WERKING
Het tractieregelsysteem helpt het
doordraaien van aangedreven wielen en
verlies van tractie te voorkomen.
Indien uw auto begint te schuiven, laat het
systeem de remmen van individuele wielen
aangrijpen en, indien nodig, vermindert het
tegelijkertijd het motorvermogen. Indien
de wielen tijdens het accelereren op gladde
of losse ondergrond doordraaien,
vermindert het systeem het
motorvermogen om de tractie te vergroten.
GEBRUIK MAKEN VAN
AANDRIJFREGELING
De tractieregeling maakt deel uit van de
stabiliteitsregeling.
N.B.: Het systeem wordt automatisch
ingeschakeld wanneer u het contact
inschakelt.
N.B.: Alleen op voertuigen met 4WD: als
naar 4L wordt geschakeld, wordt de
motoraandrijfregeling uitgeschakeld maar
blijft de remaandrijfregeling actief.
In bepaalde situaties, als uw auto
bijvoorbeeld vastzit in de sneeuw of in de
modder, kan het goed zijn om het systeem
uit te schakelen, aangezien de wielen dan
kunnen draaien met het volledige
motorvermogen.
Aandrijfregeling is een uitbreidingsfunctie
van de stabiliteitsregeling, die automatisch
een doorslippend wiel registreert wanneer
u accelereert. Als deze situatie optreedt,
bedient het systeem de voertuigremmen
van afzonderlijke wielen en vermindert
indien nodig het motorvermogen.
Om de aandrijfregeling uit te schakelen,
Zie Gebruik maken van
stabiliteitsregeling (bladzijde 193).
Ranger (TKE) Vehicles Built From: 09-03-2020, nlBEL, Edition date: 202001, First-Printing
Aandrijfregeling
De stabiliteitsregeling blijft ingeschakeld,
zelfs wanneer u de aandrijfregeling hebt
uitgeschakeld.
191