continu de Regionale modus OFF (uit): Hiermee kan signaalsterkte en, indien een beter signaal een groter gebied worden ontvangen beschikbaar komt, schakelt de installatie wanneer naburige regionale netwerken over naar dat alternatief. De hetzelfde programma uitzenden, maar kan geluidsweergave wordt onderbroken terwijl leiden tot overschakelen wanneer dit niet het toestel de lijst met alternatieve...
CD-speler CD AFSPELEN VERSNELD VOORUIT/ACHTERUIT N.B.: Tijdens het afspelen wordt de CD, het nummer en de verstreken tijd van het Houd de zoeken omlaag of omhoog toets nummer op het display weergegeven. ingedrukt om achteruit of vooruit binnen de nummers op de CD te gaan. Druk tijdens radio-ontvangst eenmaal op de toets CD om de CD-weergave te starten.
CD-speler Type 2 CD-NUMMERS HERHALEN Er zijn verschillende scanmodi mogelijk, Type 1 afhankelijk van het type CD dat wordt afgespeeld. Druk op de toets REPEAT in de CD-modus. Druk op de toets MENU en selecteer CD MODE. Wanneer een MP3-CD wordt afgespeeld, bestaan de opties uit HERHALEN van het 2.
Pagina 238
CD-speler ISO 9660 format Bestandsformaten Dit is de meest algemene internationale • Bij andere formats dan ISO 9660 standaard voor het logische format van niveau 1 en niveau 2, is het mogelijk dat bestanden en mappen op een CD-ROM. namen van mappen of bestanden niet correct worden weergegeven.
Pagina 239
CD-speler Afspeelvolgorde van MP3 • Wanneer een deel van ID3 tag ver.2 bestanden (aan het begin van het nummer) wordt overgeslagen, wordt geen geluid De volgorde waarin de mappen en weergegeven. Sla veranderingen in tijd bestanden worden afgespeeld is als over afhankelijk van de capaciteit van weergegeven.
CD-speler Druk nogmaals op de CD toets om het MP3 WEERGAVE-OPTIES afspelen van de CD te hervatten. N.B.: Bij units van type 1 kan het nodig zijn meerdere keren op de toets INFO te drukken om alle beschikbare nummerinformatie weer te geven. Wanneer een MP3-CD wordt afgespeeld, kan bepaalde informatie die gecodeerd in elke opname is opgenomen, worden...
Ingangsaansluiting (AUX IN) N.B.: Stel voor optimale prestaties bij het afspelen van een extra apparaat het volume daarvan hoog. Hierdoor worden storingen gereduceerd wanneer het apparaat wordt aangesloten op de aansluiting voor de sigarenaansteker in de auto. Via de extra ingang (AUX IN), indien aanwezig, kan een extra apparaat zoals een MP3-speler op de audio-installatie van de auto worden aangesloten.
Onderhoud audio-installatie ANTENNE De radioantenne is boven de binnenspiegel op het dak van de auto gemonteerd. De antenne is vast bevestigd en kan niet omhoog en omlaag worden gebracht, maar de eenheid kan worden verwijderd door deze los te schroeven van de voet. LET OP Verwijder de antenne voordat u een wasstraat of een lage ruimte inrijdt...
Storingen verhelpen audio-installatie Display van de audio-installatie Rectificatie CONTROLEER CD Algemeen bericht voor storingen tijdens het afspelen van een CD, zoals 'cannot read the CD' (kan CD niet lezen), 'data-CD inserted' (data-CD aangebracht), enz. Controleer of de CD is aangebracht met de juiste zijde naar boven is gekeerd.
Thuis systeem aanzienlijk worden beperkt. Om dit te voorkomen moeten alleen aanbevolen telefoons worden gebruikt. Kantoor Bezoek de website www.ford-mobile-connectivity.com voor volledige gegevens. Ranger (TKE) Vehicles Built From: 27-01-2014, Vehicles Built Up To: 31-12-2014, CG3575nlNLD nlNLD, Edition date: 12/2013, None...
Bluetooth verbinding'. 2. Zoek in het Bluetooth menu van uw Telefoons die in het systeem zijn telefoon naar Ford Audio en selecteer opgeslagen zijn met behulp van de deze optie. telefoonlijst op de audiounit toegankelijk. 3. Voer het op de voertuigdisplay N.B.: Er kunnen maximaal zes apparaten...
Telefoon N.B.: Als de audiounit wordt uitgeschakeld, GEBRUIK MAKEN VAN DE wordt een telefoongesprek verbroken. TELEFOON Wanneer de contactsleutel in de stand '0' wordt gezet, blijft de telefoonverbinding N.B.: U kunt het telefoonmenu verlaten behouden. door te drukken op de toets CD, RADIO of AUX.
Pagina 247
Telefoon 4. Druk op de 2. Druk op de pijltjestoetsen omhoog/omlaag-pijltjestoetsen om omhoog/omlaag tot CALL LISTS het gewenste telefoonnummer te wordt weergegeven. selecteren. 3. Druk op de toets OK. N.B.: Houd de pijltjestoetsen N.B.: Indien de actieve telefoon niet over omhoog/omlaag ingedrukt om voor- of een lijst met eerder gekozen nummers achterwaarts te gaan in het telefoonboek.
Pagina 248
Telefoon Een tweede oproep ontvangen N.B.: Nadat een telefoon aan het systeem is gekoppeld, wordt deze de actieve N.B.: De functie tweede inkomend gesprek telefoon. op uw telefoon moet zijn geactiveerd. Druk op de toets PHONE. Wanneer er tijdens een gesprek een 2.
Spraaksturing Reactie van het systeem WERKING Wanneer u een gesproken commando LET OP geeft, antwoordt het systeem telkens met een piep wanneer het gereed is om door Door gebruik van het systeem bij te gaan. uitgeschakelde motor wordt de accu ontladen.
Spraaksturing Spraaklabel Short cuts Er zijn een aantal gesproken woorden Het spraaklabel kan de telefoon, de (short cuts) mogelijk, waarmee u enkele audio-installatie en het navigatiesysteem functies van de auto kunt regelen zonder ondersteunen door gebruik te maken van het complete commandomenu te hoeven de "STORE NAME"...
Pagina 251
Spraaksturing "CD PLAYER" "REPEAT TRACK" "REPEAT OFF" * Kan als short cut worden gebruikt. ** Alleen beschikbaar als de CD audiogegevensbestanden bevat, zoals MP3 of WMA. Muzieknummer U kunt direct een muzieknummer op de CD kiezen. Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "CD PLAYER"...
Pagina 252
Spraaksturing "RADIO" "HELP" "AM" "FM" "TUNE NAME" "DELETE NAME" "DELETE DIRECTORY" "PLAY DIRECTORY" "STORE NAME" "PLAY" * Kan als short cut worden gebruikt. Afstemfrequentie Met deze functie kunt u met gesproken commando's afstemmen op radiostations. Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "RADIO"...
Pagina 253
Spraaksturing • "Fifteen zero three" (1503) Naam opslaan • "Ten eighty" (1080) Wanneer u op een radiostation hebt afgestemd, kunt u deze met een naam in het bestand opslaan. Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "RADIO" "RADIO" "STORE NAME" "STORE NAME" "NAME PLEASE"...
Pagina 254
Spraaksturing Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "CONFIRM YES OR NO" "YES" "DELETED" "NO" "COMMAND CANCELLED" Bestand afspelen Met deze functie kunt u het systeem alle opgeslagen radiostations laten opnoemen. Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "RADIO" "RADIO" "PLAY DIRECTORY" "PLAY <DIRECTORY>" Bestand wissen Met deze functie kunt u alle opgeslagen radiostations wissen.
Pagina 255
Spraaksturing Auxiliary ingang overschakelen op het aangesloten apparaat met auxiliary ingang. Met deze functie laat u de audiobron Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "EXTERNAL DEVICE" "EXTERNAL DEVICE" "LINE IN" "LINE IN" Overzicht Externe apparaten - USB Het onderstaande overzicht toont de Deze gesproken commando's beschikbare gesproken commando's.
Pagina 256
Spraaksturing Afspelen USB overschakelen op het aangesloten USB-apparaat. Met deze functie laat u de audiobron Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "EXTERNAL DEVICE" "EXTERNAL DEVICE" "USB" "USB" "PLAY" USB-muzieknummer U kunt direct een muzieknummer op het USB-apparaat kiezen. Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "EXTERNAL DEVICE"...
Pagina 257
Spraaksturing "EXTERNAL DEVICE", "IPOD" "SHUFFLE ALL" "SHUFFLE PLAYLIST" "SHUFFLE OFF" "REPEAT TRACK" "REPEAT OFF" * Kan als short cut worden gebruikt. ** Aan door spraakbesturing geactiveerde afspeellijsten moeten specifieke bestandsnamen worden toegewezen. iPod-muzieknummer U kunt direct een muzieknummer op de iPod kiezen in de lijst met alle titels.
Pagina 258
Spraaksturing Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "EXTERNAL "EXTERNAL DEVICE" DEVICE" "IPOD" "IPOD" "PLAYLIST NUMBER "PLAYLIST" PLEASE" "<een getal tussen "PLAYLIST <nummer>" 1 en 10>" * Aan door spraakbesturing geactiveerde afspeellijsten moeten specifieke bestandsnamen worden toegewezen. Overzicht Externe apparaten - Bluetooth Het onderstaande overzicht toont de Deze gesproken commando's beschikbare gesproken commando's.
Spraaksturing het systeem van de auto opgeslagen en COMMANDO S TELEFOON niet in dat van uw telefoon. Telefoon Overzicht Met uw telefoonsysteem kunt u een extra Het onderstaande overzicht toont de telefoonboek aanleggen. De opgeslagen beschikbare gesproken commando's. De nummers kunnen met behulp van Voice volgende lijsten bieden aanvullende Control worden gekozen.
Pagina 260
Spraaksturing Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "TELEFOON" "TELEFOON" "NUMBER PLEASE" "DIAL NUMBER" "<telefoonnummer>" "<telefoonnummer> CONTINUE?" "DIAL" "DIALLING" "CORRECTION" "<laatste deel van nummer herhalen> CONTINUE?" * Kan als short cut worden gebruikt. Naam kiezen Nadat het spraaklabel is uitgesproken kunnen telefoonnummers worden gekozen. Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt...
Pagina 261
Spraaksturing Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "CONFIRM YES OR NO" "YES" "DIALLING" "NO" "COMMAND CANCELLED" * Kan als short cut worden gebruikt. Naam mobiele telefoon Met deze functie kunt u met een spraaklabel toegang krijgen tot de in uw mobiele telefoon opgeslagen telefoonnummers.
Pagina 262
Spraaksturing Een telefoonboek aanleggen opgeslagen met het commando "STORE NAME". Deze functie kan worden gebruikt Naam opslaan voor het kiezen van een nummer door de naam in plaats van het complete Nieuwe spraaklabels kunnen worden telefoonnummer uit te spreken. Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "TELEFOON"...
Pagina 263
Spraaksturing Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "TELEFOON" "TELEFOON" "PLAY DIRECTORY" "PLAY DIRECTORY" Bestand wissen Met deze functie kunt u alle ingevoerde gegevens in één keer wissen. Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "TELEFOON" "TELEFOON" "DELETE DIRECTORY" "DELETE DIRECTORY" "CONFIRM YES OR NO" "YES"...
Spraaksturing zijn in alle autotypen beschikbaar. COMMANDO S KLIMAATREGELING Overzicht Het onderstaande overzicht toont de Airconditioning beschikbare gesproken commando's. De Met gesproken commando's voor de volgende lijsten bieden aanvullende klimaatregeling kunnen het informatie over het complete aanjagertoerental, de temperatuur en de commandomenu aan de hand van gekozen modus worden ingesteld.
Pagina 265
Spraaksturing Ontdooien/ontwasemen Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "AIRCONDITIONING" "AIRCONDITIONING" "DEFROSTING ON/DEMISTING "DEFROSTING ON/DEMISTING ON" ON" "DEFROSTING OFF/DEMISTING "DEFROSTING OFF/DEMISTING OFF" OFF" * Kan als short cut worden gebruikt. Temperatuur Met deze functie kunt u de temperatuur instellen. Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "AIRCONDITIONING"...
Het woord, het merk en de logo's op een afstand van tenminste 10 Bluetooth zijn eigendom van Bluetooth SIG centimeter van elektronische Inc. en de Ford Motor Company mag modules en airbags. dergelijke merktekens onder licentie gebruiken. Namen van andere producten...
Pagina 267
Bijlagen Frequentieband Maximum uitgangsvermogen in Antenneplaatsen watt (piek RMS) 1 - 30 100 W 50 - 54 100 W 3. 4. 5 68 – 87,5 50 W 3. 4. 5 142 – 176 50 W 3. 4. 5 220 - 225 50 W 3.
Pagina 268
Bijlagen Controleer alle elektrische uitrusting: • met het contact AAN • bij draaiende motor • tijdens een proefrit bij verschillende snelheden. Controleer of de elektromagnetische velden die door de gemonteerde zender in het interieur van de auto worden opgewekt niet de grenzen overschrijden waaraan het menselijk lichaam mag worden blootgesteld.
Pagina 269
Index Afmetingen voertuig........193 4-deurs verlengde cabine.......194 Dubbele cabine...........196 12 volt accu vervangen........170 Enkelvoudige cabine.........193 Extra accu..............171 Afspelen CD beëindigen......238 Hoofdaccu..............171 Afstandsbediening.........32 Afstandsbediening met inklapbare sleutelbaard............33 Batterij van afstandsbediening vervangen............33 Zie: Vierwielaandrijving........104 Een nieuwe afstandsbediening programmeren..........32 Extra sleutel programmeren......33 Ontgrendelfunctie opnieuw programmeren..........33 Zie: Klimaatregeling..........71 Airconditioning...
Pagina 270
Index Antidiefstalsysteem ........35 Alarm activeren.............36 Alarmsysteem............35 Bagageafdekkingen........126 Het alarm inschakelen........37 Bediening...............126 Het alarm uitschakelen........37 In vaste standen vergrendelen en Volledige en gereduceerde beveiliging..36 ontgrendelen...........126 Antislingerregeling aanhanger ....134 Banden Armleuning achterbank......88 Zie: Velgen en banden........185 Asbak..............88 Bedieningselementen telefoon....244 Audiobediening..........42 Afstandsbediening..........244 Type 1................43 Bekerhouders...........87 Type 2...............43 Belangrijke audio-informatie....217...
Pagina 271
Index CD-nummers scannen......235 Digitale signaalverwerking (DSP)..232 Type 1..............235 DSP-equalizer.............232 Type 2..............235 DSP-instellingen wijzigen.......232 Type 3, 4 en 5............235 DSP voor bezette zitplaatsen......232 CD-speler............234 Dimmer Chassisnummer..........201 instrumentenpaneelverlichting.....48 Commando s audio-unit ......248 Door water rijden..........142 Auxiliary ingang..........253 CD-speler.............248 Zie: Dieselroetfilter..........91 Externe apparaten - Bluetooth....256 Externe apparaten - iPod.......254 Zie: Dagrijlicht............49 Externe apparaten - USB........253...
Pagina 272
Index Elektrisch verstelbare stoelen....80 Gloeilampen vervangen......172 De stoel kantelen..........82 Achterlichten............174 De stoel naar achteren en naar voren Centraal derde remlicht........177 bewegen..............81 Instapverlichting en zijknipperlicht....173 Hoogte van de bestuurdersstoel Interieurverlichting..........175 verstellen.............81 Kentekenplaatverlichting.........175 Kantelhoek afstellen..........81 Koplamp..............172 Elektromagnetische Leeslamp..............176 compatibiliteit...........264 Mistlampen, voor..........174 Elektronisch sperdifferentieel....110 Stadslicht en richtingaanwijzer.....173 Extra voedingsaansluitingen ....85 Zijknipperlicht............173...
Pagina 273
Index Hoogte van veiligheidsgordels Klok audio-unit instellen......227 afstellen............26 ..................228 Exacte tijd instellen...........228 Tijd veranderen............227 Klok..............67 In één oogopslag ..........12 Knie-airbag bestuurder.......30 Infodisplays............65 Koelbox..............88 Koplamphoogte afstellen......51 Algemene informatie..........65 Informatiecentrum Zie: Infodisplays............65 Ingangsaansluiting (AUX IN)....239 Inhouden en specificaties ......193 Ladingsteunen Inleiding audio-installatie......217 Zie: Dakrekken en bagagedragers....128 Inleiding..............7 Lichtmetalen velgen reinigen....183...
Pagina 274
Index Motorstartblokkering Overzicht interieur...........14 Overzicht motorruimte - 2,2 l Zie: Passief antidiefstalsysteem ....35 Motor starten en stoppen ......89 Duratorq-TDCi (Puma) diesel....163 Overzicht motorruimte - 2.5L Algemene informatie..........89 Motor uitschakelen........92 Duratec-HE (122kW/165pk) - MI4..161 Overzicht motorruimte - 3,2 l Auto's met een turbocompressor....92 MP3-bestand afspelen......235 Duratorq-TDCi (Puma) diesel....165 Overzicht navigatie-eenheid....206...
Pagina 275
Index Setup telefoon..........242 Een andere Bluetooth telefoon aanmelden............243 Regeling functie Telefoonboek............242 verkeersinformatie........231 Telefoonboekcategorieën.......242 Verkeersberichten beëindigen.......231 Van een telefoon een actieve telefoon Verkeersberichten inschakelen......231 maken...............243 Volume van de verkeersberichten....231 Shuffle/random (door Regeling voor bergop rijden.......112 elkaar/willekeurig)........234 Hellingstart gebruiken........112 Type 1..............234 Het systeem in- en uitschakelen....112 Type 2..............234 Regionale modus (REG)......233 Type 3, 4 en 5............234...
Pagina 276
Index Stuurbekrachtigingsvloeistof Trekhaak ............138 controleren..........169 4x2................138 Stuurbekrachtigingsvloeistof 4x2 (auto's met verhoogd rijniveau) en bijvullen.............169 4x4..............139 Stuurwiel afstellen.........42 Onderhoud............139 Stuurwielblokkering........89 Rijden zonder aanhanger........139 Trekken van een aanhanger......133 Stuur ontgrendelen..........90 Uitvoeringen zonder keyless Trekhaakmodule..........133 Tripcomputer...........67 startsysteem.............89 Stuurwiel............42 Bedieningstoetsen..........67 Systeeminstellingen .........209 Typegoedkeuringen........264 Audio-instellingen..........210 FCC/INDUSTRY CANADA NOTICE.....264 Klokinstellingen...........210 RX-42 - Conformiteitsverklaring....264...
Pagina 277
Index Verlichting............47 Algemene informatie..........47 Versneld vooruit/achteruit.......234 Waarschuwings- en Versnellingsbak/transmissie....100 indicatielampen...........58 Versnellingsbak Controlelamp elektronisch sperdifferentieel Zie: Versnellingsbak/transmissie....100 (ELD)..............61 Verwarmde ruiten en spiegels....76 Controlelamp Elektronisch Stabiliteits Verwarmde achterruit........76 Programma (ESP).........60 Verwarmde buitenspiegel.........77 Controlelampen motor........60 Verwarmde voorruit..........76 Controlelamp gevaar voor Verwarmde stoelen........84 ijsvorming/opvriezen........61 Verwarming Controlelamp grootlicht........62 Zie: Klimaatregeling..........71...
Pagina 278
Index Wat te doen bij pech ........144 Werking van de audio-installatie...229 Wielmoeren Zie: Een wiel vervangen........185 Zie: Een wiel vervangen........185 Winterbanden Zie: Gebruik van winterbanden.....185 Zekeringen............147 Zelfsperrend differentieel......110 Zij-airbags............30 Ranger (TKE) Vehicles Built From: 27-01-2014, Vehicles Built Up To: 31-12-2014, CG3575nlNLD nlNLD, Edition date: 12/2013, None...