Inhoudsopgave Sleutelloze toegang.........41 Inleiding Over deze handleiding......7 Motorstartblokkering Overzicht van symbolen......7 Werking.............45 Onderdelen en accessoires....8 Gecodeerde sleutels......45 Immobilisatiesysteem inschakelen..45 Kort overzicht Immobilisatiesysteem uitschakelen..45 Kort overzicht..........11 Alarm Veiligheidsuitrusting voor kinderen Werking.............46 Alarm inschakelen........48 Kinderzitjes..........20 Alarm uitschakelen.........48 Zitverhogers..........21 Plaatsing van kinderzitjes.......23 Stuurwiel ISOFIX verankeringspunten....25 Stuurwiel afstellen........49 Kindersloten..........27...
Pagina 4
Inhoudsopgave Een koplamp verwijderen......62 Verwarmde stoelen......123 Gloeilampen vervangen......63 Geventileerde stoelen......123 Gloeilampentabel........71 Gemaksfuncties Ruiten en spiegels Zonneschermen ........125 Elektrisch bedienbare ruiten....73 Dimmer instrumentenpaneelverlichting..125 Buitenspiegels.........75 Klok............125 Elektrisch verstelbare buitenspiegels........75 Aansteker..........125 Binnenspiegel...........77 Asbak............126 Automatisch dimmende spiegel...77 Extra voedingsaansluitingen....126 Bekerhouders........127 Instrumenten Dashboardkastje........127 Meters............78 Opbergruimtes........127 Waarschuwings- en Wegenkaartopbergvakken....128 indicatielampen........80...
Pagina 5
Inhoudsopgave Brandstofkwaliteit - Diesel....138 Snelheidsregeling (cruise control) Katalysator..........138 Tankklep..........138 Werking...........155 Tanken.............139 Gebruik maken van snelheidsregeling (cruise control)........155 Tanken - Flex Fuel (FF, ethanol)..139 Brandstofverbruik .........140 Adaptieve snelheidsre- Technische specificatie......140 geling (ACC) Werking...........157 Versnel- lingsbak/transmissie Gebruik maken van ACC.....158 Functie voorgangerwaarschuwing Handgeschakelde versnellingsbak..143 (forward alert)........161 Automatische transmissie....143...
Pagina 6
Inhoudsopgave Ruitensproeiervloeistof controleren...207 Zekeringen Technische specificatie.......208 Plaatsen zekeringenhouders....180 Een zekering vervangen......182 Verzorging van de auto Specificatie-overzicht zekeringen..183 Reinigen van buitenzijde auto....211 Reinigen van binnenzijde auto....212 Bergen van de auto Kleine lakschade repareren....212 Sleeppunten...........192 Auto op vier wielen slepen....193 Accu van de auto Onderhoud van de accu......213 Onderhoud Gebruik van startkabels.......213...
Hartelijk dank voor het kiezen van een graspollen en andere ontvankelijke Ford. Wij raden u aan de tijd te nemen om substanties en vluchtige organische uw auto goed te leren kennen door dit samenstellingen kunnen reduceren.
Het is nu eenvoudiger te bewijzen dat Symbolen op uw auto werkelijk Originele Ford Onderdelen zijn gebruikt. Het Ford logo is duidelijk op de volgende onderdelen zichtbaar wanneer Originele Ford Onderdelen zijn gebruikt. Wanneer uw wagen moet worden gerepareerd, kijk dan of het duidelijk...
Pagina 11
Inleiding Buitenspiegel E88506 Ruit • Achterruit E88678 • Zijruiten Bumper en radiateurgrille • Voorruit • Radiateurgrille • Voor- en achterbumper E88507 Verlichting E88505 • Achterlichtunits • Koplampen...
Pagina 15
Kort overzicht Schakelaar elektronische stabiliteitsregeling (ESP). Zie Gebruik maken van stabiliteitsregeling (bladzijde 147). Schakelaar parkeerhulp. Zie Gebruik maken van de parkeerhulp (bladzijde 153). Schakelaar waarschuwingsknipperlichten. Zie Waarschuwingsknipperlichten (bladzijde 59). Controlelamp airbag aan passagierszijde uitgeschakeld. Zie Passagiersairbag uitschakelen (bladzijde 32). Schakelaars voor- en achterruitverwarming. Zie Verwarmde ruiten en spiegels (bladzijde 112).
Pagina 16
Kort overzicht Wagen ontgrendelen E87435 Zie Sleutelloze toegang (bladzijde 41). E78278 Keyless starten Trek een portierkruk uit om alle portieren en de kofferdeksel/ achterklep te ontgrendelen en het alarmsysteem uit te schakelen. Wagen vergrendelen E85766 Druk de startknop in. Zie Sleutelloos starten (bladzijde 131). Motortoerental na het starten Na het starten van een koude motor is het stationaire toerental hoger dan...
Pagina 17
Kort overzicht Elektrisch inklapbare spiegels E95178 E72623 Zie Elektrisch verstelbare buitenspiegels (bladzijde 75). Informatiedisplays E95179 Zie Stuurwiel afstellen (bladzijde 49). E70499 Navigeer met de pijltjestoetsen door de menu's en druk op OK om een keuze te maken. Zie Infodisplays (bladzijde 83).
Pagina 18
Kort overzicht Automatisch in- Automatisch wissen /uitschakelende verlichting E70719 Afhankelijk van het omgevingslicht gaan E70696 de koplampen automatisch aan en uit. Zie Verlichtingsbediening (bladzijde Een wisslag 56). Automatisch wissen Richtingaanwijzers Normale wissnelheid Hoge wissnelheid E70727 E70316 N.B.: Beweeg de richtingaanwijzerschakelaar kort omhoog Hoge gevoeligheid of omlaag om de richtingaanwijzers driemaal te laten knipperen.
Pagina 19
Kort overzicht Geheugenfunctie Handbediende klimaatregeling Interieur snel verwarmen WAARSCHUWING Gebruik de geheugenfunctie niet tijdens het rijden. E71377 Interieur snel afkoelen E86768 Bedieningstoetsen voor de stoelverstelling. Geheugentoetsen. E71381 1. Zet het contact aan. Voorruit ontdooien en ontwasemen 2. Stel de stoel en de buitenspiegels in de gewenste stand.
Pagina 20
Kort overzicht Automatische klimaatregeling Automatische transmissie Standen van transmissiehendel E70304 Zie Automatische klimaatregeling (bladzijde 109). Handgeschakelde versnellingsbak De achteruit inschakelen E80836 Parkeren Achteruit Neutraal Rijden Handmatig schakelen en sportmodus E99067 WAARSCHUWING Bij sommige auto's moet de kraag Druk het rempedaal in voordat u de omhoog worden gebracht tijdens keuzehendel verplaatst en houd het inschakelen van de achteruit.
Pagina 21
Kort overzicht WAARSCHUWINGEN Wij raden aan minimaal 10 seconden te wachten alvorens het vulpistool uit de vulbuis te halen, zodat alle achtergebleven brandstof in de brandstoftank kan stromen. E86613 Druk op de klep om deze te openen. Open de klep volledig tot hij vergrendelt. Wanneer u het vulpistool in de vulbuis steekt, opent een veerbelaste klep wanneer de correcte vulpistooldiameter...
Veiligheidsuitrusting voor kinderen N.B.: De wettelijke voorschriften t.a.v. het KINDERZITJES gebruik van kinderzitjes zijn per land verschillend. Alleen kinderzitjes die volgens ECE-R44.03 (of later) gecertificeerd zijn, zijn getest en goedgekeurd voor gebruik in uw auto. Een aantal zijn leverbaar via uw dealer.
Veiligheidsuitrusting voor kinderen Kinderveiligheidszitje WAARSCHUWINGEN Laat kinderen met een lichaamsgewicht van meer dan 15 kilogram maar met een lengte van minder dan 150 centimeter in een kinderzitje of op een zitverhoger plaatsnemen. Zitverhoger E68920 Vervoer kinderen met een lichaamsgewicht van 13 tot 18 kilogram in een kinderveiligheidszitje (groep 1), dat op de achterbank is geplaatst.
Pagina 24
Veiligheidsuitrusting voor kinderen Zitverhoger Ontgrendelen E94860 E68924 N.B.: Controleer of het Geïntegreerde zitverhoger grendelmechanisme volledig op zijn plaats zit. WAARSCHUWINGEN Gebruik de omhoog gezette geïntegreerde zitverhoger niet in combinatie met een kinderzitje. De geïntegreerde zitverhoger is geschikt voor kinderen met een gewicht tussen 22 en 36 kilogram.
Veiligheidsuitrusting voor kinderen PLAATSING VAN KINDERZITJES WAARSCHUWINGEN Wanneer u een kinderzitje op de tweede zitrij met een steun gebruikt zitrij, let er dan op dat de steun stevig op de vloer steunt. Wanneer een voorwaarts gericht kinderzitje op een zitplaats op de tweede zitrij wordt geplaatst, verwijder dan de hoofdsteun van die zitplaats.
Pagina 26
Veiligheidsuitrusting voor kinderen Zitplaatsen Gewichtsgroepen Tot 10 kg Tot 13 kg 9 - 18 kg 15 - 25 kg 22 - 36 kg Achterbank X Niet geschikt voor kinderen van deze gewichtsgroep. U Geschikt voor universele kinderzitjes die zijn goedgekeurd voor deze gewichtsgroep. U¹...
Veiligheidsuitrusting voor kinderen ISOFIX VERANKERINGSPUNTEN WAARSCHUWING Gebruik bij toepassing van het ISOFIX systeem een voorziening dat voorkomt dat de veiligheidsgordel kan draaien. Wij raden het gebruik van een veiligheidsgordel aan de bovenzijde of een steun aan. Uw auto is uitgerust met ISOFIX verankeringspunten die geschikt zijn voor E93616 het gebruik van goedgekeurde ISOFIX...
Pagina 28
Veiligheidsuitrusting voor kinderen N.B.: Let er bij 4-deurs uitvoeringen op dat het mechanisme van de veiligheidsriem aan de bovenzijde bereikbaar blijft wanneer de rugleuning is vergrendeld. E87145 5. Druk het kinderzitje stevig naar achteren zodat de onderste ISOFIX verankeringspunten goed aangrijpen. 6.
Veiligheidsuitrusting voor kinderen KINDERSLOTEN WAARSCHUWING Wanneer de kindersloten in werking zijn gesteld, kunnen de portieren niet van binnenuit worden geopend. E73697 Vergrendelen Ontgrendelen...
Bescherming van inzittenden N.B.: Het opblazen van een airbag gaat WERKING gepaard met een luide knal en u ziet een onschadelijke, poederachtige stofwolk. Airbags Dit is normaal. WAARSCHUWINGEN N.B.: Reinig de panelen van de airbags Wijzig de voorzijde van de wagen met een vochtige doek.
Pagina 31
Bescherming van inzittenden De knieairbag voor de bestuurder treedt De zijairbags worden geactiveerd bij in werking bij zware frontale aanrijdingen zware zijdelingse aanrijdingen. De airbags of bij aanrijdingen binnen een hoek van worden in enkele milliseconden maximaal 30 graden van links of van opgeblazen en stromen weer leeg zodra rechts.
Bescherming van inzittenden Veiligheidsgordels WAARSCHUWINGEN Draag een veiligheidsgordel en houd voldoende afstand tussen uzelf en het stuurwiel. Alleen wanneer u de veiligheidsgordel op de juiste wijze draagt, kan deze u op uw plaats houden, waardoor de airbag zijn maximale bescherming kan bieden. Zie De juiste zitpositie innemen (bladzijde 119).
Herinneringssysteem uitschakelen Neem contact op met uw Ford dealer. E87511 N.B.: Door het stelmechanisme iets in te GEBRUIK VAN drukken terwijl u de knop indrukt komt het VEILIGHEIDSGORDELS verstelmechanisme makkelijker los.
Bescherming van inzittenden De heupgordel moet comfortabel over N.B.: De sleutelschakelaar wordt in het de heupen liggen aan de onderzijde van handschoenenkastje gemonteerd en op uw zwangere buik. Leg de het instrumentenpaneel wordt een schoudergordel tussen uw borsten, controlelamp aangebracht. boven en aan de zijkant van uw zwangere Wanneer de controlelamp van de airbag buik.
Sleutels en afstandsbediening GEBRUIK VAN DE SLEUTEL PROGRAMMEREN VAN DE AFSTANDSBEDIENING Afstandsbediening met inklapbaar sleutelblad U kunt maximaal acht afstandsbedieningen voor uw auto programmeren (inclusief die met uw auto werd meegeleverd). Een nieuwe afstandsbediening programmeren 1. Steek de sleutel in het contactslot. 2.
Sleutels en afstandsbediening BATTERIJ VAN AFSTANDSBEDIENING VERVANGEN Afstandsbediening met inklapbaar sleutelblad E74385 3. Draai de schroevendraaier in de afgebeelde richting om de twee huishelften van de afstandsbediening van elkaar te scheiden. LET OP E74383 Raak de batterijcontacten of de printplaat niet met de 1.
Pagina 37
Sleutels en afstandsbediening Afstandsbediening zonder Type 2 inklapbaar sleutelblad Type 1 E78284 1. Schuif het ontgrendelplaatje in de richting van de pijl. E74386 2. Verwijder de sleutelbaard. 1. Steek een schroevendraaier in de uitsparing aan de achterzijde van de sleutel en verwijder het sleutelblad. 2.
Pagina 38
Sleutels en afstandsbediening 4. Maak de batterij voorzichtig met de 3. Draai de schroevendraaier in de schroevendraaier los. afgebeelde richting om de twee huishelften van de afstandsbediening 5. Breng een nieuwe batterij (3V CR van elkaar te scheiden. 2032) aan met de + naar beneden gekeerd.
Sloten Dubbele vergrendeling is een voorziening VERGRENDELEN EN tegen diefstal die voorkomt dat personen ONTGRENDELEN de portieren van binnenuit kunnen ontgrendelen. Alleen wanneer alle Centrale vergrendeling portieren zijn gesloten kunnen deze dubbel worden vergrendeld. U kunt de portieren alleen centraal vergrendelen wanneer alle portieren zijn Bevestiging van het gesloten.
Pagina 40
Sloten Portieren met de sleutel Portieren en achterklep vergrendelen en ontgrendelen vergrendelen en ontgrendelen met de afstandsbediening E87379 Ontgrendelen Vergrendelen Bagageruimte ontgrendelen Portieren en achterklep vergrendelen met de afstandsbediening Druk toets B eenmaal in. Portieren en achterklep dubbel E71962 vergrendelen met de afstandsbediening Ontgrendelen Druk toets B tweemaal binnen drie...
Pagina 41
Sloten De portieren van binnenuit Kofferdeksel/ achterklep vergrendelen en ontgrendelen Achterklep openen met de Bestuurdersportier afstandsbediening Druk toets C op de afstandsbediening tweemaal binnen drie seconden in. De kofferdeksel/ achterklep sluiten 4-deurs E71958 Alle portieren vergrendelen E89131 Alle portieren ontgrendelen 5-deurs Passagiersportieren voor en achter...
Sloten Wagon N.B.: Het integraal sluiten werkt alleen als het geheugen voor elke ruit afzonderlijk correct is ingesteld. Zie Elektrisch bedienbare ruiten (bladzijde 73). Integraal openen E89133 Aan de binnenzijde van de kofferdeksel/ achterklep bevindt zich een greep die het sluiten vereenvoudigt.
Sloten N.B.: Het integraal sluiten kan worden geactiveerd met behulp van de toets op de kruk op het bestuurdersportier. Integraal openen en sluiten kan ook worden geactiveerd met de toetsen op de passive key. Druk om alle ruiten te sluiten op de vergrendeltoets en houd deze minstens twee seconden ingedrukt.
Pagina 44
Sloten E78276 E87435 Voor het passief vergrendelen en WAARSCHUWING ontgrendelen is een geldige passive key De wagen wordt niet automatisch nodig die zich in de omgeving van een vergrendeld. Indien er geen van de drie externe detectiezones vergrendelknop wordt ingedrukt bevindt.
Pagina 45
Sloten kofferdeksel/ achterklep Een lang lichtsignaal van de richtingaanwijzers geeft aan dat alle N.B.: Als de passive key zich in de portieren, de bagageruimte en de bagageruimte bevindt, kan de tankvulklep zijn ontgrendeld en dat de kofferdeksel/ achterklep niet worden alarminstallatie is uitgeschakeld.
Pagina 46
Sloten Bij het aanzetten van het contact of Type 2 wanneer de motor met een geldige sleutel wordt gestart worden alle passive keys worden geactiveerd. Portieren met de sleutelbaard vergrendelen en ontgrendelen Type 1 E87964 1. Verwijder voorzichtig de kapje. 2.
Geef, indien mogelijk, uw dealer het sleutelnummer door, dat op het plaatje staat dat met de originele sleutels is geleverd. U kunt ook extra sleutels bij uw Ford dealer verkrijgen. IMMOBILISATIESYSTEEM INSCHAKELEN Korte tijd nadat u het contact hebt afgezet wordt het immobilisatiesysteem automatisch ingeschakeld.
Alarm Sirene met afzonderlijke accu WERKING De sirene met afzonderlijke accu is een Alarminstallatie extra alarmsysteem dat de sirene inschakelt wanneer het alarm wordt Uw wagen kan zijn uitgerust met één van geactiveerd. Deze wordt direct de volgende alarminstallaties: ingeschakeld bij het afsluiten van de •...
Pagina 49
Alarm • Bij wagens met een sirene met Vragen bij het verlaten van de afzonderlijke accu, wanneer iemand wagen de accukabels of de accu van de U kunt het informatiedisplay zodanig sirene zelf loskoppelt. instellen, dat telkens wordt gevraagd welk •...
Alarm ALARM UITSCHAKELEN Alarm Uitvoeringen zonder keyless entry systeem Voll. alarm Perimeter alarminstallatie Gereduceerd Schakel de alarminstallatie en het Vragen alarmsignaal uit door de portieren met de sleutel te ontgrendelen, zet het contact met een correct gecodeerde sleutel aan of ontgrendel de portieren of de achterklep met de afstandsbediening.
Stuurwiel STUURWIEL AFSTELLEN WAARSCHUWING Duw de ontgrendelingshendel WAARSCHUWING helemaal op zijn plaats wanneer u deze weer in de oude stand zet. Verstel nooit het stuurwiel als de auto in beweging is. AUDIOBEDIENING N.B.: Controleer of u in de juiste positie zit.
Pagina 52
Stuurwiel Zoekfunctie Druk op de seek toets om: • af te stemmen op het volgende radiostation op een hogere of lagere frequentie • het volgende of vorige nummer op de CD af te spelen • de cassetteband snel voor- of achterwaarts te laten spoelen.
Ruitenwissers en ruitensproeiers VOORRUITWISSERS AUTOMATISCH IN- EN UITSCHAKELENDE RUITENWISSERS LET OP Schakel de automatische wisfunctie niet bij droog weer in. De regensensor is bijzonder gevoelig en de ruitenwissers kunnen in werking treden indien de voorruit met vuil, mist of vliegen in aanraking komt.
Ruitenwissers en ruitensproeiers N.B.: Wanneer het contact aanstaat worden de ruitensproeiermonden verwarmd. E70315 Hoge gevoeligheid E70776 Lage gevoeligheid ACHTERRUITWISSERS EN - SPROEIERS Wanneer u de automatische wisfunctie inschakelt, maken de ruitenwissers pas een wisbeweging nadat water op de Wissen met intervallen voorruit is geregistreerd.
Ruitenwissers en ruitensproeiers Ruitensproeier RUITENWISSERBLADEN CONTROLEREN WAARSCHUWING Schakel de achterruitsproeier niet langer dan 10 seconden achtereen in of wanneer het reservoir leeg is. E66644 Controleer met uw vingertoppen de rubber randen van de ruitenwisserbladen op oneffenheden. E70777 Reinig de ruitenwisserbladen met een in Trek de hendel volledig naar het stuurwiel water gedrenkte, zachte spons.
Pagina 56
Ruitenwissers en ruitensproeiers Onderhoudsstand E72899 1. Druk de lip in. 2. Verwijder het ruitenwisserblad. N.B.: Zorg ervoor dat het ruitenwisserblad goed op zijn plaats komt te zitten. 3. Breng de eerder verwijderde E85833 onderdelen in omgekeerde volgorde aan. Achterruitwisserblad Achterruitwisserblad vervangen - Wagon 1.
Pagina 57
Ruitenwissers en ruitensproeiers N.B.: Zorg ervoor dat het ruitenwisserblad goed op zijn plaats komt te zitten. 5. Breng de eerder verwijderde onderdelen in omgekeerde volgorde aan. Achterruitwisserblad vervangen - 5-deurs uitvoering 1. Til de ruitenwisserarm op. E86457 2. Druk de lip in. 3.
Verlichting Een zijde VERLICHTINGSBEDIENING Standen van de lichtschakelaar E75505 Rechterzijde Linkerzijde E70718 Grootlicht en dimlicht Stads- en achterlichten Koplampen Parkeerlichten LET OP Door langdurig gebruik van de parkeerlichten wordt de accu ontladen. E70725 Zet het contact af. Trek de hendel geheel naar het stuurwiel toe om te wisselen tussen grootlicht en Beide zijden dimlicht.
Verlichting Home safe verlichting VOORSTE MISTLAMPEN Schakel de verlichting uit en trek de richtingaanwijzer naar het stuurwiel toe om de koplampen in te schakelen. Er klinkt kort een signaal. Bij een geopende deur gaan de koplampen automatisch na drie minuten uit, of 30 seconden nadat de laatste deur is gesloten.
Pagina 60
Verlichting Hoge stand van de koplamplichtbundels Lage stand van de koplamplichtbundels U kunt de hoogte van de koplamplichtbundels aanpassen aan de belading van de wagen. E70722 Aanbevolen regelknopstanden Belading Lading in bagage- Stand draaiknop compartiment Voorstoelen Stoelen, tweede zitrij 0 (0.5 1 (0.5 3 (0.5 4 (1.5...
Verlichting Uitvoeringen met actieve schokdemperregeling. WAARSCHUWINGSKNIP- E71943 PERLICHTEN Positie van onderdeel: Zie Kort overzicht (bladzijde 11). N.B.: Afhankelijk van de verkeerswetgeving van het land waarin uw wagen oorspronkelijk is gebouwd, knipperen de waarschuwingsknipperlichten wanneer u krachtig remt. ADAPTIEF VERLICHTINGSSYSTEEM, VOOR (AFS) E72897 zonder AFS met AFS...
Pagina 62
Verlichting Het AFS stelt het dimlicht afhankelijk van Bij storingen in het systeem verschijnt een de richting en de snelheid van de wagen bericht op het informatiedisplay. Zie af. Het verbetert het zicht tijdens het rijden Infoberichten (bladzijde 96). De in het donker en helpt verblinding van koplampen worden in een vaste centrale tegenliggers voorkomen.
Verlichting Wanneer u de schakelaar in stand B zet, RICHTINGAANWIJZERS gaat de interieurverlichting branden wanneer u een portier of het kofferdeksel / de achterklep ontgrendelt of opent. Wanneer u het contact afzet, gaan de leeslampen korte tijd later automatisch uit om te voorkomen dat de accu leegraakt.
Verlichting Verlichting make-up spiegels E72900 E85995 2. Verwijder de schroeven. Wanneer u het contact afzet, gaat de verlichting van de make-up spiegels korte tijd later automatisch uit om te voorkomen dat de accu leegraakt. Zet het contact korte tijd aan om de verlichting weer in te schakelen.
Verlichting LET OP Zorg bij het aanbrengen van de koplamp ervoor dat de bevestigingspunten niet worden beschadigd. N.B.: Zorg er bij het aanbrengen van de koplamp voor dat deze volledig in het onderste bevestigingspunt aan de buitenzijde aangrijpt. N.B.: Zet bij het aanbrengen van de koplamp eerst de schroef aan de voorzijde vast en daarna de schroef aan de achterzijde.
Pagina 66
Verlichting Koplampen N.B.: Verwijder de kappen om de gloeilampen te kunnen bereiken. Richtingaanwijzer 1. Verwijder de koplamp. Zie Een koplamp verwijderen (bladzijde 62). E72261 2. Trek de stekker los. 3. Maak de klemveer los en verwijder de gloeilamp. Koplamp, dimlicht 1.
Pagina 67
Verlichting Instapverlichting E72262 E72264 2. Trek de stekker los. 3. Maak de klemveer los en verwijder de N.B.: Draai het spiegelglas zover mogelijk gloeilamp. naar binnen. Zijknipperlichten 1. Steek een schroevendraaier in de spleet tussen het spiegelhuis en het spiegelglas maak de metalen klem los. E85999 E72265 1.
Pagina 68
Verlichting Mistlampen, vóór Achterlichtunits Richtingaanwijzer en rem-/achterlicht E86003 1. Verwijder het bekledingspaneel. E72267 N.B.: De gloeilamp van de mistlamp kan niet uit de lamphouder worden verwijderd. N.B.: Verwijder niet de schroeven. 1. Draai de schroeven los. 2. Verwijder de lamp. 3.
Pagina 69
Verlichting E86007 E86005 2. Maak de lamphouder los. Richtingaanwijzer Achterlicht en remlicht 3. Druk voorzichtig de gloeilamp in de lamphouder en draai de gloeilamp linksom. Verwijder de gloeilamp. Achteruitrijlamp, achterlicht en mistachterlicht E86008 Achteruitrijlamp Achterlicht Mistachterlicht 3. Druk voorzichtig de gloeilamp in de lamphouder en draai de gloeilamp linksom.
Pagina 70
Verlichting Derde remlicht 1. Maak de klemmen los. Verwijder de lamp. Verwijder het bekledingspaneel. 4-deurs E87617 1. Maak de klemmen los. E87620 5-deurs 1. Breng een geschikt voorwerp in de openingen aan. 2. Trek voorzichtig de lamp naar de voorzijde van de wagen om de klemveren los te maken.
Pagina 71
Verlichting Interieurverlichting Uitvoeringen zonder interieursensoren E79601 4. Maak de lamphouder los. 5. Verwijder de gloeilamp. E72788 Kentekenplaatverlichting 1. Werk voorzichtig de lamp los. 2. Verwijder het glas. 3. Verwijder de gloeilamp. Uitvoeringen met interieursensoren E72789 1. Maak voorzichtig de klemveer los. 2.
Pagina 72
Verlichting Leeslampen Uitvoeringen zonder interieursensoren E73939 3. Verwijder de gloeilamp. Verlichting make-up spiegel E72796 1. Werk voorzichtig de lamp los. 2. Verwijder het glas. 3. Verwijder de gloeilamp. Uitvoeringen met interieursensoren E72785 1. Werk voorzichtig de lamp los. 2. Verwijder de gloeilamp. E72786 1.
Verlichting Verlichting 1. Werk voorzichtig de lamp los. bagagecompartiment 2. Verwijder de gloeilamp. E72784 GLOEILAMPENTABEL Lamp Specificatie Vermogen (watt) Richtingaanwijzer, voor PY21W Grootlicht Koplamp, dimlicht Bochtverlichting Zijknipperlicht Instapverlichting Mistlampen, vóór Mistlampen, vóór Stadslicht Richtingaanwijzer, achter PY21W Remlicht en achterlicht P21/5W 21/5 Achterlicht P21/4W...
Pagina 74
Verlichting Lamp Specificatie Vermogen (watt) Achteruitrijlamp P21W Derde remlicht 5 x W5W Kentekenplaatverlichting Interieurverlichting Buislamp Leeslamp BA 9s Verlichting make-up spiegel Verlichting bagagecompartiment Vervang een doorgeslagen zekering door een exemplaar met hetzelfde vermogen.
Ruiten en spiegels Schakelaar op het ELEKTRISCH BEDIENBARE bestuurdersportier RUITEN WAARSCHUWING Schakel de elektrisch bedienbare ruiten niet in tenzij deze vrij zijn van obstructies. N.B.: Wanneer de ruiten gedurende korte tijd vaak worden bediend kan het systeem een bepaalde tijd buiten werking treden om schade door oververhitting te E70848 voorkomen.
Pagina 76
Ruiten en spiegels Veiligheidsschakelaar voor de Om deze veiligheidsvoorziening uit te achterste ruiten schakelen wanneer er meer weerstand is, bijvoorbeeld in de winter, gaat u als N.B.: U kunt altijd de achterste ruiten volgt te werk: vanaf het bestuurdersportier bedienen. 1.
Ruiten en spiegels Veiligheidsmodus Inklapbare spiegels WAARSCHUWING De antiklemfunctie werkt tijdens deze procedure niet. Wanneer het systeem een storing vaststelt, treedt de veiligheidsmodus in werking. De ruiten bewegen per keer slechts 0,5 seconde en stoppen opnieuw. Sluit de ruiten door de schakelaar opnieuw in te drukken wanneer deze stopt.
Pagina 78
Ruiten en spiegels Richtingen waarin de spiegel kan worden gekanteld E70847 E72623 De elektrisch bedienbare buitenspiegels Druk op de toets om de spiegel in of uit zijn voorzien van een te klappen. verwarmingselement dat het spiegelglas ontdooit en ontwasemt. Zie Wanneer nogmaals op de schakelaar Verwarmde ruiten en spiegels wordt gedrukt terwijl de spiegels in...
Ruiten en spiegels De buitenspiegel keert in de Kantel de spiegel om verblinding 's nachts oorspronkelijke stand terug: te verminderen. • Wanneer de rijsnelheid hoger is dan 10 km/h (6 mph). AUTOMATISCH DIMMENDE • Ongeveer 10 seconden nadat de SPIEGEL achteruit niet langer is ingeschakeld.
Instrumenten METERS Type 1 en 2 E72984 Toerenteller Koelvloeistoftemperatuurmeter Brandstofmeter Snelheidsmeter...
Pagina 81
Instrumenten Type 3 E87713 Toerenteller Snelheidsmeter Koelvloeistoftemperatuurmeter Brandstofmeter Informatiecentrum. Zie Infodisplays (bladzijde 83). Wanneer de naald in de richting van 120 Koelvloeistoftempe- °C beweegt, is de motor oververhit. Zet ratuurmeter de motor af, zet het contact af en stel de oorzaakzodra de motor is afgekoeld Geeft de temperatuur van de koelvloeistof vast.
Instrumenten Controlelamp remsysteem WAARSCHUWINGS- EN INDICATIELAMPEN WAARSCHUWING Verlaag geleidelijk uw snelheid. Druk Nadat het contact is aangezet branden het rempedaal bijzonder voorzichtig de volgende waarschuwings- en in. Druk het rempedaal vooral niet controlelampen kort ter bevestiging dat abrupt in. het systeem operationeel is. •...
Pagina 83
Instrumenten Richtingaanwijzers Controlelamp voorgloeien Knippert bij ingeschakelde Zie Een dieselmotor starten richtingaanwijzers. Een (bladzijde 135). plotselinge toename van de knipperfrequentie duidt op een defecte Controlelamp koplampen gloeilamp. Zie Gloeilampen vervangen (bladzijde 63). Brandt wanneer u het dimlicht of de stadslichten en Controlelamp motor achterlichten aanzet.
Instrumenten Controlelamp oliedruk AKOESTISCHE WAARSCHUWINGSSIGNALEN LET OP EN -INDICATIES Hervat uw reis niet wanneer de controlelamp oliedruk gaat branden De gongsignalen in- en terwijl het oliepeil correct is. Laat het uitschakelen systeem onmiddellijk door een geschoolde monteur controleren. Bepaalde gongsignalen kunt u uitschakelen.
Infodisplays Druk op de op en neer pijltjestoetsen: ALGEMENE INFORMATIE • om door de displays van de WAARSCHUWING boordcomputer te scrollen • om door de opties van een menu te Bedien de toetsen van het scrollen en deze te selecteren. informatiedisplay niet tijdens het rijden.
Pagina 86
Infodisplays Functie Type 1 Type 2 Type 3 Standkachel instellen Bediening navigatiesysteem Bediening CD-speler Bediening CD-wisselaar Bediening radio Bediening telefoon Bediening auxiliary aansluiting Druk op de op en neer pijltjestoetsen op Type 1 het stuurwiel om door de displays van de boordcomputer te scrollen.
Pagina 87
Infodisplays Type 2 Druk op de op en neer pijltjestoetsen op het stuurwiel om door de displays van de boordcomputer te scrollen. Zie Tripcomputer (bladzijde 92). 09:00 Gem.Verbruik 100km 123456 km 234,2 km E74426...
Pagina 88
Infodisplays Menustructuur Reset afst. Gereden afstand Gem.Verbruik Gem.Snelheid Alle Berichten Informatie Band.spann. Klok instellen Klok 24-uursmodus 12-uursmodus Scherm Help-scherm Configureren Instellingen Radioinfo Telefooninfo NAV-info Altijd uit Bij aanw. Altijd aan Engels Talen Duits Italiaans Frans Spaans Turks Russisch Nederlands Polijsten Zweeds Portugees Metrisch...
Pagina 90
Infodisplays Type 3 CD-speler CD-wisselaar Radio Telefoon E88048 Boordcomputer Scroll met de toetsen door de menudisplays. Instellingen Lijst met componenten De geselecteerde icoon geeft het menu Externe (auxiliary) ingang weer dat in gebruik is. Navigatie...
Pagina 91
Infodisplays Menustructuur Navigatie Naar huis Bestemmingen Favor.Gebruik. Bestemmingen Favor. A-Z Bestemmingen Laatste best. Beg.beëind. Map / Tracks Map / Tracks CD-wisselaar CD 1 CD 2 Map / Tracks CD 3 Map / Tracks CD 4 Map / Tracks CD 5 Map / Tracks CD 6 Map / Tracks...
Pagina 92
Infodisplays Tripcomputer Afst. tot leeg Gem.Verbruik Gem. snelheid Act.elem.terugstell. Dagteller terugstellen Berichten Informatie Instellingen Band.spann. Klok instellen Klok 24-uursmodus 12-uursmodus Kleurthema's Scherm Instellingen Configureren Help-scherm NAV-info Altijd uit Bij aanw. Altijd aan Talen Engels Duits Italiaans Frans Spaans Turks Russisch Nederlands Polijsten Zweeds...
Infodisplays Instellen Tijd 1 Parkeerverw. Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag Zaterdag Zondag Instellen Tijd 2 Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag Zaterdag Zondag Eenmalig Nu actief Aux-ingang E88067 Gemiddeld brandstofverbruik TRIPCOMPUTER Geeft het gemiddelde brandstofverbruik aan vanaf het moment dat de functie op Kilometerteller nul werd teruggesteld.
Pagina 95
Infodisplays Type 1 en 2 N.B.: De positie van het display van de boordcomputer kan variëren afhankelijk van de getoonde informatie. 10:20 Boordcomputer terugstellen met behulp van het hoofdmenu Een bepaald display terugstellen: 1. Druk op de rechter pijltjestoets op het Average Fuel stuurwiel om het hoofdmenu binnen te gaan.
Infodisplays 1. Selecteer Trip Computer met de 6. Druk op de linker pijltjestoets om het op en neer pijltjestoetsen en druk op menu te verlaten. Houd de linker de rechter pijltjestoets. pijltjestoets ingedrukt om naar het scherm van de boordcomputer terug 2.
Pagina 97
Infodisplays Type 1 en 2 Engels, Duits, Italiaans, Frans, Spaans, Turks, Russisch, Nederlands, Pools, 1. Druk op de rechter pijltjestoets op het Zweeds en Portugees. stuurwiel om het hoofdmenu binnen te gaan. Type 1 en 2 2. Selecteer Setup met de op en neer 1.
Infodisplays Metrische of Engelse eenheden kiezen: INFOBERICHTEN Type 1 en 2 1. Druk op de rechter pijltjestoets op het stuurwiel om het hoofdmenu binnen te gaan. 2. Selecteer Setup met de op en neer pijltjestoetsen en druk op de rechter pijltjestoets.
Pagina 99
Infodisplays Breng de auto tot stilstand Type 3 zodra dit veilig kan. 1. Druk op de rechter pijltjestoets op het stuurwiel om het hoofdmenu binnen te gaan. Actuele berichten bekijken 2. Selecteer Settings met de op en Type 1 en 2 neer pijltjestoetsen en druk op de rechter pijltjestoets.
Pagina 100
Infodisplays Alarmsignaal Mededeling Waarschu- Betekenis wingslamp bericht Alarm triggered oranje De alarminstallatie is geactiveerd. Controleer de auto op sporen van braak. Alarm system De alarminstallatie heeft niet correct gewerkt. service reqd. Laat deze storing zo spoedig mogelijk contro- leren. Accu en laadsysteem Mededeling Waarschu- Betekenis...
Pagina 101
Infodisplays Mededeling Waarschu- Betekenis wingslamp bericht Cruise control De cruise control staat in standby. standby ACC unavailable De stabiliteitsregeling (ESP) kan zijn uitgescha- keld. Schakel het ESP weer in en probeer de ACC opnieuw in te schakelen. Probeer anders het contact af en weer aan te zetten om dit bericht te wissen.
Pagina 102
Infodisplays Immobilisatiesysteem Mededeling Waarschu- Betekenis wingslamp bericht Immobiliser active oranje Het immobilisatiesysteem is ingeschakeld. Zie Motorstartblokkering (bladzijde 45). Hill launch assist (HLA) Mededeling Waarschu- Betekenis wingslamp bericht Hill Launch not oranje De HLA werkt niet correct. Laat deze storing zo available spoedig mogelijk controleren.
Pagina 103
Infodisplays Mededeling Waarschu- Betekenis wingslamp bericht Steering locked - Het stuurslot is nog geactiveerd. Druk de start- Retry knop in. Verlichting Mededeling Waarschu- Betekenis wingslamp bericht Front lights oranje De adaptieve koplampen (AFS) hebben niet malfunction correct gewerkt. Laat deze storing zo spoedig mogelijk controleren.
Pagina 104
Infodisplays Onderhoud Mededeling Waarschu- Betekenis wingslamp bericht Engine malfunction rood Het systeem van de motor heeft niet correct gewerkt. Laat deze storing zo spoedig mogelijk controleren. Check engine oil oranje Het motoroliepeil is laag. Controleer zo snel level mogelijk het motoroliepeil. Zie Motorolie controleren (bladzijde 205).
Pagina 105
Infodisplays Stuurbekrachtiging Mededeling Waarschu- Betekenis wingslamp bericht Power steering oranje De stuurbekrachtiging heeft niet correct malfunction gewerkt. Laat deze storing zo spoedig mogelijk controleren. Stabiliteitsregeling (ESP) Mededeling Waarschu- Betekenis wingslamp bericht ESP off De stabiliteitsregeling is uitgeschakeld. ESP malfunction De stabiliteitsregeling heeft niet correct gewerkt. Laat deze storing zo spoedig mogelijk contro- leren.
Pagina 106
Infodisplays Mededeling Waarschu- Betekenis wingslamp bericht Check tyre pres- rood De spanning van een of meer banden is sures aanzienlijk te laag. Dit bericht kan verschijnen nadat een nieuwe sensor is gemonteerd. Controleer de banden en breng de spanning op de aanbevolen waarde. Zie Technische specificatie (bladzijde 229).
Pagina 107
Infodisplays Spraakbesturing Mededeling Waarschu- Betekenis wingslamp bericht Voice control Voice control is ingeschakeld. Please speak Voice control Not Controleer de voice control. recognised Voice control Not Voice control is in deze modus niet toegestaan. allowed...
Klimaatregeling Algemene informatie over de WERKING klimaatregeling in het interieur Buitenlucht Sluit alle ruiten. Houd de luchtinlaten voor de voorruit vrij Het interieur verwarmen van belemmeringen (sneeuw, bladeren, enz.) zodat het klimaatregelsysteem Laat de lucht naar de beenruimten effectief kan werken. stromen.
Klimaatregeling Luchtroosters, achter Beenruimte Hoofdniveau en beenruimte Hoofdniveau Hoofdniveau en voorruit De luchtverdeelknop kan in elke gewenste stand tussen de symbolen worden gezet. Aanjager E89129 Open Dicht HANDMATIGE E75470 KLIMAATREGELING Luchtverdeelknop N.B.: Wanneer u de aanjager uitschakelt kan de voorruit beslaan. Luchtrecirculatie Druk op de toets om te kiezen tussen toevoer van buitenlucht en het...
Pagina 110
Klimaatregeling Interieur snel verwarmen Koelen met buitenlucht E71377 Ventilatie E71380 Interieur snel afkoelen E71378 Stel de regelknoppen van de luchtstroom, de aanjager en luchtroosters naar wens Airconditioning E71381 Airconditioning in- en uitschakelen Voorruit ontdooien en ontwasemen Wanneer u de aanjager uitschakelt, wordt ook de airconditioning uitgeschakeld.
Klimaatregeling Wanneer de temperatuur hoger is dan 4 N.B.: Zet, om de achterste zijruiten te °C, schakelt de airconditioning ontdooien of te ontwasemen de automatisch in. Let erop dat de aanjager luchtroosters bij de tweede zitrij in de aanstaat. De controlelamp in de ontdooi- en ontwasemstand.
Pagina 112
Klimaatregeling Het systeem regelt automatisch de U kunt de temperatuur tussen 16 ºC en temperatuur, de hoeveelheid en verdeling 28 ºC met stappen van 0,5 ºC instellen. van de lucht en past deze aan de rij- en In de stand LO (lager dan 16 ºC) schakelt weersomstandigheden aan.
Pagina 113
Klimaatregeling Voorruit ontdooien en Druk op de MONO toets. MONO verschijnt op het display en de ontwasemen temperatuur aan passagierszijde wordt aangepast aan de temperatuur aan bestuurderszijde. Aanjager Wanneer u voorruit ontdooien en ontwasemen kiest schakelen A, B en C Hoge snelheid automatisch uit en wordt de airconditioning ingeschakeld.
Klimaatregeling Verwarmbare buitenspiegels N.B.: In de auto modus wordt bij hoge binnen- en buitentemperaturen voor een IN de elektrisch bedienbare buitenspiegels maximale koeling van het interieur is een verwarmingselement gemonteerd automatisch de recirculatiestand dat het spiegelglas ontdooit of ingeschakeld. Wanneer de ingestelde ontwasemt.
Pagina 115
Klimaatregeling N.B.: De verwarming werkt afhankelijk van de buitentemperatuur. N.B.: Wanneer de standverwarming is ingeschakeld, kunnen wat uitlaatgassen onder de zijkanten van de wagen uitkomen. Dit is normaal. N.B.: Bij wagens met een handmatig geregelde verwarming, ventilatie en airconditioning, is de verwarming van het interieur afhankelijk van de ingestelde temperatuur, de luchtverdeling en het E70499...
Pagina 116
Klimaatregeling • Met de functies Program 1 en 5. Selecteer, om de tijd in te stellen Program 2 kunt u twee waarop de wagen moet zijn verwarmingscycli per dag verwarmd, de tijd aan de bovenzijde programmeren. Deze tijden blijven in van het display en druk op de rechter het geheugen opgeslagen en de pijltjestoets.
Pagina 117
Klimaatregeling Extra verwarming diesel De functie One-Time programmeren (afhankelijk van het land) 1. Selecteer One-Time en druk op de De standverwarming helpt bij het rechter pijltjestoets. verwarmen van de motor en het interieur bij wagens met een benzine- of 2. Druk op de OK toets en de uren dieselmotor.
Klimaatregeling Het schuifdak kan op twee manieren ELEKTRISCH ZONNEDAK worden geopend - de achterzijde van het schuifdak kan omhoog worden gekanteld of het schuifdak kan horizontaal naar achteren worden geschoven. Wanneer de schakelaar wordt ingedrukt opent of sluit het schuifdak. Zet het contact aan om de elektrisch bedienbare schuifdak te openen of te sluiten.
Pagina 119
Klimaatregeling Schuifdak kantelen Druk, om het schuifdak automatisch te openen of te sluiten, de betreffende zijde van de schakelaar tot de tweede aanslag in en laat hem vervolgens los. Druk de schakelaar opnieuw in om de beweging te stoppen. Het schuifdak stopt automatisch wanneer de gesloten stand is bereikt.
Pagina 120
Klimaatregeling Laat het schuifdak door een deskundige • Kantel de achterzijde van het controleren indien het na de derde poging schuifdak zover mogelijk omhoog. niet sluit. Laat de schakelaar los. • Druk de schakelaar opnieuw in en Veiligheidsmodus van het houd deze 30 seconden ingedrukt tot schuifdak u het schuifdak ziet bewegen.
Stoelen • voldoende afstand houdt tussen uzelf DE JUISTE ZITPOSITIE en het stuurwiel. minimaal 250 mm (10 INNEMEN inch) tussen uw borstbeen en de kap van de airbag aanhoudt. • het stuurwiel met licht gebogen armen vasthoudt. • uw benen licht buigt zodat u de pedalen volledig kunt indrukken.
Stoelen Hellingshoek van de rugleuning WAARSCHUWING verstellen Beweeg te stoel naar voren en naar achteren nadat u de hendel hebt losgelaten om te controleren of de stoel goed is vergrendeld. Lendensteun afstellen E70731 ELEKTRISCHVERSTELBARE STOELEN E70729 In twee richtingen elektrisch verstelbare stoel Hoogte van de bestuurdersstoel verstellen...
Pagina 123
Stoelen In acht richtingen elektrisch verstelbare stoel E70734...
Stoelen HOOFDSTEUNEN ACHTERBANK Hoofdsteun instellen WAARSCHUWINGEN Wanneer u de rugleuningen WAARSCHUWINGEN neerklapt, let er dan op dat uw Trek de achterste hoofdsteun vingers niet tussen de rugleuning en omhoog wanneer iemand achterin het stoelframe komen. plaatsneemt. Zorg ervoor dat de stoelen en de Wanneer een voorwaarts gericht rugleuningen goed vastzitten en kinderzitje op een stoel van de...
Stoelen LET OP Laat de hoofdsteunen zakken. E70601 E86612 1. Steek uw vingers tussen de zitting en de rugleuning en klap de zitting naar voren. 2. Druk de ontgrendelknoppen naar beneden en houd ze in deze stand. 3. Druk de rugleuning naar voren. Omhoog klappen van de rugleuningen E71224...
Pagina 126
Stoelen N.B.: Voor het ventileren van de stoelen wordt gebruik gemaakt van de lucht in het passagierscompartiment. Het koelende effect is daarom afhankelijk van de temperatuur in het interieur. Schakel zo nodig de airconditioning in en richt de luchtstroom op de beenruimte. Zie Klimaatregeling (bladzijde 106).
Gemaksfuncties ZONNESCHERMEN DIMMERINSTRUMENTENPA- NEELVERLICHTING Trek het zonnescherm omhoog en bevestig het aan de haken (A). Zijruiten E70723 KLOK N.B.: Sommige navigatiesystemen stellen E74809 met behulp van GPS signalen automatisch tijd en de datum van de klok in. Achterruit N.B.: Zie Algemene informatie (bladzijde 83).
N.B.: U kunt het elektrische aansluitpunt gebruiken voor 12 volt accessoires met een maximum vermogen van 15 ampère. Gebruik alleen Ford stekkers of stekkers die geschikt zijn voor gebruik in SAE gestandaardiseerde aansluitingen. E73705 Open de asbak om deze te verwijderen, druk hem tegen de veerdruk in en verwijder hem.
Gemaksfuncties OPBERGRUIMTES WAARSCHUWING Rijd niet met openstaande kleppen van de opbergvakken. Doe voordat u wegrijdt de klep dicht. LET OP Bewaar geen voor warmte gevoelige voorwerpen en vloeistoffen in enig opbergvak. E86470 BEKERHOUDERS WAARSCHUWING Plaats tijdens het rijden geen hete dranken in de bekerhouders.
Gemaksfuncties E72905 WAARSCHUWINGEN Gebruik de geheugenfunctie niet tijdens het rijden. E72905 WEGENKAARTOP- BERGVAKKEN E86768 Bedieningsorganen stoelverstelling Zie Elektrisch verstelbare stoelen (bladzijde 120). Insteltoetsen geheugen In het geheugen kunnen maximaal vier verschillende stoelinstellingen en buitenspiegelstanden worden opgeslagen. Ook kan de kantelstand van de buitenspiegel tijdens het achteruitrijden worden opgeslagen.
Gemaksfuncties Telkens bij het afzetten van het contact, GLASHOUDER worden de actuele standen van de stoel en de spiegels opgeslagen in de gebruikte afstandsbediening of passive key. Actieve instelling 1. Zet het contact aan. 2. Stel de stoel en de buitenspiegels in de gewenste stand.
De motor starten N.B.: Laat, om te voorkomen dat de accu ALGEMENE INFORMATIE leegraakt, de contactsleutel niet te lang in deze stand staan. Algemene opmerkingen over het starten II Het contact staat aan. Alle elektrische circuits zijn ingeschakeld. Als de accu losgekoppeld is geweest kan Waarschuwings- en controlelampen de motor, nadat de accukabels weer zijn branden.
Pagina 134
De motor starten Contact aan Volg de volgende procedure wanneer de motor niet kan worden gestart. Druk eenmaal de startknop in. Alle elektrische circuits zijn operationeel, de Type 1 waarschuwings- en controlelampen branden. Motor starten bij uitvoeringen met automatische transmissie N.B.: Door tijdens het starten het rempedaal op te laten komen, wordt de startmotor uitgeschakeld maar blijft het...
De motor starten Uitvoeringen met keyless startsysteem Uw wagen is uitgerust met een elektronisch bediend stuurslot. Deze werkt automatisch. Het stuurslot is geactiveerd bij afgezet contact, als de motor niet draait en de wagen stilstaat. Het stuurslot wordt automatisch uitgeschakeld zodra het contact wordt aangezet.
De motor starten 3. Start de motor. Wanneer de motor koud is, wordt het stationaire toerental automatisch Alle modelvarianten verhoogd om de katalysator zo snel mogelijk op temperatuur te brengen. Wacht even wanneer de motor niet Hierdoor wordt de uitlaatgasemissie van binnen 15 seconden aanslaat en probeer de auto tot een absoluut minimum het nogmaals.
De motor starten 1. Trap het gaspedaal volledig in. N.B.: U kunt de startmotor per startpoging slechts maximaal 30 2. Zet de contactsleutel in stand III. seconden inschakelen. LET OP Zet het contact aan en wacht Laat de sleutel los zodra de motor tot de controlelamp van het aanslaat.
De motor starten In tegenstelling tot een normaal filter, dat MOTORVERWARMING periodiek moet worden vervangen, is het DPF ontwikkeld om te regenereren, of LET OP zichzelf te reinigen om efficiënt zijn werk Onkoppel de voedingskabel van de te doen. Het regeneratieproces vindt aansluiting van de motorverwarming automatisch plaats.
Brandstof en tanken VEILIGHEIDSMAATREGELEN WAARSCHUWINGEN Vervang het brandstofsysteem of componenten ervan niet door WAARSCHUWINGEN onderdelen die niet specifiek zijn Stop met tanken nadat het ontworpen voor gebruik van bio-ethanol. vulpistool voor de tweede keer is afgeslagen. Alle brandstof die u dan nog toevoegt vult de expansieruimte in LET OP de brandstoftank, hetgeen er toe kan...
Brandstof en tanken BRANDSTOFKWALITEIT - LET OP DIESEL Zet het contact tijdens het rijden niet N.B.: Gebruik uitsluitend brandstof van hoge kwaliteit zonder additieven of Parkeren andere toevoegingen. WAARSCHUWING WAARSCHUWING Parkeer uw auto niet boven droge Meng de dieselolie niet met olie, bladeren of gras.
Brandstof en tanken Uitvoeringen zonder bandenreparatieset E86613 Druk op de klep om deze te openen. Open de klep volledig tot hij vergrendelt. Wanneer u het vulpistool in de vulbuis steekt, opent een veerbelaste klep E86645 wanneer de correcte vulpistooldiameter In de reservewielkuip bevindt zich een wordt geregistreerd.
EEC richtlijn enz. 80/1268/EEC en aanvullingen daarop. Uw Ford dealer dient u gaarne van advies Deze richtlijnen worden door alle hoe u het brandstofverbruik kunt automobielfabrikanten aangehouden. verlagen. TECHNISCHE SPECIFICATIE...
Pagina 143
Brandstof en tanken Stadsver- Gecombi- CO2- Buitenweg keer neerd emissie Variant l/100 km l/100 km l/100 km g/km (mpg) (mpg) (mpg) 2,0 l Duratorq-TDCi (115 pk), handgeschakelde 6- 6,6 (42,8) 4,4 (64,2) 5,2 (54,3) versnellingsbak ECONETIC 2,0 l Duratorq-TDCi (140 pk), 6-traps automatische 9,8 (28,8) 5,6 (50,4)
Pagina 144
Brandstof en tanken Stadsver- Gecombi- CO2- Buitenweg keer neerd emissie Variant l/100 km l/100 km l/100 km g/km (mpg) (mpg) (mpg) 2,0 l Duratorq-TDCi (130 pk), 6-traps automatische 9,8 (28,8) 5,6 (50,4) 7,1 (39,8) transmissie 2,2 l Duratorq-TDCi, hand- geschakelde 6-versnel- 8,4(33,6) 4,9 (57,6) 6,2 (45,6)
Versnellingsbak/transmissie HANDGESCHAKELDE AUTOMATISCHE VERSNELLINGSBAK TRANSMISSIE Alle modelvarianten Keuzehendelstanden LET OP Schakel de achteruit niet in wanneer de wagen in beweging is. Dit kan inwendige schade aan de versnellingsbak veroorzaken. Oefen een onnodige zijdelingse kracht uit op de schakelhendel wanneer u van de 5e naar de 4e versnelling schakelt.
Pagina 146
Versnellingsbak/transmissie Parkeren Sportmodus en handmatig schakelen WAARSCHUWINGEN Schakel de parkeerstand alleen in wanneer de wagen stilstaat. Trek voordat u de wagen verlaat de handrem aan en schakel de parkeerstand in. Controleer of de keuzehendel is vergrendeld. N.B.: Wanneer het bestuurdersportier worden geopend en u de parkeerstand niet hebt ingeschakeld, klinkt een akoestisch signaal.
Pagina 147
Versnellingsbak/transmissie Aanwijzingen voor het rijden 1. Verwijder het zijpaneel van de met een automatische middenconsole. transmissie Wegrijden 1. Zet de handrem los. 2. Laat het rempedaal opkomen en druk het gaspedaal in. Stoppen 1. Laat het gaspedaal opkomen en druk het rempedaal in.
Remmen WERKING PARKEERREM Schijfremmen Handrem aantrekken Natte remschijven hebben een lagere wrijvingscoëfficiënt. Druk na het verlaten van een wasstraat het rempedaal even voorzichtig in om de waterfilm op de remschijven te laten verdampen. WAARSCHUWING E66567 ABS is niet bedoeld om de WAARSCHUWING bestuurder te ontheffen van zijn Controleer of de handrem is...
Stabiliteitsregeling Het systeem zorgt ook voor een betere WERKING tractieregeling door het motorkoppel te verlagen wanneer de wielen bij het Elektronisch Stabiliteits accelereren beginnen door te spinnen. Programma (ESP) Het verbetert de mogelijkheden om op gladde of losse oppervlakken te kunnen WAARSCHUWING optrekken en het verbetert het comfort ESP houdt niet in dat u niet langer...
Pagina 150
Stabiliteitsregeling Druk de schakelaar opnieuw in om het systeem in te schakelen. Telkens wanneer u het contact aan zet wordt het systeem automatisch ingeschakeld.
Hill launch assist (HLA) WERKING De Hill Launch Assist (HLA) maakt het eenvoudiger op te trekken wanneer de wagen op een helling staat zonder dat het noodzakelijk is gebruik te maken van de parkeerrem. Wanneer de HLA actief is, blijft de wagen nadat u het rempedaal hebt losgelaten twee tot drie seconden op de helling stilstaan.
Pagina 152
Hill launch assist (HLA) 5. Druk op de linker pijltjestoets om het 1. Druk het rempedaal in om de wagen menu te verlaten. Houd de linker volledig tot stilstand te brengen. Houd pijltjestoets ingedrukt om direct terug het rempedaal ingedrukt. te keren naar het scherm van de 2.
Pagina 153
Hill launch assist (HLA) WAARSCHUWING Wanneer de HLA actief is en het systeem een storing waarneemt, wordt de HLA gedeactiveerd en verschijnt het bericht Please use park brake! gevolgd door Hill Launch A .not available op het display. U kunt veilig met de wagen rijden en de storing kan bij de volgende onderhoudsbeurt worden verholpen.
Actieve schokdemperregeling De instelling kan tijdens het rijden worden WERKING veranderd. Het actieve schokdempsysteem zorgt Storing in het systeem voor een betere wendbaarheid, verhoogd comfort en een hogere stabiliteit door Het actieve schokdempersysteem continu de karakteristiek van de schakelt bij storingen automatisch uit. Het schokdempers aan te passen aan het schokdempersysteem wordt in de wegdek en de rijomstandigheden.
Bij dan kort op de sensoren vanaf een wagens zonder een door Ford afstand van niet minder dan 20 goedgekeurde trekhaakmodule, moet u centimeter (8 inch).
Pagina 156
Parkeerhulp Manoeuvreren met de U hoort een wisselend signaal wanneer parkeerhulp de obstakels aan de voor- en achterzijde minder dan 30 centimeter van de voor- of achterbumper zijn verwijderd. E72902 LET OP De parkeerhulp detecteert geen obstakels die van de wagen af bewegen.
Snelheidsregeling (cruise control) Snelheid instellen WERKING Met cruise control (automatische snelheidsregeling) kunt u met behulp van de schakelaars op het stuurwiel de rijsnelheid instellen. Cruise control werkt vanaf snelheden van 30 km/h. GEBRUIK MAKEN VAN SNELHEIDSREGELING (CRUISE CONTROL) E70615 WAARSCHUWING Druk op de SET+ of de SET- schakelaar Schakel onder drukke om de snelheid in het geheugen op te...
Pagina 158
Snelheidsregeling (cruise control) Cruise control uitschakelen Cruise control uitschakelen E70614 E70613 Druk het rempedaal of de CAN Druk op de OFF schakelaar. De eerder schakelaar in. Het systeem regelt niet door u ingestelde snelheid blijft niet in het langer de rijsnelheid. De controlelamp van geheugen opgeslagen.
Het De radarsensor is achter de grille systeem is bedoeld om het rijden te gemonteerd, direct rechts naast het Ford veraangenamen wanneer u andere auto's ovaal (gezien vanaf de voorzijde van de volgt die op dezelfde rijstrook in dezelfde auto).
Adaptieve snelheidsregeling (ACC) Onverwachte reacties WAARSCHUWING In dergelijke gevallen remt de ACC laat of onverwacht. De bestuurder moet alert blijven en zo nodig ingrijpen. Automatisch remmen met ACC Adaptive cruise control remt automatisch voor u, om de ingestelde afstand tussen uw auto en uw voorligger te handhaven.
Pagina 161
Adaptieve snelheidsregeling (ACC) Druk op de SET+ schakelaar of de SET- schakelaar om de gewenste snelheid in te stellen. De snelheid wordt op het informatiedisplay weergegeven en opgeslagen als de ingestelde snelheid. De ACC controlelamp brandt. N.B.: De rijsnelheid kan in stappen van 5 km/h of 5 mph worden verhoogd of verlaagd.
Pagina 162
Adaptieve snelheidsregeling (ACC) De afstand tussen u en uw voorligger Druk op schakelaar E om de afstand te wordt door een variabele instelling laten afnemen of op schakelaar D om de gehandhaafd. Deze bestaat uit vijf afstand te laten toenemen. De ingestelde stappen, die met horizontale balken op afstand wordt door het aantal balken op het informatiedisplay worden...
Adaptieve snelheidsregeling (ACC) N.B.: Druk op schakelaar B om het FUNCTIE VOORGANGER- systeem tijdelijk uit te schakelen. WAARSCHUWING Automatisch uitschakelen (FORWARD ALERT) Het systeem is afhankelijk van diverse Het systeem helpt u door u te andere veiligheidssystemen, zoals ABS waarschuwen voor een aanrijding en de en ESP.
Pagina 164
Adaptieve snelheidsregeling (ACC) WAARSCHUWINGEN LET OP Rijd nooit op een zodanige manier Waarschuwingen kunnen laat, niet of dat het systeem wordt geactiveerd. onnodig in werking worden gesteld Het systeem is uitsluitend bedoeld wanneer de verkeerssituatie ertoe om in noodsituaties te assisteren. leidt dat de radarsensor niet accuraat de voorligger kan registreren.
Transport ALGEMENE INFORMATIE BAGAGEVERANKE- RINGSPUNTEN WAARSCHUWINGEN Wagon Gebruik bevestigingsriemen die voldoen aan een norm, bijv. DIN. Zorg ervoor dat alle losse voorwerpen goed zijn vastgezet. Plaats bagage en ander voorwerpen zo laag mogelijk en zo ver mogelijk naar voren in de bagageruimte of de laadruimte.
Transport SCHUIFBARE LAADVLOER WAARSCHUWING Schuif de laadvloer niet naar achteren wanneer de wagen met de voorzijde naar boven op een helling van 15 graden of meer staat. LET OP Het maximum toelaatbare gewicht op de schuifbare laadvloer bedraagt 200 kg. E74811 Het maximum toelaatbare gewicht op het uiteinde van de schuifbare laadvloer bij...
Transport 3. Druk de vloer naar voren tot deze aan de voorzijde (2) tegen de aanslag komt. 4. Maak de steun los van de klem op de onderzijde van de vloer. 5. Breng het uiteinde aan in de vierkante houder in de rail aan de linkerzijde (3). 6.
Transport Uitvoeringen zonder uitschuifbare laadvloer E87053 2. Bevestig het net aan de bevestigingspunten voor de bagage. E87689 Zie Bagageverankeringspunten (bladzijde 163). BAGAGENETTEN Bagagenet Net aanbrengen E87054 3. Zet de riemen vast. E87052 1. Druk de uiteinden van de bovenste stang naar elkaar toe en breng ze aan in de houders tegen het dak.
Transport Net verwijderen Trek het afdekpaneel uit en zet het in de bevestigingspunten vast. Maak hem uit de bevestigingspunten los en laat hem in de houder oprollen. Zet de haak op de houder vast. E87135 E72970 1. Maak de riemen los. Druk beide uiteinden van de houder naar 2.
Transport • voordat u vertrekt • na 50 kilometer (30 mijl) te hebben gereden • met intervallen van 1.000 kilometer (600 mijl). Wanneer de imperiaal niet in gebruik is, moeten de rails in dwarsrichting naar achteren worden verplaatst om geluiden die door de wind worden veroorzaakt tot een minimum te beperken.
Transport Aanbrengen achter de achterbank 2. Maak de twee bouten los van beide bevestigingspunten voor de bagage. Zie Bagageverankeringspunten (bladzijde 163). 3. Zet de onderste stang met behulp van de kartelwielen vast op het rek. Zet de kartelwielen niet vast. 4.
Pagina 172
Transport Ladingsteunen monteren E76378 1. Draai de box om. 2. Breng de ladingsteun aan. 3. Zet de ladingsteun met vier schroeven vast. E75003 De ladingsteun monteren WAARSCHUWINGEN Monteer de ladingsteun met het langste deel naar de achterzijde van de auto gekeerd. Wanneer u hem omgekeerd monteert, houd het de box bij een eventuele aanrijding niet op zijn E76379...
Pagina 173
Transport E76380 5. Zet de ladingsteun met de twee vleugelmoeren vast. 6. Het verwijderen geschiedt in omgekeerde volgorde.
Aanhangers trekken Steile hellingen TREKKEN VAN EEN AANHANGER WAARSCHUWING Houd er rekening mee dat de WAARSCHUWINGEN oplooprem van een aanhanger niet Overschrijd het maximum door het ABS wordt geregeld. toelaatbare totaalgewicht en het aanhangergewicht dat op het Schakel terug voordat u een steile afdaling identificatieplaatje van de auto staat niet.
Pagina 175
Aanhangers trekken Trekhaakkogel aanbrengen Een 13 pins stekkerdoos en het bevestigingspunt voor de trekhaakkogel bevinden zich onder de achterbumper. Draai de stekkerdoos 90 graden tot hij in zijn eindstand wordt vergrendeld. Trekhaakkogel ontgrendelen E71329 1. Verwijder de beschermkap (1). Steek de sleutel in het slot en draai hem rechtsom om hem te ontgrendelen (2).
Pagina 176
Aanhangers trekken Rijden met een aanhanger Trekhaakkogel verwijderen E71331 WAARSCHUWING Wanneer aan één van de onderstaande voorwaarden niet kan worden voldaan, gebruik dan de trekhaak niet en laat deze door een goed opgeleide monteur controleren. E71332 Controleer voordat u gaat rijden of de trekhaakkogel goed is vergrendeld.
Pagina 177
Aanhangers trekken Rijden zonder aanhanger E94771 1. Verwijder de trekhaakkogel. 2. Steek de stekker in de houder (1). WAARSCHUWING Ontgrendel de trekhaakkogel nooit terwijl een aanhanger is aangekoppeld. Onderhoud LET OP Verwijder voordat u uw auto met een hogedrukreiniger reinigt de afneembare trekhaakkogel en sluit de opening met de dop af.
Tips voor het rijden INRIJDEN Banden WAARSCHUWING Nieuwe banden hebben een inlooptijd van ongeveer 500 kilometer (300 mijl). Gedurende deze periode kan de auto een andere rijkarakteristiek vertonen. Remmen en koppeling WAARSCHUWING Vermijd indien mogelijk het intensief gebruik van de remmen en de koppeling gedurende de eerste 150 kilometer (100 mijl) in de stad en gedurende de eerste 1.500 kilometer...
Pagina 180
Nooduitrusting 5-deurs Wagon met normaal reservewiel E87658 E87772 Wagon met ruimtebesparend Uitvoeringen met een reservewiel bandenreparatieset E87659 E87771 Zie Opbergruimte onder vloer achterin (bladzijde 165).
Staat na een aanrijding COMPONENTEN VAN VEILIGHEIDSSYSTEEM INSPECTEREN Veiligheidsgordels Veiligheidsgordels die zijn belast ten gevolge van een aanrijding moeten worden vervangen en de verankeringen worden gecontroleerd. Deze werkzaamheden moeten door een correct hiertoe opgeleide monteur worden uitgevoerd.
Zekeringen PLAATSEN ZEKERINGENHOUDERS Zekeringenkast in de motorcompartiment E72590 2. Draai de knop 90 graden en maak de zekeringenkast los van de steun. 3. Laat de zekeringenkast zakken en trek deze naar u toe. E72588 Centrale zekeringenkast E72622 4. Verwijder het deksel zodat u bij de zekeringen kunt (uitvoeringen met een E72589 gekoeld handschoenenkastje).
Pagina 183
Zekeringen Zekeringenkast achterin - 4- en Zekeringenkast achterin - 5-deurs Wagon E87481 E87479 1. Verwijder het deksel. 1. Maak de klemmen los. 2. Verwijder het deksel. E87482 2. Verwijder de kap van de E87480 zekeringenkast. 3. Verwijder de kap van de zekeringenkast.
Zekeringen EENZEKERINGVERVANGEN LET OP Breng een vervangingszekering met WAARSCHUWINGEN hetzelfde vermogen aan als van de Wijzig de elektrische installatie van verwijderde zekering. de wagen op geen enkele wijze. Laat reparaties aan de elektrische N.B.: U kunt een doorgeslagen zekering installatie en het vervangen van relais en herkennen aan de gebroken smeltdraad.
Zekeringen SPECIFICATIE-OVERZICHT ZEKERINGEN Zekeringenkast in de motorcompartiment E75525 Zekering Ampère Kleur Beveiligde circuits rood Regeleenheid transmissie geelbruin Regeleenheid voorgloeien (dieselmotoren) Koelventilateur (2,3 l Duratec-HE) transparant...
Pagina 186
Zekeringen Zekering Ampère Kleur Beveiligde circuits Elektro-hydraulische stuurbekrachtiging transparant (EHPAS) (2,0 l Duratorq-TDCi) blauw Gloeibougies blauw Koelventilateur Lambdasondes 1 (motormanagement), rood variabele kleptiming (motormanagement) geelbruin Relaisspoelen rood Regeleenheid aandrijfaggregaat Wordt niet gebruikt rood Regeleenheid motor rood Kleppen, MAF regeling (motormanagement) Sensor water in brandstof, bobines, MAF rood (motormanagement, dieselmotor)
Pagina 187
Zekeringen Zekering Ampère Kleur Beveiligde circuits groen Standverwarming oranje Aanjager – – Wordt niet gebruikt – – Wordt niet gebruikt blauw Claxon – – Wordt niet gebruikt Module lichtschakelaar, spoelen zekeringen- geelbruin kast in motorcompartiment oranje Voorruitverwarming (linkerzijde) oranje Voorruitverwarming (rechterzijde) geelbruin rood Verwarmbare voorruitsproeiers...
Pagina 188
Zekeringen Centrale zekeringenkast E75527 Zekering Ampère Kleur Beveiligde circuits geelbruin Regensensor rood Voeding SRS (airbag) geelbruin Gierhoeksensor (ESP) Elektrische voeding, voeding gaspedaal, bruin elektronische zekering Wordt niet gebruikt blauw Audio-installatie (inclusief spraakbesturing) bruin Stuurwielmodule geelbruin Instrumentengroep...
Pagina 189
Zekeringen Zekering Ampère Kleur Beveiligde circuits blauw Grootlicht geel Elektrisch bedienbaar schuifdak bruin Achteruitrijlampen – – Wordt niet gebruikt blauw Mistlampen, vóór blauw Ruitensproeiers rood Adaptieve snelheidsregeling (ACC) – – Wordt niet gebruikt rood Interieurverlichting geelbruin Immobilisatiesysteem blauw Aansteker – –...
Pagina 190
Zekeringen Zekeringenkast achterin 4- en 5-deurs E87483...
Pagina 191
Zekeringen Wagon E75526 Zekering Ampère Kleur Beveiligde circuits Portiermodule (linksvoor) (ruit op/neer, transparant centrale vergrendeling, inklapbare spiegel, spiegelverwarming) Portiermodule (rechtsvoor) (ruit op/neer, transparant centrale vergrendeling, inklapbare spiegel, spiegelverwarming)
Pagina 192
Zekeringen Zekering Ampère Kleur Beveiligde circuits transparant Portiermodule (linksachter) (ruit op/neer) transparant Portiermodule (rechtsachter) (ruit op/neer) Vergrendelen achter (zonder portiermodules rood achter) blauw Extra elektrische aansluiting geelbruin Relaisspoelen geel Stuurkolomslot – – Wordt niet gebruikt FA10 groen Elektrisch verstelbare bestuurdersstoel FA11 geel Accessoires, trekhaakmodule...
Pagina 193
Zekeringen Zekering Ampère Kleur Beveiligde circuits CD wisselaar, entertainment systeem bruin passagiers achterin Wordt niet gebruikt geelbruin Module stoelgeheugen geel Keyless entry – – Wordt niet gebruikt FC10 – – Wordt niet gebruikt FC11 – – Wordt niet gebruikt FC12 –...
Bergen van de auto Uitvoeringen zonder SLEEPPUNTEN bandenreparatieset Sleepoog, voor E87283 E87280 Uitvoeringen met een bandenreparatieset Sleepoog, achter E87281 Het afneembare sleepoog bevindt zich in het bagagecompartiment. E87282 Het sleepoog moet altijd in de wagen worden meegenomen. Steek uw vinger in het gat aan de onderzijde van het paneel en trek het paneel los.
Bergen van de auto AUTO OP VIER WIELEN LET OP SLEPEN Sleep uw wagen niet achterwaarts. Alle uitvoeringen Zet de versnellingsbak in neutraal wanneer uw auto wordt gesleept. WAARSCHUWINGEN Zet het contact aan wanneer uw auto wordt gesleept. Bij afgezet contact treedt het stuurslot in werking en werken de richtingaanwijzers en de remlichten niet.
• Remvloeistofpeil. Zie Controle en de inruilwaarde ten goede komen. Er vloeistofpeil koppeling en staat een groot netwerk van Ford remsysteem (bladzijde 207). Erkende Reparateurs ter beschikking die u met hun professionele expertise ter zijde •...
Onderhoud Trek de motorkap iets omhoog en DE MOTORKAP OPENEN EN beweeg de veiligheidshaak naar boven SLUITEN toe. De motorkap openen E73698 E87786 Open de motorkap en ondersteun deze met de steunstang. De motorkap sluiten WAARSCHUWING Zorg dat de motorkap goed wordt gesloten.
Onderhoud Reservoir stuurbekrachtiging. Zie Stuurbekrachtigingsvloeistof controleren (bladzijde 207). Expansiereservoir. Zie Motorkoelvloeistof controleren (bladzijde 206). De vuldoppen en de motoroliepeilstaaf hebben een felle kleur voor een makkelijke herkenning. OVERZICHT MOTORRUIMTE - 2,3 L DURATEC-HE (MI4) E81313 Vloeistofreservoir remsysteem en koppeling (auto's met stuur rechts). Zie Controle vloeistofpeil koppeling en remsysteem (bladzijde 207).
Onderhoud Reservoir stuurbekrachtiging. Zie Stuurbekrachtigingsvloeistof controleren (bladzijde 207). Expansiereservoir. Zie Motorkoelvloeistof controleren (bladzijde 206). De vuldoppen en de motoroliepeilstaaf hebben een felle kleur voor een makkelijke herkenning. OVERZICHT MOTORRUIMTE - 2,2 L DURATORQ-TDCI (DW) DIESEL E87715 Vloeistofreservoir remsysteem en koppeling (stuur rechts): Zie Controle vloeistofpeil koppeling en remsysteem (bladzijde 207).
Onderhoud OLIEPEILSTAAF - 2.5L OLIEPEILSTAAF - 2,0 L DURATEC-ST (VI5) DURATORQ-TDCI (DW) DIESEL /2,2 L DURATORQ- TDCI (DW) DIESEL E95542 E95543 OLIEPEILSTAAF - 1,8 L DURATORQ-TDCI (LYNX) DIESEL MOTOROLIECONTROLEREN LET OP Gebruik geen additieven of andere smeermiddelen. Onder bepaalde omstandigheden kunnen deze de motor beschadigen.
Verwijder de vuldop niet wanneer merkteken komen te staan. de motor heet is. Laat de motor eerst afkoelen. Vul vloeistof bij die voldoet aan de Ford specificatie. Zie Technische Draai de dop langzaam los. Laat de druk specificatie (bladzijde 208).
Het oliepeil mag niet boven het MAX Verwijder de brandstofdop. merkteken komen te staan. LET OP Vul vloeistof bij die voldoet aan de Ford Het oliepeil mag niet boven het MAX specificatie. Zie Technische merkteken komen te staan. specificatie (bladzijde 208).
Onderhoud TECHNISCHE SPECIFICATIE Vloeistoffen Onderdeel Aanbevolen vloeistof Specificatie Ford of Motorcraft Formula E SAE 5W-30 Motorolie WSS-M2C913-B motorolie Ford of Motorcraft Power Vloeistof stuurbekrachtiging WSS-M2C204-A2 Steering Fluid Motorcraft SuperPlus anti- Koelvloeistof WSS-M97B44-D vries Ford of Motorcraft Super Remvloeistof ESD-M6C57-A DOT 4 remvloeistof LET OP Gebruik geen olie die niet voldoet aan de specificaties of eisen.
Pagina 211
Onderhoud Variant Inhoud in liter (gallons) 1,6 l Duratec-16V Ti-VCT Koelsysteem 6,0 (1,3) 1,6 l Duratec-16V Ti-VCT Brandstoftank 70 (15,4) Smeersysteem van de 2,0 l Duratec-HE 4,3 (1,0) motor - inclusief oliefilter Smeersysteem van de 2,0 l Duratec-HE 3,9 (0,9) motor - exclusief oliefilter 2,0 l Duratec-HE Koelsysteem...
Pagina 212
Onderhoud Variant Inhoud in liter (gallons) 2,0 l Duratorq-TDCi Brandstoftank 70 (15,4) Smeersysteem van de 2,2 l Duratorq-TDCi 6,0 (1,3) motor - inclusief oliefilter Smeersysteem van de 2,2 l Duratorq-TDCi 5,4 (1,2) motor - exclusief oliefilter 2,2 l Duratorq-TDCi Koelsysteem 8,4 (1,9) 2,2 l Duratorq-TDCi Brandstoftank...
Verzorging van de auto Achterruit reinigen REINIGEN VAN BUITENZIJDE AUTO LET OP Gebruik geen scherpe voorwerpen, WAARSCHUWING schurende reinigingsmiddelen of Wanneer de auto tijdens het chemische oplossingen op de wassen in een autowasserette in de binnenzijde van de achterruit te reinigen. was wordt gezet, verwijder dan de was van de voorruit.
Verzorging van de auto Lakbeschadigingen door steenslag of REINIGEN VAN kleine krasjes moeten zo spoedig mogelijk BINNENZIJDE AUTO worden hersteld. Uw Ford dealer heeft een grote keuze aan producten. Lees en Veiligheidsgordels volg nauwkeurig de instructies van de fabrikant op.
Accu van de auto Hulpstartkabels aansluiten ONDERHOUD VAN DE ACCU De accu vraagt zeer weinig onderhoud. Uw Ford dealer zal in het kader van het normale onderhoudsschema regelmatig het vloeistofpeil in de accu controleren. GEBRUIK VAN STARTKABELS LET OP Verbind alleen accu's met dezelfde nominale spanning met elkaar.
Pagina 216
Accu van de auto 1. Plaats de auto's zodanig dat ze elkaar niet raken. 2. Zet het contact van beide auto's af en schakel alle stroomverbruikers uit. 3. Verbind de plus (+) pool van auto B met de plus (+) pool van auto A (kabel 4.
Wielslotmoeren wiel in noodsituaties. Na het overleggen van het certificaat met Controleer, voordat u de boordkrik het referentienummer kunt u bij uw Ford gebruikt, of deze niet is beschadigd dealer een vervangings dopsleutel en of vervormd en dat de schroefdraad vervangings wielslotmoeren verkrijgen.
Pagina 218
Velgen en banden N.B.: Gebruik een krik met een minimum Uw boordkrik en wielmoersleutel hefvermogen van 1,5 ton en een krikkop bevinden zich in de reservewielkuip. met een diameter van minimaal 80 mm Kriksteunpunten (3,1 inch). Uitvoeringen zonder reparatieset LET OP of run flat banden Gebruik uitsluitend de aangegeven kriksteunpunten.
Pagina 219
Velgen en banden E92658 Alleen voor gebruik in noodsituaties Onderhoud E93184 Uitsparingen in de dorpels A duiden de kriksteunpunten aan. E92932...
Pagina 220
Velgen en banden WAARSCHUWINGEN Schakel de eerste versnelling of de achteruit in wanneer uw auto is uitgerust met een handgeschakelde versnellingsbak. Selecteer stand 'P' wanneer deze met een automatische transmissie is uitgerust. Laat de inzittenden uitstappen. Blokkeer het diagonaal tegenoverliggende wiel met een geschikt blok hout of een wielkeg.
Pagina 221
Velgen en banden LET OP Bevestig lichtmetalen velgen niet met moeren die voor stalen velgen zijn bestemd. N.B.: Controleer of de contactvlakken tussen velg en naaf schoon zijn. N.B.: Zorg ervoor dat de conische zijde van de wielmoeren naar de velg zijn gekeerd.
Velgen en banden Algemene informatie WAARSCHUWINGEN Afhankelijk van het type en de omvang van de beschadiging kunnen sommige banden slechts gedeeltelijk of soms geheel niet worden gedicht. Een te lage bandenspanning kan het weggedrag van de wagen beïnvloeden, waardoor u de macht over het stuur kunt verliezen.
Pagina 223
Velgen en banden • Houd de set buiten het bereik van • Vervang de fles met het afdichtmiddel kinderen. door een nieuwe voordat de houdbaarheidsdatum (zie de • Gebruik de set bij bovenzijde van de fles) is bereikt. omgevingstemperaturen van –30 °C tot +70 °C.
Pagina 224
Velgen en banden LET OP Wanneer de fles op de houder wordt gedraaid, wordt de afdichting van de fles verbroken. Draai de fles niet uit de houder omdat dan het afdichtmiddel ontsnapt.
Pagina 225
Velgen en banden E94973 Beschermkap Aflaatklep Slang Oranje dop...
Pagina 226
Velgen en banden Flessenhouder Drukmeter Stekker met kabel Compressorschakelaar Label Flessendop Fles afdichtmiddel Pomp de band niet langer dan zeven 1. Open het deksel van de minuten op voor een minimale druk bandenreparatieset. van 1,8 bar (26 psi) en een maximum 2.
Pagina 227
Velgen en banden 8. Rijd naar de dichtstbijzijnde WAARSCHUWING bandenspecialist om de beschadigde Wanneer u heftige trillingen, band te laten vervangen. Vertel, onbalans in het stuurwiel of lawaai voordat de band van de velg wordt tijdens het rijden waarneemt, minder afgenomen, de bandenspecialist dat dan snelheid en rijd voorzichtig naar een de band een afdichtmiddel bevat.
Velgen en banden Wanneer de spanning in een standaard RUN FLAT BANDEN band aanzienlijk afneemt, brengt de velg het volledige wagengewicht over op de Werkingsprincipe ingezakte bandwangen. U kunt nauwelijks Standard band sturen met de wagen en de band wordt vernield.
Velgen en banden WAARSCHUWINGEN LET OP Wanneer een run flat band moet worden Laat tijdens het parkeren de vervangen, laat dat de betreffende velg bandwangen niet langs op beschadiging controleren. trottoirbanden schuren. Gebruik geen run flat banden en standaard banden door elkaar. Bij Als u een stoeprand moet oprijden, doe een wagen met run flat banden kan het dan zo langzaam mogelijk en rijd zo...
Velgen en banden WAARSCHUWINGEN LET OP Monteer geen sneeuwkettingen op Buig of beschadig de ventielen niet 235/45 R 17, 235/40 R 18 of wanneer u de banden oppompt. T125/90 R 16 banden. Laat banden door goed opgeleide monteurs monteren. LET OP Het systeem bewaakt met behulp van Wanneer uw wagen is uitgerust met sensoren die zich in de wielen bevinden...
Velgen en banden 3. Selecteer Tyre Pressures met de Een correcte bandenspanning is op en neer pijltoetsen en druk op de afhankelijk van de belading van de auto. rechter pijltoets. Zie Technische specificatie (bladzijde 229). Het systeem kan alleen een lage 4.
Pagina 232
Velgen en banden Tot 80 km/h (50 mph) Bandenspanning Normaal beladen Maximaal beladen Voor Achter Voor Achter Variant Bandenmaat (lbf/in²) (lbf/in²) (lbf/in²) (lbf/in²) Alle T125/90 R 16 4,2 (61) 4,2 (61) 4,2 (61) 4,2 (61) Tot 160 km/h (100 mph) Bandenspanning Normaal beladen Maximaal beladen...
Pagina 233
Velgen en banden Normaal beladen Maximaal beladen Voor Achter Voor Achter Variant Bandenmaat (lbf/in²) (lbf/in²) (lbf/in²) (lbf/in²) 2,0 l Duratorq-TDCi 235/45 R 17 2,4 (35) 2,2 (32) 2,5 (36) 2,8 (41) 2,0 l Duratorq-TDCi 235/40 R 18 2,4 (35) 2,2 (32) 2,5 (36) 2,8 (41) 2,2 l Duratorq-TDCi...
Pagina 234
Velgen en banden Normaal beladen Maximaal beladen Voor Achter Voor Achter Variant Bandenmaat (lbf/in²) (lbf/in²) (lbf/in²) (lbf/in²) 1,8 l Duratorq-TDCi 235/40 R 18 2,4 (35) 2,2 (32) 2,5 (36) 2,8 (41) 2,0 l Duratorq-TDCi 215/55 R 16 2,4 (35) 2,2 (32) 2,5 (36) 2,8 (41) 2,0 l Duratorq-TDCi...
Voertuigidentificatie VOERTUIGIDENTIFICA- VOERTUIGIDENTIFI- TIEPLAATJE CATIENUMMER (VIN) E85610 E87496 Voertuig Identificatie Nummer Het Voertuig Identificatie Nummer (chassisnummer) is rechtsvoor naast de Maximaal toelaatbare voorstoel in de bodemplaat ingeslagen. totaalgewicht Het is ook op de linkerzijde van het Maximaal toelaatbaar instrumentenpaneel vermeld. treingewicht Maximum voorasbelasting Maximum achterasbelasting...
Technische specificaties TECHNISCHE SPECIFICATIE Afmetingen van de wagen 4-deurs E87088 Afmetingen Afmetingen in mm (inches) Totale lengte 4 844 (190,7) Totale breedte inclusief buitenspiegels 2 078 (81,8) 1 453 - 1 500 Totale hoogte bij EC rijklaargewicht (57.2 - 59.1)
Pagina 237
Technische specificaties Afmetingen Afmetingen in mm (inches) Wielbasis 2 850 (112,2) 1 579 - 1 589 (62,2 - Spoorbreedte voor 62,6) 1 595 - 1 605 (62,8 - Spoorbreedte, achter 63,2) 5-deurs E87089...
Pagina 238
Technische specificaties Afmetingen Afmetingen in mm (inches) 4 778 - 4 802 (188,1 - Totale lengte 189,1) Totale breedte inclusief buitenspiegels 2 078 (81,8) 1 453 - 1 500 Totale hoogte bij EC rijklaargewicht (57.2 - 59.1) Wielbasis 2 850 (112,2) 1 579 - 1 589 (62,2 - Spoorbreedte, voor 62,6)
Pagina 239
Technische specificaties Wagon E87090 Afmetingen Afmetingen in mm (inches) 4 830 - 4 856 (190,2 - Totale lengte 191,2) Totale breedte inclusief buitenspiegels 2 078 (81,8) Totale hoogte bij EC rijklaargewicht zonder 1 466 - 1 512 dwarsprofielen dakrails (57.7 - 59.5) Totale hoogte bij EC rijklaargewicht met 1 502 - 1 548 (59.1 - 61) dwarsprofielen dakrails...
Pagina 240
Technische specificaties Afmetingen Afmetingen in mm (inches) 1 579 - 1 589 (62,2 - Spoorbreedte, voor 62,6) 1 595 - 1 605 (62,8 - Spoorbreedte, achter 63,2) Afmetingen trekhaak 4-deurs E87091 Afmetingen Afmetingen in mm (inches) Bumper – achterzijde trekhaakkogel 102 (4) Bevestigingspunt –...
Pagina 241
Technische specificaties Afmetingen Afmetingen in mm (inches) Hart wiel – hart trekhaakkogel 1 150 (45,3) Hart trekhaakkogel – langsbalk 438 (17,2) Binnenzijde langsbalk 876 (34,5) Hart trekhaakkogel – hart 1e bevestigingspunt 434 (17,1) Hart trekhaakkogel – hart 2e bevestigingspunt 707 (27,8) 5-deurs E87092...
Pagina 242
Technische specificaties Afmetingen Afmetingen in mm (inches) Bumper – achterzijde trekhaakkogel 100 (3,9) Bumper – einde van trekhaakkogel (met 90 (3,5) sportbumper) Bevestigingspunt – hart trekhaakkogel 1 (0,04) Hart wiel – hart trekhaakkogel 1 082 (42,6) Hart trekhaakkogel – langsbalk 438 (17,2) Binnenzijde langsbalk 876 (34,5)
Dit bestand wordt een SIS-bestand genoemd en kan vanaf de Ford website In dit hoofdstuk worden de functies en www.ford-mobile-connectivity.com eigenschappen van het handsfree worden gedownload.
Telefoon Mobiel Telefoons die in het systeem zijn opgeslagen zijn met behulp van de E87991 telefoonlijst op de audiounit toegankelijk. Thuis N.B.: Er kunnen maximaal zes apparaten worden gekoppeld. Als er al zes Bluetooth E87992 apparaten zijn gekoppeld, moet er één Kantoor worden ontkoppeld om een nieuw apparaat te kunnen koppelen.
2. De privé modus op de Bluetooth telefoon moet zijn geactiveerd. 3. Zoek het audiosysteem op. 4. Selecteer Ford Audio. 5. Voer het op de voertuigdisplay weergegeven codenummer in met behulp van de toetsen van de telefoon. Wanneer geen codenummer...
Pagina 247
Telefoon Zelfs wanneer uw telefoon op de 1. Druk op de toets PHONE. audio-unit is aangesloten, kan de telefoon 2. Druk op de zoektoets tot het op de gebruikelijke wijze worden gebruikt. telefoonboek wordt weergegeven. N.B.: U kunt het telefoonmenu verlaten 3.
Pagina 248
Telefoon Bij audio-units zonder telefoontoetsenblok Laatst gekozen nummer opnieuw kunt u ook een gesprek beëindigen door kiezen - Sony radio op PHONE, CD, AM/FM of ON/OFF te 1. Druk op de toets 'beantwoorden'. drukken of door op de toets MODE op de afstandsbediening te drukken.
Pagina 249
Telefoon Een tweede inkomend gesprek Met behulp van het menu op de weigeren audio-unit Een tweede inkomend gesprek kan N.B.: Nadat een telefoon aan het systeem is gekoppeld, wordt deze de worden geweigerd door op de toets actieve telefoon. 'weigeren' te drukken. Bij audio-units zonder telefoontoetsenblok kunt u ook 1.
Telefoon Een gekoppelde telefoon Een gesprek beëindigen ontkoppelen - Sony radio Gesprekken kunt u beëindigen door op de toets BEËINDIGEN, de toets MODE Een actieve telefoon kan op elk gewenst op de afstandsbediening of de toets moment uit het systeem worden gewist, AAN/UIT op het navigatiesysteem te behalve wanneer met deze telefoon een drukken.
Pagina 251
Telefoon Een tweede inkomend gesprek N.B.: Nadat een telefoon aan het beantwoorden systeem is gekoppeld, wordt deze de actieve telefoon. Een tweede inkomend gesprek kunt u 1. Druk op de toets PHONE op het aannemen door op de toets apparaat. 'beantwoorden', de toets MODE op de afstandsbediening of de toets PHONE 2.
Spraaksturing N.B.: Het spraakbesturingssysteem is WERKING een taalgevoelig systeem. Wanneer u wenst dat het systeem in een andere taal LET OP werkt, raadpleeg dan uw dealer. Door gebruik van het systeem bij Reactie van het systeem uitgeschakelde motor wordt de accu ontladen.
Spraaksturing Spraaklabel <> duidt een nummer of opgeslagen spraaklabel aan, die door de gebruiker Het spraaklabel kan de telefoon, de moet worden opgeslagen. audio-installatie en het navigatiesysteem ondersteunen door gebruik te maken van Short cuts de "STORE NAME" functie (naam Er zijn een aantal gesproken woorden opslaan).
Pagina 254
Spraaksturing "CD PLAYER" "SHUFFLE FOLDER" "SHUFFLE OFF" "REPEAT FOLDER" "REPEAT TRACK" "REPEAT OFF" * Kan als short cut worden gebruikt. ** Alleen beschikbaar als de CD audiogegevensbestanden bevat, zoals MP3 of WMA. Muzieknummer U kunt direct een muzieknummer op de CD kiezen.
Pagina 255
Spraaksturing CD-wisselaar Het onderstaande overzicht toont de beschikbare gesproken commando's. De Overzicht volgende lijsten bieden aanvullende informatie over het complete commandomenu aan de hand van gekozen voorbeelden. "CD CHANGER" "HELP" "PLAY" "DISC" "TRACK" "SHUFFLE ALL" "SHUFFLE CD" "SHUFFLE FOLDER" "SHUFFLE OFF" "REPEAT CD"...
Pagina 256
Spraaksturing Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "<een getal tussen 1 en 6>" "DISC <nummer>" * Kan als short cut worden gebruikt. Muzieknummer U kunt direct een muzieknummer op de CD kiezen. Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "CD CHANGER" "CD CHANGER" "TRACK NUMBER PLEASE"...
Pagina 257
Spraaksturing "RADIO" "AM" "FM" "TUNE NAME" "DELETE NAME" "DELETE DIRECTORY" "PLAY DIRECTORY" "STORE NAME" "PLAY" * Kan als short cut worden gebruikt. Afstemfrequentie Met deze functie kunt u met gesproken commando's afstemmen op radiostations. Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "RADIO" "RADIO"...
Pagina 258
Spraaksturing Naam opslaan Wanneer u op een radiostation hebt afgestemd, kunt u deze met een naam in het bestand opslaan. Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "RADIO" "RADIO" "STORE NAME" "STORE NAME" "NAME PLEASE" "<naam>" "REPEAT NAME PLEASE" "<naam>" "STORING NAME" "<naam>...
Pagina 259
Spraaksturing Bestand afspelen Met deze functie kunt u het systeem alle opgeslagen radiostations laten opnoemen. Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "RADIO" "RADIO" "PLAY DIRECTORY" "PLAY <DIRECTORY>" Bestand wissen Met deze functie kunt u alle opgeslagen radiostations wissen. Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "RADIO"...
Pagina 260
Spraaksturing "EXTERNAL DEVICE", "USB" "HELP" "PLAY" "TRACK" "PLAYLIST" "FOLDER" "SHUFFLE ALL" "SHUFFLE FOLDER" "SHUFFLE PLAYLIST" "SHUFFLE OFF" "REPEAT TRACK" "REPEAT FOLDER" "REPEAT OFF" * Kan als short cut worden gebruikt. ** Aan door spraakbesturing geactiveerde afspeellijsten en mappen moeten specifieke bestandsnamen worden toegewezen.
Pagina 261
Spraaksturing Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "EXTERNAL DEVICE" "EXTERNAL DEVICE" "USB" "USB" "TRACK" "TRACK NUMBER PLEASE" "TRACK <nummer>" "<een getal tussen 1 en 99>" * Getallen kunnen ook als max. vier losse cijfers worden uitgesproken (bijv. "2", "4", "5" voor muzieknummer 245) Overzicht Externe apparaten - iPod Het onderstaande overzicht toont de...
Pagina 262
Spraaksturing iPod-muzieknummer U kunt direct een muzieknummer op de iPod kiezen in de lijst met alle titels. Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "EXTERNAL DEVICE" "EXTERNAL DEVICE" "IPOD" "IPOD" "TRACK NUMBER PLEASE" "TRACK" "TRACK <nummer>" "<een getal tussen 1 en 99>" * Kan als short cut worden gebruikt.
Pagina 263
Spraaksturing "SD CARD" "PLAY" "TRACK" "SHUFFLE ALL" "SHUFFLE FOLDER" "SHUFFLE OFF" "REPEAT TRACK" "REPEAT FOLDER" "REPEAT OFF" * Kan als short cut worden gebruikt. SD-kaart afspelen Met deze functie laat u de audiobron overschakelen op de audiobestanden van de SD-kaart. Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt...
Spraaksturing Overzicht COMMANDO’S TELEFOON Het onderstaande overzicht toont de Telefoon beschikbare gesproken commando's. De volgende lijsten bieden aanvullende Met uw telefoonsysteem kunt u een extra informatie over het complete telefoonboek aanleggen. De opgeslagen commandomenu aan de hand van nummers kunnen met behulp van Voice gekozen voorbeelden.
Pagina 265
Spraaksturing Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "TELEFOON" "TELEFOON" "STORE NAME" "STORE NAME" "NAME PLEASE" "<naam>" "REPEAT NAME PLEASE" "<naam>" "STORING NAME" "<naam> STORED" "NUMBER PLEASE" "<telefoonnummer>" "<telefoonnummer>" "STORE" "STORING NUMBER" "<telefoonnummer>" "NUMBER STORED" Naam wissen Opgeslagen namen kunnen ook uit het bestand worden gewist.
Pagina 266
Spraaksturing Bestand wissen Met deze functie kunt u alle ingevoerde gegevens in één keer wissen. Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "TELEFOON" "TELEFOON" "DELETE DIRECTORY" "DELETE DIRECTORY" "CONFIRM YES OR NO" "YES" "DIRECTORY DELETED" "NO" "COMMAND CANCELLED" Telefoonfuncties Naam mobiele telefoon Met deze functie kunt u met een spraaklabel toegang krijgen tot de in uw mobiele telefoon opgeslagen...
Pagina 267
Spraaksturing Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "CORRECTION" "<laatste deel van nummer herhalen> CONTINUE?" * Kan als short cut worden gebruikt. Naam kiezen Nadat het spraaklabel is uitgesproken kunnen telefoonnummers worden gekozen. Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "TELEFOON" "TELEFOON" "NAME PLEASE" "DIAL NAME"...
Spraaksturing DTMF ('Tone' instelling) N.B.: DTMF kan alleen worden gebruikt tijdens een telefoongesprek. Druk op de Met deze functie worden gesproken toets VOICE en wacht op de getallen in DTMF-tonen omgezet. Voor systeemprompt. bijvoorbeeld het op afstand bedienen van Kan alleen worden gebruikt op auto's met het antwoordapparaat bij u thuis of voor een aparte toets VOICE.
Pagina 269
Spraaksturing Overzicht Het onderstaande overzicht toont de beschikbare gesproken commando's. De volgende lijsten bieden aanvullende informatie over het complete commandomenu aan de hand van gekozen voorbeelden. "CLIMATE" "HELP" "FAN" "DEFROSTING/DEMISTING ON" "DEFROSTING/DEMISTING OFF" "TEMPERATURE" "AUTO MODE" * Kan als short cut worden gebruikt. Bij auto's met een Engelse taalmodule is de short cut "FAN"...
Pagina 270
Spraaksturing Ontdooien/ontwasemen Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "CLIMATE" "CLIMATE" "DEFROSTING ON/DEMISTING "DEFROSTING ON/DEMISTING ON" ON" "DEFROSTING OFF/DEMISTING "DEFROSTING OFF/DEMISTING OFF" OFF" * Kan als short cut worden gebruikt. Temperatuur Met deze functie kunt u de temperatuur instellen. Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "CLIMATE"...
MP3-spelers met USB-aansluiting Breng geen USB-hubs of -splitters aan. • iPod mediaspelers (ga naar www.ford-mobile-connectivity.com voor de nieuwste compatibiliteitslijst). N.B.: Het systeem is alleen ontworpen voor het herkennen en lezen van Het systeem is USB 2.0 Full Speed geschikte audiobestanden van een compatibel, USB 1.1 Host Compliant en...
USB-kabel en een aparte 3,5 mm Maak afspeellijsten met de naam audiokabel. Wanneer gebruik wordt "Ford<*>", waar <*> een cijfer tussen 1 gemaakt van deze methode moet het en 10 is voor het inschakelen van volume van de iPod op maximum worden...
Verbinding Druk eenmaal op de pijltjestoets USB-APPARAAT omhoog/omlaag of de OK toets om door GEBRUIKEN de inhoud van het apparaat te bladeren. De display toont de nummerinformatie en Verschillende pictogrammen worden de volgende andere belangrijke gebruikt voor het herkennen van informatie: verschillende audiobestanden, mappen enz.
Pagina 274
Verbinding Druk op de pijltjestoets omhoog/omlaag De display toont de nummerinformatie en of de OK toets om door de inhoud van de volgende andere belangrijke het apparaat te bladeren. informatie: • Een verticale schuifbalk aan de Druk op de MENU toets voor toegang tot rechterzijde van de display geeft de het USB-menu.
Pagina 275
Verbinding Druk op de SHUFFLE of REPEAT toets De display toont de nummerinformatie en om de functies willekeurig afspelen en de volgende andere belangrijke herhaald afspelen in te schakelen voor informatie: wat betreft mappen en afspeellijsten. Er • Een verticale schuifbalk aan de kunnen verschillende opties worden rechterzijde van de display geeft de weergegeven, afhankelijk van het feit of...
Verbinding Sony radio Druk op de SCAN toets om de huidige (actieve) afspeellijst of het gehele Bediening USB-apparaat of de map te scannen. Druk op de INFO toets om het volgende Selecteer de iPod als de audiobron door weer te geven: herhaaldelijk op de CD/AUX toets te drukken tot "iPod"...
Pagina 277
Verbinding N.B.: Houd de pijltjestoets naar links De iPod-menulijst voor het bladeren door ingedrukt als u naar het bovenste niveau de inhoud is beschikbaar via de display. van de inhoud van de iPod wilt navigeren. Bladeren door de inhoud is gebaseerd op hetzelfde principe als voor het gebruik van Bediening van de audio-installatie een stand-alone iPod (bijvoorbeeld...
Pagina 278
Verbinding Draai aan de SELECT toets of druk deze De display toont de nummerinformatie en in om door de inhoud van de iPod te de volgende andere belangrijke bladeren. informatie: • Een verticale schuifbalk aan de Druk op de MENU toets voor toegang tot rechterzijde van de display geeft de het iPod-menu.
Pagina 279
Verbinding Druk op de MENU toets voor toegang tot het iPod-menu. De functies voor willekeurig en herhaaldelijk afspelen kunnen worden ingeschakeld. De optie "Shuffle songs" van de iPod kan rechtstreeks vanuit het bovenste niveau worden ingeschakeld. Druk op de SCAN toets om de op dit moment geselecteerde nummers te scannen.
Het woord, het merk en de logo's brandstofleidingen en remleidingen Bluetooth zijn eigendom van Bluetooth van de wagen. SIG Inc. en de Ford Motor Company mag Houd antennekabels en dergelijke merktekens onder licentie stroomdraden minimaal 100 mm gebruiken. Namen van andere producten...
Pagina 281
Bijlagen E85998 Frequentie- Maximum uitgangsvermogen in Antenneplaatsen band MHz watt (piek RMS) 1 – 30 50 W 3, 8 30 – 54 50 W 2, 3 68 – 87,5 50 W 1, 2, 3, 4, 5 142 – 176 50 W 1, 2, 3, 4, 5 380 –...
Pagina 282
Bijlagen N.B.: Controleer na het monteren van een RF zender of deze niet de overige elektrische uitrusting in de wagen stoort, zowel in de standby- als in de zendmodus. Controleer alle elektrische uitrusting: • met het contact AAN • bij draaiende motor •...
Pagina 283
Index Airconditioning Zie: Klimaatregeling........106 Akoestische waarschuwingssignalen Aanhangers trekken......172 en -indicaties.........82 Aansluiting Auxiliary ingang (AUX IN) De gongsignalen in- en uitschakelen..82 ...............129 Alarm............46 Aansteker..........125 Werking............46 Alarm inschakelen........48 Zie: Adaptieve snelheidsregeling Alarm uitschakelen.........48 (ACC)............157 Uitvoeringen met keyless entry Accessoires systeem.............48 Zie: Onderdelen en accessoires....8 Uitvoeringen zonder keyless entry Zie: Gebruik maken van ACC....158 systeem.............48...
Pagina 284
Index Auto op vier wielen slepen....193 Brandstofverbruik Alle uitvoeringen..........193 Zie: ..............140 Brandstofverbruik .........140 Wagens met automatische Buitenspiegels.........75 transmissie..........193 Groothoekspiegels........75 Inklapbare spiegels........75 Bagageafdekkingen......167 Bagagenetten........166 CD-wisselaar..........129 Bagagenet...........166 Bagageverankeringspunten....163 Centrale vergrendeling......40 4- en 5-deurs..........163 Integraal openen..........40 Wagon............163 Integraal sluiten..........40 Bandenreparatieset ......220 Climate Control (A/C) Algemene informatie.........220 Zie: Klimaatregeling........106 Commando’s audio-unit .....251...
Pagina 285
Index Elektrisch verstelbare buitenspiegels........75 Elektrisch inklapbare spiegels....76 Dakrekken en bagagedragers....167 Richtingen waarin de spiegel kan worden Imperiaal............167 gekanteld...........76 Dashboardkastje........127 Spiegel kantelen tijdens Gekoeld handschoenenkastje....127 achteruitrijden...........76 De juiste zitpositie innemen....119 Elektrisch verstelbare stoelen.....120 De motorkap openen en sluiten..195 In acht richtingen elektrisch verstelbare De motorkap openen........195 stoel............121 De motorkap sluiten........195...
Pagina 286
Index Gebruik van winterbanden....227 Gecodeerde sleutels......45 Geheugenfunctie........128 Gebruik maken van ACC.....158 Een opgeslagen stoelstand ACC inschakelen........159 oproepen..........129 ACC opnieuw inschakelen......160 Een stand in het geheugen opslaan..128 ACC uitschakelen........160 Gemaksfuncties........125 ACC uitschakelen........160 Gevarendriehoek........177 Afstand tot uw voorligger instellen..159 Geventileerde stoelen......123 Automatisch uitschakelen......161 Glashouder ..........129 Ingestelde snelheid veranderen....159 Gloeilampentabel........71...
Pagina 287
Index Infodisplays..........83 Zie: Parkeerrem..........146 Hill launch assist (HLA) ......149 Algemene informatie........83 Informatiecentrum Werking............149 Hill launch assist Zie: Infodisplays..........83 Inleiding............7 Zie: Gebruik van HLA ........149 Inrijden.............176 Zie: Gebruik van HLA ........149 Banden............176 Zie: Hill launch assist (HLA) .......149 Motor............176 Hondenrek ..........168 Remmen en koppeling......176 Instrumenten..........78 Hondenrek aanbrengen......168...
Pagina 288
Zekeringenkast achterin - 4- en Kijk voor het Ford logo op de volgende 5-deurs.............181 onderdelen..........8 Zekeringenkast achterin - Wagon....181 Nu kunt u er zeker van zijn dat uw Ford Zekeringenkast in de onderdelen Ford onderdelen zijn....8 motorcompartiment......180 Onderhoud..........194 Plaatsing van kinderzitjes.......23 Programmeren van de Algemene informatie........194...
Pagina 289
Index Reinigen van buitenzijde auto....211 Sleutelloos starten........131 Achterruit reinigen........211 Contact aan..........132 Chromen onderdelen reinigen....211 De motor afzetten........133 Koplampen reinigen........211 Een dieselmotor starten......132 Onderhoud van de lak........211 Motor slaat niet aan........132 Remmen..........146 Motor starten bij uitvoeringen met Werking............146 automatische transmissie.....132 Richtingaanwijzers........61 Motor starten bij uitvoeringen met Roetfilter (DPF) handgeschakelde versnellingsbak..132...
Pagina 290
Index Zie: Extra verwarming.........112 Starten met hulpstartkabels Zie: Gebruik van startkabels.....213 USB-apparaat gebruiken ....271 Stoelen.............119 CD-navigatie-units........272 Stuurbekrachtigingsvloeistof DVD-navigatie-units........273 controleren..........207 Sony radio............271 Bijvullen............207 USB-poort..........130 Stuurwiel afstellen........49 Stuurwielblokkering.......133 Uitvoeringen met keyless startsysteem...........133 Veiligheidsgordels vastmaken....30 Uitvoeringen zonder keyless Veiligheidsmaatregelen......137 startsysteem...........133 Veiligheidsuitrusting voor kinderen..20 Stuurwiel...........49 Velgen en banden.........215 Algemene informatie........215...
Pagina 291
Index Versnellingsbak/transmissie....143 Versnellingsbak Zie: Versnellingsbak/transmissie....143 Waarschuwings- en Verwarmde ruiten en spiegels.....112 indicatielampen........80 Verwarmbare buitenspiegels....112 Berichtenindicator.........81 Verwarmbare ruiten........112 Controlelamp 'Vorst'........81 Verwarmde stoelen......123 Controlelamp ABS........80 Verwarming Controlelamp airbag........80 Zie: Klimaatregeling........106 Controlelamp automatische Verzorging van banden.......227 snelheidsregeling........80 Verzorging van de auto......211 Controlelamp Forward Alert......81 Voertuigidentificatienummer Controlelamp grootlicht.......81 (VIN)............233...