Inhoudsopgave Alarm inschakelen........23 Inleiding Alarm uitschakelen.........23 Over deze handleiding......5 Overzicht van symbolen......5 Stuurwiel Onderdelen en accessoires....6 Stuurwiel afstellen........24 Kort overzicht Ruitenwissers en ruiten- Kort overzicht..........7 sproeiers Voorruitwissers........25 Veiligheidsuitrusting voor kinderen Voorruitsproeiers........25 Ruitenwisserbladen controleren..25 Kinderzitjes..........12 Ruitenwisserbladen vervangen....26 Plaatsing van kinderzitjes......13 Zitverhogers..........14 Verlichting Kindersloten..........15 Verlichtingsbediening......27...
Pagina 4
Inhoudsopgave Ventilatieroosters........48 Versnel- lingsbak/transmissie Handmatige klimaatregeling....48 Verwarmde ruiten en spiegels....53 Handgeschakelde versnellingsbak..67 Aandrijving op alle wielen (AWD)..67 Stoelen Automatische transmissie.....70 De juiste zitpositie innemen....55 Remmen Voorstoelen..........55 Hoofdsteunen.........56 Werking.............73 Achterbank..........57 Tips voor rijden met ABS......73 Verwarmde stoelen........58 Parkeerrem..........73 Gemaksfuncties Parkeerhulp Klok............59 Werking.............75 Dimmer Gebruik maken van de...
Pagina 5
Inhoudsopgave Specificatie-overzicht zekeringen..90 Voertuigidentificatie Voertuigidentificatieplaatje....115 Bergen van de auto Voertuigidentificatienummer (VIN)..115 Sleeppunten..........94 Auto op vier wielen slepen....94 Technische specificaties Transport van de auto......95 Technische specificatie......116 Onderhoud Inleiding audio-installatie Algemene informatie......96 Belangrijke audio-informatie....125 De motorkap openen en sluiten...97 Overzicht motorruimte - 2.5 l Overzicht audio- Duratorq-TDCi (WL) diesel/3.0 l installatie...
TÜV Hartelijk dank voor het kiezen van een TOXPROOF Criteria Catalogus voor Auto Ford. Wij raden u aan de tijd te nemen om Interieurs van TÜV Produkt und Umwelt uw auto goed te leren kennen door dit GmbH en zijn erop gericht het risico van instructieboekje zorgvuldig te lezen.
Ford zijn onderzocht en goedgekeurd tenzij expliciet door Ford is aangegeven. Wij kunnen niet instaan voor de geschiktheid van dergelijke producten. Wij raden u aan uw Ford dealer te vragen of onderdelen en accessoires geschikt zijn voor uw auto.
Pagina 11
Kort overzicht Hellingsmeter - dwarshelling. Zie Meters (bladzijde 38). Schakelaar achterruitverwarming. Zie Verwarmde ruiten en spiegels (bladzijde 53). Toetsen klimaatregeling. Zie Handmatige klimaatregeling (bladzijde 48). Sigarettenaansteker en extra elektrisch aansluitpunt. Zie Aansteker (bladzijde 59). Zie Extra voedingsaansluitingen (bladzijde 60). Parkeerrem. Zie Parkeerrem (bladzijde 73). Claxon.
Pagina 12
Kort overzicht Terugsteltoets dagteller Kilometerteller en dagteller Vergrendelen en ontgrendelen Zie Meters (bladzijde 38). Achterportieren - 4-deurs modellen Waarschuwings- en controlelampen Controlelamp ABS Controlelamp airbag Controlelamp remsysteem E77757 Controlelamp motor Rood merkteken Controlelamp laadstoom Vergrendelen Ontgrendelen Controlelamp laag Achterportieren - 4-deurs brandstofniveau verlengde cabine Controlelamp oliedruk...
Pagina 13
Kort overzicht Achterklep E77761 Extra elektrische aansluitpunten E83679 LET OP Wanneer u het extra elektrische aansluitpunt gebruikt terwijl de motor niet draait, wordt de accu ontladen. Zet het contact aan om het extra elektrisch aansluitpunt te kunnen gebruiken.
Veiligheidsuitrusting voor kinderen N.B.: De wettelijke voorschriften t.a.v. het KINDERZITJES gebruik van kinderzitjes zijn per land verschillend. Alleen kinderzitjes die volgens ECE-R44.03 (of later) gecertificeerd zijn, zijn getest en goedgekeurd voor gebruik in uw auto. Een aantal zijn leverbaar via uw dealer.
Veiligheidsuitrusting voor kinderen Kinderveiligheidszitje Vervoer kinderen met een lichaamsgewicht van 13 tot 18 kilogram in een kinderveiligheidszitje (groep 1), dat op de achterbank is geplaatst. E68920 PLAATSING VAN KINDERZITJES Plaatsen voor kinderzitjes Gewichtsgroepen Tot 10 kg Tot 13 kg 9 - 18 kg 15 - 25 kg 22 - 36 kg Zitplaatsen...
Veiligheidsuitrusting voor kinderen Kinderzitje (groep 2) ZITVERHOGERS WAARSCHUWINGEN Bevestig een kinderzitje of een zitverhoger nooit alleen met de heupgordel. Bevestig een kinderzitje of een zitverhoger niet met een veiligheidsgordel die niet gespannen is of gedraaid zit. Leg de schoudergordel niet onder de arm of achter de rug van het kind langs.
Veiligheidsuitrusting voor kinderen KINDERSLOTEN E77760 WAARSCHUWING Wanneer de kindersloten in werking zijn gesteld, kunnen de portieren niet van binnenuit worden geopend.
Bescherming van inzittenden N.B.: Het opblazen van een airbag gaat WERKING gepaard met een luide knal en u ziet een onschadelijke, poederachtige stofwolk. Airbags Dit is normaal. WAARSCHUWINGEN N.B.: De front-airbag aan passagierszijde Wijzig de voorzijde van de wagen biedt bescherming voor een dubbele op geen enkele wijze.
Pagina 19
Bescherming van inzittenden Zij-airbags WAARSCHUWINGEN Gebruik de veiligheidsgordel voor één persoon. Gebruik voor iedere stoel het juiste gordelslot. Zorg ervoor dat de veiligheidsgordel niet slap of gedraaid zit. Draag geen dikke kleding. De veiligheidsgordels bieden optimaal bescherming wanneer ze nauwsluitend worden gedragen. Leg de schoudergordel over het midden van de schouder en leg de heupgordel strak over uw heupen.
Bescherming van inzittenden VEILIGHEIDSGORDELS GEBRUIK VAN VASTMAKEN VEILIGHEIDSGORDELS TIJDENS ZWANGERSCHAP E68584 E68587 WAARSCHUWING Breng de veiligheidsgordel voor uw eigen veiligheid, maar ook voor dat van uw ongeboren kind op correcte wijze aan. Draag niet alleen de heupgordel of de schoudergordel. De heupgordel moet comfortabel over de heupen liggen aan de onderzijde van uw zwangere buik.
Sleutels en afstandsbediening ALGEMENE INFORMATIE OVER RADIOFREQUENTIES LET OP De radiofrequentie van de afstandsbediening kan ook worden gebruikt door andere zenders met een klein bereik (bijvoorbeeld zendamateurs, medische apparatuur, draadloze hoofdtelefoons, afstandsbedieningen en alarmsystemen). Wanneer de frequenties worden gestoord, kunt u geen gebruik meer maken van uw afstandsbediening.
Sloten Portieren met de VERGRENDELEN EN afstandsbediening ONTGRENDELEN vergrendelen en ontgrendelen Portieren met de sleutel vergrendelen en ontgrendelen E77763 E77766 Ontgrendelen Vergrendelen Vergrendelen Ontgrendelen Druk de vergrendeltoets eenmaal in.
Pagina 23
Sloten Portieren met de hendels Achterportieren - 4-deurs vergrendelen en ontgrendelen verlengde cabine Voorportieren - alle uitvoeringen E77757 E77759 Rood merkteken 1. Open het voorportier. Vergrendelen 2. Trek aan de hendel. Ontgrendelen Achterklep Wanneer u het rode merkteken ziet, is het portier vergrendeld.
Geef, indien mogelijk, uw dealer het sleutelnummer door, dat op het plaatje staat dat met de originele sleutels is geleverd. U kunt ook extra sleutels bij uw Ford dealer verkrijgen. IMMOBILISATIESYSTEEM INSCHAKELEN Korte tijd nadat u het contact hebt afgezet wordt het immobilisatiesysteem automatisch ingeschakeld.
Alarm Volledige inschakeling WERKING Vergrendel de deuren met de Alle uitvoeringen afstandsbediening. Zie Vergrendelen en ontgrendelen (bladzijde 20). Wanneer het alarm is geactiveerd, klinken de alarmclaxons en knipperen de waarschuwingsknipperlichten 25 ALARM UITSCHAKELEN seconden. Wanneer de oorzaak van het activeren van het alarm wordt opgeheven, Perimeter alarminstallatie keert de alarminstallatie in zijn vorige, ingeschakelde status.
Stuurwiel STUURWIEL AFSTELLEN WAARSCHUWING Verstel nooit het stuurwiel als de auto in beweging is. E78214 Druk de vergrendelhendel los om de hoogte van het stuurwiel in te stellen. Breng de hendel weer in zijn oorspronkelijke stand om de stuurkolom te vergrendelen. Controleer of u in de juiste positie zit.
Ruitenwissers en ruitensproeiers VOORRUITWISSERS VOORRUITSPROEIERS E113706 E113704 WAARSCHUWING Eenmalig wissen Schakel de ruitenwissers niet langer Wissen met intervallen dan 10 seconden achtereen in of wanneer het reservoir leeg is. Normale wissnelheid Hoge wissnelheid RUITENWISSERBLADEN CONTROLEREN Wissen met intervallen E113705 Wissen met lange intervallen Wissen met intervallen E66644 Wissen met korte intervallen.
Verlichting VERLICHTINGSBEDIENING VOORSTE MISTLAMPEN Standen van de lichtschakelaar E113709 WAARSCHUWING Gebruik de mistlampen alleen wanneer het zicht ernstig wordt belemmerd door mist, sneeuw of E113707 regen. N.B.: De mistlampen kunnen alleen bij Stads- en achterlichten ingeschakelde koplampen worden Koplampen ingeschakeld. Grootlicht en dimlicht MISTACHTERLICHTEN E113708...
Verlichting N.B.: De mistachterlichten kunnen alleen worden ingeschakeld bij ingeschakelde koplampen. KOPLAMPHOOGTE AFSTELLEN E78244 Zonder hoogteverstelling van de koplamplichtbundels Met hoogteverstelling van de koplamplichtbundels U kunt de hoogte van de koplamplichtbundels aanpassen aan de belading van de wagen. E78243 Hoge stand van de koplamplichtbundels Lage stand van de koplamplichtbundels...
Verlichting Zet de regelknop voor de hoogteregeling van de lichtbundels op nul wanneer de wagen onbeladen is. Stel de lichtbundels zodanig in dat het wegdek tussen 35 en 100 voor u is verlicht wanneer de wagen gedeeltelijk of maximaal is beladen. WAARSCHUWINGSKNIP- PERLICHTEN E92415...
Verlichting GLOEILAMPENVERVANGEN WAARSCHUWINGEN Schakel de verlichting uit en zet het contact af. Laat de gloeilamp afkoelen voordat u deze verwijderd. LET OP Raak het glas van de gloeilamp niet aan. Breng alleen gloeilampen met het E78334 juiste vermogen aan. Zie Gloeilampentabel (bladzijde 34).
Pagina 33
Verlichting 1. Trek de stekker los. 2. Draai de lamphouder linksom en verwijder deze. Zijknipperlichten E78338 E78337 N.B.: De gloeilamp kan niet uit de lamphouder worden genomen. Richtingaanwijzer 1. Schuif het glas naar rechts en Stadslicht verwijder het. 2. Trek de stekker los. 1.
Pagina 34
Verlichting Achterlichtunits 4. Draai de lamphouder linksom en verwijder deze. Type A 5. Verwijder de gloeilamp. Type B E78339 E83642 Achteruitrijlamp Achterlicht en remlicht Richtingaanwijzer 1. Verwijder de schroeven. 2. Verwijder het glas. 3. Verwijder de gloeilamp. Mistachterlicht E78340 Achterlicht en remlicht Richtingaanwijzer Achteruitrijlamp en mistachterlicht...
Pagina 35
Verlichting Kentekenplaatverlichting Leeslampen, voor Verlengde en dubbele cabine E78349 E78351 1. Verwijder de schroeven. 2. Verwijder het glas. 1. Verwijder het glas. 3. Verwijder de gloeilamp. 2. Verwijder de gloeilamp. Interieurverlichting, voor Interieurverlichting, achterin E78350 E83672 1. Verwijder het glas. 1.
Verlichting Beenruimteverlichting 1. Draai de lamphouder linksom en verwijder deze. 2. Verwijder de gloeilamp. E83673 GLOEILAMPENTABEL Gloeilamp Specificatie (Watt) Grootlicht en dimlicht 55/60 Richtingaanwijzer, voor Stadslicht Mistlamp, voor * Zijknipperlicht Richtingaanwijzer, achter Achterlicht en remlicht 5/21 Achteruitrijlamp Mistachterlicht Kentekenplaatverlichting Interieurverlichting Leeslamp Tredeverlichting * De gloeilamp kan niet worden vervangen...
Ruiten en spiegels Schakelaars op het voor- en ELEKTRISCH BEDIENBARE achterportier aan RUITEN passagierszijde WAARSCHUWING Schakel de elektrisch bedienbare ruiten niet in tenzij deze vrij zijn van obstructies. Zet het contact aan om de elektrisch bedienbare ruiten te openen of te sluiten. Schakelaar op het bestuurdersportier E78355...
Ruiten en spiegels BUITENSPIEGELS WAARSCHUWING Vergis u niet in de afstand van voorwerpen die u in deze groothoekspiegel ziet. Voorwerpen die u in deze spiegels ziet, zien er kleiner uit en lijken verder weg te zijn dan in werkelijkheid het geval is. Handmatig inklapbare spiegels Inklappen E78359...
Ruiten en spiegels Druk kort op de schakelaar om de spiegels in of uit te klappen. Wanneer nogmaals op de schakelaar wordt gedrukt terwijl de spiegels in beweging zijn, stoppen deze en keren in de oorspronkelijke stand terug. ACHTERSTE ZIJRUITEN E66498 Trek de hendel naar buiten om de ruit te openen.
Instrumenten Wanneer de naald in de richting van rode METERS lijn beweegt, is de motor oververhit. Zet de motor af, zet het contact af en stel de oorzaak vast zodra de motor is afgekoeld. Zie Motorkoelvloeistof controleren (bladzijde 100). Brandstofmeter De pijl naast het symbool van de pomp duidt aan aan welke zijde zich de klep van de brandstofvulopening bevindt.
Pagina 41
Instrumenten Hellingmeter en kompas E83654 Hellingmeter in lengterichting Kompas Hellingmeter in dwarsrichting Buitentemperatuur Binnentemperatuur Hellingmeter in dwarsrichting Hellingmeter in lengterichting De hellingmeter in dwarsrichting geeft de De hellingmeter in lengterichting geeft de horizontale hoek rechts en links van de horizontale hoek voor en achter de wagen in graden aan.
Pagina 42
Instrumenten 1. Druk de toetsen A en B in en houd ze vier seconden of langer ingedrukt. 2. Druk toets A in om het item te kiezen dat u wilt instellen. Hellingshoek in lengte- en dwarsrichting instellen N.B.: De wagen moet op een vlakke ondergrond staan.
Pagina 43
Instrumenten 2. Druk op toets B om de dEC 7. Druk op toets B om de declinatiehoek instelmodus te activeren. in te stellen. 3. Voer de correcte declinatiehoek in. Zie 8. Verlaat de programmeermodus. de declinatietabel. De programmeermodus verlaten 4. Druk op toets B om het getal van rechts naar links te veranderen.
Pagina 44
Instrumenten Land Stad Breedtegraad Lengtegraad Declinatie Finland Turku 60,5 22,3 Finland Rovaniemi 66,5 25,7 Duitsland Berlijn 52,5 13,3 Duitsland Bremen Duitsland Düsseldorf 51,2 Duitsland Frankfurt Duitsland Hamburg 53,5 Duitsland München 48,3 11,6 Duitsland Stuttgart 48,7 Griekenland Athene 23,7 Griekenland Larisa 39,6 22,4 Griekenland...
Pagina 45
Instrumenten Land Stad Breedtegraad Lengtegraad Declinatie Nederland Amsterdam 52,4 Nederland Groningen 51,6 Nederland Rotterdam 51,9 Nederland Den Haag 51,5 Noorwegen Bergen 60,4 Noorwegen Oslo 59,9 10,8 Noorwegen Tromasa 69,7 Noorwegen Trondheim 63,4 10,4 Noorwegen Stavanger Portugal Faro -7,9 Portugal Lissabon 38,7 -9,1 Portugal...
Pagina 46
Instrumenten Land Stad Breedtegraad Lengtegraad Declinatie Zweden Umea 63,8 20,3 Zwitserland Bazel 47,6 Zwitserland Bern 46,9 Zwitserland Genève 46,2 Zwitserland Lausanne 46,5 Zwitserland Zürich 47,4 Turkije Adana 38,6 28,9 Turkije Ankara 39,9 32,9 Turkije Istanbul Turkije Izmir 38,4 27,2 Verenigd Belfast 54,6 -5,9...
Instrumenten WAARSCHUWINGS- EN WAARSCHUWING INDICATIELAMPEN Verlaag geleidelijk uw snelheid en breng de auto tot stilstand zodra dit Nadat het contact is aangezet gaan de veilig kan. Gebruik de remmen volgende controlelampen en indicatoren voorzichtig. ter bevestiging dat het systeem operationeel is kort branden: Als de lamp tijdens het rijden gaat •...
Pagina 48
Instrumenten Controlelamp laag Controlelamp koplampen brandstofniveau De controlelamp van de Wanneer de controlelamp laag koplampen gaat branden wanneer u het dimlicht of het brandstofniveau gaat branden, stadslicht inschakelt. ga dan zo spoedig mogelijk tanken. Controlelamp grootlicht De pijl naast het symbool van de pomp toont aan aan welke zijde zich de klep van De controlelamp grootlicht gaat de brandstofvulopening bevindt.
Instrumenten Controlelamp vrijloopnaven Waarschuwing 'Verlichting aan' (RFW) De gong voor 'verlichting aan' klinkt De controlelamp van de wanneer u de sleutel uit het contactslot neem en een portier opent voordat u de vrijloopnaven (RFW) gaat verlichting hebt uitgeschakeld. branden wanneer de hendel van de vierwielaandrijving (AWD) in de stand 4H of 4L wordt gezet.
Klimaatregeling Algemene informatie over de WERKING klimaatregeling in het interieur Buitenlucht Sluit alle ruiten. Houd de luchtinlaten voor de voorruit vrij Het interieur verwarmen van belemmeringen (sneeuw, bladeren, enz.) zodat het klimaatregelsysteem Laat de lucht naar de beenruimten effectief kan werken. stromen.
Pagina 51
Klimaatregeling Luchtverdeelknop E92479 N.B.: Het opwarmsysteem schakelt E78610 automatisch uit wanneer de koelvloeistof op bedrijfstemperatuur is. De lamp in de Beenruimte schakelaar blijft echter branden. Beenruimte en voorruit N.B.: Wanneer de Voorruit koelvloeistoftemperatuur of de omgevingstemperatuur al overeenkomen Hoofdniveau met de bedrijfstemperatuur werkt het Hoofdniveau en beenruimte opwarmsysteem niet, ook niet wanneer de schakelaar wordt ingedrukt en de lamp...
Pagina 52
Klimaatregeling Aanjager N.B.: Wanneer u de aanjager uitschakelt kan de voorruit beslaan. Gerecirculeerde lucht E78611 E78609 Gerecirculeerde lucht Buitenlucht Voorruit snel ontdooien en ontwasemen E78618 Sluit alle luchtroosters voor maximale luchttoevoer naar de voorruit.
Pagina 53
Klimaatregeling Interieur snel verwarmen E78612 Ventilatie E78613 Hoofdniveau en beenruimte Hoofdniveau Zet de luchtverdeelknop in de stand A of B. Zet de aanjagerschakelaar in een willekeurige stand. Open de luchtroosters naar gelang uw persoonlijke wensen.
Pagina 54
Klimaatregeling Airconditioning Druk de aanjagerschakelaar in om de airconditioning in of uit te schakelen. De Airconditioning in- en uitschakelen controlelamp in de schakelaar brandt wanneer de airconditioning is ingeschakeld. E78615 Koelen met buitenlucht E78616 Schakel de airconditioning in.
Klimaatregeling Interieur snel afkoelen E78617 Schakel de airconditioning in. Luchtvochtigheid in het interieur verlagen E78619 Schakel de ruitverwarming in om de achterruit te ontdooien of ontwasemen. VERWARMDE RUITEN EN SPIEGELS Achterruitverwarming N.B.: De achterruitverwarming werkt alleen bij aangezet contact.
Pagina 56
Klimaatregeling E78544 Druk de schakelaar in om de achterruitverwarming in te schakelen. Het lampje in de schakelaar brandt wanneer de achterruitverwarming is ingeschakeld. Druk opnieuw op de schakelaar om de achterruitverwarming uit te schakelen. Na korte tijd schakelt het systeem automatisch uit.
Stoelen • voldoende afstand houdt tussen uzelf DE JUISTE ZITPOSITIE en het stuurwiel. minimaal 250 mm (10 INNEMEN inch) tussen uw borstbeen en de kap van de airbag aanhoudt. • het stuurwiel met licht gebogen armen vasthoudt. • uw benen licht buigt zodat u de pedalen volledig kunt indrukken.
Stoelen HOOFDSTEUNEN WAARSCHUWING Schuif de stoel naar voren en naar achteren nadat u de hendel hebt losgelaten om ervoor te zorgen dat de stoel weer goed wordt vergrendeld. LET OP Schuif de voorstoelen niet te ver naar het instrumentenpaneel toe. Hellingshoek van de rugleuning instellen E66539...
Stoelen Rugleuning neerklappen: ACHTERBANK 1. Trek de lus naar boven. Achterstoelen opklappen - 4- 2. Druk de rugleuning naar voren. deurs verlengde cabine Rugleuning weer in de verticale stand kantelen: 1. Druk de rugleuning weer in verticale stand. WAARSCHUWING Controleer of de rugleuning van de achterbank goed is vergrendeld.
Stoelen VERWARMDE STOELEN E78689 N.B.: Start de motor om de stoelverwarming in te schakelen N.B.: De stoelverwarming wordt niet automatisch uitgeschakeld. De stoelverwarming bereikt zijn maximum temperatuur na vijf tot zes minuten.
Houd het verwarmingselement van de aansteker niet ingedrukt. N.B.: U kunt het elektrische aansluitpunt gebruiken voor 12 volt accessoires met een maximum vermogen van 20 ampère. Gebruik alleen Ford stekkers of stekkers die geschikt zijn voor gebruik in SAE gestandaardiseerde aansluitingen. E72972...
U kunt het extra elektrisch aansluitpunt DASHBOARDKASTJE gebruiken voor 12 volt accessoires met een maximum vermogen van 10 ampère. Gebruik alleen Ford stekkers of stekkers die geschikt zijn voor gebruik in SAE gestandaardiseerde aansluitingen. BEKERHOUDERS WAARSCHUWINGEN Plaats tijdens het rijden geen hete dranken in de bekerhouders.
De motor starten ALGEMENE INFORMATIE WAARSCHUWING Draai de contactsleutel niet in stand Algemene opmerkingen over A wanneer de wagen in beweging het starten Als de accu losgekoppeld is geweest kan de motor, nadat de accukabels weer zijn LET OP aangesloten, een afwijkende Laat de contactsleutel niet in stand draaikarakteristiek vertonen gedurende B staan, omdat dan de accu wordt...
De motor starten Auto's met handgeschakelde versnellingsbak N.B.: Raak het gaspedaal niet aan. 1. Druk het koppelingspedaal volledig in. 2. Start de motor. Uitvoeringen met automatische transmissie 1. Selecteer park of neutral. 2. Druk het rempedaal volledig in. 3. Start de motor. MOTOR UITSCHAKELEN Auto's met turbocompressor LET OP...
N.B.: We adviseren alleen brandstof van WAARSCHUWING hoge kwaliteit te gebruiken. Statische elektriciteit kan een N.B.: Het gebruik van niet door Ford explosie van brandbare vloeistof, goedgekeurde additieven of andere damp of gas in een voertuig of motorbehandelingen worden door Ford aanhanger veroorzaken.
Brandstof en tanken KATALYSATOR TANKKLEP WAARSCHUWING Laat de motor niet stationair draaien of parkeer de wagen niet op droge bladeren, droog gras of ander brandbaar materiaal. Tijdens het gebruik van de motor en na het afzetten van de motor straalt het uitlaatsysteem veel warmte uit.
Brandstof en tanken TECHNISCHE SPECIFICATIE Brandstofverbruikscijfers Stadsver- Gecombi- CO2- Buitenweg keer neerd emissie Variant l/100 km l/100 km l/100 km g/km (mpg) (mpg) (mpg) Uitvoeringen met een 2,5 l Duratorq-TDCi motor - 2- 10,3 (27,4) 7,1 (39,8) 8,3 (34) wielaandrijving Uitvoeringen met een 2,5 l Duratorq-TDCi motor - 4- 10,9 (25,9)
Versnellingsbak/transmissie HANDGESCHAKELDE AANDRIJVING OP ALLE VERSNELLINGSBAK WIELEN (AWD) Auto's met handgeschakelde LET OP versnellingsbak Schakel de achteruit niet in wanneer de wagen in beweging is. Dit kan de transmissie beschadigen. Duw of trek de schakelhendel niet te hard opzij wanneer u van de vijfde versnelling terugschakelt naar de vierde versnelling.
Pagina 70
Versnellingsbak/transmissie Schakel de vergrendeling van de Gebruik deze stand ook wanneer u met elektrisch bedienbare vrijloopnaven (RFW) lage snelheid moet manoeuvreren, zoals uit wanneer u met tweewielaandrijving het keren van een aanhanger, het rijden rijdt. over een rivierbedding met zwerfkeien, tijdens het wegrijden bij zware belasting N.B.: Wanneer u met tweewielaandrijving of slepen.
Pagina 71
Versnellingsbak/transmissie Schakelen tussen (4H) en (2H) Vierwielaandrijving, lage gearing (4L) Dit kan bij rijdende auto plaatsvinden. LET OP Uitvoeringen met automatische Gebruik de vierwielaandrijving 4L niet transmissie voor het rijden over normale wegen. Rijd niet harder dan 40 km/h (25 mph).
Versnellingsbak/transmissie N.B.: Een koude motor heeft een hoger AUTOMATISCHE stationair toerental. Daarom heeft de TRANSMISSIE wagen meer de neiging te gaan kruipen wanneer u een rijstand hebt ingeschakeld. Keuzehendelstanden Druk de knop op de keuzehendel in om de achteruit of de parkeerstand in te schakelen.
Pagina 73
Versnellingsbak/transmissie Rijden Overdrive Schakel de rijstand in om automatisch N.B.: De transmissie staat gewoonlijk in gebruik te maken van alle voorwaartse overdrive wanneer de stand D is versnellingen. ingeschakeld. 3e versnelling Schakel stand 3 in, de transmissie schakelt alleen automatisch tussen de 3e, 2e en 1e versnelling.
Pagina 74
Versnellingsbak/transmissie Rijmodi De transmissie schakelt de juiste versnelling in voor optimale prestaties gebaseerd op de omgevingstemperatuur, de hellingshoek van het wegdek, de belading van de auto en de inbreng van de bestuurder.
Remmen WERKING PARKEERREM Schijfremmen Handrem aantrekken Natte remschijven hebben een lagere wrijvingscoëfficiënt. Druk na het verlaten van een wasstraat het rempedaal even voorzichtig in om de waterfilm op de remschijven te laten verdampen. WAARSCHUWING ABS is niet bedoeld om de bestuurder te ontheffen van zijn plicht om tijdens het rijden voorzichtig en oplettend te zijn.
Pagina 76
Remmen Handrem vrijzetten 1. Druk het rempedaal stevig in. 2. Trek de handremhefboom lichtjes aan, draai de hendel linksom en druk hem naar beneden.
Parkeerhulp N.B.: Wanneer de parkeerhulp een WERKING signaal registreert dat op dezelfde frequentie wordt uitgezonden als de WAARSCHUWING sensoren gebruiken, of wanneer de auto Ondanks de parkeerhulp bent u maximaal is beladen, kan een vals signaal verplicht voorzichtig en aandachtig worden gegeven.
Pagina 78
Parkeerhulp N.B.: Wanneer u drie seconden lang een hoge pieptoon hoort, duidt dit op een storing. Het systeem wordt uitgeschakeld. Laat het systeem onmiddellijk door een goed opgeleide monteur controleren. Parkeerhulp in- en uitschakelen De parkeerhulp is standaard uitgeschakeld. Druk de schakelaar op het instrumentenpaneel in of schakel de achteruit in om de parkeerhulp in te schakelen.
Transport ALGEMENE INFORMATIE WAARSCHUWINGEN Gebruik bevestigingsriemen die voldoen aan een norm, bijv. DIN. Zorg ervoor dat alle losse voorwerpen goed zijn vastgezet. Plaats bagage en ander voorwerpen zo laag mogelijk en zo ver mogelijk naar voren in de bagageruimte of de laadruimte. Rijd niet met geopende achterklep E78776 of achterdeur.
Transport E78778 E78777 N.B.: Zet de bagage of lading die op de N.B.: Afhankelijk van de uitvoering van laadsteun rust stevig met de speciale uw wagen kan het aantal sjorhaken aanslagen op de ladingsteun vast. variëren. Ladingsteun DAKREKKEN EN BAGAGEDRAGERS WAARSCHUWING Door de ladingsteun te balasten Imperiaal...
Pagina 81
Transport E92544 Dakrails Sportbeugel Kofferrails LET OP Ga niet op de onderdelen B of C staan of zitten. Gebruik onderdeel C niet voor het vastzetten van lading.
Aanhangers trekken De stabiliteit van de wagen-aanhanger TREKKEN VAN EEN combinatie is vooral afhankelijk van de AANHANGER kwaliteit van de aanhanger. Het maximum toelaatbaar wagengewicht WAARSCHUWING en het aanhangergewicht geven de Overschrijd het maximaal technische eisen weer, die worden toelaatbaar treingewicht dat op het gesteld voor hellingen tot 12% en bij identificatieplaatje van de auto staat hoogten van 1.000 meter boven de...
Aanhangers trekken Gewicht in kg/lbs Zonder remmen Met remmen Uitvoering voorzijde aanhanger (kg/lbs) aanhanger (kg/lbs) aanhanger 4-deurs lange cabine 4-wielaandrij- 750 (1653,5) 3000 (6613,9) 125 (275,6) ving Dubbele cabine 4- 750 (1653,5) 3000 (6613,9) 125 (275,6) wielaandrijving WAARSCHUWINGEN AFNEEMBARE Demonteer of repareer de TREKHAAKKOGEL trekhaakkogel niet.
Pagina 84
Aanhangers trekken Trekhaakkogel aanbrengen 6. Steek de sleutel in het slot en draai hem rechtsom. 7. Verwijder de sleutel. 8. Breng de beschermkap aan. Rijden met een aanhanger E78800 WAARSCHUWING Wanneer aan een van de volgende voorwaarden niet kan worden voldaan, gebruik dan de trekhaak niet en laat deze door een goed E78802...
Pagina 85
Aanhangers trekken Trekhaakkogel verwijderen WAARSCHUWING Ontgrendel, om verwondingen te voorkomen, de trekhaakkogel nooit wanneer de aanhanger nog is aangekoppeld. Onderhoud WAARSCHUWING Verwijder voordat u uw auto met een hogedrukreiniger reinigt de afneembare trekhaakkogel en sluit de opening met de dop af. Houd het systeem schoon.
Tips voor het rijden ALGEMENE PUNTEN BIJ VOORZORGSMAATREGELEN HET RIJDEN VOOR KOUDE WEERSOMSTANDIGHEDEN Uitvoeringen met een dieselmotor De werking van sommige componenten en systemen kan worden beïnvloed bij Wanneer de controlelamp laag temperaturen lager dan -30 °C. brandstofniveau gaat branden, ga dan zo spoedig mogelijk tanken.
Pagina 87
Tips voor het rijden • Controleer het koelvloeistofpeil. Zie Motorkoelvloeistof controleren (bladzijde 100). • Laat de auto onmiddellijk door een deskundige controleren.
Nooduitrusting Dubbele cabine EERSTEHULPSET N.B.: De EHBO-doos kan in de Enkelvoudige cabine gereedschapsbak achter de achterbank worden vastgezet. Met een riem achter de rechter stoel kan een EHBO-doos wordt vastgezet. Verlengde cabine N.B.: De EHBO-doos kan in de gereedschapsbak achter de achterstoelen worden vastgezet.
Pagina 89
Nooduitrusting E79142 Trek de lus omhoog. Kantel de achterbank naar voren. Klap de vloerbedekking naar voren. Verwijder de kap. E79141 Kantel de achterstoelen omhoog. Klap de vloerbedekking naar voren. Verwijder de kap. Dubbele cabine N.B.: De gevarendriehoek kan in de gereedschapsbak achter de achterbank worden vastgezet.
Zekeringen Rechts stuur PLAATSEN ZEKERINGENHOUDERS Links stuur E78927 Extra zekeringenkast Centrale zekeringenkast Extra zekeringenkast E78923 E78924...
Zekeringen Maak de klemmen los en verwijder het WAARSCHUWING deksel. Zorg ervoor dat u het handschoenenkastje stevig vast Centrale zekeringenkast heeft om te voorkomen dat het uit het instrumentenpaneel valt. Druk de zijkanten van het handschoenenkastje naar het midden zodat de aanslagen van het kastje vrijkomen.
Pagina 93
Zekeringen Zekering Ampère Kleur Beveiligde circuits Instrumentengroep; achteruitrijlampen; blauw richtingaanwijzers; elektrisch bedienbare vrijloopnaven (RFW) blauw Motormanagementsystemen Wordt niet gebruikt rood Koppeling van compressor airconditioning geel Achterruitverwarming rood Mistachterlicht blauw Rechter koplamp blauw Linker koplamp blauw Mistlamp, voor Achterlichten; stadslichten; kentekenplaat- rood verlichting Interieurverlichting;...
Pagina 94
Zekeringen Extra zekeringenkast E83464 Zekering Ampère Kleur Beveiligde circuits Voor de beveiliging van alle circuits Gloeibougie Motormanagementsystemen; instrumen- tengroep; aansteker ; elektrische bedien- bare ruiten Koplampen Verstuivers; brandstofsysteem ABS motor; waarschuwingsknipperlichten; remlichten Brandstofverwarming Airconditioning; voorruitsproeiers en - wissers...
Pagina 95
Zekeringen Zekering Ampère Kleur Beveiligde circuits Airconditioning; voorruitverwarming centrale vergrendeling of solenoïde of elektrisch bedienbare ruiten achterlichten of mistlampen Sommige varianten Zekering hellingmeter en kompas E83729 Zekering Ampère Kleur Beveiligde circuits Voor de beveiliging van alle circuits van de hellingmeter en het kompas...
Bergen van de auto SLEEPPUNTEN AUTO OP VIER WIELEN SLEPEN Bevestigingspunt sleepkabel, voor WAARSCHUWINGEN Zet het contact aan wanneer uw auto wordt gesleept. Bij afgezet contact treedt het stuurslot in werking en werken de richtingaanwijzers en de remlichten niet. De rem- en stuurbekrachtiging werken niet, tenzij de motor draait.
Bergen van de auto Trek rustig en soepel zonder rukken op. TRANSPORT VAN DE AUTO WAARSCHUWING Voordat de aandrijfassen worden losgemaakt, moeten de wielen worden geblokkeerd en de handrem worden aangetrokken. LET OP Markeer de flenzen van de aandrijfas en de verdeelbak zodat deze weer in de juiste stand kunnen worden gemonteerd.
Interieurverlichting. onderhouden zal dit de betrouwbaarheid en de inruilwaarde ten goede komen. Er • Waarschuwings- en controlelampen. staat een groot netwerk van Ford Controles bij het tanken Erkende Reparateurs ter beschikking die u met hun professionele expertise ter zijde •...
Onderhoud 2. Trek de motorkap iets omhoog. DE MOTORKAP OPENEN EN 3. Druk de veiligheidshaak naar de SLUITEN linkerzijde van de wagen. 4. Open de motorkap. E79035 1. Trek aan de hendel onder het E79037 instrumentenpaneel. 5. Ondersteun hem met de motorkapsteun.
Onderhoud Motorolievuldop. Zie Motorolie controleren (bladzijde 99). Accu. Zie Accu van de auto (bladzijde 106). Reservoir ruitensproeiervloeistof. Zie Ruitensproeiervloeistof controleren (bladzijde 102). Verwijder de oliepeilstaaf en veeg deze met een schone, niet pluizende doek MOTOROLIECONTROLEREN schoon. Breng de oliepeilstaaf weer aan en verwijder hem opnieuw om het oliepeil LET OP te controleren.
Onderhoud Vul olie bij die voldoet aan de Ford Verwijder de dop langzaam. De druk specificatie. Zie Technische ontsnapt langzaam wanneer u de dop specificatie (bladzijde 102). verwijderd. Breng de olievuldop aan. Draai hem tot u WAARSCHUWINGEN een klik hoort.
WAARSCHUWING merkteken komen te staan. Voer geen dieselolie met het huishoudelijk afval af en laat het niet Vul vloeistof bij die voldoet aan de Ford in de riolering stromen. Maak specificatie. Zie Technische gebruik van de faciliteiten van de specificatie (bladzijde 102).
Remvloeistof ESD-M6C57-A DOT 4 remvloeistof U kunt tevens Ford Engine Oil motorolie of een andere motorolie gebruiken wanneer deze voldoet aan de specificatie WSS-M2C913-C. Olie bijvullen: Wanneer geen olie verkrijgbaar is die voldoet aan de specificatie WSS-M2C913-C, moet u SAE 5W-30 (aanbevolen), SAE 5W-40 of SAE 10W-40 gebruiken die voldoet aan de specificatie ACEA A5/B5 (aanbevolen) of ACEA A3/B3.
Pagina 105
Onderhoud Variant Inhoud in liter (gallons) Alle - 2-wielaandrijving Brandstoftank 63 (13,9) Alle - 4-wielaandrijving Brandstoftank 70 (15,4) Alle Motorolie – met filter 7 (1,5) Alle Motorolie – zonder filter 6,8 (1,5) Koelsysteem incl. verwar- Alle 9,4 (2,1) mingssysteem Koelsysteem excl. verwar- Alle 8,8 (1,9) mingssysteem...
Verzorging van de auto Achterruit reinigen REINIGEN VAN BUITENZIJDE AUTO LET OP Gebruik geen scherpe voorwerpen, WAARSCHUWING schurende reinigingsmiddelen of Wanneer de auto tijdens het chemische oplossingen op de wassen in een autowasserette in de binnenzijde van de achterruit te reinigen. was wordt gezet, verwijder dan de was van de voorruit.
Verzorging van de auto Lakbeschadigingen door steenslag of REINIGEN VAN kleine krasjes moeten zo spoedig mogelijk BINNENZIJDE AUTO worden hersteld. Uw Ford dealer heeft een grote keuze aan producten. Lees en Veiligheidsgordels volg nauwkeurig de instructies van de fabrikant op.
Accu van de auto Hulpstartkabels aansluiten ONDERHOUD VAN DE ACCU De accu vraagt zeer weinig onderhoud. Uw Ford dealer zal in het kader van het normale onderhoudsschema regelmatig het vloeistofpeil in de accu controleren. GEBRUIK VAN STARTKABELS LET OP Verbind alleen accu's met dezelfde nominale spanning met elkaar.
Pagina 109
Accu van de auto • Verbind de positieve (+) aansluiting van de accu met de positieve (+) accupool van de accu in de andere wagen (kabel C). • Sluit het ene uiteinde van de negatieve kabel aan op het motorblok of op de motorsteun van uw wagen.
Velgen en banden ALGEMENE INFORMATIE EEN WIEL VERVANGEN Reservewiel LET OP Gebruik uitsluitend banden en velgen met de goedgekeurde maat. Het gebruik van andere maten kan schade aan de auto tot gevolg hebben en kan de typegoedkeuring ongeldig maken. Het reservewiel bevindt zich onder de achterzijde van de wagen.
Pagina 111
Velgen en banden Enkele cabine E79140 1. Klap de rugleuningen naar voren. 4-deurs verlengde cabine E79149 1. Schuif de krikslinger volledig in de opening. Draai hem linksom tot het wiel op de grond rust en de kabel niet meer gespannen is. 2.
Pagina 112
Velgen en banden E79146 E79144 4. Verwijder de bout. 3. Draai de klep linksom om de druk te laten afnemen. 5. Trek de steun omhoog en verwijder de krik. 4. Maak de klem los en verwijder de krik. Dubbele cabine Kriksteunpunten Wagens met tweewielaandrijving E79142...
Pagina 113
Velgen en banden Wagens met vierwielaandrijving Extra kriksteunpunten E79154 Garagekriks (alleen vooras bij wagens met vierwielaandrijving) Hefbruggen Assteunen Wiel verwijderen WAARSCHUWINGEN Parkeer uw auto zodanig dat u noch het verkeer hinder ondervinden of E79152 gevaar lopen. Plaats de krik onder de as achter het Zet een gevarendriehoek neer.
Pagina 114
Velgen en banden WAARSCHUWINGEN Let erop dat de pijlen op richting gebonden banden in de draairichting wijzen wanneer de auto vooruit rijdt. Wanneer een reservewiel moet worden gemonteerd waarvan de pijlen tegengesteld aan de draairichting wijzen, laat dan de band zo spoedig mogelijk door een deskundige in de juiste richting monteren.
Velgen en banden 1. Breng het wiel in lijn en schuif het op 3. Berg de wielmoersleutel, de krik en de de tapeinden. Zorg ervoor dat de krikstang op. platte ringen van de wielmoeren naar de velg zijn gekeerd. Breng de VERZORGING VAN BANDEN wielmoeren aan en zet ze vast.
Velgen en banden GEBRUIK VAN LET OP Monteer geen sneeuwkettingen op WINTERBANDEN 245/70R 16 banden LET OP Wanneer uw auto is uitgerust met wieldeksels, verwijder deze dan Controleer of u de velgen met de voordat u sneeuwkettingen winterbanden met het correcte type monteert.
Voertuigidentificatie VOERTUIGIDENTIFICA- TIEPLAATJE E79172 Het identificatieplaatje van de wagen bevindt zich in het motorcompartiment. VOERTUIGIDENTIFI- CATIENUMMER (VIN) Het nummer is aangebracht op een kunststof plaatje aan de linkerzijde van het instrumentenpaneel.
Technische specificaties TECHNISCHE SPECIFICATIE Afmetingen van de wagen Enkele cabine E79187...
Pagina 119
Technische specificaties Afmetingen Afmetingen in mm (inches) Maximum lengte (2-wielaandrijving) 5090 (200,4) Maximum lengte (4-wielaandrijving) 5170 (203,5) Totale breedte - excl. buitenspiegels 1715 (67,5) (2-wielaandrijving) Totale breedte - excl. buitenspiegels 1805 (71,1) (4-wielaandrijving) Totale hoogte (2-wielaandrijving) 1620 (63,8) Totale hoogte (4-wielaandrijving) 1745 (68,7) Wielbasis (2-wielaandrijving) 2985 (117,5)
Pagina 120
Technische specificaties 4-deurs verlengde cabine E79188 Afmetingen Afmetingen in mm (inches) Maximum lengte (2-wielaandrijving) 5160 (203,1) Maximum lengte (4-wielaandrijving) 5180 (203,9)
Pagina 121
Technische specificaties Afmetingen Afmetingen in mm (inches) Totale breedte - excl. buitenspiegels 1715 (67,5) (2-wielaandrijving) Totale breedte - excl. buitenspiegels 1805 (71,1) (4-wielaandrijving) Totale hoogte (2-wielaandrijving) 1620 (63,8) 1745 - 1750 (68.7 - Totale hoogte (4-wielaandrijving) 68.9) Wielbasis (2-wielaandrijving) 2985 (117,5) Wielbasis (4-wielaandrijving) 3000 (118,1) Spoorbreedte - voor (2-wielaandrijving)
Pagina 122
Technische specificaties Dubbele cabine E79189 Afmetingen Afmetingen in mm (inches) Maximum lengte (2-wielaandrijving) 5170 (203,5) Maximum lengte (4-wielaandrijving) 5170 (203,5)
Pagina 123
Technische specificaties Afmetingen Afmetingen in mm (inches) Totale breedte - excl. buitenspiegels 1715 (67,5) (2-wielaandrijving) Totale breedte - excl. buitenspiegels 1805 (71,1) (4-wielaandrijving) Totale hoogte (2-wielaandrijving) 1630 (64,2) Totale hoogte (4-wielaandrijving) 1755 - 1760 (69.1 - 69.3) Wielbasis (2-wielaandrijving) 2985 (117,5) Wielbasis (4-wielaandrijving) 3000 (118,1) Spoorbreedte - voor (2-wielaandrijving)
Pagina 125
Technische specificaties Afmetingen Afmetingen in mm (inches) Hart trekhaakkogel - hart 2e bevestigingspunt 425 ± 5 (16,7 ± 0,2) (2-wielaandrijving) Hart trekhaakkogel - hart 2e bevestigingspunt 407 ± 5 (16 ± 0,2) (4-wielaandrijving) Hart trekhaakkogel - hart 3e bevestigingspunt 560 ± 5 (22 ± 0,2) (2-wielaandrijving) Hart trekhaakkogel - hart 3e bevestigingspunt 542 ±...
Pagina 126
Technische specificaties Rijklaargewicht kg Laadvermogen kg Toelaatbaar totaal- Uitvoering (lbs) (lbs) gewicht kg (lbs) Dubbele cabine, 4- wielaandrijving (uitvoeringen met een 3,0 l Duratorq- 1850 (4079) 835 (1841) 2985 (6581) TDCi motor - hand- geschakelde versnellingsbak) Dubbele cabine, 4- wielaandrijving (uitvoeringen met een 3,0 l Duratorq- 1860 (4101)
Inleiding audio-installatie Labels op de audio-installatie BELANGRIJKE AUDIO- INFORMATIE WAARSCHUWINGEN Door technische verschillen is het mogelijk dat opneembare CD’s E66256 (CD-R's) en opnieuw beschrijfbare CD’s (CD-RW's) niet goed werken. Deze radio / CD-spelers spelen CD's af die voldoen aan de standaard audiospecificaties van het International Red Book.
Uw dealer zal wanneer het is gestolen. Het systeem vervolgens de juiste code achterhalen bij wordt geactiveerd wanneer de Ford Motor Company. spanningsvoorziening van de audio-installatie wordt losgekoppeld of BEVEILIGINGSCODE op een andere wijze wordt onderbroken.
Pagina 133
Beveiliging van uw audio-installatie 4. Voer uw persoonlijke codenummer in 3. Druk opnieuw de AUTO-M toets in en door de voorkeuzetoetsen 1, 2, 3 en tegelijkertijd voorkeuzetoets 6 terwijl 4 in te drukken terwijl de strepen 'CODE' wordt weergegeven (binnen worden weergegeven.
LET OP Drie achtereen volgende fouten schakelen het diefstalbeveiligingssysteem in en het toestel wordt compleet onbruikbaar. 'ERR' (fout) knippert. Mocht dit gebeuren, neem dan contact op met uw Ford dealer. Laat geen niet-geautoriseerde persoon proberen een code in te voeren.
Audiodisplays met tijd- en datumaanduiding • huidige tijdinstelling tussen 12:01 en KLOK AUDIO-UNIT 12:29 wordt veranderd in exact 12:00 INSTELLEN • huidige tijdinstelling tussen 12:30 en 12:59 wordt veranderd in exact 1:00. Tijd veranderen N.B.: Wanneer de stroomtoevoer naar De tijd kan op elk willekeurig moment het toestel wordt onderbroken worden ingesteld wanneer de (doorgeslagen zekering of de accukabels...
Werking van de audio-installatie AAN/UIT TOETS VOORKEUZETOETSEN Zet het contact in stand ACC of ON. Met deze voorziening kunt u uw favoriete radiostations opslaan, zodat u later hierop Druk op de POWER/VOLUME knop om direct kunt afstemmen door de juiste de audio-installatie in te schakelen.
Werking van de audio-installatie Deze toets kan worden gebruik om over Display Naar links Naar te schakelen naar radio-ontvangst draaien rechts wanneer u naar een andere geluidsbron draaien hebt geluisterd, bijv. naar een CD. Meer Meer volume links volume AUTOSTORE TOETS rechts Het automatisch afstemgeheugen kan BEEP ON...
Werking van de audio-installatie Wanneer TA verkeersinformatie wordt REGELING FUNCTIE ontvangen, wordt het geluid van de radio VERKEERSINFORMATIE of de CD-speler onderdrukt. Druk tijdens een TA verkeersbericht op de Voordat u verkeersberichten kunt verkeersinformatietoets om het bericht ontvangen, moet u op de TA toets te beëindigen en naar de vorige modus drukken.
Menu's audio-installatie AUTOMATISCHE ALTERNATIEVE VOLUMEREGELING FREQUENTIES Automatische volumeregeling (ALC) is Alternatieve frequentie (AF) functies voor een voorziening die het geluidsvolume en FM radiostations. Druk op de alternatieve de geluidskwaliteit automatisch aanpast frequentie toets om de functie in te aan de rijsnelheid. Het volume neemt met schakelen;...
Pagina 140
Menu's audio-installatie Classificatie Beschrijving TALK NONE Niet gecategoriseerd ALARM Zie onderstaande opmerking N.B.: Bepaalde radiostations kunnen ook PTY gebruiken noodberichten uitzenden onder de niet aangegeven categorie ALARM, maar dit Terwijl het toestel naar een ander PTY programmatype kan niet handmatig station zoekt, verschijnt een PTY worden gekozen.
CD-speler • Druk op de LOAD toets en houd deze CD'S AANBRENGEN ongeveer twee seconden ingedrukt tot een akoestisch signaal klinkt. CD-speler • Druk de voorkeuzetoets van het Breng een CD met het label naar gewenste laadvak in en wacht tot bovengekeerd aan.
CD-speler 6 CD-wisselaar in dashboard N.B.: Wanneer de toets niet wordt ingedrukt en er zijn ongeveer vijf Normaal uitwerpen seconden verstreken nadat 'DISC OUT' is gaan knipperen, worden de CD's • Druk op de CD eject knop. Het automatisch uitgeworpen. discnummer en 'DISC OUT' worden N.B.: De CD's met het laagste nummer weergegeven.
CD-speler Tijdens het afspelen van een De audio-installatie onthoudt welke CD’s beschikbaar zijn, dus er wordt nooit een muziek CD CD geselecteerd waarvan de • Druk tijdens het afspelen de random audio-installatie weet dat deze ontbreekt. toets (RDM) in om de nummers op de Wanneer u een ontbrekende CD met de CD in willekeurige volgorde af te DISC UP of DISC DOWN toetsen...
CD-speler Tijdens het afspelen van een De standaard is onderverdeeld in drie MP3 CD (nummer herhalen) verschillende niveau's gebaseerd op verschillen in procedures voor • Druk de herhaaltoets (RPT) tijdens het bestandsbenaming, dataconfiguratie en afspelen in om het huidige nummer andere eigenschappen.
Pagina 145
CD-speler • Wanneer u de extensie “.MP3” aan N.B.: Een map die geen MP3 bestand een ander bestand dan een MP3 bevat wordt overgeslagen. bestand toevoegt, herkent de speler het bestand niet correct en zal deze een geluid genereren dat uw luidsprekers kan beschadigden.
CD-speler Een enkele schijf met maximaal 512 • Druk op de toets DISC UP/DOWN om bestanden en een enkele map met een andere map te selecteren. maximaal 255 bestanden kan worden • Druk op de toets TRACK UP/DOWN afgespeeld. om een ander nummer (bestand) in de map te kiezen.
Pagina 147
CD-speler Opties weergave CD tekst Wanneer een audio CD met CD tekst wordt afgespeeld, kan een beperkte hoeveelheid informatie, die aan elk nummer is toegevoegd, worden weergegeven. Deze informatie omvat meestal: • De naam van de CD • De naam van de artiest •...
Ingangsaansluiting (AUX IN) INGANGSAANSLUITING (AUX IN) N.B.: Stel voor optimale prestaties bij het afspelen van een extra apparaat het volume daarvan hoog. Hierdoor worden storingen gereduceerd wanneer het apparaat wordt aangesloten op de aansluiting voor de sigarenaansteker in de auto. Via de extra ingang (AUX IN), indien aanwezig, kan een extra apparaat zoals een MP3-speler op de audio-installatie...
Onderhoud audio-installatie ANTENNE De radioantenne is boven de voorstijl op het dak van de wagen gemonteerd. Het is een handbediende antenne en moet met de hand worden uitgetrokken in ingeschoven. LET OP Schuif de antenne in voordat u een wasstraat of een lage ruimte inrijdt om te voorkomen dat de antenne wordt beschadigd.
Volg de instructies zoals beschreven in het hoofdstuk Systeembeveiliging. Bericht dat aanduidt dat de systeembeveiliging het toestel heeft geblokkeerd nadat herhaaldelijk onjuiste codes zijn ingevoerd. Neem contact op met uw Ford dealer. CHECK CD Algemeen bericht voor storingen tijdens het afspelen van een CD, zoals 'cannot read the CD' (kan CD niet lezen), 'data-CD inserted' (data-CD aangebracht), enz.
Bijlagen ELEKTROMAGNETISCHE WAARSCHUWINGEN Monteer geen zender/ontvangers, COMPATIBILITEIT microfoons, luidsprekers en dergelijke in de ontvouwruimte van WAARSCHUWINGEN de airbags. Uw wagen is getest en Bevestig geen antennekabels aan gecertificeerd volgens de Europese de originele bedrading, wetgeving betreffende brandstofleidingen en remleidingen elektromagnetische comptabiliteit (EMC) van de wagen.
Pagina 152
Bijlagen Frequentieband Maximum uitgangsvermogen Antenneplaatsen in watt (piek RMS) 142 – 176 50 W 1. 2. 3. 4 380 – 470 50 W 1. 2. 3. 4 806 – 940 10 W 1. 2. 3. 4 1200 – 1300 10 W 1.
Pagina 153
Index Antenne...........147 Anti Blokkeer Systeem (ABS) Zie: Remmen..........73 Asbak............59 Zie: Klimaatregeling........48 Audiodisplays met tijd- en Aan/uit toets...........134 datumaanduiding........133 Aandrijving op alle wielen (AWD)..67 Automatische transmissie.....70 Auto's met handgeschakelde Aanwijzingen voor het rijden met een versnellingsbak.........67 automatische transmissie.......71 Uitvoeringen met automatische Keuzehendelstanden........70 transmissie..........69 Rijmodi............72...
Pagina 154
Index Bevestigingspunten voor lading ..77 De juiste zitpositie innemen....55 Ladingsteun...........78 Sjorhaken............77 Zie: De motorkap openen en sluiten..97 Bijlagen............149 Brandstof en tanken.......64 Technische specificatie.......66 Brandstofkwaliteit - Diesel.....64 De motorkap openen en sluiten...97 Opslaan voor de lange termijn....64 Motorkap sluiten...........97 Brandstofverbruik De motor starten........62 Zie: Technische specificatie......66 Algemene informatie........62 Buitenspiegels.........36...
Pagina 155
Index Handmatige klimaatregeling....48 Aanjager............50 Airconditioning..........52 Gebruik maken van de Gerecirculeerde lucht........50 parkeerhulp...........75 Interieur snel verwarmen......51 Parkeerhulp in- en uitschakelen....76 Luchtverdeelknop........49 Gebruik van sneeuwkettingen.....114 Opwarmsysteem.........48 Gebruik van startkabels.......106 Temperatuurregelknop.......49 Hulpstartkabels aansluiten......106 Ventilatie............51 Motor starten..........107 Voorruit snel ontdooien en Gebruik van veiligheidsgordels tijdens ontwasemen..........50 zwangerschap........18 Handrem...
Pagina 156
Index Klok audio-unit instellen......133 Motorolie controleren......99 ...............133 Olie bijvullen...........99 12/24 uurs modus........133 Oliepeil controleren........99 Motorstartblokkering......22 Exacte tijd instellen........133 Tijd veranderen...........133 Werking............22 Klok............59 Motor uitschakelen.........63 Koplamphoogte afstellen......28 Auto's met turbocompressor....63 Kort overzicht..........7 MP3-bestand afspelen......142 Extra elektrische aansluitpunten....11 ...............142 MP3 weergave-opties......144 Instrumentengroep........9 Overzicht van het instrumentenpaneel - Door MP3 displays scrollen......144 stuur links.............7...
Pagina 157
Index Plaatsen zekeringenhouders....88 Specificatie-overzicht zekeringen..90 Centrale zekeringenkast......89 Centrale zekeringenkast......90 Extra zekeringenkast........88 Extra zekeringenkast........92 Zekering hellingmeter en kompas.....89 Zekering hellingmeter en kompas.....93 Plaatsing van kinderzitjes......13 Spiegels Zie: Ruiten en spiegels........35 Zie: Verwarmde ruiten en spiegels....53 Starten met hulpstartkabels Regeling functie Zie: Gebruik van startkabels.....106 verkeersinformatie......136 Station afstemtoetsen......134 Reinigen van binnenzijde auto....105...
Pagina 158
Index Velgen en banden.........108 Voorruitwissers........25 Algemene informatie........108 Wissen met intervallen........25 Voorste mistlampen........27 Technische specificatie......114 Ventilatie Voorstoelen..........55 Zie: Klimaatregeling........48 Hellingshoek van de rugleuning Ventilatieroosters........48 instellen............56 Vergrendelen en ontgrendelen....20 Stoelen naar voren en achteren Portieren met de afstandsbediening schuiven............55 Voorzorgsmaatregelen voor koude vergrendelen en ontgrendelen....20 weersomstandigheden.......84 Portieren met de hendels vergrendelen...
Pagina 159
Index Zekeringen..........88 Zitverhogers..........14 Kinderzitje (groep 2)........14 Zitverhoger (groep 3)........14...