Pagina 3
Inhoudsopgave Inleiding Motorstartblokkering Over deze handleiding......7 Werking.............48 Overzicht van symbolen......7 Gecodeerde sleutels......48 Onderdelen en accessoires....7 Immobilisatiesysteem inschakelen..48 Immobilisatiesysteem uitschakelen..48 Kort overzicht Alarm Kort overzicht...........10 Werking.............49 Veiligheidsuitrusting voor Alarm inschakelen........50 kinderen Alarm uitschakelen.........50 Kinderzitjes..........19 Stuurwiel Zitverhogers..........20 Plaatsing van kinderzitjes......21 Stuurwiel afstellen........52 ISOFIX verankeringspunten....24 Audiobediening........52 Kindersloten..........25...
Pagina 4
Inhoudsopgave Een koplamp verwijderen......65 Gemaksfuncties Gloeilampen vervangen......66 Zonneschermen ........130 Gloeilampentabel........73 Dimmer instrumentenpaneelverlichting..131 Ruiten en spiegels Klok............132 Aansteker..........132 Elektrisch bedienbare ruiten....75 Extra voedingsaansluitingen....132 Buitenspiegels..........77 Bekerhouders........133 Elektrisch verstelbare buitenspiegels........77 Opbergruimtes........133 Automatisch dimmende spiegel...78 Glashouder ..........133 Monitor dode hoek ........78 Kinder observatiespiegel ....134 Aansluiting Auxiliary ingang (AUX IN) Instrumenten ..............134...
Pagina 5
Inhoudsopgave Brandstofkwaliteit - Diesel....145 Achteruitkijkcamera Katalysator..........146 Werking...........166 Tankklep..........146 Achteruitkijkcamera gebruiken...166 Tanken.............147 Brandstofverbruik .........147 Snelheidsregeling (cruise control) Technische specificatie......147 Werking...........169 Versnel- Gebruik maken van snelheidsregeling lingsbak/transmissie (cruise control)........169 Handgeschakelde versnellingsbak..150 Snelheidsbegrenzer Automatische transmissie....150 Werking............171 Remmen Snelheidsbegrenzer gebruiken....171 Werking...........154 Transport Tips voor rijden met ABS......154 Algemene informatie......173 Parkeerrem..........154 Bagageverankeringspunten....173...
Pagina 6
Inhoudsopgave Specificatie-overzicht zekeringen..187 Verzorging van banden......221 Gebruik van winterbanden....221 Bergen van de auto Gebruik van sneeuwkettingen....221 Sleeppunten...........195 Bandenspanningcontrolesysteem..222 Auto op vier wielen slepen....195 Technische specificatie.......223 Onderhoud Voertuigidentificatie Algemene informatie......197 Voertuigidentificatieplaatje....228 De motorkap openen en sluiten..198 Voertuigidentificatienummer (VIN)..229 Overzicht motorruimte - 1,6 l Duratec-16V Ti-VCT (Sigma)....199 Technische specificaties Overzicht motorruimte - 1,6 l...
Pagina 7
Inhoudsopgave Regionale modus (REG)......246 Extern apparaat aansluiten ....276 Extern apparaat aansluiten - Auto's met Bluetooth..........277 CD-speler USB-apparaat gebruiken ....277 CD afspelen...........247 iPod gebruiken ........279 Nummer selecteren......247 Versneld vooruit/achteruit....247 Introductie navigatie Shuffle/random (door elkaar/willekeurig)......247 Algemene informatie......281 CD-nummers herhalen......247 Rijveiligheid ..........281 CD-nummers scannen......248 Introductie navigatie MP3-bestand afspelen......248 MP3 weergave-opties......251...
Pagina 9
U riskeert beschadiging van uw auto Hartelijk dank voor het kiezen van een wanneer u niet de instructies opvolgt Ford. Wij raden u aan de tijd te nemen om waarop u door dit uw auto goed te leren kennen door dit waarschuwingssymbool wordt instructieboekje zorgvuldig te lezen.
Pagina 10
Het is nu eenvoudiger te bewijzen dat werkelijk Originele Ford Onderdelen zijn gebruikt. Het Ford logo is duidelijk op de volgende onderdelen zichtbaar wanneer Originele Ford Onderdelen zijn gebruikt. Wanneer uw auto moet worden gerepareerd, kijk dan of het duidelijk...
Pagina 12
Kort overzicht KORT OVERZICHT Overzicht instrumentenpaneel Stuur links Q P O E130098...
Pagina 13
Kort overzicht Stuur rechts E130099 Luchtroosters. Zie Ventilatieroosters (bladzijde 107). Richtingaanwijzers. Zie Richtingaanwijzers (bladzijde 63). Grootlicht. Zie Verlichtingsbediening (bladzijde 60). Bedieningstoetsen informatiedisplay (alle auto's behalve auto's met stuur rechts en spraakbesturing). Zie Infodisplays (bladzijde 89). Bedieningstoetsen informatie- en entertainmentdisplay (alleen auto's met stuur rechts en spraakbesturing).
Pagina 14
Kort overzicht Bedieningstoetsen informatie- en entertainmentdisplay (alleen auto's met stuur links en spraakbesturing). Zie Audiobediening (bladzijde 52). Bedieningstoetsen informatiedisplay (alleen auto's met stuur rechts en spraakbesturing). Zie Infodisplays (bladzijde 89). Ruitenwisserschakelaar. Zie Ruitenwissers en ruitensproeiers (bladzijde 54). Informatie- en entertainmentdisplay. Audiosysteem.
Pagina 15
Kort overzicht Elektrisch bediende achterklep Auto ontgrendelen WAARSCHUWINGEN Bedien het kofferdeksel niet tenzij het vrij is van obstructies. Het onzorgvuldig openen en sluiten van het kofferdeksel kan deze beschermingsfunctie opheffen en verwonding tot gevolg hebben. Het kofferdeksel kan worden geopend met behulp van de afstandsbediening, de E87384 schakelaar op de middenconsole, de...
Pagina 16
Kort overzicht Stuurwiel instellen Automatisch wissen WAARSCHUWING Verstel het stuurwiel nooit wanneer de auto in beweging is. E128445 Hoge gevoeligheid Lage gevoeligheid Automatische inschakeling van de verlichting E95178 E70719 E95179 Afhankelijk van de lichtsituatie worden de Zie Stuurwiel afstellen (bladzijde 52). koplampen automatisch in- en uitgeschakeld.
Pagina 17
Kort overzicht Elektrisch bedienbare ruiten Informatiedisplays N.B.: Open de tegenovergestelde ruit enigszins om windgeluiden of schudden door windstoten te voorkomen wanneer één ruit open staat. Zie Elektrisch bedienbare ruiten (bladzijde 75). Elektrisch inklapbare buitenspiegels E130248 Navigeer met de pijltjestoetsen door de menu's en druk op OK om een keuze te maken.
Pagina 18
Kort overzicht Voorruit ontdooien en ontwasemen De motor afzetten bij rijdende auto WAARSCHUWING Afzetten van de motor terwijl nog met de auto wordt gereden, leidt tot verlies van rem- en stuurbekrachtiging. De stuurinrichting wordt niet geblokkeerd, maar er is meer moeite nodig.
Pagina 19
Kort overzicht Klep van brandstofvulopening E119081 Til het vulpistool licht op om het te E86613 verwijderen. Druk op de klep om deze te openen. Open de klep volledig tot hij vergrendelt. Zie Tankklep (bladzijde 146). Handgeschakelde versnellingsbak De achteruit inschakelen E119080 Breng het vulpistool tot en met de eerste nok op het vulpistool in.
Pagina 20
Kort overzicht Zie Auto op vier wielen slepen (bladzijde 195). E80836 Parkeren Achteruit Neutraal Rijden Sportmodus en handmatig schakelen Zie Automatische transmissie (bladzijde 150). Snelheidsbegrenzer Met behulp van dit systeem kunt u een snelheid instellen waarop het voertuig wordt begrensd. Zie Snelheidsbegrenzer (bladzijde 171).
Pagina 21
Veiligheidsuitrusting voor kinderen KINDERZITJES WAARSCHUWINGEN Laat kinderen niet zonder toezicht in uw auto achter. Wanneer uw auto bij een aanrijding betrokken is geweest, laat dan het kinderzitje door een hiertoe opgeleide monteur controleren. N.B.: De wettelijke voorschriften t.a.v. het E133140 gebruik van kinderzitjes zijn per land verschillend.
Pagina 22
Veiligheidsuitrusting voor kinderen Kinderveiligheidszitje WAARSCHUWINGEN Laat kinderen met een lichaamsgewicht van meer dan 15 kilogram maar met een lengte van minder dan 150 centimeter in een kinderzitje of op een zitverhoger plaatsnemen. LET OP Wanneer u een kinderzitje op een achterbank gebruikt, zorg dan dat het kinderzitje stevig tegen de stoel rust.
Pagina 23
Neem contact op met uw dealer passagiersstoel altijd zo ver mogelijk naar voor de laatste informatie achteren te verschuiven. Als het betreffende door Ford aanbevolen heupgedeelte van de veiligheidsgordel kinderzitjes. moeilijk vast te zetten is zonder dat er Bijzonder gevaarlijk! Plaats geen...
Pagina 24
Veiligheidsuitrusting voor kinderen Gewichtsgroepen Tot 10 kg Tot 13 kg 9 - 18 kg 15 - 25 kg 22 - 36 kg Plaats Kindervei- Babyzitje ligheids- Zitverhoger of kussen zitje Voorstoel aan passa- gierszijde met airbag U¹ U¹ U¹ U¹ U¹...
Pagina 25
Baby Safe. Neem contact op met uw dealer voor de laatste informatie betreffende door Ford aanbevolen kinderzitjes. Ten tijde van publicatie is de aanbevolen groep 1 ISOFIX kinderzitjes de Britax Romer Duo. Neem contact op met uw dealer voor de laatste informatie betreffende door Ford aanbevolen kinderzitjes.
Pagina 26
Veiligheidsuitrusting voor kinderen Bovenste verankeringspunten ISOFIX - Alle auto's VERANKERINGSPUNTEN WAARSCHUWING Gebruik bij toepassing van het ISOFIX systeem een voorziening dat voorkomt dat de veiligheidsgordel kan draaien. Wij raden het gebruik van een veiligheidsgordel aan de bovenzijde of met een voet aan. N.B.: Wanneer u een ISOFIX kinderzitje aanschaft, let er dan op dat dit geschikt is voor de gewichtsgroep van uw kind en...
Pagina 27
Veiligheidsuitrusting voor kinderen WAARSCHUWINGEN Zorg ervoor dat de gordel aan de bovenzijde niet doorhangt of gedraaid is en goed op het verankeringspunt is bevestigd. N.B.: Verwijder zo nodig het bagageafdekpaneel om de montage te vergemakkelijken. Zie Bagageafdekkingen (bladzijde 175). 1. Geleid de gordel naar het verankeringspunt.
Pagina 28
Veiligheidsuitrusting voor kinderen Handmatig bediende Rechterzijde kindersloten Draai rechtsom om te vergrendelen en linksom om te ontgrendelen. N.B.: Gebruik bij auto's met sleutelloze toegang de reservesleutel. Zie Elektrisch bediende Sleutelloze toegang (bladzijde 43). kindersloten C-MAX N.B.: Door op de schakelaar te drukken worden tevens de schakelaars voor de elektrisch bediende achterruit gedeactiveerd.
Pagina 29
Bescherming van inzittenden N.B.: Reinig de panelen van de airbags WERKING met een vochtige doek. Airbags Voorairbags WAARSCHUWINGEN Wijzig de voorzijde van de auto op geen enkele wijze. Dit zou nadelige gevolgen voor het ontvouwen van de airbags kunnen hebben. Bijzonder gevaarlijk! Plaats nooit een kinderzitje achterwaarts op een stoel waarvóór zich een airbag...
Pagina 30
Bescherming van inzittenden Veiligheidsgordels Zijairbags WAARSCHUWINGEN Draag een veiligheidsgordel en houd voldoende afstand tussen uzelf en het stuurwiel. Alleen wanneer u de veiligheidsgordel op de juiste wijze draagt, kan deze u op uw plaats houden en zijn maximale bescherming bieden. Zie De juiste zitpositie innemen (bladzijde 117).
Pagina 31
Bescherming van inzittenden Status na aanrijding WAARSCHUWINGEN Veiligheidsgordels die zijn belast ten gevolge van een aanrijding moeten worden vervangen en de verankeringen worden gecontroleerd. Deze werkzaamheden moeten door een correct hiertoe opgeleide monteur worden uitgevoerd. Als een gordelspanner is geactiveerd, dan moet de veiligheidsgordel worden vervangen.
Pagina 32
Bescherming van inzittenden C-MAX Het oprolmechanisme van de veiligheidsgordel van de middelste Buitenste veiligheidsgordel tweede achterstoel bevindt zich in het dak. stoelenrij Veiligheidsgordel vastmaken: 1. Trek de veiligheidsgordel gelijkmatig uit. De veiligheidsgordel kan blokkeren wanneer deze te snel wordt uitgetrokken of wanneer de auto op een helling staat.
Pagina 33
Bescherming van inzittenden Druk op de knop aan de zijkant van het Middelste veiligheidsgordel zwarte gordelslot om de gordel los te tweede stoelenrij maken. Laat de gordel helemaal en geleidelijk terugglijden in de oprolautomaat in het dak. Druk de grotere tong plat tegen de dakbekleding.
Pagina 34
Bescherming van inzittenden E129524 E135424 Druk op de rode knop om de rechter veiligheidsgordel te ontgrendelen. Laat de gordel oprollen. Haal de veerhaak uit de klem om de gordel los te maken. Laat de gordel helemaal en geleidelijk terugglijden in de oprolautomaat in het dak.
Pagina 35
Het akoestische signaal en de waarschuwingslamp worden na zeven minuten uitgeschakeld. Herinneringssysteem uitschakelen Neem contact op met uw Ford dealer. E87511 alleen Grand C-MAX N.B.: Door het stelmechanisme iets in te Herinneringssysteem drukken terwijl u de knop indrukt komt het veiligheidsgordel achter verstelmechanisme makkelijker los.
Pagina 36
Bescherming van inzittenden Als een gordel wordt losgemaakt tijdens PASSAGIERSAIRBAG het rijden, dan wordt het scherm voor de UITSCHAKELEN gordelstatus weergegeven en worden de betreffende stoelen gemarkeerd met WAARSCHUWING een uitroepteken. Er is tevens een akoestisch signaal hoorbaar. Zorg ervoor dat de airbag aan passagierszijde is uitgeschakeld wanneer u een kinderzitje GEBRUIK VAN...
Pagina 37
Bescherming van inzittenden Airbag aan passagierszijde inschakelen WAARSCHUWING Zorg ervoor dat de airbag aan de passagierszijde is ingeschakeld wanneer zich geen kinderzitje op de passagiersstoel voorin bevindt. Zet de schakelaar in stand B. E130110 Wanneer de controlelamp van de airbag tijdens het rijden gaat branden of knipperen, duidt dit op een storing.
Pagina 38
Sleutels en afstandsbediening 3. Houd de sleutel in stand 0 en druk ALGEMENE INFORMATIE binnen 10 seconden op een OVER RADIOFREQUENTIES willekeurige toets van de afstandsbediening. Via een signaal of LET OP LED ontvangt u bevestiging dat het programmeren is voltooid. De radiofrequentie van de afstandsbediening kan ook worden N.B.: Tijdens deze fase kunnen meerdere...
Pagina 39
Sleutels en afstandsbediening Afstandsbediening met 4. Draai de afstandsbediening om om inklapbaar sleutelblad de batterij te verwijderen. 5. Breng een nieuwe batterij (3V CR 2032) aan met de + naar boven gekeerd. 6. Vervang het batterijkapje. Afstandsbediening zonder inklapbaar sleutelblad E128809 1.
Pagina 40
Sleutels en afstandsbediening 3. Draai de platte schroevendraaier in de afgebeelde richting om de twee huishelften van de afstandsbediening van elkaar te scheiden. E119190 4. Steek de schroevendraaier voorzichtig in de afgebeelde positie om de afstandsbediening te openen. E125860 LET OP Raak de batterijcontacten of de printplaat niet met de schroevendraaier aan.
Pagina 41
Sloten N.B.: Als u de auto dubbel vergrendelt VERGRENDELEN EN vanaf de binnenzijde, schakel dan het ONTGRENDELEN contact in om de portieren in de stand voor enkele vergrendeling te zetten. LET OP N.B.: De auto kan dubbel worden Controleer of uw auto vergrendeld is vergrendeld met een geopend voordat u deze onbeheerd achterportier.
Pagina 42
Sloten Schuifdeur Druk de toets. Schuifdeur openen Trek aan de buitenhandgreep of druk op Automatisch opnieuw de knop aan de binnenzijde en open de vergrendelen deur. Als de deur volledig is geopend, dan De portieren worden automatisch klikt deze vast. opnieuw vergrendeld wanneer u niet Schuifdeur sluiten binnen 45 seconden na het ontgrendelen...
Pagina 43
Sloten N.B.: Het kofferdeksel stopt automatisch Om een volledig gesloten kofferdeksel te tijdens het openen en gaat een stukje openen, kunt u het volgende doen: terug wanneer het een obstakel • Druk de toets van de tegenkomt. afstandsbediening tweemaal binnen drie seconden in.
Pagina 44
Sloten Nieuwe stoppositie kofferdeksel programmeren 1. Open het kofferdeksel. 2. Zet het kofferdeksel in de nieuwe gewenste positie. 3. Houd de kofferdekselschakelaar minimaal 3 seconden ingedrukt. Het geluid van een akoestisch signaal klinkt. Kofferdeksel/achterklep sluiten WAARSCHUWINGEN De antiklemfunctie wordt E130232 gedeactiveerd als het kofferdeksel in contact komt met de carrosserie Het kofferdeksel sluit automatisch als dit...
Pagina 45
Sloten Linkerzijde SLEUTELLOZE TOEGANG Draai rechtsom om te vergrendelen. Algemene informatie Rechterzijde WAARSCHUWING Draai linksom om te vergrendelen. De sleutelloze toegang werkt misschien niet wanneer de sleutel Grand C-MAX zich dicht bij metalen voorwerpen of elektronische apparaten, zoals mobiele telefoons, bevindt. Het passive entry systeem werkt niet indien: •...
Pagina 46
Sloten Voor het passief vergrendelen en Activeren van centraal ontgrendelen is een geldige passieve vergrendelingssysteem en alarminstallatie: sleutel nodig die zich in de omgeving van • Raak eenmaal een vergrendelsensor een van de drie externe detectiezones van de voorportierhandgreep aan. bevindt.
Pagina 47
Sloten Auto ontgrendelen Een lang lichtsignaal van de richtingaanwijzers geeft aan dat alle N.B.: Indien de auto langer dan drie portieren en het kofferdeksel/de dagen niet wordt ontgrendeld, schakelt achterklep zijn ontgrendeld en dat de de sleutelloze toegang over op een alarminstallatie is uitgeschakeld.
Pagina 48
Sloten Portieren met de sleutelbaard Comfortontgrendeling vergrendelen en ontgrendelen E71955 E87964 Druk, om alle ruiten te openen, op de 1. Verwijder voorzichtig de kapje. ontgrendeltoets van de afstandsbediening en houd deze 2. Verwijder de sleutelbaard en steek minstens drie seconden ingedrukt. Druk hem in het slot.
Pagina 49
Sloten N.B.: Het integraal sluiten kan worden geactiveerd met behulp van de bestuurdersportierhandgreep. Integraal openen en sluiten kan ook worden geactiveerd met de toetsen op de passieve sleutel. Houd om alle ruiten te sluiten de bestuurdersportierhandgreep minstens twee seconden ingedrukt. Tijdens het integraal sluiten is de antiklemfunctie geactiveerd.
Pagina 50
Geef, indien mogelijk, uw dealer het sleutelnummer door, dat op het plaatje staat dat met de originele sleutels is geleverd. U kunt ook extra sleutels bij uw Ford dealer verkrijgen. IMMOBILISATIESYSTEEM INSCHAKELEN Korte tijd nadat u het contact hebt afgezet wordt het immobilisatiesysteem automatisch ingeschakeld.
Pagina 51
Alarm Sirene met afzonderlijke accu WERKING De sirene met afzonderlijke accu is een Alarmsysteem extra alarmsysteem dat de sirene inschakelt wanneer het alarm wordt Uw wagen kan zijn uitgerust met één van geactiveerd. Deze wordt direct de volgende alarminstallaties: ingeschakeld bij het afsluiten van de •...
Pagina 52
Alarm Bij volledige beveiliging worden de Volledige of gereduceerde interieursensoren geactiveerd bij het beveiliging selecteren inschakelen van het alarm. N.B.: Door Reduced te selecteren N.B.: Dit kan resulteren in een vals alarm wordt de alarminstallatie niet permanent wanneer dieren of bewegende in de gereduceerde beveiligingsmodus voorwerpen in de auto aanwezig zijn.
Pagina 53
Alarm Categorie 1 alarm Schakel de alarminstallatie en het alarmsignaal uit door de portieren met de sleutel te ontgrendelen, zet het contact met een correct gecodeerde sleutel binnen 12 seconden aan of ontgrendel de portieren of de achterklep met de afstandsbediening.
Pagina 54
Stuurwiel STUURWIEL AFSTELLEN AUDIOBEDIENING Selecteer de gewenste bron op de WAARSCHUWING audio-unit. Verstel nooit het stuurwiel als de De volgende functies kunnen met de auto in beweging is. afstandsbediening worden bediend: N.B.: Controleer of u in de juiste positie Type 1 zit.
Pagina 55
Stuurwiel Type 2 SPRAAKSTURING E129463 E129464 Volume hoger Trek aan de toets om de spraakbesturing in of uit te schakelen. Zie Opwaarts zoeken of volgende Spraaksturing (bladzijde 259). Volume lager Neerwaarts zoeken of vorige Modus Druk de modus toets in om de audiobron te kiezen.
Pagina 56
Ruitenwissers en ruitensproeiers Automatisch VOORRUITWISSERS ruitenwissersysteem Sommige uitvoeringen zonder een automatisch ruitenwissersysteem zijn uitgerust met een snelheidsafhankelijk ruitenwissersysteem voor de voorruit. Wanneer de auto tot loopsnelheid of tot stilstand wordt gebracht, wordt de ruitenwissersnelheid automatisch naar de volgende lagere snelheid teruggebracht. Wanneer de auto in snelheid toeneemt, keert de ruitenwissersnelheid terug naar de met de hand gekozen instelling.
Pagina 57
Ruitenwissers en ruitensproeiers Stel de gevoeligheid van de regensensor LET OP met de draaiknop in. Bij een lage Zorg bij vorst dat de voorruit volledig gevoeligheid zullen de ruitenwissers in is ontdooit voordat u de werking treden wanneer de sensor een automatische wisfunctie selecteert.
Pagina 58
Ruitenwissers en ruitensproeiers Ruitensproeier, achter ACHTERRUITWISSERS EN - SPROEIERS Intervalwissen E129194 WAARSCHUWING Schakel de ruitensproeiers niet langer dan tien seconden achtereen in; schakel de ruitensproeiers nooit in als het reservoir leeg is. Wanneer de hendel van het stuurwiel wordt geduwd, treden zowel de sproeier als de ruitenwissers in werking.
Pagina 59
Ruitenwissers en ruitensproeiers De ruitensproeiers kunnen worden RUITENWISSERBLADEN afgesteld door een speld in de VERVANGEN kogelvormige sproeierkoppen te steken en de sproeiers in de gewenste stand te Voorruitwisserbladen draaien. LET OP KOPLAMPSPROEIERS Zet om de ruitenwisserbladen te vervangen de voorruitwissers in de Bij ingeschakelde koplampen werken de onderhoudsstand.
Pagina 60
Ruitenwissers en ruitensproeiers N.B.: Zorg ervoor dat het ruitenwisserblad goed op zijn plaats komt te zitten. 3. Breng de eerder verwijderde onderdelen in omgekeerde volgorde aan. Achterruitwisserblad 1. Til de ruitenwisserarm op. E129986 Zet het contact af en zet binnen drie seconden de ruitenwisserhendel in de stand A.
Pagina 61
Ruitenwissers en ruitensproeiers TECHNISCHE SPECIFICATIE Lengte van de ruitenwisserbladen van de voorruit Afmeting in mm (inches) Bestuurderszijde Passagierszijde 730 (28,7) 630 (24,8)
Pagina 62
Verlichting Een zijde VERLICHTINGSBEDIENING Standen van de lichtschakelaar E130139 Rechterzijde Linkerzijde Grootlicht en dimlicht E70718 Off (uit) Stads- en achterlichten Koplampen Parkeerlichten LET OP Door langdurig gebruik van de parkeerlichten wordt de accu E130140 ontladen. Druk de hendel naar voren om te schakelen tussen grootlicht en dimlicht.
Pagina 63
Verlichting Home safe verlichting Schakel de verlichting uit en trek de richtingaanwijzer naar het stuurwiel toe om de koplampen in te schakelen. Er klinkt kort een signaal. Bij een geopende deur gaan de koplampen automatisch na drie minuten uit, of 30 seconden nadat de laatste deur is gesloten.
Pagina 64
Verlichting MISTACHTERLICHTEN KOPLAMPHOOGTE AFSTELLEN N.B.: Uitvoeringen met Xenon koplampen zijn uitgerust met automatische regeling van de koplamplichtbundels. E70720 WAARSCHUWINGEN Gebruik de mistachterlichten alleen wanneer het zicht minder dan 50 meter bedraagt. Schakel de mistachterlichten niet in bij regen of sneeuwval en wanneer het zicht meer dan 50 meter E70722 bedraagt.
Pagina 65
Verlichting Belading Lading in Schakelaar- bagagecom- Stoelen, Stoelen, derde stand Voorstoelen partiment tweede zitrij zitrij 4 (1.5) Zie Voertuigidentificatieplaatje (bladzijde 228). Uitvoeringen met actieve schokdemperregeling. RICHTINGAANWIJZERS WAARSCHUWINGSKNIP- PERLICHTEN E71943 Voor locatie: Zie Kort overzicht (bladzijde 10). E130141 N.B.: Beweeg de richtingaanwijzerschakelaar kort omhoog of omlaag om de richtingaanwijzers driemaal te laten knipperen.
Pagina 66
Verlichting ZIJRICHTINGAANWIJZERS E72898 Lichtbundel van koplamp Lichtbundel van bochtverlichting Bij het nemen van een bocht verlicht de bochtverlichting de binnenzijde van de bocht.
Pagina 67
Verlichting INTERIEURVERLICHTING EEN KOPLAMP VERWIJDEREN LED-interieurverlichting WAARSCHUWING LED-lamp bestuurderszijde Laat Xenon gloeilampen door een geschoolde monteur vervangen. Er bestaat kans op een elektrische schok. 1. Open de motorkap. Zie De motorkap openen en sluiten (bladzijde 198). E124991 Aan/uit-schakelaar afzonderlijke lamp Aan/uit-schakelaar alle lampen U kunt alle lampen bedienen m.b.v.
Pagina 68
Verlichting LET OP Breng alleen gloeilampen met het juiste vermogen aan. Zie Gloeilampentabel (bladzijde 73). N.B.: De volgende instructies beschrijven hoe de gloeilampen moeten worden verwijderd. Breng de nieuwe gloeilampen in omgekeerde volgorde van verwijderen aan, tenzij anders is voorgeschreven. Koplampen N.B.: Verwijder de kappen om de gloeilampen te kunnen bereiken.
Pagina 69
Verlichting 2. Verwijder het paneel. 3. Trek de stekker los. 4. Maak de klemveer los en verwijder de gloeilamp. Koplamp, dimlicht LET OP Raak het glas van de gloeilamp niet aan. 1. Verwijder de koplamp. Zie Een koplamp verwijderen (bladzijde 65).
Pagina 70
Verlichting Zijknipperlicht E130177 E72263 2. Verwijder het paneel. 1. Verwijder voorzichtig het 3. Trek de stekker los. zijknipperlicht. 4. Maak de klemveer los en verwijder de gloeilamp. Stadslicht 1. Verwijder de koplamp. Zie Een koplamp verwijderen (bladzijde 65). E72291 2. Verwijder de lamphouder. 3.
Pagina 71
Verlichting Voormistlichten E72264 1. Steek een schroevendraaier in de E99405 spleet tussen het spiegelhuis en het spiegelglas maak de metalen klem los. N.B.: De gloeilamp van de mistlamp kan niet uit de lamphouder worden verwijderd. 1. Verwijder de afdekking m.b.v. een geschikt werktuig.
Pagina 72
Verlichting 4. Trek de stekker los. 5. Draai de lamphouder linksom en verwijder deze. Achterlichtunits Richtingaanwijzer en rem-/achterlicht E130198 5. Verwijder de lamphouder. 6. Druk voorzichtig de gloeilamp in de lamphouder en draai de gloeilamp linksom. Verwijder de gloeilamp. A. Achterlicht en remlicht B.
Pagina 73
Verlichting Derde remlicht E87619 1. Maak de klemmen los. E130200 2. Verwijder de vleugelmoer. 3. Verwijder het lamphuis. E130235 2. Breng een geschikt voorwerp in de openingen aan. E130201 3. Trek voorzichtig de lamp naar de voorzijde van de wagen om de 4.
Pagina 74
Verlichting Kentekenplaatverlichting E72789 1. Maak voorzichtig de klemveer los. E130236 2. Verwijder het lamphuis. 4. Verwijder het lamphuis. 3. Draai de lamp linksom en verwijder deze. Interieurverlichting Auto's met LED-lampen N.B.: De LED verlichting kan niet worden gerepareerd, raadpleeg bij defecten uw dealer.
Pagina 75
Verlichting Bagageruimteverlichting, beenruimteverlichting en achterlicht E72784 1. Werk de lamp voorzichtig los. 2. Verwijder de gloeilamp. GLOEILAMPENTABEL Lampje Specificatie Vermogen (watt) Richtingaanwijzer, voor PY21W Grootlicht Koplamp, dimlicht Bochtverlichting Mistlamp, vóór Stadslicht Zijknipperlicht WY5W Instapverlichting Richtingaanwijzer, achter PY21W Remlicht en achterlicht P21/5W 21/5 Achterlicht...
Pagina 76
Verlichting Lampje Specificatie Vermogen (watt) Derde remlicht Verlichting bagagecompartiment Vervang een doorgeslagen zekering door een exemplaar met hetzelfde vermogen.
Pagina 77
Ruiten en spiegels Ruiten automatisch openen en ELEKTRISCH BEDIENBARE sluiten RUITEN Druk de schakelaar tot het tweede schakelpunt in of trek hem tot het tweede WAARSCHUWING schakelpunt omhoog en laat hem los. Schakel de elektrisch bedienbare Druk de schakelaar opnieuw in of trek ruiten niet in tenzij deze vrij zijn van hem opnieuw omhoog om de beweging obstructies.
Pagina 78
Ruiten en spiegels Antiklemfunctie Geheugen van de elektrisch bedienbare ruiten opnieuw WAARSCHUWING instellen Het onzorgvuldig sluiten van de WAARSCHUWING ruiten kan deze beschermingsfunctie opheffen en De antiklemfunctie wordt buiten verwonding tot gevolg hebben. werking gesteld tot het geheugen opnieuw is ingesteld. De ruit stopt automatisch tijdens het sluiten en gaat een stukje terug wanneer Nadat de accukabels zijn losgenomen...
Pagina 79
Ruiten en spiegels Richtingen waarin de spiegel BUITENSPIEGELS kan worden gekanteld WAARSCHUWING Vergis u niet in de afstand van voorwerpen die u in deze groothoekspiegel ziet. Voorwerpen die u in deze spiegels ziet, zien er kleiner uit en lijken verder weg te zijn dan in werkelijkheid het geval is.
Pagina 80
Ruiten en spiegels Handmatig inklappen en uitklappen AUTOMATISCH DIMMENDE SPIEGEL De elektrisch inklapbare spiegels werken bij aangezet contact. N.B.: U kunt de spiegels nog gedurende enkele minuten na het afzetten van het contact bedienen (kantelen en inklappen). Zodra een portier wordt geopend wordt het mechanisme uitgeschakeld.
Pagina 81
Ruiten en spiegels Het systeem is een comfortfunctie die de N.B.: Nadat het contact is aangezet bestuurder helpt bij het registreren van branden beide indicatoren kort ter auto's die de blinde hoek zijn bevestiging dat het systeem operationeel binnengereden (A). Het registratiegebied bevindt zich aan beide zijden van de auto N.B.: Bij auto's met automatische en loopt vanaf de buitenspiegels tot...
Pagina 82
Ruiten en spiegels • Struiken en bomen. • Fietsers en motorrijders. • Stoppen met een auto erachter en erg dichtbij. Systeem in- en uitschakelen N.B.: De stand aan of uit blijft behouden tot deze handmatig wordt gewijzigd. Het systeem kan worden in- en uitgeschakeld met behulp van de E124741 informatiedisplay.
Pagina 83
Ruiten en spiegels N.B.: Houd de achterbumper in het gebied van de sensoren vrij van vuil, ijs en sneeuw. Als een sensor geblokkeerd raakt, kunnen de prestaties van het systeem afnemen. Een bericht m.b.t. een geblokkeerde sensor kan worden weergegeven. Het systeem keert automatisch terug naar de normale werking nadat twee andere voertuigen aan beide zijden zijn...
Pagina 84
Instrumenten METERS Type 1 E130149 Informatiedisplay. Zie Infodisplays (bladzijde 89). Snelheidsmeter Koelvloeistoftemperatuurmeter Brandstofpeilmeter Toerenteller...
Pagina 85
Instrumenten Type 2 E130150 Informatiedisplay. Zie Infodisplays (bladzijde 89). Snelheidsmeter Koelvloeistoftemperatuurmeter Brandstofpeilmeter Toerenteller Wanneer de wijzer in het rode gebied Koelvloeistoftempe- komt, is de motor oververhit. Zet de ratuurmeter motor af, zet het contact af en stel de oorzaak vast zodra de motor is Alle modelvarianten afgekoeld.
Pagina 86
Instrumenten Lamp remsysteem WAARSCHUWINGS- EN INDICATIELAMPEN De lamp gaat branden wanneer de parkeerrem wordt De volgende waarschuwings- en ingeschakeld. controlelampen gaan branden wanneer WAARSCHUWING het contact wordt aangezet: Verlaag geleidelijk uw snelheid en • breng de auto tot stilstand zodra dit •...
Pagina 87
Instrumenten Controlelamp motor Controlelamp koplampen Wanneer de lamp bij draaiende De controlelamp gaat branden motor brandt, duidt dit op een wanneer u het dimlicht van de storing. Wanneer deze tijdens koplamp, de zijlichten of de het rijden knippert, minder dan achterlichten inschakelt.
Pagina 88
Instrumenten Start/stop-indicatielamp Wanneer de lamp na het starten blijft branden of oplicht tijdens Deze lamp brandt om u te het rijden, dan duidt dit op een informeren over wanneer de storing. Breng de auto tot stilstand zodra motor wordt uitgeschakeld of dit veilig kan en zet de motor af.
Pagina 89
Instrumenten Vorst Kofferdeksel - Elektrisch bediende achterklep WAARSCHUWING Tijdens bedienen en programmeren kan Ook wanneer de temperatuur tot het systeem verschillende signalen boven + 4 ºC stijgt, is dit nog geen afgeven: garantie dat de weg vrij is van • Een kort signaal geeft aan dat de gevaren die door plotselinge achterklep wordt geopend of...
Pagina 90
Instrumenten Herinneringssysteem veiligheidsgordel achter Grand C-MAX WAARSCHUWING Als meerdere gordels binnen enkele seconden na elkaar worden losgemaakt, is slechts één akoestisch signaal hoorbaar. Wanneer de voertuigsnelheid de vooraf bepaalde grens overschrijdt, klinkt een waarschuwingssignaal als een veiligheidsgordel achter niet is vastgemaakt.
Pagina 91
Infodisplays Instellingen ALGEMENE INFORMATIE N.B.: Het informatiedisplay blijft nadat u het contact hebt afgezet gedurende Bedieningstoetsen enkele minuten aan. Druk op de pijltoetsen omhoog en Verschillende systemen van uw auto omlaag om door de opties in het menu kunnen worden aangestuurd met behulp te scrollen en deze te selecteren.
Pagina 92
Infodisplays Boordcomputer Dagteller Actieradius Huidig verbruik Ø-verbruik Ford EcoMode Gear shifting Anticiperen Speed Ford EcoMode Ø-snelheid Buitentemp. Fabrieksinstelling Informatie Band.sp. contr. Stoelriemen Auto StartStop Instellingen Driver assist Traction ctrl. BLIS Hellingstart Verlichting Auto regenverl. Interieurverl. Dimmen Automatisch Handmatig Instellen Uitstapverlicht.
Pagina 93
Infodisplays Maateenheid l/100km Mijl/gallon °Celsius Temp.eenh. °Fahrenheit Attentiegel. Parkeerhulp Informatie Waarschuwing Attentiegel. Extra verw. Standverwarm. Tijd 1 Tijd 2 Eén keer Nu verwarmen Voll. beveiligd Alarminstall. Bep. beveil. Vragen Systeemcontr. E130510 Menustructuur informatie- en entertainmentdisplay U heeft toegang tot het menu met behulp van de toetsen op het audio- of navigatiesysteem.
Pagina 94
Infodisplays Alle modelvarianten Radio FM AST DAB1 DAB2 AM AST iPOD Bluetooth audio Audio-ingang Telefoon Nummer kiezen Telefoonboek Bellijsten Bluetooth Nr. herhalen Telefoon kiezen Alles weigeren Menu Audio Adaptief volume Klank Nav-audio-mix DSP-instelling DSP-equalizer Nieuws Alt. frequentie RDS regional DAB-servicelink Bluetooth Klok Tijd...
Pagina 95
Infodisplays Menustructuur informatie- en U verkrijgt toegang tot het menu met entertainmentdisplay behulp van de bedieningstoetsen informatie- en entertainmentdisplay. Voor locatie: Zie Kort overzicht (bladzijde 10).
Pagina 96
Infodisplays Auto's met navigatiesysteem Navigatie Route Actieve routegel Routelijst Omleiding Gedeelte vrijgev Land Best. invoeren Stad/PC Straat Stadsdeel Start routegeleiding Verkeersinformatie TMC-berichten Omleiding Routelijst Gedeelte vrijgev Start routegeleiding Eigen adres Adres wijzigen Laatste best Favorieten (a-z) Favorieten In de buurt Spec.
Pagina 97
Infodisplays Eco instelling Aanhanger Dakkoffer Dynamisch Snelweg Tunnel Veer/autotrein Seizoenswegen Vignet Speciale functies GPS-informatie Systeeminfo Positie invoeren Demo-modus Zie de afzonderlijke menustructuur de radio Zie de afzonderlijke menustructuur Zie de afzonderlijke menustructuur Telefoon Zie de afzonderlijke menustructuur Menu Navigatie Routeopties Route Rijstijl Eco instelling...
Pagina 98
Infodisplays Hulpfuncties Borden/rijstrook Max. snelheden Nav-pijl in lijsten Pers. gegevens Laatste best. wissen Favorieten wissen Eigen adres wissen Alles wissen Instellingen terug Zie de afzonderlijke menustructuur Audio Klok Zie de afzonderlijke menustructuur E130536 Gemiddelde snelheid TRIPCOMPUTER Geeft de berekende gemiddelde snelheid aan vanaf het moment dat de functie op Tripcomputer nul werd teruggesteld.
Pagina 99
Infodisplays PERSOONLIJKE INFOBERICHTEN INSTELLINGEN N.B.: Afhankelijk van het type instrumentenpaneel kunnen bepaalde Taal instellen berichten worden afgekort of ingekort. Er kan uit elf talen worden gekozen: Engels, Duits, Italiaans, Frans, Spaans, Turks, Russisch, Nederlands, Pools, Zweeds en Portugees. Maateenheden Blader naar dit display en druk op de OK-toets om te wisselen tussen metrische en Engelse eenheden.
Pagina 100
Infodisplays Airbag Berichtenindi- Mededeling Te verrichten handeling cator Laat het systeem zo snel mogelijk airbag storing service nu oranje door een goed opgeleide en vakkundige monteur controleren. Alarminstallatie Berichtenindi- Mededeling Te verrichten handeling cator alarm afgegaan check voertuig oranje Zie Alarm (bladzijde 49). Laat het systeem onmiddellijk Alarmsysteem, Storing, Onder- door een goed opgeleide...
Pagina 101
Infodisplays Controlefunctie blinde hoek Berichtenindi- Mededeling Te verrichten handeling cator BLIS, Sensor vervuild, Zie hand- Zie Monitor dode hoek (blad- oranje boek zijde 78). Laat het systeem zo snel mogelijk BLIS: storing rechter sensor, oranje door een goed opgeleide en Onderhoud zsm vakkundige monteur controleren.
Pagina 102
Infodisplays Berichtenindi- Mededeling Te verrichten handeling cator Auto is in beweging. Stop de auto Achterportier passagierszijde rood zo snel en veilig mogelijk en sluit open de kofferbak. Auto is in beweging. Stop de auto Kofferbak open rood zo snel en veilig mogelijk en sluit de kofferbak.
Pagina 103
Ford KeyFree, contact afzetten, Zie Sleutelloos starten (blad- rood op POWER drukken zijde 138). Zie Sleutelloze toegang Ford KeyFree, Sleutel niet in auto rood (bladzijde 43). Ford KeyFree, Sleutel in auto oranje Sleutelloze toegang. Laat het systeem onmiddellijk Besturing, Storing, Onderhoud nu...
Pagina 104
Infodisplays Berichtenindi- Mededeling Te verrichten handeling cator Stuurslot geactiveerd, Stuur Zie Stuurwielblokkering draaien (bladzijde 136). Verlichting Berichtenindi- Mededeling Te verrichten handeling cator Laat het systeem zo snel mogelijk Koplamp, Storing, Onderhoud oranje door een goed opgeleide en vakkundige monteur controleren. Een of beide gloeilampen van de remlichten is of zijn defect.
Pagina 105
Infodisplays Onderhoud Berichtenindi- Mededeling Te verrichten handeling cator Breng de auto tot stilstand zodra dit veilig kan en zet het contact Motortemperatuur te hoog, Veilig uit. Laat het systeem zo snel rood stoppen! mogelijk door een goed opge- leide en vakkundige monteur controleren.
Pagina 106
Infodisplays Stuurbekrachtiging Berichtenindi- Mededeling Te verrichten handeling cator Breng de auto tot stilstand zodra dit veilig kan en zet het contact uit. Laat het systeem zo snel Besturing, Storing, Veilig stoppen rood mogelijk door een goed opge- leide en vakkundige monteur controleren.
Pagina 107
Infodisplays Transmissie Berichtenindi- Mededeling Te verrichten handeling cator Onder bepaalde rijomstandig- heden kunnen de koppelingen in de transmissie oververhit raken. Onder dergelijke omstandigheden moet het rempedaal worden ingetrapt en de auto worden stil- gezet om verdere oververhitting. Selecteer N (NEUTRAL) of P Transmissie te heet, Remped.
Pagina 108
Infodisplays Berichtenindi- Mededeling Te verrichten handeling cator Selecteer N (NEUTRAL) of P (PARK) en bedien het rempe- daal en de parkeerrem tot de transmissie is afgekoeld en het bericht uit de display is verdwenen. Laat het systeem zo snel mogelijk Transmissie beperkte functie, Zie oranje door een goed opgeleide en...
Pagina 109
Klimaatregeling Algemene informatie over de WERKING klimaatregeling in het interieur Buitenlucht Sluit alle ruiten. Houd de luchtinlaten voor de voorruit vrij Het interieur verwarmen van belemmeringen (sneeuw, bladeren, enz.) zodat het klimaatregelsysteem Laat de lucht naar de beenruimten effectief kan werken. stromen.
Pagina 110
Klimaatregeling HANDMATIGE KLIMAATREGELING Toetsen voor luchtverdeling E129789 Luchtrooster aan de zijkant E74660 E129787 Hoofdniveau Luchtroosters tweede zitrij Hoofdniveau en beenruimte Beenruimte Beenruimte en voorruit Voorruit De luchtverdeelknop kan in elke gewenste stand tussen de symbolen worden gezet. E129790...
Pagina 111
Klimaatregeling Ventilator Ventilatie E129885 Stel de regelknoppen van de luchtstroom, de aanjager en luchtroosters naar wens Airconditioning Airconditioning in- en uitschakelen E75470 Off (uit) N.B.: Wanneer u de aanjager uitschakelt kan de voorruit beslaan. Wanneer u de aanjager uitschakelt, wordt ook de airconditioning uitgeschakeld.
Pagina 112
Klimaatregeling Met de verwarmingsregeling in deze Wanneer u de luchtverdeelknop in een stand worden de airconditioning en de andere stand dan voorruit zet, blijft de gerecirculeerde lucht automatisch A/C ingeschakeld. ingeschakeld. U kunt de airconditioning en De airconditioning en gerecirculeerde luchtrecirculatie in- en uitschakelen terwijl lucht kunnen worden in- en uitgeschakeld.
Pagina 113
Klimaatregeling Uw auto is uitgerust met een automatisch U kunt de temperatuur tussen 15,5 °C en klimaatregelsysteem met twee zones. 29,5 °C in stappen van 0,5 °C instellen. In Wanneer het systeem in de mono modus de stand LO, 15 °C, schakelt het systeem staat, worden alle temperatuurzones over op permanente koeling.
Pagina 114
Klimaatregeling Mono modus weer inschakelen Wanneer u voorruit ontdooien en ontwasemen kiest schakelen A, B en C automatisch uit en wordt de airconditioning ingeschakeld. Buitenlucht stroomt nu het interieur in. U kunt de recirculatiestand niet selecteren. Om de mono modus weer in te schakelen drukt u op de MONO toets.
Pagina 115
Klimaatregeling Gerecirculeerde lucht Verwarmde achterruit E72507 Druk op de recirculatietoets om de lucht Auto's zonder extra verwarming te laten recirculeren. Als de omgevingstemperatuur lager is dan N.B.: In de auto modus wordt bij hoge 5 °C en de temperatuur van de binnen- en buitentemperaturen voor een motorkoelvloeistof lager is dan 65 °C, dan maximale koeling van het interieur...
Pagina 116
Klimaatregeling N.B.: De parkeerverwarming werkt alleen • Nadat de parkeerverwarming een wanneer er zich minimaal 7,5 liter verwarmingscyclus heeft doorlopen, brandstof in de tank bevindt en de zal de volgende geprogrammeerde buitentemperatuur lager is dan 15 °C. De verwarmingscyclus alleen worden parkeerverwarming werkt niet wanneer uitgevoerd indien de motor tussentijds de accu slecht geladen is.
Pagina 117
Klimaatregeling • Met de twee tijdfuncties kunt u tot 6. Selecteer, om de tijd in te stellen twee verwarmingscycli voor elke dag waarop de auto moet zijn verwarmd, van de week programmeren. Deze de tijd aan de bovenzijde van het tijden blijven in het geheugen display en druk op de toets OK.
Pagina 118
Klimaatregeling Extra verwarming diesel (afhankelijk van het land) WAARSCHUWING Schakel de verwarming op brandstof uit tijdens het tanken, wanneer u zich in een omgeving bevindt met brandbare dampen of stoffen en in gesloten ruimten. De standverwarming helpt bij het verwarmen van de motor en het interieur bij auto's met een dieselmotor.
Pagina 119
Stoelen • voldoende afstand houdt tussen uzelf DE JUISTE ZITPOSITIE en het stuurwiel. minimaal 250 mm (10 INNEMEN inch) tussen uw borstbeen en de kap van de airbag aanhoudt. • het stuurwiel met licht gebogen armen vasthoudt. • uw benen licht buigt zodat u de pedalen volledig kunt indrukken.
Pagina 120
Stoelen Lendensteun instellen Hellingshoek van de rugleuning instellen E78058 E130250 Hoogte van de bestuurdersstoel verstellen HOOFDSTEUNEN Hoofdsteun instellen WAARSCHUWINGEN Trek de achterste hoofdsteun omhoog wanneer iemand achterin plaatsneemt. Wanneer een voorwaarts gericht kinderzitje op een stoel van de tweede of derde zitrij wordt geplaatst, verwijder dan altijd de hoofdsteun van die stoel.
Pagina 121
Stoelen Hoofdsteun verwijderen Stel de hoofdsteun zo in, dat de bovenzijde ervan gelijkligt met de Druk de knoppen in en verwijder de bovenzijde van uw hoofd. hoofdsteun. ELEKTRISCH VERSTELBARE STOELEN E78060...
Pagina 122
Stoelen De middelste stoel kan worden opgeklapt ACHTERBANK en de twee buitenste stoelen kunnen naar achteren en iets naar binnen worden WAARSCHUWINGEN verplaatst waardoor er meer been- en Wanneer u de stoelen inklapt of schouderruimte voor de achterpassagiers uitklapt, let er dan op dat uw vingers ontstaat.
Pagina 123
Stoelen Trek, om de middelste stoel in zijn oorspronkelijke stand terug te brengen, aan de hendel aan de onderzijde van de stoel. Klap de middelste stoel naar voren en druk hem stevig aan tot hij wordt vergrendeld. Breng de bagageafdekking aan. Zie Bagageafdekkingen (bladzijde 175).
Pagina 124
Stoelen E135808 Trek aan de hendel op de rugleuning en klap de rugleuning op. E135599 Stoelen naar voren kantelen Trek aan de hendel aan de zijkant van de rugleuning en klap de rugleuning naar N.B.: Om de bagageruimte te vergroten voren.
Pagina 125
Stoelen E135956 E78071 Trek de bevestigingskoorden naar buiten en maak deze aan de hoofdsteunen van de voorstoelen vast om de naar voren geklapte stoelen rechtop te houden. Stoelen terugkantelen in zitstand WAARSCHUWINGEN Ga voorzichtig te werk bij het terugkantelen van de stoelen om verwondingen te voorkomen.
Pagina 126
Stoelen E78074 Kantel de stoelen terug tot ze E78073 vergrendelen. Trek, voordat u de stoelen weer in de Klap de rugleuningen op. Zie oorspronkelijk stand terugkantelt, aan de Rugleuningen opklappen. onderste stang aan de achterzijde van de Breng de achterste veiligheidsgordels in elke stoel en controleer of de de gordelgeleiders op de buitenste vergrendelpallen in de uitgetrokken stand...
Pagina 127
Stoelen Stoelen aanbrengen WAARSCHUWINGEN Ga voorzichtig bij het terugkantelen van de stoelen om verwondingen te voorkomen. Let erop dat de vergrendelopeningen in de vloer vrij zijn van zand, stenen of andere voorwerpen die kunnen verhinderen dat de stoel wordt vergrendeld. N.B.: Controleer of het vergrendelmechanisme volledig geopend E78076...
Pagina 128
Stoelen Til de hendel op en duw tegen de rugleuning. Deze beweegt in stappen. Middelste stoel opbergen WAARSCHUWING Zorg dat de middelste rugleuning rechtop staat wanneer de auto rijdt. N.B.: Wanneer de middelste stoel opgeborgen is, kunt u de ruimte tussen de buitenste stoelen gebruiken om toegang tot de derde stoelenrij te krijgen.
Pagina 129
Stoelen Stoelen naar voren en achteren schuiven N.B.: Als de middelste stoel niet is opgeborgen, dan beweegt deze met de rechterstoel mee. E129298 E129300 2. Trek aan het koord en til het rechter Stoelen naar voren kantelen zitkussen op. WAARSCHUWING Gebruik de stoelen van de derde stoelenrij niet als de stoelen van de tweede stoelenrij naar voren zijn...
Pagina 130
Stoelen E129298 E129296 1. Trek aan het koord en til het zitkussen 1. Trek aan de hendel aan de zijkant van het zitkussen of trek aan het koord 2. Til de hendel op en duw de rugleuning aan de achterzijde van de stoel. De omlaag tot deze wordt vergrendeld.
Pagina 131
Stoelen LET OP Plaats geen zware voorwerpen op de gemarkeerde plaats op de vloerbedekking. E130471 De maximum temperatuur wordt bereikt na vijf tot zes minuten. De temperatuur wordt door een thermostaat geregeld. De stoelverwarming werk alleen met E129301 ingeschakeld contact. Trek aan het koord aan de bovenzijde van de rugleuning en klap de rugleuning naar voren.
Pagina 132
Gemaksfuncties ZONNESCHERMEN Zijruiten E125025 Het zonnescherm wordt bediend via een schakelaar tussen de zonnekleppen. E74809 Zonnescherm openen en sluiten Trek het zonnescherm omhoog en bevestig het aan de haken (A). WAARSCHUWING Bedien het zonnescherm niet tenzij het vrij is van obstructies. N.B.: Wanneer de schakelaar gedurende korte tijd vaak worden bediend kan het systeem een bepaalde tijd buiten werking...
Pagina 133
Gemaksfuncties Zonnescherm automatisch openen Volg de volgende procedure voor en sluiten opnieuw leren als het scherm niet correct opent of sluit: Druk de schakelaar tot de tweede aanslag 1. Druk tweemaal op schakelaar B tot in of til hem tot de tweede aanslag op en de eerste aanslag en laat deze binnen laat hem los.
Pagina 134
N.B.: U kunt het elektrische aansluitpunt KLOK gebruiken voor 12 volt accessoires met een maximum vermogen van 10 ampère. Zie Infodisplays (bladzijde 89). Gebruik alleen Ford stekkers of stekkers die geschikt zijn voor gebruik in SAE AANSTEKER gestandaardiseerde aansluitingen. LET OP...
Pagina 135
Gemaksfuncties OPBERGRUIMTES Opbergvak achterin E98199 BEKERHOUDERS WAARSCHUWING Plaats tijdens het rijden geen hete E72982 dranken in de bekerhouders. GLASHOUDER Tafeltjes op de rugleuningen WAARSCHUWING Gebruik de tafeltjes niet tijdens het rijden. Controleer voordat u wegrijdt of de tafeltjes in de onderste stand zijn vergrendeld.
Pagina 136
Gemaksfuncties AANSLUITING AUXILIARY INGANG (AUX IN) E91508 KINDER E91511 OBSERVATIESPIEGEL E75192 E130068 Zie Ingangsaansluiting (AUX IN) (bladzijde 252).
Pagina 137
Gemaksfuncties USB-POORT HOUDER SATELLIET- NAVIGATIE-UNIT Houder instellen E91511 E112711 1. Ontgrendelen 2. Stel de gewenste positie van de houder in. 3. Vergrendelen N.B.: Zorg dat de houder van de navigatie-unit in de juiste positie wordt vergrendeld. VLOERMATTEN E130070 Zie Verbinding (bladzijde 275). WAARSCHUWING Wanneer de vloermatten worden gebruikt, zorg dan dat de...
Pagina 138
De motor starten N.B.: Laat, om te voorkomen dat de accu ALGEMENE INFORMATIE leegraakt, de contactsleutel niet te lang in deze stand staan. Algemene opmerkingen over het starten II Het contact staat aan. Alle elektrische circuits zijn ingeschakeld. Als de accu losgekoppeld is geweest kan Waarschuwings- en controlelampen de motor, nadat de accukabels weer zijn branden.
Pagina 139
De motor starten Stuurslot deactiveren 2. Druk het rempedaal volledig in. 3. Start de motor. Schakel het contact in of: Uitvoeringen met automatische Alle modelvarianten transmissie Wacht even wanneer de motor niet • Trap het rempedaal in. binnen 15 seconden aanslaat en probeer het nogmaals.
Pagina 140
De motor starten Wanneer de motor koud is, wordt het Uitvoeringen met automatische stationaire toerental automatisch transmissie verhoogd om de katalysator zo snel 1. Selecteer park of neutral. mogelijk op temperatuur te brengen. Hierdoor wordt de uitlaatgasemissie van 2. Druk het rempedaal volledig in. de auto tot een absoluut minimum 3.
Pagina 141
De motor starten Motor starten bij uitvoeringen Volg de volgende procedure wanneer de met automatische transmissie motor niet kan worden gestart. N.B.: Door tijdens het starten het rempedaal op te laten komen, wordt de startmotor uitgeschakeld maar blijft het contact aan. 1.
Pagina 142
De motor starten Regeneratie Handgeschakelde versnellingsbak Druk de startknop in. WAARSCHUWING Laat de motor niet stationair draaien Automatische transmissie of parkeer de auto niet op droge 1. Zet de keuzehendel in de stand P. bladeren, droog gras of ander brandbaar materiaal. Het 2.
Pagina 143
De motor starten • Zet de auto niet van contact. • Kies zo nodig een lagere versnelling dan normaal om tijdens deze rit een hoger motortoerental te verkrijgen. MOTOR UITSCHAKELEN Auto's met turbocompressor LET OP Zet de motor niet af wanneer deze met een hoog toerental draait.
Pagina 144
Start/stop knop N.B.: Het systeem werkt alleen wanneer WERKING de motor de normale bedrijfstemperatuur heeft bereikt en de buitentemperatuur LET OP tussen 0 ºC en 30 ºC ligt. Voor auto's met N.B.: Het systeem is standaard start/stop-schakelaar verschillen de ingeschakeld. Druk op de schakelaar in accuvereisten.
Pagina 145
Start/stop knop 4. Laat het gaspedaal los. Het systeem zet de motor wellicht niet af onder bepaalde omstandigheden, bijvoorbeeld: • Om het interieurklimaat te behouden. • Lage accuspanning. • De buitentemperatuur is te laag of te hoog. • Het bestuurdersportier is geopend. •...
Pagina 146
Eco-modus Anticipatie WERKING Door uw rijsnelheid aan te passen en de Het systeem assisteert de bestuurder bij afstand tot voertuigen voor u aan te het efficiënter rijden door voortdurend de passen zodat hard remmen of versnellen karakteristieken van het schakelen, het niet nodig is, verbetert het anticiperen op verkeersomstandigheden brandstofverbruik.
Pagina 147
BRANDSTOFKWALITEIT - N.B.: We adviseren alleen brandstof van BENZINE hoge kwaliteit te gebruiken. LET OP N.B.: Het gebruik van niet door Ford goedgekeurde additieven of andere Gebruik geen gelode benzine of motorbehandelingen worden door Ford benzine met additieven die andere afgeraden.
Pagina 148
Brandstof en tanken KATALYSATOR LET OP Wanneer u een hogedrukspuit WAARSCHUWING gebruikt om uw auto te wassen, spuit dan kort op de tankklep vanaf een Laat de motor niet stationair draaien afstand van niet minder dan 20 of parkeer de wagen niet op droge centimeter (8 inch).
Pagina 149
E119081 enz. Til het vulpistool licht op om het te Uw Ford dealer dient u gaarne van advies verwijderen. hoe u het brandstofverbruik kunt verlagen. TECHNISCHE SPECIFICATIE...
Pagina 150
Brandstof en tanken C-MAX Brandstofverbruikscijfers Stadsver- Gecombi- CO2- Buitenweg keer neerd emissie Variant l/100 km l/100 km l/100 km g/km (mpg) (mpg) (mpg) 1.6L Duratec-16V Ti-VCT 8,7 (32,5) 5,3 (53,3) 6,5 (43,5) (Sigma) fase V 1.6L EcoBoost SCTi (Sigma) fase V, zonder start/stop- 8,8 (32,1) 5,3 (53,3) 6,6 (42,8)
Pagina 151
Brandstof en tanken Stadsver- Gecombi- CO2- Buitenweg keer neerd emissie Variant l/100 km l/100 km l/100 km g/km (mpg) (mpg) (mpg) 1.6L EcoBoost SCTi (Sigma) fase V, zonder start/stop- 9,2 (30,7) 5,5 (51,4) 6,9 (40,9) systeem 1.6L EcoBoost SCTi (Sigma) fase V, met start/stop- 8,2 (34,5) 5,5 (51,4)
Pagina 152
Versnellingsbak/transmissie HANDGESCHAKELDE AUTOMATISCHE VERSNELLINGSBAK TRANSMISSIE Standen van transmissiehendel LET OP Schakel de achteruit niet in wanneer de wagen in beweging is. Dit kan inwendige schade aan de versnellingsbak veroorzaken. E80836 E99067 Parkeren Bij sommige auto's moet de kraag Achteruit omhoog worden gebracht tijdens Neutraal inschakelen van de achteruit.
Pagina 153
Versnellingsbak/transmissie Handmatig schakelen - Auto's Parkeren met 5-traps transmissie WAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING Schakel de parkeerstand alleen in wanneer de auto stilstaat. Houd de keuzehendel niet permanent in – of +. Trek voordat u de auto verlaat de parkeerrem aan en schakel de parkeerstand in.
Pagina 154
Versnellingsbak/transmissie N.B.: In de modus Sport wordt S Stoppen weergegeven in het instrumentenpaneel. 1. Laat het gaspedaal opkomen en druk Activeer de modus Sport door de het rempedaal in. keuzehendel in de stand S te plaatsen. 2. Schakel de parkeerrem in. De modus Sport blijft actief tot 3.
Pagina 155
Versnellingsbak/transmissie E125156 1. Steek een dun gereedschap in de opening. 2. Draai het gereedschap 90 graden rond. 3. Druk het gereedschap naar beneden om het frame los te drukken van het bekledingspaneel. 4. Druk het frame naar beneden zodat de hendel loskomt en beweeg de keuzehendel uit de parkeerstand.
Pagina 156
Remmen WERKING PARKEERREM Alle uitvoeringen N.B.: Afhankelijk van de verkeerswetgeving van het land waarin WAARSCHUWING uw auto oorspronkelijk is gebouwd, knipperen de remlichten wanneer u Bij auto's met automatische krachtig remt. transmissie moet de keuzehendel altijd in de stand P staan. Schijfremmen Natte remschijven hebben een lagere •...
Pagina 157
Stabiliteitsregeling Het systeem zorgt ook voor een betere WERKING tractieregeling door het motorkoppel te verlagen wanneer de wielen bij het Elektronisch accelereren beginnen door te spinnen. stabiliteitsprogramma (ESP) Het verbetert de mogelijkheden om op gladde of losse oppervlakken te kunnen WAARSCHUWING optrekken en het verbetert het comfort ESP houdt niet in dat u niet langer...
Pagina 158
Stabiliteitsregeling Aanhangerstabiliteitsregeling is een uitbreidingsfunctie van ESP die automatisch registreert wanneer een gekoppelde aanhanger begint te slingeren. Als dit het geval is, dan remt het systeem automatisch de afzonderlijke wielen af om de stabiliteit van de aanhanger en het voertuig te herstellen. Als er overmatig slingeren wordt geregistreerd, dan wordt het motorkoppel verlaagd en neemt de snelheid van het voertuig automatisch af.
Pagina 159
Regeling voor bergop rijden Alleen auto's met WERKING handgeschakelde versnellingsbak Het systeem maakt het eenvoudiger op te trekken wanneer de auto op een helling Het systeem kan worden in- en staat zonder dat het noodzakelijk is uitgeschakeld met behulp van de gebruik te maken van de parkeerrem.
Pagina 160
Regeling voor bergop rijden 3. Wanneer u uw voet van het rempedaal neemt, blijft de auto een korte periode op de helling staan zonder achteruit te rollen. Deze periode wordt automatisch verlengd als u bezig bent weg te rijden. 4. Rijd op de normale manier weg. De remmen worden automatisch gelost.
Pagina 161
De parkeerhulp wordt automatisch trekhaakkoppeling wordt de parkeerhulp geactiveerd wanneer u bij aangezet achter automatisch uitgeschakeld contact de achteruit inschakelt. wanneer een van de aanhangerlampen (of verlichting) wordt aangesloten op de 13 pins stekkerdoos via een door Ford goedgekeurde trekhaakmodule.
Pagina 162
30 centimeter tot de achterbumper. WAARSCHUWING N.B.: Bij auto's met een trekhaak die door Ford is goedgekeurd, klinkt het Ondanks de parkeerhulp bent u continue signaal op een afstand van 45 verplicht voorzichtig en aandachtig centimeter vanaf de achterbumper.
Pagina 163
30 centimeter tot de voor- of opgeleide monteur controleren. achterbumper. N.B.: Bij auto's met een trekhaak die door Ford is goedgekeurd, klinkt het continue signaal op een afstand van 45 centimeter vanaf de achterbumper.
Pagina 164
Parkeerhulp E130180 Een aanhangersymbool geeft aan dat een aanhanger is aangekopppeld, waarna de achterste sensoren worden uitgeschakeld.
Pagina 165
Actieve parkeerhulp De actieve parkeerhulp registreert een WERKING geschikte parkeerplaats en stuurt de auto op de plek. Het systeem regelt de WAARSCHUWINGEN besturing terwijl de bestuurder het Het systeem is niet bedoeld om de gaspedaal, de transmissie en de remmen bestuurder te ontheffen van zijn bedient.
Pagina 166
Actieve parkeerhulp • U de auto laat rollen; N.B.: Als geen selectie wordt gemaakt met behulp van de • De weersomstandigheden slecht zijn richtingaanwijzerhendel, dan gebruikt de (zware regenval, sneeuw, mist enz.). actieve parkeerhulp de passagierszijde Rijd naar voren met een maximale van de auto.
Pagina 167
Actieve parkeerhulp Rijd voorzichtig met de auto achteruit met WAARSCHUWING behulp van het gaspedaal en het Als een snelheid van 10 km/u wordt rempedaal om de auto te besturen. Er overschreden, dan wordt het zijn waarschuwingssignalen voor de systeem uitgeschakeld en dient u parkeerhulp hoorbaar.
Pagina 168
Achteruitkijkcamera WERKING WAARSCHUWINGEN Plaats geen voorwerpen voor de De camera is een visueel hulpmiddel bij camera. achteruitrijden. WAARSCHUWING De camera is aangebracht op de achterklep (bij de handgreep). Het systeem is niet bedoeld om de bestuurder te ontheffen van zijn plicht om tijdens het rijden voorzichtig en oplettend te zijn.
Pagina 169
Achteruitkijkcamera De camera werkt wellicht niet correct onder de volgende omstandigheden: • Donkere gebieden. • Fel licht. • Als de buitentemperatuur snel toe- of afneemt. • Als de camera nat is (bijvoorbeeld tijdens regen of een hoge vochtigheid). • Als het zicht van de camera is geblokkeerd (bijvoorbeeld door modder).
Pagina 170
Achteruitkijkcamera Anber - 2 meter Oranje - middenlijn van de geprojecteerde route van de auto N.B.: Wanneer er met een aanhanger achteruit wordt gereden, dan worden de lijnen niet op het scherm getoond. De camera geeft de voertuigrichting en niet de aanhanger weer.
Pagina 171
Snelheidsregeling (cruise control) Snelheid instellen WERKING Druk op de SET+ of de SET- schakelaar WAARSCHUWING om de snelheid in het geheugen op te slaan en met de actuele snelheid te blijven Het systeem is niet bedoeld om de rijden. De controlelamp van de cruise bestuurder te ontheffen van zijn control gaat branden.
Pagina 172
Snelheidsregeling (cruise control) Cruise control uitschakelen Druk het rempedaal of de CAN schakelaar in. N.B.: Het systeem regelt niet langer de rijsnelheid. De controlelamp van de cruise control gaat niet branden, maar de laatst ingestelde rijsnelheid blijft in het geheugen opgeslagen.
Pagina 173
Snelheidsbegrenzer WERKING Snelheidsafname instellen Snelheidsbegrenzer WAARSCHUWING annuleren/hervatten Wanneer u een heuvel afrijdt, kan de snelheid hoger worden dan de Het systeem in- en ingestelde snelheid. Het systeem uitschakelen bedient de remmen niet, maar geeft een waarschuwing af. Druk op schakelaar B. De informatiedisplay vraagt een snelheid in te stellen.
Pagina 174
Snelheidsbegrenzer Systeemwaarschuwingen Als de ingestelde limiet per ongeluk wordt overschreden (bijvoorbeeld bergafwaarts rijden), dan knippert de ingestelde snelheid in de informatiedisplay en wordt een hoorbare waarschuwing afgegeven. Als de ingestelde snelheidslimiet doelbewust wordt overschreden, dan geeft de informatiedisplay de ingestelde snelheid doorgekruist weer.
Pagina 175
Transport C-Max ALGEMENE INFORMATIE WAARSCHUWINGEN Gebruik bevestigingsriemen die voldoen aan een norm, bijv. DIN. Zorg ervoor dat alle losse voorwerpen goed zijn vastgezet. Plaats bagage en ander voorwerpen zo laag mogelijk en zo ver mogelijk naar voren in de bagageruimte of de laadruimte. Rijd niet met geopende achterklep of achterdeur.
Pagina 176
Transport E130146 C-MAX C-MAX en Grand C-MAX Grand C-MAX C-MAX...
Pagina 177
Transport BAGAGEAFDEKKINGEN OPBERGRUIMTE ONDER VLOER ACHTERIN WAARSCHUWING WAARSCHUWING Leg geen voorwerpen op de afdekking van de bagageruimte. Wanneer u een kinderzitje op de tweede zitrij met een steun gebruikt, let er dan op dat de steun stevig op het paneel van de opbergruimte onder de vloer steunt.
Pagina 178
Transport Grand C-MAX WAARSCHUWING Er zijn geen verankeringspunten voor het bagagenet achter de eerste stoelrij aangebracht, maar wel achter de tweede stoelrij. Bagagenet Net aanbrengen LET OP Verplaats de achterstoelen niet E130320 wanneer het bagagenet wordt aangebracht. N.B.: Zorg dat de middelste stoel rechtop staat.
Pagina 179
N.B.: De zijrails zijn zodanig ontworpen auto hoger zijn en kan de dat dakdragers (voor fietssteunen, rijkarakteristiek anders zijn. skiklemmen, enz.) uit het Ford Accessoires Programma kunnen worden Wanneer u een imperiaal aanbrengt, aangebracht. lees dan de instructies van de fabrikant en volg deze op.
Pagina 180
Transport E98206 120 mm 4 Nm 800 mm E130066 2. Trek de hendel naar buiten. 3. Draai de hendel rechtsom om de dakdrager tegen de rail te laten komen. E130001 N.B.: Er is zelfklevend schuimrubber meegeleverd om schudden door windstoten te voorkomen. N.B.: Zorg dat het oppervlak van de dwarsdragers schoon is alvorens het E130067...
Pagina 181
Transport Dakbox aanbrengen E130002 Zorg dat het zelfklevende schuimrubber niet in contact komt met de bevestigingsbout. E98208 5. Druk de hendel naar binnen. Draai de sleutel rechtsom om te vergrendelen. 6. Verwijder de sleutel. Toegang verkrijgen tot de T-nok E98209 1.
Pagina 182
Aanhangers trekken Steile hellingen TREKKEN VAN EEN AANHANGER WAARSCHUWING Houd er rekening mee dat de WAARSCHUWINGEN oplooprem van een aanhanger niet Rijd niet harder dan 100 km/h (62 door het ABS wordt geregeld. mph). De bandenspanningen achter Schakel terug voordat u een steile afdaling moeten worden vermeerderd met bereikt.
Pagina 183
Aanhangers trekken E75174 Een 13-pins stekkerdoos B bevindt zich naast de trekhaakkogel onder de achterbumper C. E130345 1. Steek de sleutel in het kartelwiel en Trekhaakkogel inklappen draai deze rechtsom om hem te ontgrendelen. WAARSCHUWINGEN Houd uw handen weg van het kartelwiel, omdat deze tijdens het vergrendelen draait.
Pagina 184
Aanhangers trekken Trekhaakkogel uitklappen WAARSCHUWING U hoort een waarschuwingssignaal wanneer de trekhaakkogel niet in een van de vergrendelstanden staat. Indien u geen waarschuwingssignaal hoort wanneer u de trekhaakkogel beweegt, gebruik dan de trekhaak niet voordat deze door een deskundige is gecontroleerd. E75176 1.
Pagina 185
Aanhangers trekken • u het kartelwiel hebt geblokkeerd (linksom) en de sleutel hebt verwijderd • de trekhaakkogel is vergrendeld. Deze moet stevig op zijn plaats blijven als er aan getrokken wordt. Onderhoud LET OP De trekhaak en het mechanisme zijn onderhoudsvrij.
Pagina 186
Tips voor het rijden INRIJDEN DOOR WATER RIJDEN Banden Door water rijden WAARSCHUWING LET OP Rijd alleen door water in Nieuwe banden hebben een noodgevallen en niet als normaal inlooptijd van ongeveer 500 wordt gereden. kilometer (300 mijl). Gedurende deze periode kan de auto een andere De motor kan beschadigd raken als rijkarakteristiek vertonen.
Pagina 187
Nooduitrusting Trek aan de rode hendel en klap de EERSTEHULPSET rugleuning neer. In de opbergruimte onder de vloer bevindt zich een ruimte om een EHBO doos op te bergen. Zie Opbergruimte onder vloer achterin (bladzijde 175). GEVARENDRIEHOEK E130151 Schuif de voorstoel volledig naar achteren. Zie Stoelen (bladzijde 117).
Pagina 188
Zekeringen Zekeringenkast laadruimte PLAATSEN ZEKERINGENHOUDERS Zekeringenkast in de motorcompartiment Deze zekeringenkast is aangebracht in de motorruimte. Zie Onderhoud (bladzijde 197). Zekeringkast in de passagiersruimte E130147 EENZEKERINGVERVANGEN WAARSCHUWINGEN Wijzig de elektrische installatie van de wagen op geen enkele wijze. Laat reparaties aan de elektrische E130170 installatie en het vervangen van relais en zekeringen voor hoge stroomsterktes...
Pagina 189
Zekeringen N.B.: Er zit een zekeringentrekker in de zekeringenkast van de motorruimte. SPECIFICATIE-OVERZICHT ZEKERINGEN Zekeringenkast in de motorcompartiment E129925 Zekering Ampère Beveiligde circuits Pomp van ABS ABS-klep Koplampsproeiers Verwarmingsaanjager Niet in gebruik Relais motorregeling Relais startmotor...
Pagina 190
Zekeringen Zekering Ampère Beveiligde circuits Voorruitverwarming (rechterzijde) Niet in gebruik Voorruitverwarming (linkerzijde) Standverwarming Ruitenwissers ABS/ESP-module Claxon Remlichtschakelaar Accubewakingssysteem Relaisspoelen, module verlichtingsschakelaar Voedingsuitgang achter Elektrisch verstelbare buitenspiegels Computer motorregeling (PCM) Koppeling van compressor airconditioning Niet in gebruik Verwarmde achterruit Regeleenheid motor Niet in gebruik EGR-klep, wervelregelkleppen, lambdasonde (motorre- geling)
Pagina 191
Zekeringen Zekering Ampère Beveiligde circuits Elektronische stuurbekrachtiging Carrosserieregeleenheid Achterruitwisser Hoogteverstelling koplamplichtbundels Niet in gebruik Verwarmde spuitmonden Elektrisch bediende ruiten (voor) Verwarmbare buitenspiegels Verdamper...
Pagina 192
Zekeringen Zekeringkast in de passagiersruimte E129926 Zekering Ampère Beveiligde circuits Brandstofpomp...
Pagina 193
Zekeringen Zekering Ampère Beveiligde circuits Niet in gebruik Niet in gebruik Passief anti-diefstalsysteem (PATS) Interieurlamp, schakelaarset bestuurdersportier, hand- schoenenkastje Aansteker, voedingsaansluiting tweede stoelenrij Regensensormodule, binnenspiegel Niet in gebruik Niet in gebruik Achterklepontgrendeling Bestuurdersportierslot, dubbele vergrendeling Informatie- en entertainmentdisplay Stuurkolomslot Instrumentengroep Centrale vergrendeling Airconditioning Regeleenheid stuurwiel...
Pagina 194
Zekeringen Zekering Ampère Beveiligde circuits Massa centrale vergrendeling Massa bestuurdersportierslot en dubbele vergrendeling Radio, navigatiesysteem, deactiveringsschakelaar passagiersairbag, schakelaar voorstoelverwarming, standverwarming, verwarmingsmodule handmatig bediende airconditioning Veiligheidssysteem Niet in gebruik Niet in gebruik Niet in gebruik Zekeringenkast laadruimte E129927 Zekering Ampère Beveiligde circuits Niet in gebruik Module sleutelloos sluit- en startsysteem Portierhandgrepen sleutelloos voertuigsysteem...
Pagina 195
Zekeringen Zekering Ampère Beveiligde circuits Portiermodule (rechtsvoor) (ruit op/neer, centrale vergrendeling, inklapbare spiegel, spiegelverwarming) Portiermodule (linksachter) (ruit op/neer) Portiermodule (rechtsachter) (ruit op/neer) Alarmclaxon Elektrisch verstelbare bestuurdersstoel Niet in gebruik Niet in gebruik Niet in gebruik Niet in gebruik Niet in gebruik Niet in gebruik Niet in gebruik Niet in gebruik...
Pagina 196
Zekeringen Zekering Ampère Beveiligde circuits Achteruitkijkcamera Omvormer Niet in gebruik Verwarming bestuurdersstoel Verwarming passagiersstoel, voor Niet in gebruik Zonneschermsysteem Niet in gebruik Niet in gebruik Niet in gebruik Niet in gebruik Niet in gebruik Niet in gebruik Niet in gebruik Niet in gebruik Niet in gebruik...
Pagina 197
Bergen van de auto Sleepoog, achter SLEEPPUNTEN Locatie sleepoog Het afneembare sleepoog bevindt zich in het bagagecompartiment. Het sleepoog moet altijd in de wagen worden meegenomen. Sleepoog aanbrengen LET OP Het afneembare sleepoog heeft linkse schroefdraad. Draai het linksom om het vast te zetten. Zorg ervoor dat het sleepoog volledig wordt vastgezet.
Pagina 198
Bergen van de auto LET OP LET OP Te veel spanning op de sleepkabel Sleep uw auto niet als de kan schade toebrengen aan uw en omgevingstemperatuur lager is dan aan de trekkende auto. 0 ºC. Zet de versnellingsbak in neutraal wanneer uw auto wordt gesleept.
Pagina 199
Binnenverlichting onderhouden zal dit de betrouwbaarheid en de inruilwaarde ten goede komen. Er • Waarschuwings- en controlelampen. staat een groot netwerk van Ford Controles bij het tanken Erkende Reparateurs ter beschikking die u met hun professionele expertise ter zijde •...
Pagina 200
Onderhoud Verplaats de vergrendelnok naar links. DE MOTORKAP OPENEN EN SLUITEN De motorkap openen E87786 E73698 Open de motorkap en ondersteun deze met de steunstang. De motorkap sluiten WAARSCHUWING Zorg dat de motorkap goed wordt gesloten. Laat de motorkap zakken en vanaf een hoogte van 20 –...
Pagina 201
Onderhoud OVERZICHT MOTORRUIMTE - 1,6 L DURATEC-16V TI-VCT (SIGMA) E130030 : Zie Motorkoelvloeistof controleren (bladzijde 203). Expansiereservoir Vloeistofreservoir remsysteem en koppeling (stuur rechts) : Zie Controle vloeistofpeil koppeling en remsysteem (bladzijde 204). Motorolievuldop : Zie Motorolie controleren (bladzijde 203). Vloeistofreservoir remsysteem en koppeling (stuur links) : Zie Controle vloeistofpeil koppeling en remsysteem (bladzijde 204).
Pagina 202
Onderhoud Motoroliepeilstaaf : Zie Motorolie controleren (bladzijde 203). Vloeistofreservoir ruitensproeiers : Zie Ruitensproeiervloeistof controleren (bladzijde 204). Voor een gemakkelijke herkenbaarheid zijn alle vuldoppen en de motoroliepeilstaaf met een kleur gemarkeerd. OVERZICHT MOTORRUIMTE - 1,6 L DURATORQ-TDCI (DV) DIESEL E130031 Expansiereservoir : Zie Motorkoelvloeistof controleren (bladzijde 203).
Pagina 203
Onderhoud Vloeistofreservoir remsysteem en koppeling (stuur links) : Zie Controle vloeistofpeil koppeling en remsysteem (bladzijde 204). Accu: Zie Accu van de auto (bladzijde 209). Zekeringenkast in motorcompartiment: Zie Zekeringen (bladzijde 186). Luchtfilter: geen onderhoud vereist. Motoroliepeilstaaf : Zie Motorolie controleren (bladzijde 203). Vloeistofreservoir ruitensproeiers : Zie Ruitensproeiervloeistof controleren (bladzijde 204).
Pagina 204
Onderhoud Expansiereservoir : Zie Motorkoelvloeistof controleren (bladzijde 203). Vloeistofreservoir remsysteem en koppeling (stuur rechts) : Zie Controle vloeistofpeil koppeling en remsysteem (bladzijde 204). Motoroliepeilstaaf : Zie Motorolie controleren (bladzijde 203). Vloeistofreservoir remsysteem en koppeling (stuur links) : Zie Controle vloeistofpeil koppeling en remsysteem (bladzijde 204). Accu: Zie Accu van de auto (bladzijde 209).
Pagina 205
Het oliepeil mag niet boven het MAX Gebruik geen additieven of andere merkteken komen te staan. smeermiddelen. Onder bepaalde omstandigheden kunnen deze de Vul vloeistof bij die voldoet aan de Ford motor beschadigen. specificatie. Zie Technische specificatie (bladzijde 205). N.B.: Het olieverbruik van nieuwe Draai de vuldop er weer op.
Pagina 206
één reservoir. Draai de dop langzaam los. Laat de druk Vul vloeistof bij die voldoet aan de Ford langzaam ontsnappen terwijl u de dop specificatie. Zie Technische losdraait. specificatie (bladzijde 205).
Pagina 207
Remvloeistof WSS-M6C57-A2 DOT 4 remvloeistof Uw auto is ontworpen voor gebruik van Castrol en Ford motorolie voor een gunstig brandstofverbruik met behoud van de duurzaamheid van de motor. Alleen voor benzinemotoren hebben Ford en Castrol een lage wrijvingsolie SAE-5W-20 ontwikkeld voor een gunstiger brandstofverbruik dan de standaard SAE-5W-30 olie.
Pagina 208
Onderhoud Inhouden Variant Inhoud in liter (gallons) Alle - Grand C-MAX Brandstoftank 60 (13,2) Auto's met benzinemotor - Brandstoftank 55 (12,1) C-MAX 1.6L Duratorq-TDCi - C- Brandstoftank 53 (11,7) 2.0L Duratorq-TDCi - C- Brandstoftank 60 (13,2) Ruitensproeiersysteem - Alle 4,5 (1) met koplampsproeiers Ruitensproeiersysteem - Alle...
Pagina 209
Verzorging van de auto Achterruit reinigen REINIGEN VAN BUITENZIJDE AUTO LET OP Gebruik geen scherpe voorwerpen, WAARSCHUWING schurende reinigingsmiddelen of Wanneer de auto tijdens het chemische oplossingen op de wassen in een autowasserette in de binnenzijde van de achterruit te reinigen. was wordt gezet, verwijder dan de was van de voorruit.
Pagina 210
Lakbeschadigingen door steenslag of kleine krasjes moeten zo spoedig mogelijk Reinig de veiligheidsgordels met een worden hersteld. Uw Ford dealer heeft interieurreiniger of water met een zachte een grote keuze aan producten. Lees en spons. Laat de veiligheidsgordels op een volg nauwkeurig de instructies van de natuurlijke manier drogen.
Pagina 211
Accu van de auto 1. Plaats de auto's zodanig dat ze elkaar GEBRUIK VAN niet raken. STARTKABELS 2. Zet het contact van beide wagens af en schakel alle stroomverbruikers uit. LET OP 3. Verbind de plus (+) pool van auto B Verbind alleen accu's met dezelfde met de plus (+) pool van auto A (kabel nominale spanning met elkaar.
Pagina 212
Accu van de auto ACCU VERVANGEN LET OP Voor auto's met start/stop-schakelaar verschillen de accuvereisten. De accu moet worden vervangen door een accu met exact dezelfde specificatie als de originele. N.B.: Indien nodig moet de Keycode van de audio-installatie opnieuw worden geprogrammeerd.
Pagina 213
Velgen en banden Uitvoeringen met een ALGEMENE INFORMATIE reservewiel LET OP Als het reservewiel exact hetzelfde type Gebruik uitsluitend banden en velgen is en dezelfde afmeting heeft als de met de goedgekeurde maat. Het andere aangebrachte wielen, dan kan het gebruik van andere maten kan bestaande wiel worden vervangen door schade aan de auto tot gevolg hebben...
Pagina 214
Velgen en banden Boordkrik N.B.: Gebruik een krik met een minimum hefvermogen van 1,5 ton en een krikkop WAARSCHUWINGEN met een diameter van minimaal 80 mm (3,1 inch). De boordkrik waarmee uw auto wordt geleverd mag alleen worden Uitvoeringen zonder gebruikt voor het wisselen van een bandenreparatieset wiel in noodsituaties.
Pagina 215
Velgen en banden E92658 Alleen voor gebruik in noodsituaties Onderhoud E93302 Kleine pijlvormige markeringen op de dorpels A duiden de kriksteunpunten aan. E92932...
Pagina 216
Velgen en banden Type 2 LET OP Het afneembare sleepoog heeft linkse schroefdraad. Draai het linksom om het vast te zetten. Zorg ervoor dat het sleepoog volledig wordt vastgezet. E93020 Wielmoersleutel monteren Type 1 WAARSCHUWING E122502 Let erop dat uw vingers niet vast Steek het afneembare sleepoog in de komen te zitten wanneer de wielmoersleutel.
Pagina 217
Velgen en banden Type 2 WAARSCHUWINGEN Schakel de eerste versnelling of de achteruit in wanneer uw auto is uitgerust met een handgeschakelde versnellingsbak. Selecteer stand 'P' wanneer deze met een automatische transmissie is uitgerust. Laat de inzittenden uitstappen. Blokkeer het diagonaal tegenoverliggende wiel met een geschikt blok hout of een wielkeg.
Pagina 218
Velgen en banden LET OP Bevestig lichtmetalen velgen niet met moeren die voor stalen velgen zijn bestemd. N.B.: De wielmoeren voor lichtmetalen velgen en stalen spaakvelgen kunnen gedurende korte tijd worden gebruikt voor het vastzetten van de stalen velg van het reservewiel (maximaal twee weken).
Pagina 219
Velgen en banden 6. Draai de wielmoeren in de Met de bandenreparatieset kunt u de aangegeven volgorde definitief vast. meeste gaatjes dichten [tot een diameter Zie Technische specificatie van zes millimeter], waarna u tijdelijk verder kunt rijden. (bladzijde 223). 7. Breng de wieldop aan met de bal van Let op het volgende bij het gebruik van uw hand.
Pagina 220
Velgen en banden • Parkeer uw wagen zodanig langs de WAARSCHUWINGEN kant van de weg dat u het verkeer niet Sla de bandwang gade. Wanneer u belemmert en dat u in staat bent de scheuren, knobbels en dergelijke set te gebruiken zonder in gevaar te ziet verschijnen, schakel dan de komen.
Pagina 221
Velgen en banden Flessendop Fles afdichtmiddel 1. Open het deksel van de bandenreparatieset. 2. Trek het label I waarop de maximaal toelaatbare snelheid van 80 km/h (50 mph) vermeld staat van het huis en maak het binnen het gezichtsveld van de bestuurder vast op het instrumentenpaneel.
Pagina 222
Velgen en banden Neem de stekker G uit de aansluiting 3. Wanneer de spanning 1,3 bar (19 psi) van de aansteker of het extra of hoger is, breng de band dan op de voorgeschreven spanning. Zie elektrisch aansluitpunt. Technische specificatie (bladzijde Draai de slang C snel van het ventiel 223).
Pagina 223
Velgen en banden Lege flessen afdichtmiddel mogen samen GEBRUIK VAN met het huishoudelijk afval worden WINTERBANDEN afgevoerd. Breng resten afdichtmiddel naar uw dealer of voer ze af volgens de LET OP lokale richtlijnen. Controleer of u de velgen met de winterbanden met het correcte type VERZORGING VAN BANDEN wielmoeren hebt bevestigd.
Pagina 224
Velgen en banden Uitvoeringen met Het detectiesysteem stabiliteitsregeling (ESP) bandenspanningsverlies waarschuwt ingeval van een luchtdrukwijziging in een Uitvoeringen met stabiliteitsregeling (ESP) van de banden. Dit vindt plaats via de kunnen een wat ongebruikelijke ABS-sensoren die de rollende omtrek van rijkarakteristiek vertonen, hetgeen kan de wielen registreren.
Pagina 225
Velgen en banden N.B.: Zet het contact aan. Informatie > Leegloopdetectie 2. Houd de knop OK ingedrukt tot er 1. Navigeer m.b.v. de een bevestiging verschijnt. informatiedisplaybediening naar TECHNISCHE SPECIFICATIE Aanhaalmoment wielmoeren Velgtype Nm (Ib-ft) Alle 130 (96) Bandenspanning (koude banden) Tot 80 km/h Normale belasting Maximaal beladen...
Pagina 226
Velgen en banden Normale belasting Maximaal beladen Uitvoering Bandenmaat Voor Achter Voor Achter bar (psi) bar (psi) bar (psi) bar (psi) Auto's met benzine- 215/50 R 17 2,1 (31) 2,1 (31) 2,5 (36) 2,8 (41) motor 1,6L Duratorq-TDCi 215/50 R 17 2,3 (33) 2,1 (31) 2,5 (36)
Pagina 227
Velgen en banden Normale belasting Maximaal beladen Uitvoering Bandenmaat Voor Achter Voor Achter bar (psi) bar (psi) bar (psi) bar (psi) 1,6L Duratorq-TDCi 215/50 R 17 2,3 (33) 2,1 (31) 2,6 (38) 2,8 (41) (DV) dieselmotor 2,0L Duratorq-TDCi 215/50 R 17 2,4 (35) 2,1 (31) 2,6 (38)
Pagina 228
Velgen en banden Normale belasting Maximaal beladen Uitvoering Bandenmaat Voor Achter Voor Achter bar (psi) bar (psi) bar (psi) bar (psi) Auto's met benzine- 235/40 R 18 2,1 (31) 2,1 (31) 2,6 (38) 2,9 (42) motor 1,6L Duratorq-TDCi 235/40 R 18 2,1 (31) 2,1 (31) 2,6 (38)
Pagina 229
Velgen en banden Normale belasting Maximaal beladen Uitvoering Bandenmaat Voor Achter Voor Achter bar (psi) bar (psi) bar (psi) bar (psi) 1,6L Duratorq-TDCi 235/40 R 18 2,1 (31) 2,1 (31) 2,7 (39) 3,2 (46) (DV) dieselmotor 2,0L Duratorq-TDCi 235/40 R 18 2,5 (36) 2,1 (31) 2,7 (39)
Pagina 230
Voertuigidentificatie N.B.: Het ontwerp van het VOERTUIGIDENTIFICA- identificatieplaatje kan afwijken van het TIEPLAATJE getoonde plaatje. N.B.: De informatie op het identificatieplaatje is afhankelijk van de vereisten per land. E135662 Model Uitvoering Motorbenaming Emissieniveau Voertuigidentificatienummer Maximaal toelaatbare totaalgewicht Maximaal toelaatbaar treingewicht Maximale voorasbelasting Maximale achterasbelasting Het voertuigidentificatienummer (VIN) en...
Pagina 231
Voertuigidentificatie VOERTUIGIDENTIFI- CATIENUMMER (VIN) E87496 Het Voertuig Identificatie Nummer (chassisnummer) is rechtsvoor naast de voorstoel in de bodemplaat ingeslagen. Het is ook op de linkerzijde van het instrumentenpaneel vermeld.
Pagina 232
Technische specificaties TECHNISCHE SPECIFICATIE Afmetingen van de auto E130083 C-MAX Punt Beschrijving van afmeting Afmeting in mm (inches) Totale lengte 4 380 (172,4)
Pagina 233
Technische specificaties Punt Beschrijving van afmeting Afmeting in mm (inches) Totale breedte inclusief buitenspiegels 2 067 (81,4) Totale hoogte - EC rijklaargewicht 1 595 - 1 626 (62,8 - 64,0) Wielbasis 2 648 (104,2) Spoorbreedte, voor 1 544 - 1 559 (60,8 - 61,4) Spoorbreedte, achter 1 554 - 1 569 (61,2 - 61,8) Grand C-MAX...
Pagina 234
Technische specificaties Afmetingen trekhaak E130084...
Pagina 235
Technische specificaties Punt Beschrijving van afmeting Afmeting in mm (inches) Bumper – achterzijde trekhaakkogel 111 (4,4) Bevestigingspunt - hart trekhaakkogel 4 (0,1) (C-MAX) Bevestigingspunt - hart trekhaakkogel 5 (0,2) (Grand C-MAX) Hart wiel – hart trekhaakkogel 925 (36,4) Hart trekhaakkogel – langsbalk 518 (20,4) Afstand tussen de langsbalken 1 036 (40,8)
Pagina 236
Inleiding audio-installatie Labels op de audio-installatie BELANGRIJKE AUDIO- INFORMATIE WAARSCHUWINGEN Door technische verschillen kunnen opneembare CD’s (CD-R's) en E66256 opnieuw beschrijfbare CD’s (CD-RW's) mogelijk niet correct functioneren. Deze radio / CD-spelers spelen CD's af die voldoen aan de standaard audiospecificaties van het E66257 International Red Book.
Pagina 237
Overzicht audio-installatie N.B.: Audio-units zijn voorzien van een OVERZICHT AUDIO- geïntegreerd multifunctioneel display INSTALLATIE boven de CD-sleuf. Hierop wordt belangrijke informatie weergegeven over de bediening van de audio-unit. Daarnaast bevinden zich rondom het display diverse pictogrammen die oplichten wanneer een functie actief is (bijvoorbeeld CD, Radio of Aux.) Type 1...
Pagina 238
Overzicht audio-installatie Verkeersberichten. Zie Regeling functie verkeersinformatie (bladzijde 244). Stationsvoorkeuzetoetsen. Zie Voorkeuzetoetsen (bladzijde 243). Opwaarts zoeken. CD-nummerkeuze. Zie Station afstemtoetsen (bladzijde 242). Zie Nummer selecteren (bladzijde 247). Aan/uit en volumeknop. Neerwaarts zoeken. CD-nummerkeuze. Zie Station afstemtoetsen (bladzijde 242). Zie Nummer selecteren (bladzijde 247). Menu selecteren.
Pagina 239
Overzicht audio-installatie E130142 CD-uitwerptoets. Zie CD-speler (bladzijde 247). Navigatiepijlen. CD-sleuf. Zie CD-speler (bladzijde 247). Informatie. Verkeersberichten. Zie Regeling functie verkeersinformatie (bladzijde 244). Klanktoets. Zie Volumeknop (bladzijde 242). Telefoontoetsenblok en stationsvoorkeuzetoetsen. Zie Gebruik maken van de telefoon (bladzijde 256). Zie Voorkeuzetoetsen (bladzijde 243). Functie 4.
Pagina 240
Overzicht audio-installatie Aan/uit en volumeknop. Neerwaarts zoeken. CD-nummerkeuze. Zie Station afstemtoetsen (bladzijde 242). Zie Nummer selecteren (bladzijde 247). Functie 2. Functie 1. Menu selecteren. Telefoonmenu. Zie Telefoon (bladzijde 254). Extra ingang, USB en iPod selecteren. Zie Aansluiting Auxiliary ingang (AUX IN) (bladzijde 134). Zie Ingangsaansluiting (AUX IN) (bladzijde 252). Zie Verbinding (bladzijde 275).
Pagina 241
Overzicht audio-installatie E129074 Aan/uit regeling. Display selecteren. Telefoontoetsenblok en stationsvoorkeuzetoetsen. Zie Gebruik maken van de telefoon (bladzijde 256). Zie Voorkeuzetoetsen (bladzijde 243). CD-sleuf. Zie CD-speler (bladzijde 247). Navigatiepijlen. DSP selecteren. Zie Digitale signaalverwerking (DSP) (bladzijde 245). CD-uitwerptoets. Zie CD-speler (bladzijde 247). Informatie.
Pagina 243
Beveiliging van uw audio-installatie BEVEILIGINGSCODE Elke installatie heeft een unieke code die gekoppeld is aan het chassisnummer (VIN). Het systeem controleert automatisch of de audio-installatie en de auto overeenkomen, voordat het gebruik wordt toegestaan. Als een veiligheidscodemelding verschijnt, neem dan contact op met uw dealer.
Pagina 244
Werking van de audio-installatie AAN/UIT TOETS STATION AFSTEMTOETSEN DAB-service linking Druk op de aan/uit knop. Hierdoor kan het toestel nog een uur nadat het contact is N.B.: De DAB service linking is standaard afgezet worden gebruikt. uitgeschakeld. Na een uur schakelt het radiotoestel N.B.: Via service linking zijn automatisch uit.
Pagina 245
Werking van de audio-installatie Type 2 en 3 1. Selecteer een golfband. 2. Stem af op het gewenste radiostation. 1. Druk op functietoets 2. 3. Houd een van de voorkeuzetoetsen 2. Druk op de linker en rechter ingedrukt. Er verschijnen een pijltjestoetsen om de frequentieband voortgangsbalk en een melding.
Pagina 246
Werking van de audio-installatie Volume van de REGELING FUNCTIE verkeersberichten VERKEERSINFORMATIE Verkeersberichten onderbreken de Veel radiostations die op de FM-band normale geluidsweergave met een uitzenden hebben een TP-code die voorgeprogrammeerd volume dat aanduidt dat deze verkeersinformatie gewoonlijk hoger is dan het gebruikelijke uitzenden.
Pagina 247
Menu's audio-installatie 4. Druk op de pijltjestoetsen AUTOMATISCHE omhoog/omlaag om de gewenste VOLUMEREGELING instelling te selecteren. 5. Druk op de OK toets om uw keuze te Indien van toepassing, past de bevestigen. automatische volumeregeling (AVC) het geluidsvolume aan, om geluiden van de 6.
Pagina 248
Menu's audio-installatie Onder bepaalde omstandigheden kan REGIONALE MODUS (REG) door het afstemmen op alternatieve frequenties (AF) de normale ontvangst De regionale modus (REG) regelt het tijdelijk worden onderbroken. gedrag van AF door tussen regionale netwerken van een hoofdzender te De installatie evalueert continu de schakelen.
Pagina 249
CD-speler CD AFSPELEN VERSNELD VOORUIT/ACHTERUIT N.B.: Tijdens het afspelen wordt de CD, het nummer en de verstreken tijd van het Houd de zoeken omlaag of omhoog toets nummer op het display weergegeven. ingedrukt om achteruit of vooruit binnen de nummers op de CD te gaan. Druk tijdens radio-ontvangst eenmaal op de toets CD om de CD-weergave te starten.
Pagina 250
CD-speler 2. Selecteer REPEAT waarna de functie N.B.: Wanneer een MP3-CD wordt kan worden in- of uitgeschakeld. Het afgespeeld, bestaan de opties uit nummer wordt na afloop herhaald. SCANNEN van de hele CD of van alleen de nummers in de map. Door meerdere Wanneer een MP3-CD wordt afgespeeld, keren op functietoets 3 te drukken wordt bestaan de opties uit HERHALEN van het...
Pagina 251
CD-speler Denk aan deze beperkingen voor Joliet • Wanneer u de extensie “.MP3” aan of Romeo in het geëxpandeerde format een ander bestand dan een MP3 wanneer u de software voor uw bestand toevoegt, herkent de speler CD-brander configureert. het bestand niet correct en zal deze een geluid genereren dat uw Multi session luidsprekers kan beschadigden.
Pagina 252
CD-speler N.B.: Een map die geen MP3 bestand • Wanneer een deel van ID3 tag ver.2 bevat wordt overgeslagen. (aan het begin van het nummer) wordt overgeslagen, wordt geen geluid Tip voor het afspelen:om de weergegeven. Sla veranderingen in gewenste volgorde van afspelen aan te tijd over afhankelijk van de capaciteit duiden, moet vóór de map of de van ID3 tag ver.2.
Pagina 253
CD-speler N.B.: Hierdoor wordt niet de CD MP3 WEERGAVE-OPTIES uitgeworpen; het weergeven van de CD wordt alleen onderbroken op de plaats N.B.: Bij units van type 1 kan het nodig waar de weergave van de radio werd zijn meerdere keren op de toets INFO te hervat.
Pagina 254
Ingangsaansluiting (AUX IN) INGANGSAANSLUITING (AUX IN) N.B.: Stel voor optimale prestaties bij het afspelen van een extra apparaat het volume daarvan hoog. Hierdoor worden storingen gereduceerd wanneer het apparaat wordt aangesloten op de aansluiting voor de sigarenaansteker in de auto. Via de extra ingang (AUX IN), indien aanwezig, kan een extra apparaat zoals een MP3-speler op de audio-installatie...
Pagina 255
Storingen verhelpen audio-installatie STORINGEN VERHELPEN AUDIO-INSTALLATIE Display van de audio-instal- Rectificatie latie CONTROLEER CD Algemeen bericht voor storingen tijdens het afspelen van een CD, zoals 'cannot read the CD' (kan CD niet lezen), 'data-CD inserted' (data-CD aangebracht), enz. Controleer of de CD is aangebracht met de juiste zijde naar boven is gekeerd.
Pagina 256
Om dit te voorkomen moeten alleen aanbevolen 2. Zoek in het Bluetooth menu van uw telefoons worden gebruikt. telefoon naar Ford Audio en selecteer deze optie. Bezoek de website www.ford-mobile-connectivity.com voor volledige gegevens.
Pagina 257
Telefoon 3. Voer het op de voertuigdisplay Kantoor weergegeven codenummer in met behulp van de toetsen van de E87993 telefoon. Wanneer geen codenummer Van een telefoon een actieve wordt weergegeven op de display, telefoon maken voer dan het Bluetooth PIN nummer 0000 in met behulp van de toetsen N.B.: Wanneer met de telefoon die als van de telefoon.
Pagina 258
Telefoon N.B.: Er kunnen maximaal zes apparaten N.B.: Indien er naar wordt verwezen worden gekoppeld. Als er al zes Bluetooth kunnen de pijltjestoetsen apparaten zijn gekoppeld, moet er één omhoog/omlaag, de toetsen worden ontkoppeld om een nieuw omhoog/omlaag zoeken en de OK toets apparaat te kunnen koppelen.
Pagina 259
Telefoon 5. Druk op de toets OK om het 6. Druk op de geselecteerde telefoonnummer te omhoog/omlaag-pijltjestoetsen om het gewenste telefoonnummer te kiezen. selecteren. Een nummer kiezen m.b.v. het 7. Druk op de toets OK. telefoontoetsenblok Laatst gekozen nummer opnieuw 1.
Pagina 260
Telefoon Een tweede inkomend gesprek 2. Druk op de toetsen omhoog/omlaag beantwoorden tot SELECT PHONE wordt weergegeven. N.B.: Het eerste inkomende gesprek 3. Druk op de toets OK. wordt verbroken en vervangen door het tweede inkomende gesprek. 4. Blader met de toetsen omhoog/omlaag door de Tweede inkomende gesprekken kunnen verschillende opgeslagen telefoons...
Pagina 261
Spraaksturing Probeer geen nieuwe commando's te WERKING geven voordat u de piep hebt gehoord. Het spraakbesturingssysteem herhaalt LET OP elk gesproken commando. Door gebruik van het systeem bij Wanneer u niet precies weet hoe u moet uitgeschakelde motor wordt de accu doorgaan, zeg dan "HELP"...
Pagina 262
Spraaksturing Spraaklabel • telefoon: "MOBILE NAME", "DIAL NUMBER", "DIAL NAME" en "REDIAL" Het spraaklabel kan de telefoon, de • automatische klimaatregeling: audio-installatie en het navigatiesysteem "TEMPERATURE", "AUTO MODE", ondersteunen door gebruik te maken van "DEFROSTING/DEMISTING ON" en de "STORE NAME" functie (naam "DEFROSTING/DEMISTING OFF"...
Pagina 263
Spraaksturing "CD PLAYER" "REPEAT FOLDER" "REPEAT TRACK" "REPEAT OFF" * Kan als short cut worden gebruikt. ** Alleen beschikbaar als de CD audiogegevensbestanden bevat, zoals MP3. Muzieknummer U kunt direct een muzieknummer op de CD kiezen. Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "CD PLAYER"...
Pagina 264
Spraaksturing "RADIO" "HELP" "AM" "FM" "TUNE NAME" "DELETE NAME" "DELETE DIRECTORY" "PLAY DIRECTORY" "STORE NAME" "PLAY" * Kan als short cut worden gebruikt. Afstemfrequentie Met deze functie kunt u met gesproken commando's afstemmen op radiostations. Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "RADIO"...
Pagina 265
Spraaksturing • "Five thirty one" (531) Naam opslaan • "Nine hundred" (900) Wanneer u op een radiostation hebt afgestemd, kunt u deze met een naam • "Fourteen forty" (1440) in het bestand opslaan. • "Fifteen zero three" (1503) • "Ten eighty" (1080) Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt...
Pagina 266
Spraaksturing Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "YES" "DELETED" "NO" "COMMAND CANCELLED" Bestand afspelen Met deze functie kunt u het systeem alle opgeslagen radiostations laten opnoemen. Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "RADIO" "RADIO" "PLAY DIRECTORY" "PLAY <DIRECTORY>" Bestand wissen Met deze functie kunt u alle opgeslagen radiostations wissen.
Pagina 267
Spraaksturing Auxiliary ingang Met deze functie laat u de audiobron overschakelen op het aangesloten apparaat met auxiliary ingang. Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "EXTERNAL DEVICE" "EXTERNAL DEVICE" "LINE IN" "LINE IN" Overzicht Externe apparaten - USB Het onderstaande overzicht toont de Deze gesproken commando's beschikbare gesproken commando's.
Pagina 268
Spraaksturing Afspelen USB Met deze functie laat u de audiobron overschakelen op het aangesloten USB-apparaat. Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "EXTERNAL DEVICE" "EXTERNAL DEVICE" "USB" "USB" "PLAY" USB-muzieknummer U kunt direct een muzieknummer op het USB-apparaat kiezen. Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "EXTERNAL DEVICE"...
Pagina 269
Spraaksturing "EXTERNAL DEVICE", "IPOD" "SHUFFLE ALL" "SHUFFLE PLAYLIST" "SHUFFLE OFF" "REPEAT TRACK" "REPEAT OFF" * Kan als short cut worden gebruikt. ** Aan door spraakbesturing geactiveerde afspeellijsten moeten specifieke bestandsnamen worden toegewezen. Zie Algemene informatie (bladzijde 275). iPod-muzieknummer U kunt direct een muzieknummer op de iPod kiezen in de lijst met alle titels.
Pagina 270
Spraaksturing Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "<een getal tussen 1 en 10>" "PLAYLIST <nummer>" * Aan door spraakbesturing geactiveerde afspeellijsten moeten specifieke bestandsnamen worden toegewezen. Zie Algemene informatie (bladzijde 275). Overzicht COMMANDO’S TELEFOON Het onderstaande overzicht toont de beschikbare gesproken commando's. De Telefoon volgende lijsten bieden aanvullende informatie over het complete...
Pagina 271
Spraaksturing Telefoonfuncties Nadat het spraaklabel is uitgesproken kunnen telefoonnummers worden Nummer kiezen gekozen. Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "TELEFOON" "TELEFOON" "NUMBER PLEASE" "DIAL NUMBER" "<telefoonnummer>" "<telefoonnummer> CONTINUE?" "DIAL" "DIALLING" "CORRECTION" "<laatste deel van nummer herhalen> CONTINUE?" * Kan als short cut worden gebruikt. Naam kiezen Nadat het spraaklabel is uitgesproken kunnen telefoonnummers worden...
Pagina 272
Spraaksturing Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "TELEFOON" "TELEFOON" "REDIAL" "REDIAL" "CONFIRM YES OR NO" "YES" "DIALLING" "NO" "COMMAND CANCELLED" * Kan als short cut worden gebruikt. Naam mobiele telefoon Met deze functie kunt u met een spraaklabel toegang krijgen tot de in uw mobiele telefoon opgeslagen telefoonnummers.
Pagina 273
Spraaksturing Een telefoonboek aanleggen Nieuwe spraaklabels kunnen worden opgeslagen met het commando "STORE Naam opslaan NAME". Deze functie kan worden gebruikt voor het kiezen van een nummer door de naam in plaats van het complete telefoonnummer uit te spreken. Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "TELEFOON"...
Pagina 274
Spraaksturing Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "TELEFOON" "TELEFOON" "PLAY DIRECTORY" "PLAY DIRECTORY" Bestand wissen Met deze functie kunt u alle ingevoerde gegevens in één keer wissen. Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "TELEFOON" "TELEFOON" "DELETE DIRECTORY" "DELETE DIRECTORY" "CONFIRM YES OR NO" "YES"...
Pagina 275
Spraaksturing Overzicht COMMANDO’S KLIMAATREGELING Het onderstaande overzicht toont de beschikbare gesproken commando's. De Airconditioning volgende lijsten bieden aanvullende informatie over het complete Met gesproken commando's voor de commandomenu aan de hand van klimaatregeling kunnen het gekozen voorbeelden. aanjagertoerental, de temperatuur en de modus worden ingesteld.
Pagina 276
Spraaksturing Ontdooien/ontwasemen Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "CLIMATE" "CLIMATE" "DEFROSTING ON/DEMISTING "DEFROSTING ON/DEMISTING ON" ON" "DEFROSTING OFF/DEMISTING "DEFROSTING OFF/DEMISTING OFF" OFF" * Kan als short cut worden gebruikt. Temperatuur Met deze functie kunt u de temperatuur instellen. Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "CLIMATE"...
Pagina 277
Breng geen USB-hubs of -splitters USB-aansluiting aan. • iPod mediaspelers (ga naar www.ford-mobile-connectivity.com N.B.: Het systeem is alleen ontworpen voor de nieuwste compatibiliteitslijst). voor het herkennen en lezen van geschikte audiobestanden van een Het systeem is USB 2.0 Full Speed USB-apparaat dat voldoet aan de klasse compatibel, USB 1.1 Host Compliant en...
Pagina 278
Maak afspeellijsten met de naam volume van de iPod op maximum worden "Ford<*>", waar <*> een cijfer tussen 1 gezet en de equalizerinstellingen worden en 10 is voor het inschakelen van uitgeschakeld alvorens de aansluitingen...
Pagina 279
Artiest. dit te voorkomen moeten alleen aanbevolen apparaten worden gebruikt. • Album. • Bestandsnaam. Bezoek de website www.ford-mobile-connectivity.com voor volledige gegevens. USB-APPARAAT GEBRUIKEN Apparaat aansluiten op (voertuig)systeem Verschillende pictogrammen worden gebruikt voor het herkennen van Volg voor het aansluiten van het apparaat...
Pagina 280
Verbinding Album • "<" voor de lijst geeft aan dat een niveau hoger leesbaar is. E100024 • Pictogrammen aan de linkerzijde van Artiest de nummer-/maptekst geven het type bestand/map aan. Raadpleeg de lijst E100025 voor een uitleg van deze pictogrammen. Bestandsnaam Gebruik voor het navigeren door de E100026...
Pagina 281
Verbinding De iPod-menulijst voor het bladeren door IPOD GEBRUIKEN de inhoud is beschikbaar via de radiodisplay. Bladeren door de inhoud is Verschillende pictogrammen worden gebaseerd op hetzelfde principe als voor gebruikt voor het herkennen van het gebruik van een stand-alone iPod verschillende audiobestanden, mappen (bijvoorbeeld zoeken op artiest, titel enz.).
Pagina 282
Verbinding Bediening van de audio- installatie Druk op de toetsen opwaarts/neerwaarts zoeken om achteruit en vooruit door de nummers te gaan. Houd de toetsen ingedrukt om snel achteruit/vooruit door een nummer te gaan. Gebruik de functietoetsen om willekeurig afspelen en herhaald afspelen in te schakelen voor afspeellijsten.
Pagina 283
Introductie navigatie ALGEMENE INFORMATIE LET OP Reinig de unit niet met oplosmiddelen Druk op de betreffende toets op het front of spuitbussen. Gebruik alleen een in om toegang te krijgen tot de vochtige doek. systeemfuncties. Hierdoor komt u in de Steek geen vreemde voorwerpen in geselecteerde modus.
Pagina 284
Veiligheidsinformatie Lees de volgende veiligheidsmaatregelen en volg deze op. Wanneer u dit nalaat wordt de kans op een aanrijding en lichamelijk letsel verhoogd. Ford Motor Company is niet aansprakelijk voor schade die voortvloeit uit het niet opvolgen van deze richtlijnen.
Pagina 285
LET OP sluiten op de GPS-ontvanger in de auto. Omdat er geen algemene N.B.: De Ford Mobile Navigation moet overeenkomst bestaat, kunnen worden geïnstalleerd en geactiveerd op fabrikanten van mobiele telefoons uw mobiele telefoon.
Pagina 286
E114213 3. Druk op de OK toets om de keuze te activeren. 2. Schakel uw mobiele telefoon in en start de Ford Mobile Navigation. Keuzelijsten 3. Kies Selecteer navigatie. Op diverse schermen wordt een lijst met 4. Kies Adres.
Pagina 287
Introductie navigatie Voorbeeld van een route invoeren Hoofdscherm navigatie • Druk op de toets NAV om het navigatiesysteem te selecteren. De waarschuwing wordt weergegeven. Lees de waarschuwing en druk op de OK toets om het systeem te gebruiken. Scherm voor het invoeren van de bestemming •...
Pagina 288
Overzicht navigatie-unit OVERZICHT NAVIGATIE- Beschrijvingen voor EENHEID functietoetsen 1-4 Functietoetsen 1 tot en met 4 zijn contextafhankelijk en wijzigen als functie van de huidige audio-unitmodus. Beschrijvingen voor de functies worden aan de onderzijde van het display weergegeven. E104157...
Pagina 289
Overzicht navigatie-unit Auto's met CD-SD navigatiesysteem E129241 CD-uitwerptoets. Navigatiepijlen. CD-sleuf. Informatie. Kaart selecteren. Zie Routeweergaven (bladzijde 295). Menu selecteren. Zie Systeeminstellingen (bladzijde 291). Telefoontoetsenblok en stationsvoorkeuzetoetsen. Zie Werking van de audio-installatie (bladzijde 242). Zie Menu's audio-installatie (bladzijde 245). Zie Telefoon (bladzijde 254). Klok.
Pagina 290
Overzicht navigatie-unit Verkeersberichten. Zie Traffic Message Channel (verkeersberichtenkanaal) (bladzijde 297). Functie 4. Functie 3. Opwaarts zoeken. CD-nummerkeuze. Zie Station afstemtoetsen (bladzijde 242). Zie Nummer selecteren (bladzijde 247). Aan/uit en volumeknop. Zie Aan/uit toets (bladzijde 242). Neerwaarts zoeken. CD-nummerkeuze. Zie Station afstemtoetsen (bladzijde 242).
Pagina 291
Overzicht navigatie-unit Auto's met Sony CD-SD navigatiesysteem E129242 Aan/uit regeling. Zie Aan/uit toets (bladzijde 242). Navigatie selecteren. Zie Systeeminstellingen (bladzijde 291). Telefoontoetsenblok en stationsvoorkeuzetoetsen. Zie Werking van de audio-installatie (bladzijde 242). Zie Menu's audio-installatie (bladzijde 245). Zie Telefoon (bladzijde 254). CD-sleuf.
Pagina 292
Overzicht navigatie-unit Opwaarts zoeken. CD-nummer selecteren, oproep beëindigen. Zie Station afstemtoetsen (bladzijde 242). Zie Nummer selecteren (bladzijde 247). Zie Gebruik maken van de telefoon (bladzijde 256). Home selecteren. Zie Systeeminstellingen (bladzijde 291). Verkeersberichten. Zie Traffic Message Channel (verkeersberichtenkanaal) (bladzijde 297). Functie 4.
Pagina 293
Systeeminstellingen N.B.: Druk bij auto's met een Sony SYSTEEMINSTELLINGEN CD-SD navigatiesysteem op de HOME toets, waarna het systeem de De meest belangrijke instellingen van uw routebegeleiding naar het thuisadres in navigatiesysteem zijn via de MENU of de lijst automatisch start. NAV toets bereikbaar.
Pagina 294
Systeeminstellingen Menustructuur - Informatie- en Routeopties entertainmentdisplay - Alle Via deze functie kunt u de route auto's aanpassen aan uw specifieke reisvereisten (bijvoorbeeld de snelste of Audio-instellingen meest economische route selecteren of een route selecteren waarbij tunnels, Adaptief volume seizoenswegen en tolwegen worden Via deze functie kunt u het volume vermeden).
Pagina 295
Systeeminstellingen Alternatieve frequenties N.B.: GPS-tijd moet zijn geselecteerd. Via deze functie kunt u zoeken en 24-uurs schakelen naar het sterkste zendersignaal Via deze functie kunt u het systeem tijdens navigeren van het ene instellen op de 12- en 24-uurs modus. zendergebied naar het andere.
Pagina 296
Navigatiesysteem Sportief MENU ROUTE-OPTIES Via deze optie wordt prioriteit gegeven U kunt een aantal opties invoeren die de aan de route voor een bestuurder met geplande route veranderen. een sportieve rijstijl naar uw reisdoel. Met behulp van de pijltoetsen omhoog, Eco instelling omlaag, naar links en naar rechts kunt u in de lijst selecteren welke...
Pagina 297
Navigatiesysteem Veer/autotrein U kunt de wijze waarop de kaart wordt weergegeven veranderen, door in- of uit Als het systeem is ingeschakeld, zoekt dit te zoomen en de oriëntatie-instellingen naar faciliteiten met veerboten en te wijzigen. Druk op de betreffende autotreinen op uw route en worden de functietoetsen om de schaalverdeling van totale afstand en de reistijd automatisch de kaart te wijzigen en gebruik de linker...
Pagina 298
Navigatiesysteem WAARSCHUWING Vertrouw tijdens het navigeren niet op de aanwijzingen op het scherm. Luister altijd naar de navigatiestem en houd uw aandacht bij de weg voor u.
Pagina 299
Traffic Message Channel (verkeersberichtenkanaal) TMC berichten gebruiken WERKING Selecteer het gewenste item om een lijst Traffic Message Channel (TMC) met TMC berichten weer te geven. Zie radiostations zenden op de FM-band uit. Algemene informatie (bladzijde 89). TMC is een systeem dat Dit is slechts een overzicht met verkeersberichten ontvangt, die kunnen basisinformatie.
Pagina 300
Kaartupdates KAARTUPDATES Het netwerk van wegen verandert voortdurend door de aanleg van nieuwe wegen, verandering van de classificatie, enz. Daardoor is het mogelijk dat de klantgegevens in het systeem niet altijd exact overeenkomen met de werkelijkheid. De wegenkaartinformatie wordt regelmatig bijgewerkt, maar alle gebieden zijn niet tot op hetzelfde niveau gedekt.
Pagina 301
Het woord, het merk en de logo's FCC/INDUSTRY CANADA Bluetooth zijn eigendom van Bluetooth NOTICE SIG Inc. en de Ford Motor Company mag dergelijke merktekens onder licentie Het apparaat voldoet aan Deel 15 van de gebruiken. Namen van andere producten FCC-regelgeving.
Pagina 302
Bijlagen E114220 TYPEGOEDKEURINGEN TYPEGOEDKEURINGEN EU-verklaring Valeo verklaart hierbij dat dit korte bereik-apparaat voldoet aan de E97713 noodzakelijke vereisten en andere relevante bepalingen in Directive 1999/5/EC. E97714 Het SD-logo is een handelsmerk.
Pagina 303
Bijlagen Certificaat voor Verenigde WAARSCHUWINGEN Arabische Emiraten Radiofrequentie (RF) zenders (bijv. mobiele telefoons, amateur radiozenders, enz.) mogen alleen in uw wagen worden gemonteerd, wanneer deze volledig voldoen aan de parameters die in de onderstaande tabel zijn weergegeven. Er zijn geen bijzondere voorzieningen of voorwaarden voor het monteren of gebruik.
Pagina 304
Bijlagen Frequentie- Maximum uitgangsvermogen in Antenneplaatsen band MHz watt (piek RMS) 1 – 30 50 W 3. 4 30 – 54 50 W 1. 2. 3 68 – 87,5 50 W 1. 2. 3 142 – 176 50 W 1. 2. 3 380 –...
Pagina 305
Index Akoestische waarschuwingssignalen en -indicaties.........86 Automatische transmissie......86 De gongsignalen in- en uitschakelen..86 Zie: Klimaatregeling........107 Herinneringssysteem Aan/uit toets..........242 veiligheidsgordel........87 Aanhangers trekken......180 Kofferdeksel - Elektrisch bediende Aansluiting Auxiliary ingang (AUX IN) achterklep..........87 ...............134 Laag brandstofpeil........87 Aansluitpunten van de accu ....210 sleutel buiten auto........87 Aansteker..........132 Sleutel in contactslot........87 Verlichting ingeschakeld......87...
Pagina 306
Index Automatische transmissie....150 Batterij van afstandsbediening vervangen..........36 Aanwijzingen voor het rijden met een automatische transmissie.....152 Afstandsbediening met inklapbaar Handmatig schakelen - Auto's met 5-traps sleutelblad..........37 transmissie..........151 Afstandsbediening zonder inklapbaar Sportmodus en handmatig schakelen - sleutelblad..........37 Bedieningselementen telefoon..256 Auto's met 6-traps transmissie....151 Standen van transmissiehendel....150 Afstandsbediening........256 Bekerhouders........133...
Pagina 307
Index Commando’s audio-unit ....260 Dimmer instrumentenpaneelverlichting..131 Auxiliary ingang...........265 Door water rijden........184 CD-speler............260 Externe apparaten - iPod......266 Door water rijden........184 Externe apparaten - USB......265 Radio.............261 Zie: Dieselroetfilter (DPF)......140 Commando’s klimaatregeling.....273 Airconditioning..........273 Commando’s telefoon......268 Eco-modus..........144 Een telefoonboek aanleggen....271 Hoofdinstellingen........272 Werking............144 Eco-modus gebruiken......144 Telefoon............268 Telefoonfuncties.........269 Eco-modus resetten........144...
Pagina 308
Index Elektromagnetische Gebruik van veiligheidsgordels tijdens compatibiliteit........301 zwangerschap........34 Extern apparaat aansluiten - Auto's met Gebruik van winterbanden....221 Bluetooth..........277 Gecodeerde sleutels......48 Bluetooth audio-apparaat Gemaksfuncties........130 aansluiten..........277 Gevarendriehoek........185 Extern apparaat aansluiten ....276 Glashouder ..........133 Gloeilampentabel........73 Aansluiting...........276 Extra verwarming........113 Gloeilampen vervangen......66 Extra verwarming diesel (afhankelijk van Achterlichtunits..........70 het land)............116 Bagageruimteverlichting,...
Pagina 309
Index Hill launch assist (HLA) Inrijden.............184 Zie: Regeling voor bergop rijden Banden............184 gebruiken..........157 Motor............184 Remmen en koppeling......184 Zie: Regeling voor bergop rijden....157 Instrumenten...........82 Interieurverlichting........65 Zie: Regeling voor bergop rijden LED-interieurverlichting.......65 Introductie navigatie ......283 gebruiken..........157 Hoofdsteunen.........118 Algemene informatie........281 Hoofdsteun instellen........118 Auto's met CD-SD navigatiesysteem of Hoofdsteun verwijderen......119 Sony CD-SD navigatiesysteem...284 Hoogte van veiligheidsgordels...
Pagina 310
Index Klok............132 Meters............82 Koplamphoogte afstellen......62 Brandstofpeilmeter........83 Aanbevolen regelknopstanden....62 Koelvloeistoftemperatuurmeter....83 Koplampsproeiers........57 Mistachterlichten........62 Kort overzicht...........10 Mistlamp .................1 6 Zie: Voorste mistlampen......61 Monitor dode hoek ........78 Automatische inschakeling van de verlichting...........14 Gebruik van het systeem......79 Automatische klimaatregeling....16 Informatiesysteem dode hoek (BLIS)..78 Automatische transmissie......17 Registratiefouten..........80 Automatisch wissen........14 Systeem in- en uitschakelen......80...
Pagina 311
Onderdelen en accessoires....7 Passagiersairbag uitschakelen.....34 Kijk voor het Ford logo op de volgende Airbag aan passagierszijde onderdelen..........8 inschakelen..........35 Nu kunt u er zeker van zijn dat uw Ford Airbag aan passagierszijde onderdelen Ford onderdelen zijn.....7 uitschakelen..........35 Onderhoud..........197 Schakelaar voor airbag aan Algemene informatie........197...
Pagina 312
Index Regeling voor bergop rijden Setup telefoon........255 gebruiken..........157 Een andere Bluetooth telefoon Alleen auto's met handgeschakelde aanmelden..........255 versnellingsbak........157 Telefoonboek..........255 Het systeem activeren.......157 Telefoonboekcategorieën......255 Het systeem deactiveren......158 Van een telefoon een actieve telefoon Regeling voor bergop rijden....157 maken.............255 Shuffle/random (door Werking............157 Regionale modus (REG)......246 elkaar/willekeurig).......247 Reinigen van binnenzijde auto....208...
Pagina 313
Index Snelheidsregeling Systeeminstellingen ......291 Zie: Snelheidsregeling (cruise control)..169 Audio-instellingen........292 Specificatie-overzicht zekeringen..187 Klokinstellingen...........293 Zekeringenkast in de Menustructuur - Informatie- en motorcompartiment......187 entertainmentdisplay - Alle Zekeringenkast laadruimte.......192 auto's............292 Zekeringkast in de passagiersruimte..190 Menustructuur - Informatie- en Spiegels entertainmentdisplay - Auto's met Zie: Ruiten en spiegels.........75 navigatiesysteem........291 Zie: Verwarmde ruiten en spiegels...113 Spraakgestuurd regelsysteem...
Pagina 314
Index Typegoedkeuringen......299 Verlichtingsbediening......60 Certificaat voor Verenigde Arabische Grootlicht en dimlicht........60 Emiraten...........301 Home safe verlichting........61 EU-verklaring..........300 Lichtsignaal............60 FCC/INDUSTRY CANADA NOTICE..299 Parkeerlichten..........60 RX-42 - Conformiteitsverklaring....299 Standen van de lichtschakelaar....60 Verlichting..........60 Versneld vooruit/achteruit....247 Versnellingsbak/transmissie....150 USB-apparaat gebruiken ....277 Versnellingsbak Bediening............278 Zie: Versnellingsbak/transmissie....150 Verwarmde ruiten en spiegels.....113 Bediening van de audio-installatie...278 USB-poort..........135 Verwarmbare buitenspiegels....113...