om weg te rijden. Zo wordt voorkomen dat
de auto op een helling kan terugrollen. Dit
is een voordeel bij het wegrijden op een
helling (bijvoorbeeld bij een parkeergarage,
verkeerslichten of bij het achteruitrijden
bergop tijdens parkeren).
Het systeem wordt op een helling
automatisch ingeschakeld, waardoor de
auto een aanzienlijk stuk kan terugrollen.
N.B.: Hellingstart is beschikbaar in auto's
met elektronische stabiliteitsregeling (ESC).
Hellingstart gebruiken
1.
Druk het rempedaal in om de auto
volledig tot stilstand te brengen. Houd
het rempedaal ingedrukt.
2. Als de sensoren registreren dat de auto
op een helling staat, dan wordt het
systeem automatisch geactiveerd.
3. Wanneer u uw voet van het rempedaal
neemt, blijft de auto gedurende
ongeveer twee tot drie seconden op de
helling staan zonder achteruit te rollen.
Deze periode wordt automatisch
verlengd als u bezig bent weg te rijden.
4. Rijd op de normale manier weg. De
remmen worden automatisch gelost.
Het systeem in- en uitschakelen
U kunt het systeem alleen inschakelen als
aan de volgende voorwaarden is voldaan:
•
De motor loopt.
•
U sluit het bestuurdersportier.
•
De parkeerrem is volledig losgezet.
•
Er geen sprake is van storingen.
•
Het gaspedaal is niet ingetrapt.
•
De auto staat volledig stil.
Ranger (TKE) Vehicles Built From: 09-03-2020, nlBEL, Edition date: 202001, First-Printing
Remmen
•
Helling omhoog: de keuzehendel van
de transmissie moet in de stand vooruit
(D) zijn geschakeld voor een
automatische transmissie en in een
andere stand dan de achteruit (R) voor
een handgeschakelde transmissie.
•
Helling omlaag: de keuzehendel van
de transmissie moet in de achteruit (R)
zijn geschakeld.
Doe het volgende om het systeem uit te
schakelen:
•
Schakel de parkeerrem in.
•
Open het bestuurdersportier.
•
Rij weg de helling op zonder de
handrem aan te trekken.
•
Wacht twee seconden nadat de voet
van het rempedaal is gehaald.
•
Als het systeem is geactiveerd in een
vooruitversnelling, selecteer dan de
achteruitversnelling.
•
Als het systeem is geactiveerd in de
neutrale versnelling, laat dan het
koppelingspedaal (handgeschakelde
versnellingsbak) los.
•
Als het systeem is geactiveerd in een
achteruitversnelling, selecteer dan de
neutrale versnelling.
Het systeem in- en uitschakelen
N.B.: Het systeem kan alleen worden uit-
en ingeschakeld wanneer de auto over een
handgeschakelde versnellingsbak beschikt.
N.B.: Het systeem blijft in- of uitgeschakeld
afhankelijk van de laatste instelling.
Uw auto wordt geleverd met ingeschakeld
systeem.Indien gewenst kunt u deze
functie uitschakelen met behulp van het
informatiedisplay. Zie Algemene
informatie (bladzijde 91).
190