Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

FORD RANGER Instructieboekje

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Ford RANGER 2011

  • Pagina 1 FORD RANGER Instructieboekje...
  • Pagina 2 Niets uit deze uitgave mag in enigerlei vorm en door enig middel gereproduceerd, verzonden of in een oproepsysteem opgeslagen of in een andere taal vertaald worden zonder onze schriftelijke toestemming. Fouten of omissies uitgesloten. © Ford Motor Company 2011 Alle rechten voorbehouden. Onderdeelnummer: CG3575nl 08/2011 20110902094813...
  • Pagina 3: Inhoudsopgave

    Inhoudsopgave Inleiding Motorstartblokkering Over deze handleiding ........7 Werking..............35 Overzicht van symbolen.........7 Gecodeerde sleutels........35 Onderdelen en accessoires......8 Immobilisatiesysteem inschakelen..35 Immobilisatiesysteem uitschakelen..35 In één oogopslag Alarm In één oogopslag ..........9 Werking..............36 Veiligheidsuitrusting voor Alarm inschakelen..........37 kinderen Alarm uitschakelen........37 Kinderzitjes............16 Stuurwiel Plaatsing van kinderzitjes......17 ISOFIX verankeringspunten.......20 Stuurwiel afstellen........38 Stoelverhogers ..........21...
  • Pagina 4 Inhoudsopgave Buitenspiegels..........58 Opbergruimtes..........87 Elektrisch verstelbare Aansluiting Auxiliary ingang (AUX IN) buitenspiegels..........58 ................88 Schuifruiten............59 USB-poort............88 Koelbox..............88 Instrumentenpaneel Vloermatten.............89 Meters..............60 Motor starten en stoppen Waarschuwings- en indicatielampen.........60 Algemene informatie........90 Akoestische waarschuwingssignalen en Contactslot............90 -indicaties.............64 Stuurwielblokkering........90 Een benzinemotor starten......90 Infodisplays Een dieselmotor starten.......91 Algemene informatie........66 Dieselroetfilter..........92 Tripcomputer...........66...
  • Pagina 5 Inhoudsopgave Daalsnelheidsregeling gebruiken ..105 Voorzorgsmaatregelen voor koude weersomstandigheden......128 Gereduceerd motorvermogen....128 Stabiliteitsregeling Door water rijden..........129 Werking.............107 Gebruik maken van Wat te doen bij pech stabiliteitsregeling........108 Eerstehulpset..........130 Regeling voor bergop rijden Gevarendriehoek..........130 Werking............109 Zekeringen Regeling voor bergop rijden gebruiken............109 Plaatsen zekeringenhouders....132 Een zekering vervangen......133 Parkeerhulp Specificatie-overzicht zekeringen..134 Werking...............111...
  • Pagina 6 Inhoudsopgave Verzorging van de auto Navigatiesysteem Reinigen van buitenzijde auto....157 Menu route-opties ........189 Reinigen van binnenzijde auto....158 Routeweergaven .........190 Kleine lakschade repareren......158 Traffic Message Channel (verkeersberichtenkanaal) Accu van de auto Starten met hulpstartkabels ....159 Werking............192 Aansluitpunten van de accu ....160 TMC gebruiken ..........192 Waarschuwingssymbolen accu.....160 Kaartupdates...
  • Pagina 7 Inhoudsopgave Nieuwsberichten.........208 Commando s telefoon.......232 Alternatieve frequenties......208 Commando s klimaatregeling....237 Regionale modus (REG)......209 Verbinding CD-speler Algemene informatie.........240 CD afspelen............210 Extern apparaat aansluiten .....241 Nummer selecteren........210 Extern apparaat aansluiten - Auto's met Bluetooth............242 Versneld vooruit/achteruit......210 USB-apparaat gebruiken ......242 Shuffle/random (door elkaar/willekeurig)........210 iPod gebruiken ..........244 CD-nummers herhalen........211 Bijlagen...
  • Pagina 9: Inleiding

    OVER DEZE HANDLEIDING de passagiers tegen allergie opwekkende deeltjes in de buitenlucht. Hartelijk dank voor het kiezen van een Ford. We adviseren u, enige tijd te nemen om Neem voor meer informatie contact op met uw auto kennis te maken door deze met TÜV via www.tuv.com.
  • Pagina 10: Onderdelen En Accessoires

    Ford zijn onderzocht en goedgekeurd tenzij expliciet door Ford is aangegeven. Wij kunnen niet instaan voor de geschiktheid van dergelijke producten. Wij raden u aan uw Ford dealer te vragen of onderdelen en accessoires geschikt zijn voor uw auto.
  • Pagina 11: In Één Oogopslag

    In één oogopslag Overzicht instrumentenpaneel - Stuur rechts E131276...
  • Pagina 12 In één oogopslag Overzicht instrumentenpaneel - Stuur links E131277 Multifunctionele hendel: Portiervergrendelingsknop. Zie Richtingaanwijzers. Zie Vergrendelen en Richtingaanwijzers (bladzijde ontgrendelen (bladzijde 31). 48). Grootlicht Zie Audiosysteem. Zie Overzicht Verlichtingsbediening audio-installatie (bladzijde (bladzijde 44). of 195). ruitenwisserhendel. Zie Ruitenwissers en Multifunctioneel display. ruitensproeiers (bladzijde 40).
  • Pagina 13 In één oogopslag Instrumentengroep. Zie Meters Controlelampje airbag aan (bladzijde 60). Zie passagierszijde uitgeschakeld. Waarschuwings- en Zie Passagiersairbag indicatielampen (bladzijde 60). uitschakelen (bladzijde 27). Multifunctionele hendel: Extra elektrische aansluitpunten. Richtingaanwijzers. Zie Zie Extra Richtingaanwijzers (bladzijde voedingsaansluitingen 48). Grootlicht Zie (bladzijde 86). Verlichtingsbediening Bedieningselementen (bladzijde 44).
  • Pagina 14 In één oogopslag Vergrendelen en ontgrendelen Auto ontgrendelen E131279 WAARSCHUWING Duw de ontgrendelingshendel E131278 helemaal op zijn plaats wanneer u deze weer in de oude stand zet. Knop sleutel inklappen/uitklappen Ontgrendelen Vergrendelen Druk de ontgrendelknop eenmaal in om de auto te ontgrendelen. Druk de vergrendelknop eenmaal in om de centrale vergrendeling te activeren.
  • Pagina 15 In één oogopslag Handmatige klimaatregeling Automatische klimaatregeling Aanbevolen instellingen voor koeling Aanbevolen instellingen voor koeling E131281 E131283 Selecteer buitenlucht. Selecteer buitenlucht. Open de luchtroosters in het midden en Stel de temperatuur in op 22 °C. aan de zijkant. Open de luchtroosters in het midden en Richt de middelste luchtroosters naar aan de zijkant.
  • Pagina 16 In één oogopslag Richtingaanwijzers Handgeschakelde versnellingsbak Achteruitversnelling 6-versnellingsbak selecteren E131285 Indien de hendel licht naar boven of naar beneden wordt bewogen knipperen de richtingaanwijzers driemaal. Zie Richtingaanwijzers (bladzijde 48). Airbag E131287 De kraag moet omhoog worden gebracht tijdens het selecteren van de achteruitversnelling bij auto's met 6-versnellingsbak.
  • Pagina 17 In één oogopslag E135239 Plaats het vulpistool tot de eerste inkeping en houd het pistool op de plaats in de vulopening. WAARSCHUWING Wij raden aan minimaal 10 seconden te wachten alvorens het vulpistool uit de vulbuis te halen, zodat alle achtergebleven brandstof in de brandstoftank kan stromen.
  • Pagina 18: Veiligheidsuitrusting Voor Kinderen

    Veiligheidsuitrusting voor kinderen KINDERZITJES WAARSCHUWINGEN Laat kinderen niet zonder toezicht in uw auto achter. Wanneer uw auto bij een aanrijding betrokken is geweest, dient u het kinderzitje door een hiertoe opgeleide monteur te laten controleren. N.B.: De wettelijke voorschriften t.a.v. het E133140 gebruik van kinderzitjes zijn per land verschillend.
  • Pagina 19: Plaatsing Van Kinderzitjes

    Neem contact op met uw dealer voor rugleuning dan recht omhoog en zet de stoel de laatste informatie betreffende in een hogere stand. Zie Stoelen (bladzijde door Ford aanbevolen kinderzitjes. 77). Gewichtsgroepen Plaats Tot 10 kg...
  • Pagina 20 Veiligheidsuitrusting voor kinderen Gewichtsgroepen Plaats Tot 10 kg Tot 13 kg 9 - 18 kg 15 - 25 kg 22 - 36 kg Middelste stoel enkele cabine X Niet geschikt voor kinderen in deze gewichtsgroep. U Geschikt voor universele kinderzitjes die zijn goedgekeurd voor deze gewichtsgroep. U¹...
  • Pagina 21 Baby Safe. Neem contact op met uw dealer voor de laatste informatie betreffende door Ford aanbevolen kinderzitjes. Ten tijde van publicatie is de aanbevolen groep 1 ISOFIX kinderzitjes de Britax Roemer Safefix PLUS. Neem contact op met uw dealer voor de laatste informatie betreffende door Ford aanbevolen kinderzitjes.
  • Pagina 22: Isofix Verankeringspunten

    Veiligheidsuitrusting voor kinderen Dubbele cabine ISOFIX VERANKERINGSPUNTEN WAARSCHUWING Gebruik bij toepassing van het ISOFIX systeem een voorziening dat voorkomt dat de veiligheidsgordel kan draaien. Wij raden het gebruik van een veiligheidsgordel aan de bovenzijde of een steun aan de onderzijde aan. N.B.: Wanneer u een ISOFIX kinderzitje aanschaft, let er dan op dat dit geschikt is voor de gewichtsgroep van uw kind en dat...
  • Pagina 23: Stoelverhogers

    Veiligheidsuitrusting voor kinderen WAARSCHUWING WAARSCHUWINGEN Zorg ervoor dat uw kinderen rechtop Zorg ervoor dat de veiligheidsriem zitten. aan de bovenzijde niet doorhangt of gedraaid is en goed op het Laat kinderen met een verankeringspunt is bevestigd. lichaamsgewicht van meer dan 15 kilogram, maar met een lengte van 4.
  • Pagina 24: Kindersloten

    Veiligheidsuitrusting voor kinderen Zitverhoger (Groep 3) Rechterzijde Draai rechtsom om te vergrendelen en linksom om te ontgrendelen. E68924 KINDERSLOTEN E132612 WAARSCHUWING Wanneer de kindersloten in werking zijn gesteld, kunnen de portieren niet van binnenuit worden geopend. Linkerzijde Draai linksom om te vergrendelen en rechtsom om te ontgrendelen.
  • Pagina 25: Bescherming Van Inzittenden

    Bescherming van inzittenden N.B.: Reinig de panelen van de airbags met WERKING een vochtige doek. Airbags Airbags voor de bestuurder en passagier, voorin WAARSCHUWINGEN Wijzig de voorzijde van de wagen op geen enkele wijze. Dit zou nadelige gevolgen voor het ontvouwen van de airbags kunnen hebben.
  • Pagina 26 Bescherming van inzittenden De knieairbag voor de bestuurder treedt in De zijairbags worden geactiveerd bij zware werking bij zware frontale aanrijdingen of zijdelingse aanrijdingen. De airbags worden bij aanrijdingen binnen een hoek van in enkele milliseconden opgeblazen en maximaal 30 graden van links of van stromen weer leeg zodra zij in contact rechts.
  • Pagina 27: Veiligheidsgordels Vastmaken

    Bescherming van inzittenden Veiligheidsgordels VEILIGHEIDSGORDELS VASTMAKEN WAARSCHUWINGEN Draag een veiligheidsgordel en houd WAARSCHUWING voldoende afstand tussen uzelf en het stuurwiel. Alleen wanneer u de Steek de slottong in het gordelslot veiligheidsgordel op de juiste wijze draagt, tot een zachte klik hoorbaar is. kan deze u op uw plaats houden, waardoor Wanneer de veiligheidsgordel niet de airbag zijn maximale bescherming kan...
  • Pagina 28: Hoogte Van Veiligheidsgordels Afstellen

    Herinneringssysteem uitschakelen E131388 Neem contact op met uw Ford dealer. Trek voor het hoger of lager stellen aan de vergrendelknop op het verstelmechanisme GEBRUIK VAN en beweeg deze indien nodig.
  • Pagina 29: Passagiersairbag Uitschakelen

    Bescherming van inzittenden Schakelaar voor airbag aan WAARSCHUWING passagierszijde monteren Breng de veiligheidsgordel voor uw eigen veiligheid, maar ook voor dat WAARSCHUWING van uw ongeboren kind op correcte Wanneer u een kinderzitje op een wijze aan. Draag niet alleen de heupgordel stoel moet plaatsen waarvoor zich of de schoudergordel.
  • Pagina 30 Bescherming van inzittenden Als de auto op contact wordt gezet gaat de waarschuwingslamp E137972 passagiersairbag UIT branden om aan te geven dat de passagiersairbag is gedeactiveerd. Positie van onderdeel: Zie In één oogopslag (bladzijde 9). Airbag aan passagierszijde inschakelen WAARSCHUWING Zorg ervoor dat de airbag aan de passagierszijde is ingeschakeld wanneer zich geen kinderzitje op de...
  • Pagina 31: Sleutels En Afstandsbediening

    Sleutels en afstandsbediening Een nieuwe afstandsbediening ALGEMENE INFORMATIE programmeren OVER RADIOFREQUENTIES Draat, om nieuwe afstandsbedieningen te programmeren, het contactslot LET OP viermaal binnen zes seconden in de De radiofrequentie van de stand II. afstandsbediening kan ook worden gebruikt door andere zenders met een 2.
  • Pagina 32: Batterij Van Afstandsbediening Vervangen

    Sleutels en afstandsbediening Extra sleutel programmeren N.B.: De extra sleutels kunnen alleen worden geprogrammeerd als reeds twee geprogrammeerde sleutels aanwezig zijn. Plaats de eerste sleutel en schakel het contact in. 2. Verwijder de sleutel binnen 10 seconden. 3. Plaats de tweede sleutel binnen 10 seconden en schakel het contact in.
  • Pagina 33: Sloten

    Configuratiemodus bestuurder verderop keert terug in de vorige stand. in deze procedure). N.B.: Deze optie kan worden uitgeschakeld Portieren met de sleutel door de Ford dealer. vergrendelen en ontgrendelen E131278 Knop sleutel inklappen/uitklappen Ontgrendelen...
  • Pagina 34 Sloten Druk de toets C tweemaal binnen vier Bevestiging van het vergrendelen en seconden in om de portieren dubbel te ontgrendelen vergrendelen. N.B.: Wanneer u de portieren vergrendelt, N.B.: Dubbel vergrendelen wordt alleen knipperen de richtingaanwijzers eenmaal. geactiveerd wanneer alle Wanneer de portieren dubbel worden passagiersportieren zijn gesloten en de vergrendeld, knipperen de richtingaanwijzers...
  • Pagina 35 Sloten Automatische vergrendeling bij bepaalde snelheid Druk tweemaal binnen drie seconden op de toets centrale vergrendeling/ontgrendeling om de automatische vergrendeling te wisselen per snelheidsfunctie. Het systeem geeft een geluid af tijdens het wisselen. Automatisch ontgrendelen N.B.: De automatische ontgrendelng is standaard geactiveerd.
  • Pagina 36: Centrale Vergrendeling

    Sloten CENTRALE VERGRENDELING N.B.: U kunt de ruiten nog tot één minuut na het afzetten van het contact bedienen. Zodra een portier wordt geopend wordt het mechanisme uitgeschakeld. N.B.: Het integraal sluiten werkt alleen als het geheugen voor elke ruit afzonderlijk correct is ingesteld.
  • Pagina 37: Motorstartblokkering

    Wanneer u een sleutel verliest, kunt u bij uw Ford dealer een vervangingssleutel verkrijgen. Geef, indien mogelijk, uw dealer het sleutelnummer door, dat op het plaatje staat dat met de originele sleutels is geleverd.
  • Pagina 38: Alarm

    Alarm N.B.: Een vals alarm kan ook veroorzaakt WERKING worden door de extra verwarming op brandstof. Als u de extra verwarming op Alarmsysteem brandstof gebruikt, richt de luchtstroom dan Uw auto kan zijn uitgerust met één van de op de beenruimte. volgende alarmsystemen: Dit sensors zijn een afschrikmiddel voor •...
  • Pagina 39: Alarm Inschakelen

    Alarm • Wanneer de interieursensors bewegingen in de auto registreren. • Bij auto's met een sirene met afzonderlijke accu, wanneer iemand de accukabels of de accu van de sirene zelf loskoppelt. Wanneer het alarm is geactiveerd, klinkt de alarmclaxon gedurende 30 seconden en knipperen de waarschuwingsknipperlichten vijf minuten.
  • Pagina 40: Stuurwiel

    Stuurwiel STUURWIEL AFSTELLEN WAARSCHUWING Duw de ontgrendelingshendel WAARSCHUWING helemaal op zijn plaats wanneer u deze weer in de oude stand zet. Verstel het stuurwiel nooit wanneer de auto in beweging is. AUDIOBEDIENING N.B.: Controleer of u in de juiste positie zit. Zie De juiste zitpositie innemen (bladzijde 77).
  • Pagina 41: Spraaksturing

    Stuurwiel • af te stemmen op het volgende radiostation op een hogere of lagere frequentie • het volgende of vorige nummer op de CD af te spelen. Druk de seek toets in en houd deze ingedrukt om: • af te stemmen op een radiostation op een hogere of lagere frequentie •...
  • Pagina 42: Ruitenwissers En Ruitensproeiers

    Ruitenwissers en ruitensproeiers Intervalwissen VOORRUITWISSERS LET OP Wanneer deze functie bij stilstaande motor wordt ingeschakeld, wordt hierdoor de accu ontladen. E131453 Wissen met lange intervallen Intervalwissen Wissen met korte intervallen E131452 AUTOMATISCH IN- EN Enkele wisslag UITSCHAKELENDE Wissen met intervallen of RUITENWISSERS automatisch wissen Normale wissnelheid...
  • Pagina 43: Voorruitsproeiers

    Ruitenwissers en ruitensproeiers VOORRUITSPROEIERS LET OP Schakel de automatische wisfunctie uit voordat u een wasstraat LET OP binnenrijdt. Wanneer deze functie bij stilstaande motor wordt ingeschakeld, wordt hierdoor de accu ontladen. E131453 Hoge gevoeligheid E131460 WAARSCHUWING Lage gevoeligheid Schakel de ruitenwissers niet langer dan 10 seconden achtereen in of Wanneer u de automatische wisfunctie wanneer het reservoir leeg is.
  • Pagina 44: Ruitenwisserbladen Vervangen

    Ruitenwissers en ruitensproeiers Controleer met uw vingertoppen de rubber randen van de ruitenwisserbladen op oneffenheden. Reinig de ruitenwisserbladen met een in water gedrenkte, zachte spons. RUITENWISSERBLADEN VERVANGEN Voorruitwisserbladen LET OP Zet om de ruitenwisserbladen te E93784 vervangen de voorruitwissers in de onderhoudsstand.
  • Pagina 45 Ruitenwissers en ruitensproeiers Breng de eerder verwijderde onderdelen in omgekeerde volgorde aan.
  • Pagina 46: Verlichting

    Verlichting VERLICHTINGSBEDIENING Standen van de lichtschakelaar E131285 Rechterzijde E133582 Linkerzijde Off (uit) Grootlicht en dimlicht Auto-light regeling Koplampen Stads- en achterlichten Parkeerlichten LET OP Door langdurig gebruik van de parkeerlichten wordt de accu ontladen. E133583 Schakel het contact uit. Druk de hendel naar voren om te schakelen Beide zijden tussen grootlicht en dimlicht.
  • Pagina 47: Automatisch In- En Uitschakelende Verlichting

    Verlichting Home safe verlichting Zet de auto van contact en trek de richtingaanwijzerhendel naar het stuur of draai de contactsleutel van stand II naar I of 0 om de koplampen in te schakelen wanneer de automatisch inschakelende koplampen zijn ingeschakeld. Er klinkt kort een signaal.
  • Pagina 48: Mistachterlichten

    Verlichting N.B.: De mistlampen kunnen alleen bij 2. Laat één persoon achter het stuur ingeschakelde koplampen worden plaatsnemen. ingeschakeld. 3. Start de motor, zodat de accu niet leeg raakt. Verstellen 4. Schakel de mistlamp voor in. De voorste mistlamp kan enigszins worden 5.
  • Pagina 49: Koplamphoogte Afstellen

    Verlichting KOPLAMPHOOGTE AFSTELLEN E78244 Zonder hoogteverstelling van de koplamplichtbundels Met hoogteverstelling van de koplamplichtbundels U kunt de hoogte van de koplamplichtbundels aanpassen aan de belading van de auto. E133544 Hoge stand van de koplamplichtbundels Lage stand van de koplamplichtbundels...
  • Pagina 50: Waarschuwingsknipperlichten

    Verlichting Zet de regelknop voor de hoogteregeling INTERIEURVERLICHTING van de lichtbundels op nul wanneer de wagen onbeladen is. Stel de lichtbundels Instapverlichting zodanig in dat het wegdek tussen 35 en 100 voor u is verlicht wanneer de auto gedeeltelijk of maximaal is beladen. WAARSCHUWINGSKNIP- PERLICHTEN E112207...
  • Pagina 51: Gloeilampen Vervangen

    Verlichting Leeslampen N.B.: Als u twijfelt over de volgende vervangingsprocedures voor gloeilampen, laat de gloeilamp dan vervangen door een erkende Ford dealer. Grootlicht en dimlicht LET OP Raak het glas van de gloeilamp niet E112208 aan. Wanneer u het contact afzet, gaan de...
  • Pagina 52 Verlichting Stadslicht en richtingaanwijzers, Trek de stekker los. voor 2. Draai de lamphouder linksom en verwijder deze. Zijknipperlichten E133682 E133680 Schuif het glas naar achteren en Richtingaanwijzer verwijder het. Stadslicht 2. Trek de stekker los. Verwijder de lamphouder uit de Spiegelverlichting koplamp.
  • Pagina 53 Verlichting Achterlichten Achteruitrijlamp Type 1 Mistlamp (linkerzijde voor stuur links) Doe de achterklep open. 2. Verwijder de schroeven. 3. Verwijder de achterlichtunit. 4. Draai de lamphouder linksom en verwijder deze. 5. Verwijder de gloeilamp. Type 2 E133757 E133685 Richtingaanwijzer Achterlicht en remlicht Achteruitrijlamp Verwijder de schroeven.
  • Pagina 54 Verlichting Kentekenplaatverlichting Interieurverlichting Type 1 Verlengde en dubbele cabine E99452 Werk de lamp voorzichtig los. 2. Draai de lamphouder linksom en verwijder deze. E133686 3. Verwijder de gloeilamp. Schuif de unit weg van de stekker en verwijder deze. Leeslampen, voor 2.
  • Pagina 55 Verlichting Derde remlicht Type 1 E133755 Verwijder het paneel. 2. Verwijder de schroeven. E133689 3. Werk de lamp voorzichtig los. 4. Trek de stekker los. 5. Verwijder de lamphouder door deze 45 graden naar links te draaien. 6. Verwijder de gloeilampen. Type 2 E133756 E134135...
  • Pagina 56: Gloeilampentabel

    Verlichting Verwijder het paneel. 2. Verwijder de schroeven. 3. Werk de lamp voorzichtig los. 4. Trek de stekker los. 5. Verwijder de lamphouder. 6. Verwijder de gloeilampen. E134136 GLOEILAMPENTABEL Gloeilamp Specificatie Vermogen (watt) Grootlicht en dimlicht 55/60 Richtingaanwijzer, voor P21W Stadslicht Mistlamp, vóór Zijknipperlicht*...
  • Pagina 57 Verlichting * De gloeilamp kan niet worden vervangen omdat de gloeilamp een geheel met de unit vormt. De lampunit van het zijknipperlicht moet worden vervangen.
  • Pagina 58: Ruiten En Spiegels

    Ruiten en spiegels Schakelaars op het ELEKTRISCH BEDIENBARE bestuurdersportier (enkele en RUITEN verlengde cabine) WAARSCHUWING Schakel de elektrisch bedienbare ruiten niet in tenzij deze vrij zijn van obstructies. N.B.: Wanneer de ruiten gedurende korte tijd vaak worden bediend kan het systeem een bepaalde tijd buiten werking treden om schade door oververhitting te voorkomen.
  • Pagina 59 Ruiten en spiegels Ruiten automatisch openen en Nadat de accukabels zijn losgenomen sluiten moet het geheugen van elke ruit afzonderlijk opnieuw worden ingesteld: Druk de schakelaar tot de tweede aanslag Trek de schakelaar omhoog tot de ruit in of til hem tot de tweede aanslag op en volledig is gesloten.
  • Pagina 60: Buitenspiegels

    Ruiten en spiegels Antiklemfunctie (alleen auto's BUITENSPIEGELS met GO/GC) WAARSCHUWING WAARSCHUWING Vergis u niet in de afstand van Het onzorgvuldig sluiten van de voorwerpen die u in deze ruiten kan deze beschermingsfunctie groothoekspiegel ziet. Voorwerpen opheffen en verwonding tot gevolg die u in deze spiegels ziet, zien er kleiner uit hebben.
  • Pagina 61: Schuifruiten

    Ruiten en spiegels Elektrisch inklapbare buitenspiegels E131480 Linker spiegel E131482 Off (uit) Druk kort op de schakelaar om de spiegels Rechter spiegel in of uit te klappen. Wanneer nogmaals op de schakelaar wordt gedrukt terwijl de spiegels in beweging zijn, stoppen deze en keren in de oorspronkelijke stand terug.
  • Pagina 62: Instrumentenpaneel

    Instrumentenpaneel Brandstofpeilmeter METERS De pijl naast het symbool van de pomp duidt aan aan welke zijde zich de klep van de brandstofvulopening bevindt. WAARSCHUWINGS- EN INDICATIELAMPEN Nadat het contact is ingeschakeld, gaan de volgende waarschuwings- en controlelampjes kort branden ter bevestiging dat het systeem operationeel E131495 •...
  • Pagina 63 Instrumentenpaneel Waarschuwingslampje ABS Waarschuwingslampje airbag Als deze lamp brandt tijdens het Als dit lampje brandt onder het rijden, dan wijst dit op een rijden, dan duidt dit op een storing. De normale remwerking storing. Laat dit zo snel mogelijk blijft gehandhaafd (zonder ABS). Laat het controleren.
  • Pagina 64 Instrumentenpaneel Wanneer dit lampje tijdens het Als beide lampen samen gaan branden, rijden gaat branden, duidt dit op breng de auto dan zo snel mogelijk tot een storing. Stop en zet de motor stilstand wanneer dit veilig kan. Doet u dit af.
  • Pagina 65 Instrumentenpaneel Controlelamp water in brandstof Controlelamp portier niet goed gesloten De controlelamp water in brandstof gaat branden wanneer De controlelamp portier niet er zich veel water in het goed gesloten gaat branden brandstoffilter bevindt. Tap het water wanneer u het contact aanzet onmiddellijk af.
  • Pagina 66: Akoestische Waarschuwingssignalen En -Indicaties

    Instrumentenpaneel Controlelampje mistlampen, vóór Waarschuwing verlichting aan Het controlelampje van de Het signaal waarschuwing verlichting aan mistlampen, vóór, gaat branden klinkt wanneer de sleutel niet in stand II of wanneer u de mistlampen III staat en een portier wordt geopend inschakelt.
  • Pagina 67 N.B.: Deze functie is standaard uitgeschakeld. Neem contact op met de Het signaal alarmwaarschuwing klinkt Ford dealer om deze functie in te schakelen. wanneer de auto wordt ontgrendeld met de mechanische sleutel en niet met de sleutel met afstandsbediening. Het signaal...
  • Pagina 68: Infodisplays

    Infodisplays ALGEMENE INFORMATIE TRIPCOMPUTER Bedieningstoetsen WAARSCHUWING Bedien de toetsen van het informatiedisplay niet wanneer de auto in beweging is. N.B.: De informatiedisplay blijft nadat u het contact hebt afgezet gedurende enkele minuten aan. E136103 Positie van onderdeel: Zie Meters (bladzijde 60). Druk minder dat twee seconden op de toets SET/RESET om: •...
  • Pagina 69 Infodisplays E138113 De dagteller registreert het aantal kilometers van een bepaald traject. Actieradius tot de brandstoftank leeg E136110 Dagteller (A en B) E138114 Duidt bij benadering de afstand aan die nog kan worden afgelegd voordat de tank leeg is. De waarde zal variëren naarmate de rijomstandigheden veranderen.
  • Pagina 70 Infodisplays Gemiddeld brandstofverbruik E138116 E138117 Duidt het momentane gemiddelde brandstofverbruik aan. Gemiddelde snelheid E138118 Geeft het gemiddelde brandstofverbruik aan vanaf het moment dat de functie op E138119 nul werd teruggesteld. Geeft de berekende gemiddelde snelheid Momentaan brandstofverbruik aan vanaf het moment dat de functie op nul werd teruggesteld.
  • Pagina 71: Persoonlijke Instellingen

    Infodisplays Geeft de buitentemperatuur weer. Houd bij uitgeschakeld contact de lichtdimknop ingedrukt. Voor locatie: N.B.: De positie van het display van de Zie Meters (bladzijde 60). , en schakel boordcomputer kan variëren afhankelijk van het contact in. de getoonde informatie. 2.
  • Pagina 72: Klimaatregeling

    Klimaatregeling Het interieur verwarmen WERKING Laat de lucht naar de beenruimten Buitenlucht stromen. Laat, bij koud of vochtig weer, een geringe hoeveelheid lucht naar de Houd de luchtinlaten voor de voorruit vrij voorruit en de portierruiten stromen. van belemmeringen (sneeuw, bladeren, enz.) zodat het klimaatregelsysteem Het interieur afkoelen effectief kan werken.
  • Pagina 73: Handmatige Klimaatregeling

    Klimaatregeling Ventilator HANDMATIGE KLIMAATREGELING Toetsen voor luchtverdeling E132663 Off (uit) E132661 Temperatuurregeling Hoofdniveau Hoofdniveau en beenruimte Beenruimte Beenruimte en voorruit Voorruit De luchtverdeelknop kan in elke van de aangegeven standen worden gezet. Een kleine luchthoeveelheid wordt richting de voorruit geblazen in stand B en C. E132662 Blauw Koud...
  • Pagina 74 Klimaatregeling Systeeminstellingen Koelen met buitenlucht N.B.: Stel alle regelingen in op de afgebeelde posities. Interieur snel verwarmen E132668 Schakel de airconditioning in en selecteer buitenlucht. Interieur snel afkoelen E132666 Selecteer buitenlucht. Ventilatie E132669 Er is maximale koeling voor de inzittenden door A/C MAX te selecteren.
  • Pagina 75: Automatische Klimaatregeling

    Klimaatregeling Luchtvochtigheid in het interieur N.B.: De interieurtemperatuursensor is verlagen aangebracht achter de grille onder de luchtverdelingsregeling. Bedek de grille niet. N.B.: Als het systeem bij lage buitenluchttemperaturen in de auto modus staat, is de luchtstroom laag en wordt de lucht zolang de motor koud is naar de voorruit en de zijruiten geleid.
  • Pagina 76 Klimaatregeling Aanjager U kunt de temperatuur instellen tussen 16°C en 28°C in stappen van 0,5°C. In de stand LO (lager dan 16 ) s chakelt het systeem over op continu koelen, in de stand HI (hoger dan 28 ) op c ontinu verwarmen en wordt de temperatuur niet geregeld.
  • Pagina 77: Verwarmde Ruiten En Spiegels

    Klimaatregeling Gerecirculeerde lucht Wanneer maximaal ontdooien is geselecteerd, schakelt de voorruitverwarming automatisch in en schakelt deze na een vooraf ingestelde tijd weer uit. Druk op de recirculatietoets om de verse Door nog eens te drukken op de MAX lucht te laten recirculeren. ontdooien toets keert het systeem terug naar de vorige instellingen.
  • Pagina 78 Klimaatregeling N.B.: De verwarmde voorruiten worden automatisch uitgeschakeld na een vooraf ingestelde tijd. Verwarmde voorruit E103392 Druk op de toets voor de verwarmde voorruit om deze in en uit te schakelen. Verwarmde achterruit E72507 Druk op de toets voor de verwarmde achterruit om deze in en uit te schakelen.
  • Pagina 79: Stoelen

    Stoelen • het stuurwiel met licht gebogen armen DE JUISTE ZITPOSITIE vasthoudt. INNEMEN • uw benen licht buigt zodat u de pedalen volledig kunt indrukken. • de schoudergordel over het midden van uw schouder en de heupgordel strak over uw heupen legt. Zorg ervoor dat uw zitpositie comfortabel is en dat u de volledige controle over de auto hebt.
  • Pagina 80 Stoelen Lendensteun instellen Stoelen naar achteren en naar voren bewegen (handbediende stoelen) E131590 E131595 WAARSCHUWING Schuif de stoel naar voren en naar achteren nadat u de hendel omhoog heeft getrokken om er zeker van te zijn dat de stoel weer goed is vergrendeld. LET OP Schuif de voorstoelen niet te ver naar het instrumentenpaneel toe.
  • Pagina 81 Stoelen Hoogte van de bestuurdersstoel Hellingshoek van de rugleuning verstellen (handbediende stoelen) instellen (handbediende stoelen) E131593 E131592 Bij elke beweging omhoog of omlaag van WAARSCHUWINGEN de hendel komt de stoel een stukje Beweeg te rugleuning naar voren en omhoog of omlaag. naar achteren nadat u de hendel hebt losgelaten om te controleren of de rugleuning goed is vergrendeld.
  • Pagina 82 Stoelen Rugleuning achterbank Voorstoel verlengde cabine neerklappen (achterbank, enkele cabine) E136219 N.B.: Bij uitvoeringen met een verlengde E135862 cabine kan de rechter voorstoel worden afgesteld om de achterpassagier te laten Stoelen naar achteren en naar instappen. voren bewegen (elektrisch bediende stoelen) E131591...
  • Pagina 83 Stoelen Hellingshoek van de rugleuning LET OP instellen (elektrisch bediende Schuif de voorstoelen niet te ver naar stoelen) het instrumentenpaneel toe. Hoogte van de bestuurdersstoel verstellen (elektrisch bediende stoelen) E131596 Stoel kantelen (elektrisch bediende stoelen) E131594 E131607...
  • Pagina 84: Hoofdsteunen

    Stoelen HOOFDSTEUNEN Hoofdsteun instellen WAARSCHUWINGEN Trek de achterste hoofdsteun omhoog wanneer iemand achterin plaatsneemt. Wanneer een voorwaarts gericht kinderzitje op een stoel van de tweede of derde stoelenrij wordt geplaatst, verwijder dan altijd de E135815 hoofdsteun van die stoel. ACHTERBANK Kussens van de achterbank neerklappen Verlengde cabine...
  • Pagina 85 Stoelen Dubbele cabine E131744 Rugleuning neerklappen E133361 Trek de lus naar boven. LET OP 2. Druk de rugleuning naar voren. Wanneer het kussen is neergeklapt, Rugleuning weer in de verticale stand moet de veiligheidsriem van het kantelen: kussen worden opgeborgen in de daartoe bestemde vak.
  • Pagina 86: Verwarmde Stoelen

    Stoelen Middenarmsteun van de De stoelverwarming werk alleen met achterbank ingeschakeld contact. De maximum temperatuur wordt bereikt na vijf tot zes minuten. De temperatuur wordt door een thermostaat geregeld. De stoelverwarming blijft ingeschakeld tot de schakelaar stoelverwarming of het contact wordt uitgeschakeld. E131745 VERWARMDE STOELEN LET OP...
  • Pagina 87: Gemaksfuncties

    12 volt accessoires met een maximum vermogen van 10 ampère. Gebruik Voor gedetailleerde instructies hoe de klok alleen Ford stekkers of stekkers die geschikt in te stellen. Zie Klok audio-unit zijn voor gebruik in SAE gestandaardiseerde instellen (bladzijde 203).
  • Pagina 88: Extra Voedingsaansluitingen

    U kunt het extra elektrisch aansluitpunt gebruiken voor 12 volt accessoires met een maximum vermogen van 10 ampère. Gebruik alleen Ford stekkers of stekkers die geschikt zijn voor gebruik in SAE gestandaardiseerde aansluitingen. Voor locatie: Zie In één oogopslag (bladzijde...
  • Pagina 89: Glashouder

    Gemaksfuncties Bekerhouders, achterin OPBERGRUIMTES Type 2 Bestuurderszijde E132724 GLASHOUDER E133607 Passagierszijde E133675 E136461...
  • Pagina 90: Aansluiting Auxiliary Ingang (Aux In)

    Gemaksfuncties Middenconsole Zie Ingangsaansluiting (AUX IN) (bladzijde 215). USB-POORT E136462 E133603 Positie van onderdeel: Zie In één oogopslag (bladzijde 9). Zie Verbinding (bladzijde 240). KOELBOX E136463 AANSLUITING AUXILIARY INGANG (AUX IN) E132725 Openen Sluiten De koude-luchtstroom in de koelbox kan E133606 worden afgesteld met behulp van de hendel...
  • Pagina 91: Vloermatten

    Gemaksfuncties VLOERMATTEN WAARSCHUWINGEN Wanneer de vloermatten worden gebruikt, zorg dan dat de vloermatten correct worden vastgemaakt met de correcte bevestigingselementen, zodat de matten geen invleod hebben op de bediening van de pedalen. Breng geen extra vloermatten aan op de in de fabriek aangebrachte vloermatten.
  • Pagina 92: Motor Starten En Stoppen

    Motor starten en stoppen N.B.: Laat, om te voorkomen dat de accu ALGEMENE INFORMATIE leegraakt, de contactsleutel niet te lang in deze stand staan. Algemene opmerkingen over het starten II Het contact staat aan. Alle elektrische circuits zijn ingeschakeld. Waarschuwings- Als de accu losgekoppeld is geweest kan en controlelampen branden.
  • Pagina 93: Een Dieselmotor Starten

    Motor starten en stoppen Stationair toerental na het starten Auto's met automatische transmissie N.B.: Raak het gaspedaal niet aan. Het stationaire toerental waarmee de motor direct na het aanslaan draait, is Schakel park of neutral in. afhankelijk van de motortemperatuur. 2.
  • Pagina 94: Dieselroetfilter

    Motor starten en stoppen • Rijd tot 20 minuten met een constante DIESELROETFILTER snelheid, bij voorkeur op een hoofdweg of snelweg. Het DPF is een onderdeel van het uitlaatgasemissiesysteem van uw wagen. • Voorkom langdurig stationair draaien Het zuivert de uitlaatgassen van en neem altijd snelheidslimieten en het schadelijke roetdeeltjes bij wagens met type wegdek in acht.
  • Pagina 95: Brandstof En Tanken

    BRANDSTOFKWALITEIT - N.B.: We adviseren alleen brandstof van BENZINE hoge kwaliteit te gebruiken. N.B.: Het gebruik van niet door Ford LET OP goedgekeurde additieven of andere motorbehandelingen worden door Ford Gebruik geen gelode benzine of afgeraden.
  • Pagina 96: Katalysator

    Brandstof en tanken KATALYSATOR LET OP Wanneer u een hogedrukspuit WAARSCHUWING gebruikt om uw wagen te wassen, spuit dan kort op de tankklep vanaf Laat de motor niet stationair draaien een afstand van niet minder dan 20 of parkeer de wagen niet op droge centimeter (8 inch).
  • Pagina 97 Brandstof en tanken 3. Wanneer u de tankdop losdraait is N.B.: In het dashboardkastje is een trechter soms een sissend geluid hoorbaar. Dit aangebracht. Gebruik deze wanneer u is echter volkomen normaal en kan brandstof uit een jerrycan tankt. worden genegeerd. Vullen 4.
  • Pagina 98: Tanken

    TANKEN accessoires, rijden met een aanhanger, enz. Uw Ford dealer dient u gaarne van advies LET OP hoe u het brandstofverbruik kunt verlagen. Probeer niet de motor te starten wanneer u de tank met de onjuiste brandstofsoort hebt gevuld.
  • Pagina 99 Brandstof en tanken Gecombi- Stadsverkeer Buitenweg CO2-emissie neerd Variant l/100 km l/100 km l/100 km g/km (mpg) (mpg) (mpg) Auto's met 2.2L Duratorq- TDCi motor en tweewielaan- 9,0 (31,4) 6,8 (41,5) 7,6 (37,2) drijving (handgeschakelde versnellingsbak MT82) Auto's met 2.2L Duratorq- TDCi motor en vierwielaan- 9,9 (28,5) 7,1 (39,8)
  • Pagina 100: Handgeschakelde Versnellingsbak

    Versnellingsbak/transmissie HANDGESCHAKELDE VERSNELLINGSBAK De achteruit inschakelen LET OP Schakel de achteruit niet in wanneer de wagen in beweging is. Dit kan inwendige schade aan de versnellingsbak veroorzaken. N.B.: Druk het koppelingspedaal geheel in en wacht drie seconden voordat u de achteruit inschakelt.
  • Pagina 101: Elektronisch Sperdifferentieel

    Versnellingsbak/transmissie N.B.: De controlelamp vierwielaandrijving 4. Verplaats de keuzehendel vanuit 2H in lage gearing 4L en de controlelamp 4L of van 4L in 2H. vierwielaandrijving branden wanneer de Tijdens het schakelen knippert de keuzehendel in de stand 4L staat. Zie controlelamp.
  • Pagina 102: Automatische Transmissie

    Versnellingsbak/transmissie N.B.: Het systeem wordt alleen geactiveerd N.B.: Wanneer het systeem wordt wanneer de voertuigsnelheid minder is dan geactiveerd, functioneert het elektronisch 30 km/u en het gaspedaal wordt losgelaten. stabiliteitsprogramma (ESP) en worden de stabiliteitsregeling, de aandrijfregeling, de Druk op de knop elektronisch daalsnelheidsregeling, de hellingstart en de sperdifferentieel (ELD) om eht systeem te aanhangerstabiliteitsregeling gedeactiveerd.
  • Pagina 103 Versnellingsbak/transmissie Achteruit WAARSCHUWING Druk het rempedaal in voordat u de WAARSCHUWING keuzehendel verplaatst en houd het Schakel de achteruit alleen in ingedrukt tot u wegrijdt. wanneer de auto stilstaat en de motor stationair draait. N.B.: Een koude motor heeft een hoger stationair toerental.
  • Pagina 104 Versnellingsbak/transmissie Rijmodi Handmatig schakelen De transmissie schakelt de juiste versnelling in voor optimale prestaties gebaseerd op de omgevingstemperatuur, de hellingshoek van het wegdek, de belading van de auto en de inbreng van de bestuurder. Aanwijzingen voor het rijden met een automatische transmissie Wegrijden WAARSCHUWING Een auto met automatische...
  • Pagina 105 Versnellingsbak/transmissie Noodontgrendelknop parkeerrem E132721 Gebruik de knop om bij een elektrische storing of bij een lege accu de keuzehendel uit de parkeerstand te zetten. LET OP Wees voorzichtig bij het openen van de afdekking. Verwijder met een geschikt gereedschap de afdekking in de middenconsole naast de keuzehendel.
  • Pagina 106: Remmen

    Remmen WERKING TIPS VOOR RIJDEN MET ABS Schijfremmen N.B.: Wanneer het systeem in werking is, pulseert het rempedaal en legt wellicht een Natte remschijven hebben een lagere langere weg af. Blijf het rempedaal wrijvingscoëfficiënt. Druk na het verlaten indrukken. Er is tevens wellicht een geluid van een wasstraat het rempedaal even hoorbaar vanaf het systeem.
  • Pagina 107: Afdaalregeling (Hdc)

    Afdaalregeling (HDC) De afdalingsregeling selecteren WERKING HDC kan worden geselecteerd bij De afdalingsregeling werkt samen met het snelheden onder de 60 km/u. Voor het antiblokkeersysteem zodat er bij selecteren van de afdalingsregeling drukt terreinrijden een betere beheersing u even op de HDC-aan-/uitschakelaar. ontstaat, met name bij het afdalen van Positie van onderdeel: Zie In één steile hellingen.
  • Pagina 108 Afdaalregeling (HDC) Om de snelheid geleidelijk te verhogen of te verlagen, tikt u naar wens op de SET +- of SET --schakelaar. Met elke tik op de schakelaar neemt de snelheid met stappen van 0,5 km/h (0,3 mijl/h) toe of af. De snelheid kan tevens worden verhoogd of verlaagd door het gaspedaal of het rempedaal in te trappen.
  • Pagina 109: Stabiliteitsregeling Werking

    Stabiliteitsregeling Waarschuwingslamp WERKING stabiliteitsregeling (ESP) Elektronisch De controlelamp van het ESP knippert Stabiliteitsprogramma (ESP) wanneer het systeem is geactiveerd. Zie Waarschuwings- en indicatielampen WAARSCHUWING (bladzijde 60). ESP houdt niet in dat u niet langer Noodremassistent voorzichtig en aandachtig hoeft te rijden.
  • Pagina 110: Gebruik Maken Van Stabiliteitsregeling

    Stabiliteitsregeling Keuzehendel in stand 2H: GEBRUIK MAKEN VAN STABILITEITSREGELING • Houd de schakelaar gedurende één seconde ingedrukt om de aandrijfregeling van de motor, de N.B.: Telkens wanneer u het contact aan aandrijfslipregeling met zet wordt het systeem automatisch rembeïnvloeding en de ingeschakeld.
  • Pagina 111: Regeling Voor Bergop Rijden

    Regeling voor bergop rijden WERKING REGELING VOOR BERGOP RIJDEN GEBRUIKEN De hellingstart maakt het eenvoudiger op te trekken wanneer de wagen op een Het systeem wordt automatisch helling staat zonder dat het noodzakelijk geactiveerd wanneer de auto wordt is gebruik te maken van de parkeerrem. gestopt op een helling van meer dan 7% (auto's met automatische transmissie) en Wanneer het systeem actief is, dan blijft...
  • Pagina 112 Regeling voor bergop rijden • Heuvelop: De schakelhendel moet in • Als het systeem is geactiveerd in een stand D staan bij de automatische vooruitversnelling, selecteer dan de transmissie en in iedere stand anders achteruitversnelling. dan R (Reverse) bij de •...
  • Pagina 113: Parkeerhulp

    N.B.: Bij auto's met een afneembare trekhaakkoppeling wordt de parkeerhulp achter automatisch uitgeschakeld wanneer een van de aanhangerlampen (of verlichting) wordt aangesloten op de E134605 stekkerdoos via een door Ford goedgekeurde trekhaakmodule.
  • Pagina 114 Parkeerhulp De parkeerhulp wordt automatisch geactiveerd wanneer u bij aangezet contact de achteruit inschakelt. N.B.: Er klinkt eenmaal een geluid om aan te geven dat de parkeerhulp is geactiveerd. N.B.: De controlelampen worden weergegeven in de multifunctionele display. Positie van onderdeel: Zie In één oogopslag (bladzijde 9).
  • Pagina 115 Parkeerhulp E134608 Een aanhangersymbool geeft aan dat een aanhanger is aangekopppeld, waarna het systeem wordt uitgeschakeld.
  • Pagina 116: Achteruitkijkcamera

    Achteruitkijkcamera De camera is aangebracht op de WERKING achterklep (onder het embleem). De camera is een visueel hulpmiddel bij achteruitrijden. WAARSCHUWING Het systeem is niet bedoeld om de bestuurder te ontheffen van zijn plicht om tijdens het rijden voorzichtig en oplettend te zijn. LET OP Wanneer u een hogedrukspuit gebruikt om uw wagen te wassen,...
  • Pagina 117 Achteruitkijkcamera LET OP Markeringen worden alleen gebruikt als algemene richtlijn en worden berekend voor auto's met een maximale belading op een egaal wegdek. E133365 Speling buitenspiegel - 0,1 meter Rood - 0,3 meter Amber - 1 meter...
  • Pagina 118 Achteruitkijkcamera Groen - 2 meter Zwart - middenlijn van de geprojecteerde route van de auto N.B.: Bij achteruitrijden met een aanhanger geven de lijnen op het scherm de autorichting aan en niet de richting van de aanhanger. Achteruitkijkcamera deactiveren N.B.: Schakel een vooruitversnelling in. Het display blijft een korte periode aan alvorens deze wordt uitgeschakeld.
  • Pagina 119: Snelheidsregeling (Cruise Control)

    Snelheidsregeling (Cruise Control) Snelheid instellen WERKING WAARSCHUWING Het systeem is niet bedoeld om de bestuurder te ontheffen van zijn plicht om tijdens het rijden voorzichtig en oplettend te zijn. Met de snelheidsregeling (cruise control) kunt u met behulp van de schakelaars op het stuurwiel de rijsnelheid instellen.
  • Pagina 120 Snelheidsregeling (Cruise Control) Ingestelde snelheid opnieuw inschakelen E102681 Accelereren (versnellen) E102682 Decelereren (vertragen) De controlelamp van de cruise control gaat branden en het systeem zal proberen de auto met de eerder door u ingestelde Ingestelde snelheid uitschakelen snelheid te laten rijden. Cruise control uitschakelen E102682 Druk het rempedaal of de CAN RES...
  • Pagina 121: Transport

    Transport Achterklep omlaag brengen ALGEMENE INFORMATIE WAARSCHUWINGEN Gebruik bevestigingsriemen die voldoen aan een norm, bijv. DIN. Zorg ervoor dat alle losse voorwerpen goed zijn vastgezet. Plaats bagage en ander voorwerpen zo laag mogelijk en zo ver mogelijk naar voren in de bagageruimte of de laadruimte.
  • Pagina 122 Transport Type 1 E133896 E131643 Bevestigingspunten Type 2 E133894 E134098 Type 3 Klem LET OP De maximale belasting per sjorhaak Omlijsting staat op de haak aangegeven. Veer Overschrijd deze belasting niet. WAARSCHUWINGEN Bevestigingspunten mogen alleen worden gebruikt voor het vastzetten van ladingen in de laadruimte.
  • Pagina 123 Transport WAARSCHUWINGEN Ieder bevestigingspunt heeft een maximale belastingsindex. Overschrijden van deze kracht kan leiden tot ernstig letsel en/of voertuigschade. Controleer de bevestigingspunten altijd voor gebruik. Gebruik de bevestigingspunten niet onder de volgende omstandigheden: • De bevestigingspunten vertonen tekenen van slijtage of schade. •...
  • Pagina 124: Dakrekken En Bagagedragers

    Transport Bevestigingspunt verwijderen E131682 N.B.: Zet de bagage of lading die op de laadsteun rust stevig met de speciale aanslagen op de ladingsteun vast. E134100 Pak de vergrendelomlijsting tussen DAKREKKEN EN duim en vingers met behulp van de BAGAGEDRAGERS vingeruitsparing. 2.
  • Pagina 125 Transport N.B.: Als de rails in dwarsrichting niet worden gebruikt, moeten ze worden verwijderd om het brandstofverbruik te verlagen. E131684 Dakrails Sportbeugel Kofferrails LET OP Ga niet op de onderdelen B of C staan of zitten. Gebruik onderdeel C niet voor het vastzetten van lading.
  • Pagina 126: Aanhangers Trekken

    De stabiliteit van de combinatie van auto auto. en aanhanger is vooral afhankelijk van de LET OP kwaliteit van de aanhanger. Sluit de aanhangerdraadbundel niet aan op de auto wanneer de aanhanger niet is aangesloten. N.B.: De aanhangerdraadbundel is verkrijgbaar bij erkende Ford dealers.
  • Pagina 127 Aanhangers trekken Technische specificaties Maximaal aanhangergewicht Uitvoering Rijden Transmissie Zonder Gewicht in Met remmen remmen kg/lbs voor- aanhanger aanhanger zijde (kg/lbs) (kg/lbs) aanhanger 2.5L benzine- Handgescha- 750 (1653,5) 2200 (4850) 165 (364) motor keld Handgescha- 750 (1653,5) 1700 (3748) 225 (496) keld Handgescha- 750 (1653,5)
  • Pagina 128: Trekhaak

    Aanhangers trekken Uitvoering Rijden Transmissie Zonder Gewicht in Met remmen remmen kg/lbs voor- aanhanger aanhanger zijde (kg/lbs) (kg/lbs) aanhanger Handgescha- 750 (1653,5) 3350 (7385) 225 (496) en 4x4 keld Overbren- gingsverhou- ding 3.55 Automatisch 750 (1653,5) 3350 (7385) 225 (496) Automatisch 750 (1653,5) 3350 (7385)
  • Pagina 129 Aanhangers trekken Rijden met een aanhanger 2. Draai de hendel naar links om de trekhaakkogel te ontgrendelen. 3. Verwijder de trekhaakkogel. 4x2 (auto's met verhoogd rijniveau) en 4x4 E138394 WAARSCHUWING Wanneer aan een van de volgende voorwaarden niet kan worden voldaan, gebruik dan de trekhaak niet E139242 en laat deze door een goed opgeleide...
  • Pagina 130: Tips Voor Het Rijden

    Tips voor het rijden ALGEMENE PUNTEN BIJ HET VOORZORGSMAATREGELEN RIJDEN VOOR KOUDE WEERSOMSTANDIGHEDEN Uitvoeringen met een dieselmotor De werking van sommige componenten Wanneer de controlelamp laag en systemen kan worden beïnvloed bij brandstofniveau gaat branden, ga dan zo temperaturen lager dan -30 °C. spoedig mogelijk tanken.
  • Pagina 131: Door Water Rijden

    Tips voor het rijden • Controleer het koelvloeistofpeil. Zie Motorkoelvloeistof controleren (bladzijde 151). • Laat de auto onmiddellijk door een deskundige controleren. DOOR WATER RIJDEN Door water rijden LET OP Rijd alleen door water in noodgevallen en niet als normaal wordt gereden. De motor kan beschadigd raken als water het luchtfilter binnendringt.
  • Pagina 132: Wat Te Doen Bij Pech

    Wat te doen bij pech EERSTEHULPSET N.B.: De EHBO-doos is geborgd in de opbergruimte aan de passagierszijde. E131837 E131836 Klap de rugleuning naar voren. GEVARENDRIEHOEK Verlengde cabine N.B.: De gevarendriehoek kan in de Enkele cabine gereedschapsbak achter de achterstoelen Met een riem achter de passagiersstoel worden vastgezet.
  • Pagina 133 Wat te doen bij pech E131838 Verwijder het zitkussen van de achterbank. Verwijder het paneel. Dubbele cabine E131839 Klap de rugleuning van de achterbank naar voren.
  • Pagina 134: Zekeringen

    Zekeringen Zekeringkast in de PLAATSEN passagiersruimte ZEKERINGENHOUDERS Open het opbergvak aan de Stuur links bestuurderszijde volledig. E132740 Stuur rechts E133080 E132741 Zekeringkast in de E134659 passagiersruimte Zekeringenkast in motorruimte...
  • Pagina 135: Een Zekering Vervangen

    Zekeringen Zekeringenkast in motorruimte EEN ZEKERING VERVANGEN WAARSCHUWINGEN Wijzig de elektrische installatie van uw auto op geen enkele wijze. Laat reparaties aan de elektrische installatie en het vervangen van relais en zekeringen voor hoge stroomsterktes door goed getrainde monteurs uitvoeren. Zet het contact af en schakel alle elektrische onderdelen uit voordat u probeert een zekering te vervangen...
  • Pagina 136: Specificatie-Overzicht Zekeringen

    Zekeringen SPECIFICATIE-OVERZICHT ZEKERINGEN Zekeringenkast in motorruimte E133601 Zekering Amperage Beveiligde circuits Voeding zekeringenkast passagiersruimte (accu) Voeding zekeringenkast passagiersruimte (contact) 3 (benzine) Koelventilator 3 (diesel) Voorgloeiregelmodule ABS-module Elektrisch bedienbare ruiten (voor en achter) Massa motor vierwielaandrijving (4WD)
  • Pagina 137 Zekeringen Zekering Amperage Beveiligde circuits Niet in gebruik Niet in gebruik Elektrisch verstelbare stoel Elektrisch bedienbare ruiten (voor) Aanjagermotor Voeding motor vierwielaandrijving (4WD) Solenoïde startmotor Verwarmde achterruit 15 (benzine) Flex fuel pomp 15 (diesel) Gloeibougie verdamper Aircokoppeling Elektrisch bedienbare ruiten (voor) Ruitenwissermotor Massa ruitenwissermotor Aansteker...
  • Pagina 138 Zekeringen Zekering Amperage Beveiligde circuits Extra elektrische aansluiting (achterconsole) Aircodrukschakelaar Transmissieregelmodule (TCM) Niet in gebruik Voeding zekeringenkast passagiersruimte (contact) ABS-module Hoogteverstelling koplamplichtbundels stoelverwarming Elektrisch bediende speigels Verdamperpomp Spiegelverwarming Claxon Verwarmde voorruit (rechts) Verwarmde voorruit (links) ABS-module Extra elektrische aansluiting (vloerafdekking) Trekhaakmodule Niet in gebruik Niet in gebruik...
  • Pagina 139 Zekeringen Relais Geschakelde circuits Claxon A/C-koppeling Differentieelgrendel Ruitenwissersnelheid hoog of laag Koelventilateur laag Koelventilateur hoog Flex fuel pomp, gloeibougie verdamper Verwarmde achterruit Verwarmde voorruit Niet in gebruik Voeding elektronische regelmodule (ECM) Contact 4WD-motor 2 (rechtsom) 4WD-motor 1 (linksom) 4WD-motor Alarmclaxon Startmotor Niet in gebruik Niet in gebruik...
  • Pagina 140 Zekeringen Zekeringkast in de passagiersruimte E133602...
  • Pagina 141 Zekeringen Zekering Amperage Beveiligde circuits Brandstofpomp Niet in gebruik Niet in gebruik Elektronische startbeveili- ging (PATS) Interieurlamp, schakelaarset bestuurdersportier, sfeerver- lichting, trottoirverlichting, automatische transmissie, beenruimteverlichting Niet in gebruik Module regensensor Tachograaf Niet in gebruik Niet in gebruik Bestuurdersportierslot, centrale dubbele vergrende- ling Remlichtschakelaar Niet in gebruik...
  • Pagina 142 Zekeringen Zekering Amperage Beveiligde circuits Achteruitrijlamp, achteruit- kijkspiegel Sproeierpomp Contactslot Radio Multifunctionele display, luxe audiosysteem, BVC- module Interieurbewegingssensor Massa sproeierpomp Massa centrale vergrende- ling Massa bestuurderspor- tierslot, centrale dubbele vergrendeling Instrumentenpaneel, parkeerhulpmodule, achter- uitkijkcamera, handbe- diende airconditioning, achteruitkijkspiegel Veiligheidssysteem, deacti- veringsschakelaar passa- giersairbag Tachograaf...
  • Pagina 143: Bergen Van De Auto

    Bergen van de auto SLEEPPUNTEN WAARSCHUWINGEN De rem- en stuurbekrachtiging N.B.: Het tweede sleepoog voor is werken niet, tenzij de motor draait. optioneel. Druk het rempedaal harder in en houd rekening met langere remafstanden N.B.: Als het sleepoog achter niet is en een zwaarder draaiend stuurwiel.
  • Pagina 144: Onderhoud

    Er • Waarschuwings- en controlelampen. staat een groot netwerk van Ford Erkende Controles bij het tanken Reparateurs ter beschikking die u met hun professionele expertise ter zijde kunnen •...
  • Pagina 145: De Motorkap Openen En Sluiten

    Onderhoud 2. Trek de motorkap iets omhoog. DE MOTORKAP OPENEN EN 3. Druk de veiligheidshaak naar de SLUITEN linkerzijde van de wagen. De motorkap openen 4. Open de motorkap. E131809 Trek aan de hendel onder het instrumentenpaneel. Positie van E131811 onderdeel: Zie In één oogopslag 5.
  • Pagina 146: Overzicht Motorruimte - 2.5L Duratec-He (122Kw/165 Pk) - Mi4

    Onderhoud OVERZICHT MOTORRUIMTE - 2.5L DURATEC-HE (122KW/165 PK) - MI4 Stuur rechts E131919...
  • Pagina 147 Onderhoud Stuur links E131920 Koelvloeistofreservoirdop. Zie Motorkoelvloeistof controleren (bladzijde 151). Rem- en koppelingsvloeistofreservoirdop. Zie Controle vloeistofpeil koppeling en remsysteem (bladzijde 152). Motorolievuldop . Zie Motorolie controleren (bladzijde 150). Motoroliepeilstaaf . Zie Motorolie controleren (bladzijde 150). Aansluitkast in motorcompartiment. Zie Zekeringen (bladzijde 132). Identificatieplaatje.
  • Pagina 148: Overzicht Motorruimte - 2,2 L Duratorq-Tdci (Puma) Diesel

    Onderhoud Luchtfilter. Ruitensproeivloeistofreservoirdop. Zie Ruitensproeiervloeistof controleren (bladzijde 153). De vuldoppen en de motoroliepeilstaaf hebben een felle kleur voor een makkelijke herkenning. OVERZICHT MOTORRUIMTE - 2,2 L DURATORQ-TDCI (PUMA) DIESEL Stuur rechts E131930...
  • Pagina 149 Onderhoud Stuur links E131931 Koelvloeistofreservoirdop. Zie Motorkoelvloeistof controleren (bladzijde 151). Rem- en koppelingsvloeistofreservoirdop. Zie Controle vloeistofpeil koppeling en remsysteem (bladzijde 152). Motoroliepeilstaaf . Zie Oliepeilstaaf (bladzijde 150). Motorolievuldop . Zie Motorolie controleren (bladzijde 150). Waterafscheider van brandstoffilter. Zie Water in brandstoffilter aftappen (bladzijde 152).
  • Pagina 150: Overzicht Motorruimte - 3.2 L Duratorq-Tdci (Puma) Diesel

    Onderhoud Ruitensproeivloeistofreservoirdop. Zie Ruitensproeiervloeistof controleren (bladzijde 153). Luchtfilter. De vuldoppen en de motoroliepeilstaaf hebben een felle kleur voor een makkelijke herkenning. OVERZICHT MOTORRUIMTE - 3.2 L DURATORQ-TDCI (PUMA) DIESEL Stuur rechts E131967...
  • Pagina 151 Onderhoud Stuur links E131968 Koelvloeistofreservoirdop. Zie Motorkoelvloeistof controleren (bladzijde 151). Rem- en koppelingsvloeistofreservoirdop. Zie Controle vloeistofpeil koppeling en remsysteem (bladzijde 152). Motoroliepeilstaaf . Zie Oliepeilstaaf (bladzijde 150). Motorolievuldop . Zie Motorolie controleren (bladzijde 150). Waterafscheider van brandstoffilter. Zie Water in brandstoffilter aftappen (bladzijde 152).
  • Pagina 152: Oliepeilstaaf - 2.5L Duratec-He (122Kw/165 Pk) - Mi4

    Onderhoud Ruitensproeivloeistofreservoirdop. Zie Ruitensproeiervloeistof controleren (bladzijde 153). Luchtfilter. De vuldoppen en de motoroliepeilstaaf hebben een felle kleur voor een makkelijke herkenning. OLIEPEILSTAAF - 2.5L MOTOROLIE CONTROLEREN DURATEC-HE (122KW/165 PK) LET OP - MI4 Gebruik geen additieven of andere smeermiddelen. Onder bepaalde omstandigheden kunnen deze de motor beschadigen.
  • Pagina 153: Motorkoelvloeistof Controleren

    Verwijder de vuldop niet wanneer de N.B.: Neem onmiddellijk gemorste olie op motor heet is. Laat de motor eerst met een absorberende doek. afkoelen. Vul vloeistof bij die voldoet aan de Ford Onverdunde koelvloeistof is specificatie. Zie Technische specificatie brandbaar en kan ontbranden (bladzijde 153).
  • Pagina 154: Stuurbekrachtigingsvloeistof Controleren

    N.B.: Het remsysteem en het bedieningsmechanisme van de koppeling Verwijder de brandstofdop. zijn aangesloten op één reservoir. LET OP Vul vloeistof bij die voldoet aan de Ford Het oliepeil mag niet boven het MAX specificatie. Zie Technische specificatie merkteken komen te staan. (bladzijde 153).
  • Pagina 155: Ruitensproeiervloeistof Controleren

    Onderhoud N.B.: Vul alleen vloeistof bij die voldoet aan 3. Leg het andere uiteinde van de slang de Ford specificatie. Zie in de richting van de geschikte Brandstofkwaliteit (bladzijde 93). opvangbak. 4. Draai de aftapplug ongeveer 1,5 N.B.: De pomp in de tank wordt omwenteling los.
  • Pagina 156 Eerste vulling is European oil WSS-M2C-913-C in alle fabrieken. Vervang de olie bij het eerste onderhoudsinterval door WSS-M2C-921-A voor markten met hoog zwavelgehalte. Uw auto is ontworpen voor gebruik van Castrol en Ford motorolie voor een gunstig brandstofverbruik met behoud van de duurzaamheid van de motor.
  • Pagina 157 Onderhoud Motorolie dieselmotor (markten met laag zwavelgehalte, minder dan 350 ppm): Wanneer geen olie verkrijgbaar is die voldoet aan de specificatie WSS-M2C913-C, moet u SAE 5W-30 (aanbevolen), SAE 5W-40 of SAE 10W-40 gebruiken die voldoet aan de specificatie ACEA A5/B5 (aanbevolen) of ACEA A3/B3. Motorolie dieselmotor (markten met hoog zwavelgehalte, meer dan 350 ppm): Wanneer geen olie verkrijgbaar is die voldoet aan de specificatie WSS-M2C921-A, moet u SAE 10W-30 (aanbevolen), SAE 5W-40 of SAE 10W-40 gebruiken die voldoet aan...
  • Pagina 158 Onderhoud Variant Inhoud in liter (gallons) 2.2L DuraTorq-TDCi (AT) Koelsysteem Informatie niet beschikbaar 3,2 l DuraTorq-TDCi Motorolie - inclusief filter 9,75 (2,14) 3.2L DuraTorq-TDCi (MT82) Koelsysteem 12,9 (2,84) 3.2L DuraTorq-TDCi (AT) Koelsysteem 13,5 (2,97) 2.5L Duratec-HE Motorolie - inclusief filter 6,7 (1,47) 2.5L Duratec-HE Koelsysteem...
  • Pagina 159: Verzorging Van De Auto

    Verzorging van de auto Achterruit reinigen REINIGEN VAN BUITENZIJDE AUTO LET OP Gebruik geen scherpe voorwerpen, WAARSCHUWING schurende reinigingsmiddelen of Wanneer de auto tijdens het wassen chemische oplossingen op de in een autowasserette in de was binnenzijde van de achterruit te reinigen. wordt gezet, verwijder dan de was van de voorruit.
  • Pagina 160: Reinigen Van Binnenzijde Auto

    Lakbeschadigingen door steenslag of kleine krasjes moeten zo spoedig mogelijk Reinig de veiligheidsgordels met een worden hersteld. Uw Ford dealer heeft een interieurreiniger of water met een zachte grote keuze aan producten. Lees en volg spons. Laat de veiligheidsgordels op een nauwkeurig de instructies van de fabrikant natuurlijke manier drogen.
  • Pagina 161: Accu Van De Auto

    Accu van de auto STARTEN MET Positieve hulpstartkabel HULPSTARTKABELS Negatieve hulpstartkabel Plaats de auto's zodanig dat ze elkaar LET OP niet raken. Verbind alleen accu's met dezelfde nominale spanning met elkaar. 2. Zet het contact van beide wagens af en schakel alle stroomverbruikers uit. Gebruik altijd hulpstartkabels met 3.
  • Pagina 162: Aansluitpunten Van De Accu

    Accu van de auto Explosief gas. AANSLUITPUNTEN VAN DE ACCU E135618 E133362 LET OP Sluit de kabel niet aan op de minpool ( ) van de ontladen accu. WAARSCHUWINGSSYMBOLEN ACCU Acculabels Niet roken, geen open vuur, geen vonken. E135613 Bescherm de ogen. E135614 Weghouden van kinderen.
  • Pagina 163: Velgen En Banden

    Velgen en banden Boordkrik ALGEMENE INFORMATIE WAARSCHUWINGEN LET OP De boordkrik waarmee uw auto Gebruik uitsluitend banden en velgen wordt geleverd mag alleen worden met de goedgekeurde maat. Het gebruikt voor het wisselen van een gebruik van andere maten kan schade wiel in noodsituaties.
  • Pagina 164 Velgen en banden E131838 E135841 Klap de linker rugleuning naar voren. 2. Verwijder de vergrendelband en verwijder de gereedschappen. 3. Klap de rechter rugleuning naar voren. 4. Maak de krik los en verwijder de bout en de krik. Verlengde cabine E133592 Trek aan de ontgrendelband.
  • Pagina 165 Velgen en banden 6. Verwijder het gereedschap. Dubbele cabine E133589 E133593 Trek de lus omhoog. 2. Klap de rugleuning naar beneden. 3. Verwijder de vergrendelband. 4. Maak de krik los en verwijder de bout. 5. Verwijder de krik. Reservewiel N.B.: De auto kan enige ongewone rij-eigenschappen vertonen.
  • Pagina 166 Velgen en banden Kriksteunpunten LET OP Gebruik uitsluitend de aangegeven kriksteunpunten. Wanneer u andere punten gebruikt kan dit de carrosserie, de stuurinrichting, de wielophanging, de motor, het remsysteem of de brandstofleidingen beschadigen. E133594 Alleen voor gebruik in noodsituaties Onderhoud...
  • Pagina 167 Velgen en banden WAARSCHUWINGEN Gebruik de krik uitsluitend voor het verwisselen van een wiel. Voer geen werkzaamheden uit onder een auto die alleen wordt ondersteund door een krik. Zorg ervoor dat de krik verticaal ten opzichte van het kriksteunpunt staat en dat de voet vlak op de grond staat.
  • Pagina 168 Velgen en banden N.B.: De wielmoeren voor lichtmetalen velgen en stalen spaakvelgen kunnen gedurende korte tijd worden gebruikt voor het vastzetten van de stalen velg van het reservewiel (maximaal twee weken). Breng het wiel aan. 2. Draai de wielmoeren handvast aan. 3.
  • Pagina 169: Verzorging Van Banden

    Velgen en banden Wiel opbergen Stalen velgen LET OP Hijs de reservewielhouder niet op zonder het wiel te hebben vastgezet. Wanneer geen wiel is aangebracht kan het ophijsmechanisme bij het laten zakken worden beschadigd. Leg het wiel met de buitenzijde naar beneden gekeerd plat op de grond.
  • Pagina 170: Gebruik Van Sneeuwkettingen

    Velgen en banden Indien winterbanden zijn gemonteerd, LET OP controleer dan of de bandenspanning Wanneer uw wagen is uitgerust met correct is. Zie Technische specificatie wieldeksels, verwijder deze dan (bladzijde 168). voordat u sneeuwkettingen monteert. GEBRUIK VAN N.B.: Het ABS blijft normaal werken. SNEEUWKETTINGEN N.B.: Zet de sneeuwkettingen na 1 km opnieuw vast.
  • Pagina 171 Velgen en banden Normale belasting Economy Maximaal beladen Uitvoe- Banden- Voor Achter Voor Achter Voor Achter ring maat bar (psi) bar (psi) bar (psi) bar (psi) bar (psi) bar (psi) 265/60 Alle 2,4 (35) 2,4 (35) 2,6 (38) 2,6 (38) 2,6 (38) 3,0 (44) R 18...
  • Pagina 172: Voertuigidentificatie

    Voertuigidentificatie VOERTUIGIDENTIFICA- TIEPLAATJE E85610 E133363 Voertuigidentificatienummer Linkerzijde instrumentenpaneel. Maximaal toelaatbare totaalgewicht Rechterzijde onder voorportier op chassis. Maximaal toelaatbaar treingewicht Maximale voorasbelasting Maximale achterasbelasting Het voertuigidentificatienummer (VIN) en de maximum toelaatbare gewichten zijn vermeld op een plaatje onderin de opening van het passagiersportier. VOERTUIGIDENTIFI- CATIENUMMER Afhankelijk van de productieplaats van de...
  • Pagina 173: Inhouden En Specificaties

    Inhouden en specificaties TECHNISCHE SPECIFICATIE Afmetingen van de auto Enkele cabine E131995...
  • Pagina 174 Inhouden en specificaties Afmetingen Afmetingen in mm (inches) Maximale lengte exclusief achterbumper 5274 (207,6) Maximale lengte inclusief achterbumper 5351 (210,7) Totale breedte exclusief buitenspiegels 1850 (72,8) Totale lengte (4x2) 1703 (67,0) Totale lengte (4x2 of 4x4) 1800 (70,9) Wielbasis 3220 (126,8) Sporing voor en achter (4x2) 1590 (62,6) Sporing voor en achter (4x4)
  • Pagina 175 Inhouden en specificaties E131996 Afmetingen Afmetingen in mm (inches) Maximale lengte exclusief achterbumper 5274 (207,6) Maximale lengte inclusief achterbumper 5351 (210,7) Totale breedte exclusief buitenspiegels 1850 (72,8) Totale lengte (4x2) 1706 (67,2) Totale lengte (4x2 of 4x4) 1804-1810 (71.0 - 71.2) Wielbasis 3220 (126,8) Sporing voor en achter (4x2)
  • Pagina 176 Inhouden en specificaties Dubbele cabine E131994 E131997...
  • Pagina 177 Inhouden en specificaties Afmetingen Afmetingen in mm (inches) Maximale lengte exclusief achterbumper 5274 (207,6) Maximale lengte inclusief achterbumper 5351 (210,7) Totale breedte exclusief buitenspiegels 1850 (72,8) Totale lengte (4x2) 1716 (67,5) Totale lengte (4x2 of 4x4) 1815-1821 (71.4 - 71.7) Wielbasis 3220 (126,8) Sporing voor en achter (4x2)
  • Pagina 178 Inhouden en specificaties Afmetingen trekhaak E136876...
  • Pagina 179 Inhouden en specificaties 4x2 (auto's met verhoogd rijniveau) en 4x4 E139245 Afmetingen Afmetingen in mm (inches) Bevestigingspunt - hart trekhaakkogel (4x2) 124 ± 5 (4.8 ± 0.2) Bevestigingspunt - hart trekhaakkogel (4x2 of 4x4) 221.5 ± 5 (8.7 ± 0.2)
  • Pagina 180 Inhouden en specificaties Afmetingen Afmetingen in mm (inches) Hart trekhaakkogel - langsbalk 588 (23,1) Buitenzijde langsbalk 1176 (46,3) Hart trekhaakkogel - hart 1e bevestigingspunt (4x2) 419 ± 5 (16.5 ± 0.2) Hart trekhaakkogel - hart 1e bevestigingspunt (4x2 363 ± 5 (14.3 ± 0.2) of 4x4) Hart trekhaakkogel - hart 2e bevestigingspunt (4x2) 442 ±...
  • Pagina 181: Introductie Navigatie

    Introductie navigatie ALGEMENE INFORMATIE LET OP Steek geen vreemde voorwerpen in Druk op de betreffende toets op het front de unit of sleuf voor de mediakaart. in om toegang te krijgen tot de Breng niet meer dan één CD tegelijk systeemfuncties.
  • Pagina 182 Veiligheidsinformatie Lees de volgende veiligheidsmaatregelen en volg deze op. Wanneer u dit nalaat wordt de kans op een aanrijding en lichamelijk letsel verhoogd. Ford Motor Company is niet aansprakelijk voor schade die voortvloeit uit het niet opvolgen van deze richtlijnen.
  • Pagina 183 Introductie navigatie Auto's met SD-navigatiesysteem Gebruik de pijltoetsen omhoog, omlaag, naar links en naar rechts om Het systeem beschikt over een groot de gewenste letter of het gewenste aantal functies die makkelijk en intuïtief nummer te selecteren. zijn te gebruiken. Routebegeleiding wordt N.B.: Wanneer u de letters invoert, weergegeven op het scherm.
  • Pagina 184 Introductie navigatie N.B.: Wanneer u bijvoorbeeld slechts naar het centrum van een stad wilt navigeren, hoeven niet de volledige adresgegevens te worden ingevoerd. • De route wordt vervolgens berekend en het scherm keert terug naar het hoofdnavigatiescherm met instructies hoe u moet rijden. •...
  • Pagina 185: Overzicht Navigatie-Unit

    Overzicht navigatie-unit OVERZICHT NAVIGATIE- Beschrijvingen voor EENHEID functietoetsen 1-4 Functietoetsen 1 tot en met 4 zijn contextafhankelijk en wijzigen als functie van de huidige audio-unitmodus. Beschrijvingen voor de functies worden aan de onderzijde van het display weergegeven. E104157...
  • Pagina 186 Overzicht navigatie-unit Auto's met SD-navigatiesysteem E135352 Aan/uit en volumeknop. Functie 1. Opwaarts zoeken. Functie 2. CD-nummerkeuze. Zie Station Neerwaarts zoeken. afstemtoetsen (bladzijde 205). CD-nummerkeuze. Zie Station Zie Nummer selecteren afstemtoetsen (bladzijde 205). (bladzijde 210). Zie Nummer selecteren Functie 3. (bladzijde 210). Functie 4.
  • Pagina 187: Navigatiedata Laden

    Overzicht navigatie-unit CD uitwerpen. Zie CD-speler (bladzijde 210). Telefoontoetsenblok, stationsvoorkeuzetoetsen en CD selecteren. Zie CD-speler navigatietoetsenblok. Zie (bladzijde 210). Gebruik maken van de telefoon (bladzijde 220). Zie NAVIGATIEDATA LADEN Voorkeuzetoetsen (bladzijde 206). Zie Introductie navigatie (bladzijde 181). Navigatiedata laden Klok. Verkeersberichten.
  • Pagina 188: Systeeminstellingen

    Systeeminstellingen De meest belangrijke instellingen van uw Favorieten navigatiesysteem zijn via de MENU of NAV Via deze functie kunt u een persoonlijk toets bereikbaar. In de volgende rubriek adresboek aanleggen en bijvoorbeeld aan worden de diverse opties en het gebruik adressen en reisdoelen een door u ervan beschreven.
  • Pagina 189 Systeeminstellingen Kaartweergave DSP-instelling Via deze functie kunt u de weergave van Via deze functie kunt u de luidsprekers het kaartscherm wijzigen (bijvoorbeeld aanpassen aan de betreffende heldere 2D- of 3D-weergave) en stoelposities. Zie Digitale display-informatie voor uw reis aanpassen signaalverwerking (DSP) (bladzijde 208). (bijvoorbeeld tijd tot aankomst en DSP-equalizer rijstrookbegeleiding).
  • Pagina 190 Systeeminstellingen Datum instellen Via deze functie kunt u de datum, de maand en het jaar handmatig instellen. GPS-tijd Via deze functie kunt u in een geschikt dekkingsgebied automatisch de datum en de tijd instellen met behulp van GPS. Tijdzone Via deze functie kunt u een specifieke tijdzone selecteren.
  • Pagina 191: Navigatiesysteem

    Navigatiesysteem Sportief MENU ROUTE-OPTIES Via deze optie wordt prioriteit gegeven aan U kunt een aantal opties invoeren die de de route voor een bestuurder met een geplande route veranderen. sportieve rijstijl naar uw reisdoel. Met behulp van de pijltoetsen omhoog, Eco instelling omlaag, naar links en naar rechts kunt u in de lijst selecteren welke verkeersfuncties...
  • Pagina 192: Routeweergaven

    Navigatiesysteem Veer/autotrein U kunt de wijze waarop de kaart wordt weergegeven veranderen, door in- of uit te Als het systeem is ingeschakeld, zoekt dit zoomen en de oriëntatie-instellingen te naar faciliteiten met veerboten en wijzigen. Druk op de betreffende autotreinen op uw route en worden de functietoetsen om de schaalverdeling van totale afstand en de reistijd automatisch de kaart te wijzigen en gebruik de linker en...
  • Pagina 193 Navigatiesysteem WAARSCHUWING Vertrouw tijdens het navigeren niet op de aanwijzingen op het scherm. Luister altijd naar de navigatiestem en houd uw aandacht bij de weg voor u.
  • Pagina 194: Traffic Message Channel (Verkeersberichtenkanaal)

    Traffic Message Channel (verkeersberichtenkanaal) TMC berichten gebruiken WERKING Selecteer het gewenste item om een lijst Traffic Message Channel (TMC) met TMC berichten weer te geven. Zie radiostations zenden op de FM-band uit. Algemene informatie (bladzijde 66). Dit TMC is een systeem dat verkeersberichten is slechts een overzicht met ontvangt, die kunnen worden gebruikt voor basisinformatie.
  • Pagina 195: Kaartupdates

    Kaartupdates Het netwerk van wegen verandert voortdurend door de aanleg van nieuwe wegen, verandering van de classificatie, enz. Daardoor is het mogelijk dat de klantgegevens in het systeem niet altijd exact overeenkomen met de werkelijkheid. De wegenkaartinformatie wordt regelmatig bijgewerkt, maar alle gebieden zijn niet tot op hetzelfde niveau gedekt.
  • Pagina 196: Inleiding Audio-Installatie

    Inleiding audio-installatie Labels op de audio-installatie BELANGRIJKE AUDIO- INFORMATIE WAARSCHUWINGEN Door technische verschillen kunnen opneembare CD s (CD-R's) en E66256 opnieuw beschrijfbare CD s (CD-RW's) mogelijk niet correct functioneren. Deze radio / CD-spelers spelen CD's af die voldoen aan de standaard audiospecificaties van het E66257 International Red Book.
  • Pagina 197: Overzicht Audio-Installatie

    Overzicht audio-installatie N.B.: Audio-units zijn voorzien van een Display tijd/datum en geïntegreerd multifunctioneel display boven RDS-informatie. de CD-sleuf. Hierop wordt belangrijke Aan/uit en mute. informatie weergegeven over de bediening van de audio-unit. Daarnaast bevinden zich Opwaarts zoeken. CD-track rondom het display diverse pictogrammen selecteren/snel vooruitspoelen.
  • Pagina 198 Overzicht audio-installatie Type 2 E135350 Neerwaarts zoeken. CD uitwerpen. Zie CD-speler CD-nummerkeuze. Zie Station (bladzijde 210). afstemtoetsen (bladzijde 205). CD selecteren. Zie CD-speler Zie Nummer selecteren (bladzijde 210). (bladzijde 210). Aan/uit en volumeknop.
  • Pagina 199 Overzicht audio-installatie Opwaarts zoeken. Extra ingang selecteren. Zie CD-nummerkeuze. Zie Station Aansluiting Auxiliary ingang afstemtoetsen (bladzijde 205). (AUX IN) (bladzijde 88). Zie Zie Nummer selecteren Ingangsaansluiting (AUX IN) (bladzijde 210). (bladzijde 215). Stationsvoorkeuzetoetsen. Zie Radio en golfband selecteren. Voorkeuzetoetsen (bladzijde Zie Werking van de 206).
  • Pagina 200 Overzicht audio-installatie E135351 Opwaarts zoeken. Functie 1. CD-nummerkeuze. Zie Station Functie 2. afstemtoetsen (bladzijde 205). Zie Nummer selecteren Neerwaarts zoeken. (bladzijde 210). CD-nummerkeuze. Zie Station afstemtoetsen (bladzijde 205). Functie 3. Zie Nummer selecteren Functie 4. (bladzijde 210). Menu selecteren. Aan/uit en volumeknop.
  • Pagina 201 Overzicht audio-installatie Telefoontoetsenblok en Radio en golfband selecteren. stationsvoorkeuzetoetsen. Zie Zie Werking van de Gebruik maken van de audio-installatie (bladzijde telefoon (bladzijde 220). Zie 205). Voorkeuzetoetsen (bladzijde CD uitwerpen. Zie CD-speler 206). (bladzijde 210). Navigatiepijlen. CD selecteren. Zie CD-speler Verkeersberichten. Zie Regeling (bladzijde 210).
  • Pagina 202 Overzicht audio-installatie E135352 Opwaarts zoeken. Functie 1. CD-nummerkeuze. Zie Station Functie 2. afstemtoetsen (bladzijde 205). Zie Nummer selecteren Neerwaarts zoeken. (bladzijde 210). CD-nummerkeuze. Zie Station afstemtoetsen (bladzijde 205). Functie 3. Zie Nummer selecteren Functie 4. (bladzijde 210). Menu selecteren. Aan/uit en volumeknop.
  • Pagina 203 Overzicht audio-installatie Telefoontoetsenblok, CD uitwerpen. Zie CD-speler stationsvoorkeuzetoetsen en (bladzijde 210). navigatietoetsenblok. Zie CD selecteren. Zie CD-speler Gebruik maken van de (bladzijde 210). telefoon (bladzijde 220). Zie Voorkeuzetoetsen (bladzijde Functietoetsen 1 tot en met 4 zijn 206). Zie Introductie navigatie contextafhankelijk en wijzigen als functie (bladzijde 181).
  • Pagina 204: Beveiliging Van Uw Audio-Installatie

    Beveiliging van uw audio-installatie BEVEILIGINGSCODE Iedere eenheid bevat een unieke code die nodig is voor het activeren van het audiosysteem wanneer de voertuigaccu is ontkoppeld en weer aangesloten. De 4-cijferige code is opgenomen in het informatiepakket voor de eigenaar. Als de veiligheidscode niet beschikbaar is, raadpleeg dan uw dealer.
  • Pagina 205: Audiodisplays Met Tijd- En Datumaanduiding

    Audiodisplays met tijd- en datumaanduiding Type 2, 4 en 5 KLOK AUDIO-UNIT INSTELLEN • Druk op de MENU toets. Tijd veranderen • Druk op de pijltjestoetsen OMHOOG/OMLAAG om de De klok kan te allen tijde worden ingesteld klokinstellingen te selecteren. wanneer het systeem in de één uur modus •...
  • Pagina 206 Audiodisplays met tijd- en datumaanduiding Exacte tijd instellen Met deze functie kunt u de tijd aan het begin van een uur instellen. • Druk de CLOCK toets ongeveer twee seconden in tot een akoestisch signaal klinkt. De huidig ingestelde tijd knippert. •...
  • Pagina 207: Werking Van De Audio-Installatie

    Werking van de audio-installatie AAN/UIT TOETS STATION AFSTEMTOETSEN Zoeken Druk op de aan/uit knop. Hierdoor kan het toestel nog een uur nadat het contact is Selecteer een frequentieband en druk kort afgezet worden gebruikt. op een van de zoektoetsen. Het toestel Na een uur schakelt het radiotoestel stopt bij het eerste radiostation dat in de automatisch uit.
  • Pagina 208: Voorkeuzetoetsen

    Werking van de audio-installatie 3. Druk op OK om naar een radiostation Kies een golfband. te blijven luisteren. 2. Stem af op het gewenste radiostation. 3. Houd een van de voorkeuzetoetsen Scanfunctie ingedrukt. Er verschijnen een SCAN laat u elk gevonden radiostation 8 voortgangsbalk en een melding.
  • Pagina 209: Regeling Functie Verkeersinformatie

    Werking van de audio-installatie 2. Wanneer het zoeken is voltooid, wordt N.B.: Wanneer u naar een radiostation het geluid weer ingeschakeld en de luistert dat geen verkeersinformatie (TA) sterkste tien radiostations worden uitzendt en u TA uitschakelt en weer onder de voorkeuzetoetsen van inschakelt, dan wordt er gezocht naar TP.
  • Pagina 210: Menu's Audio-Installatie

    Menu's audio-installatie 5. Druk op de OK toets om uw keuze te AUTOMATISCHE bevestigen. VOLUMEREGELING 6. Druk op de toets MENU om terug te keren. Indien van toepassing, past de automatische volumeregeling (AVC) het geluidsvolume aan, om geluiden van de NIEUWSBERICHTEN motor en het wegdek te compenseren.
  • Pagina 211: Regionale Modus (Reg)

    Menu's audio-installatie De installatie evalueert continu de Regionale modus OFF (uit): Hiermee kan signaalsterkte en, indien een beter signaal een groter gebied worden ontvangen beschikbaar komt, schakelt de installatie wanneer naburige regionale netwerken over naar dat alternatief. De hetzelfde programma uitzenden, maar kan geluidsweergave wordt onderbroken terwijl leiden tot overschakelen wanneer dit niet het toestel de lijst met alternatieve...
  • Pagina 212: Cd-Speler

    CD-speler CD AFSPELEN VERSNELD VOORUIT/ACHTERUIT N.B.: Tijdens het afspelen wordt de CD, het nummer en de verstreken tijd van het Houd de zoeken omlaag of omhoog toets nummer op het display weergegeven. ingedrukt om achteruit of vooruit binnen de nummers op de CD te gaan. Druk tijdens radio-ontvangst eenmaal op de toets CD om de CD-weergave te starten.
  • Pagina 213: Cd-Nummers Herhalen

    CD-speler Type 2 CD-NUMMERS HERHALEN Er zijn verschillende scanmodi mogelijk, Type 1 afhankelijk van het type CD dat wordt afgespeeld. Druk op de toets REPEAT in de CD-modus. Druk op de toets MENU en selecteer CD MODE. Wanneer een MP3-CD wordt afgespeeld, bestaan de opties uit HERHALEN van het 2.
  • Pagina 214 CD-speler ISO 9660 format Bestandsformaten Dit is de meest algemene internationale • Bij andere formats dan ISO 9660 standaard voor het logische format van niveau 1 en niveau 2, is het mogelijk dat bestanden en mappen op een CD-ROM. namen van mappen of bestanden niet correct worden weergegeven.
  • Pagina 215 CD-speler Afspeelvolgorde van MP3 • Wanneer een deel van ID3 tag ver.2 bestanden (aan het begin van het nummer) wordt overgeslagen, wordt geen geluid De volgorde waarin de mappen en weergegeven. Sla veranderingen in tijd bestanden worden afgespeeld is als over afhankelijk van de capaciteit van weergegeven.
  • Pagina 216: Mp3 Weergave-Opties

    CD-speler Druk nogmaals op de CD toets om het MP3 WEERGAVE-OPTIES afspelen van de CD te hervatten. N.B.: Bij units van type 1 kan het nodig zijn meerdere keren op de toets INFO te drukken om alle beschikbare nummerinformatie weer te geven. Wanneer een MP3-CD wordt afgespeeld, kan bepaalde informatie die gecodeerd in elke opname is opgenomen, worden...
  • Pagina 217: Ingangsaansluiting (Aux In)

    Ingangsaansluiting (AUX IN) N.B.: Stel voor optimale prestaties bij het afspelen van een extra apparaat het volume daarvan hoog. Hierdoor worden storingen gereduceerd wanneer het apparaat wordt aangesloten op de aansluiting voor de sigarenaansteker in de auto. Via de extra ingang (AUX IN), indien aanwezig, kan een extra apparaat zoals een MP3-speler op de audio-installatie van de auto worden aangesloten.
  • Pagina 218: Onderhoud Audio-Installatie

    Onderhoud audio-installatie ANTENNE De radioantenne is boven de binnenspiegel op het dak van de auto gemonteerd. De antenne is vast bevestigd en kan niet omhoog en omlaag worden gebracht, maar de eenheid kan worden verwijderd door deze los te schroeven van de voet. LET OP Verwijder de antenne voordat u een wasstraat of een lage ruimte inrijdt...
  • Pagina 219: Storingen Verhelpen Audio-Installatie

    Storingen verhelpen audio-installatie Display van de audio-installatie Rectificatie CONTROLEER CD Algemeen bericht voor storingen tijdens het afspelen van een CD, zoals 'cannot read the CD' (kan CD niet lezen), 'data-CD inserted' (data-CD aangebracht), enz. Controleer of de CD is aangebracht met de juiste zijde naar boven is gekeerd.
  • Pagina 220: Telefoon

    E87991 met een handsfree systeem is, waardoor in sommige gevallen de prestaties van het Thuis systeem aanzienlijk worden beperkt. Om dit te voorkomen moeten alleen E87992 aanbevolen telefoons worden gebruikt. Kantoor Bezoek de website E87993 www.ford-mobile-connectivity.com voor volledige gegevens. E87994...
  • Pagina 221: Setup Bluetooth

    Bluetooth verbinding'. 2. Zoek in het Bluetooth menu van uw Telefoons die in het systeem zijn telefoon naar Ford Audio en selecteer opgeslagen zijn met behulp van de deze optie. telefoonlijst op de audiounit toegankelijk. 3. Voer het op de voertuigdisplay N.B.: Er kunnen maximaal zes apparaten...
  • Pagina 222: Bedieningselementen Telefoon

    Telefoon N.B.: Als de audiounit wordt uitgeschakeld, GEBRUIK MAKEN VAN DE wordt een telefoongesprek verbroken. TELEFOON Wanneer de contactsleutel in de stand '0' wordt gezet, blijft de telefoonverbinding N.B.: U kunt het telefoonmenu verlaten behouden. door te drukken op de toets CD, RADIO of AUX.
  • Pagina 223 Telefoon 4. Druk op de 2. Druk op de pijltjestoetsen omhoog/omlaag-pijltjestoetsen om omhoog/omlaag tot CALL LISTS het gewenste telefoonnummer te wordt weergegeven. selecteren. 3. Druk op de toets OK. N.B.: Houd de pijltjestoetsen N.B.: Indien de actieve telefoon niet over omhoog/omlaag ingedrukt om voor- of een lijst met eerder gekozen nummers achterwaarts te gaan in het telefoonboek.
  • Pagina 224 Telefoon Een tweede oproep ontvangen N.B.: Nadat een telefoon aan het systeem is gekoppeld, wordt deze de actieve N.B.: De functie tweede inkomend gesprek telefoon. op uw telefoon moet zijn geactiveerd. Druk op de toets PHONE. Wanneer er tijdens een gesprek een 2.
  • Pagina 225: Spraaksturing

    Spraaksturing Reactie van het systeem WERKING Wanneer u een gesproken commando LET OP geeft, antwoordt het systeem telkens met een piep wanneer het gereed is om door Door gebruik van het systeem bij te gaan. uitgeschakelde motor wordt de accu ontladen.
  • Pagina 226: Commando S Audio-Unit

    Spraaksturing Spraaklabel Short cuts Er zijn een aantal gesproken woorden Het spraaklabel kan de telefoon, de (short cuts) mogelijk, waarmee u enkele audio-installatie en het navigatiesysteem functies van de auto kunt regelen zonder ondersteunen door gebruik te maken van het complete commandomenu te hoeven de "STORE NAME"...
  • Pagina 227 Spraaksturing "CD PLAYER" "REPEAT FOLDER" "REPEAT TRACK" "REPEAT OFF" * Kan als short cut worden gebruikt. ** Alleen beschikbaar als de CD audiogegevensbestanden bevat, zoals MP3 of WMA. Muzieknummer U kunt direct een muzieknummer op de CD kiezen. Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "CD PLAYER"...
  • Pagina 228 Spraaksturing "RADIO" "HELP" "AM" "FM" "TUNE NAME" "DELETE NAME" "DELETE DIRECTORY" "PLAY DIRECTORY" "STORE NAME" "PLAY" * Kan als short cut worden gebruikt. Afstemfrequentie Met deze functie kunt u met gesproken commando's afstemmen op radiostations. Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "RADIO"...
  • Pagina 229 Spraaksturing • "Fifteen zero three" (1503) Naam opslaan • "Ten eighty" (1080) Wanneer u op een radiostation hebt afgestemd, kunt u deze met een naam in het bestand opslaan. Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "RADIO" "RADIO" "STORE NAME" "STORE NAME" "NAME PLEASE"...
  • Pagina 230 Spraaksturing Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "NO" "COMMAND CANCELLED" Bestand afspelen Met deze functie kunt u het systeem alle opgeslagen radiostations laten opnoemen. Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "RADIO" "RADIO" "PLAY DIRECTORY" "PLAY <DIRECTORY>" Bestand wissen Met deze functie kunt u alle opgeslagen radiostations wissen.
  • Pagina 231 Spraaksturing Auxiliary ingang Met deze functie laat u de audiobron overschakelen op het aangesloten apparaat met auxiliary ingang. Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "EXTERNAL DEVICE" "EXTERNAL DEVICE" "LINE IN" "LINE IN" Overzicht Externe apparaten - USB Het onderstaande overzicht toont de Deze gesproken commando's beschikbare gesproken commando's.
  • Pagina 232 Spraaksturing Afspelen USB Met deze functie laat u de audiobron overschakelen op het aangesloten USB-apparaat. Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "EXTERNAL DEVICE" "EXTERNAL DEVICE" "USB" "USB" "PLAY" USB-muzieknummer U kunt direct een muzieknummer op het USB-apparaat kiezen. Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "EXTERNAL DEVICE"...
  • Pagina 233 Spraaksturing "EXTERNAL DEVICE", "IPOD" "SHUFFLE ALL" "SHUFFLE PLAYLIST" "SHUFFLE OFF" "REPEAT TRACK" "REPEAT OFF" * Kan als short cut worden gebruikt. ** Aan door spraakbesturing geactiveerde afspeellijsten moeten specifieke bestandsnamen worden toegewezen. iPod-muzieknummer U kunt direct een muzieknummer op de iPod kiezen in de lijst met alle titels.
  • Pagina 234: Commando S Telefoon

    Spraaksturing Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "IPOD" "IPOD" "PLAYLIST NUMBER "PLAYLIST" PLEASE" "<een getal tussen "PLAYLIST <nummer>" 1 en 10>" * Aan door spraakbesturing geactiveerde afspeellijsten moeten specifieke bestandsnamen worden toegewezen. Overzicht Externe apparaten - Bluetooth Het onderstaande overzicht toont de Deze gesproken commando's beschikbare gesproken commando's.
  • Pagina 235 Spraaksturing "TELEFOON" "HELP" "MOBILE NAME" "DIAL NUMBER" "DIAL NAME" "DELETE NAME" "DELETE DIRECTORY" "PLAY DIRECTORY" "STORE NAME" "REDIAL" "ACCEPT CALLS" "REJECT CALLS" * Kan als short cut worden gebruikt. Telefoonfuncties Nummer kiezen Nadat het spraaklabel is uitgesproken kunnen telefoonnummers worden gekozen. Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt...
  • Pagina 236 Spraaksturing Naam kiezen Nadat het spraaklabel is uitgesproken kunnen telefoonnummers worden gekozen. Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "TELEFOON" "TELEFOON" "NAME PLEASE" "DIAL NAME" "<naam>" "DIAL <naam>" "CONFIRM YES OR NO" "YES" "DIALLING" "NO" "COMMAND CANCELLED" * Kan als short cut worden gebruikt. Nummer herhalen Deze functie maakt het mogelijk het laatst gekozen nummer te herhalen.
  • Pagina 237 Spraaksturing Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "MOBILE NAME" "<telefoonafhan- "MOBILE NAME" kelijke dialoog>" * Kan als short cut worden gebruikt. N.B.: DTMF kan alleen worden gebruikt DTMF ('Tone' instelling) tijdens een telefoongesprek. Bedien de toets VOICE en wacht op de systeemprompt. Met deze functie worden gesproken getallen in DTMF-tonen omgezet.
  • Pagina 238 Spraaksturing Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "STORE" "STORING NUMBER" "<telefoonnummer>" "NUMBER STORED" Naam wissen Opgeslagen namen kunnen ook uit het bestand worden gewist. Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "TELEFOON" "TELEFOON" "DELETE NAME" "NAME PLEASE" "<naam>" "DELETE <naam>" "CONFIRM YES OR NO" "YES"...
  • Pagina 239: Commando'sklimaatregeling

    Spraaksturing Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "YES" "DIRECTORY DELETED" "NO" "COMMAND CANCELLED" Hoofdinstellingen Oproepen weigeren Oproepen kunnen zo worden ingesteld dat ze met spraakbesturing automatisch worden geweigerd. Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "TELEFOON" "TELEFOON" "REJECT CALLS" "REJECT CALLS" "ACCEPT CALLS" "ACCEPT CALLS"...
  • Pagina 240 Spraaksturing "AIRCONDITIONING" "TEMPERATURE" "AUTO MODE" * Kan als short cut worden gebruikt. Aanjager Met deze functie kunt u het aanjagertoerental instellen. Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "AIRCONDITIONING" "AIRCONDITIONING" "FAN SPEED PLEASE" "FAN" "MINIMUM" "FAN MINIMUM" "<een getal tussen 1 en 7>" "FAN <getal>"...
  • Pagina 241 Spraaksturing Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "AIRCONDITIONING" "AIRCONDITIONING" "TEMPERATURE PLEASE" "TEMPERATURE" "MINIMUM" "TEMPERATURE MINIMUM" "<een getal tussen 15 en 29 °C met stappen van 0,5>" of "<een getal "TEMPERATURE <getal>" tussen 59 en 84 °F>" "MAXIMUM" "TEMPERATURE MAXIMUM" * Kan als short cut worden gebruikt. Automatische functie Stappen Gebruiker zegt...
  • Pagina 242: Verbinding

    USB-aansluiting Zet de audio-unit altijd op een andere • iPod mediaspelers (ga naar bron (bijvoorbeeld de radio) alvorens www.ford-mobile-connectivity.com het USB-apparaat te ontkoppelen. voor de nieuwste compatibiliteitslijst). Breng geen USB-hubs of -splitters Het systeem is USB 2.0 Full Speed aan.
  • Pagina 243: Extern Apparaat Aansluiten

    Sluit de USB-kabel van de iPod aan op de USB-aansluiting van de auto. Maak afspeellijsten met de naam "Ford<*>", waar <*> een cijfer tussen 1 en 10 is voor het inschakelen van spraakregeling voor aangepaste afspeellijsten. Bijvoorbeed "Ford7" zonder spatie tussen "Ford"...
  • Pagina 244: Extern Apparaat Aansluiten - Auto's Met Bluetooth

    Om Album dit te voorkomen moeten alleen aanbevolen apparaten worden gebruikt. E100024 Artiest Bezoek de website www.ford-mobile-connectivity.com E100025 voor volledige gegevens. Bestandsnaam Apparaat aansluiten op E100026 (voertuig)systeem Titel van nummer N.B.: Sommige audio- en navigatie-units...
  • Pagina 245 Verbinding Druk eenmaal op de pijltjestoets Druk op de pijltjestoets omhoog/omlaag omhoog/omlaag of de OK toets om door of de OK toets om door de inhoud van het de inhoud van het apparaat te bladeren. apparaat te bladeren. De display toont de nummerinformatie en Druk op de MENU toets voor toegang tot de volgende andere belangrijke informatie: het USB-menu.
  • Pagina 246: Ipod Gebruiken

    Verbinding De display toont de nummerinformatie en Druk op de INFO toets om het volgende de volgende andere belangrijke informatie: weer te geven: • Een verticale schuifbalk aan de • bestandsnaam rechterzijde van de display geeft de • titel huidige positie van het mapoverzicht •...
  • Pagina 247 Verbinding Radio N.B.: Houd de pijltjestoets naar links ingedrukt als u naar het bovenste niveau Bediening van de inhoud van de iPod wilt navigeren. Sluit de iPod aan. Zie Extern apparaat Bediening van de audio-installatie aansluiten (bladzijde 241). Druk op de pijltjestoets naar links en naar Selecteer de iPod als de audiobron door rechts om achteruit en vooruit door de herhaaldelijk op de CD/AUX toets te...
  • Pagina 248 Verbinding N.B.: Sommige apparaten worden getoond, Houd de SEEK toetsen ingedrukt om snel maar kunnen niet worden geselecteerd achteruit/vooruit door een nummer te (afhankelijk van het feit of het apparaat al gaan. dan niet is aangesloten). Druk op de pijltjestoetsen van de schuifbalk De iPod-menulijst voor het bladeren door om door de inhoud van de iPod te de inhoud is beschikbaar via de display.
  • Pagina 249: Bijlagen

    Het woord, het merk en de logo's uw auto worden gemonteerd wanneer Bluetooth zijn eigendom van Bluetooth SIG deze voldoen aan de in onderstaande tabel Inc. en de Ford Motor Company mag vermelde parameters. Er zijn geen dergelijke merktekens onder licentie bijzondere voorzieningen of voorwaarden gebruiken.
  • Pagina 250 Bijlagen WAARSCHUWINGEN WAARSCHUWINGEN Houd antenne- en voedingskabels centimeter van elektronische modules en op een afstand van tenminste 10 airbags. E139668 Frequentieband Maximum uitgangsvermogen in Antenneplaatsen watt (piek RMS) 1 - 30 100 W 50 - 54 100 W 3. 4. 5 68 –...
  • Pagina 251 Bijlagen N.B.: Positie 6 en 7 zijn patch antennes, 8 is de trekhaak. N.B.: Controleer na het aanbrengen van een RF zender of deze niet de overige elektrische uitrusting in de wagen stoort, zowel in de standby- als in de zendmodus. Controleer alle elektrische uitrusting: •...
  • Pagina 253 Index Akoestische waarschuwingssignalen en -indicaties............64 Alarmwaarschuwing...........65 Herinneringssysteem Zie: Vierwielaandrijving........98 veiligheidsgordel..........65 Home safe..............65 Parkeerverlichting één zijde......65 Richtingaanwijzer..........64 Waarschuwing back-up Zie: Klimaatregeling..........70 veiligheidssysteem.........64 Aan/uit toets..........205 Waarschuwing gemiste vergrendeling..65 Aanhangers trekken........124 Waarschuwing laag brandstofpeil....64 Aansluiting Auxiliary ingang (AUX IN) Waarschuwing laag ................88 sproeiervloeistofpeil........65 Aansluitpunten van de accu ....160 Waarschuwing niet in parkeerstand.....64 Aansteker............85...
  • Pagina 254 Index Automatische transmissie.......100 Brandstof en tanken........93 Aanwijzingen voor het rijden met een Technische specificatie........96 Brandstofkwaliteit - Benzine.....93 automatische transmissie......102 Brandstofkwaliteit - Diesel......93 Keuzehandelstanden........100 Noodontgrendelknop parkeerrem....103 Opslaan voor de lange termijn......93 Brandstofverbruik..........96 Rijmodi..............102 Automatische volumeregeling....208 Brandstofverbruik Automatisch in- en uitschakelende Zie: Technische specificatie......96 ruitenwissers..........40 Buitenspiegels..........58 Automatisch in- en uitschakelende...
  • Pagina 255 Index Controle vloeistofpeil koppeling en Elektrisch bedienbare ruiten......56 remsysteem..........152 Antiklemfunctie (alleen auto's met Cruise Control GO/GC)...............58 Zie: Snelheidsregeling (Cruise Control)..117 Geheugen van de elektrisch bedienbare ruiten opnieuw instellen........57 Integraal openen/sluiten (GO/GC) (indien aangebracht)............57 Daalsnelheidsregeling gebruiken ..105 Ruiten automatisch openen en sluiten..57 Bediening van afdalingsregeling....105 Schakelaars op het bestuurdersportier De afdalingsregeling selecteren....105...
  • Pagina 256 Index Gebruik maken van Handmatige klimaatregeling......71 snelheidsregeling........117 Gerecirculeerde lucht...........71 Cruise control inschakelen........117 Systeeminstellingen..........72 Cruise control uitschakelen......118 Temperatuurregeling..........71 Ingestelde snelheid opnieuw Toetsen voor luchtverdeling......71 inschakelen............118 Ventilator..............71 Handrem Ingestelde snelheid uitschakelen....118 Ingestelde snelheid veranderen.....117 Zie: Parkeerrem...........104 Snelheid instellen..........117 Gebruik maken van Zie: Afdaalregeling (HDC)......105 stabiliteitsregeling........108 Auto's met tweewielaandrijving....108 Zie: Daalsnelheidsregeling gebruiken ..105...
  • Pagina 257 Index In één oogopslag ..........9 Airbag.................14 Automatische klimaatregeling......13 Kaartupdates ..........193 Brandstof tanken..........14 Katalysator............94 Handgeschakelde versnellingsbak....14 Rijden met een auto met katalysator...94 Handmatige klimaatregeling......13 Kindersloten.............22 Overzicht instrumentenpaneel - Stuur Linkerzijde..............22 links...............10 Rechterzijde............22 Overzicht instrumentenpaneel - Stuur Kinderzitjes............16 rechts..............9 Kinderzitjes voor verschillende Richtingaanwijzers..........14 gewichtsgroepen..........16 Stuurwiel instellen..........12...
  • Pagina 258 Index Mistlampen - Voor Onderdelen en accessoires......8 Onderhoud audio-installatie....216 Zie: Voorste mistlampen........45 Motorkapslot Onderhoud............142 Zie: De motorkap openen en sluiten...143 Algemene informatie.........142 Motorkoelvloeistof controleren....151 Technische specificatie........153 Opbergruimtes..........87 Bijvullen..............151 Over deze handleiding ........7 Koelvloeistofpeil controleren......151 Motorolie controleren.........150 Overzicht audio-installatie.......195 Overzicht motorruimte - 2,2 l Bijvullen..............151 Duratorq-TDCi (Puma) diesel .....146 Het oliepeil controleren........150...
  • Pagina 259 Index Setup Bluetooth..........219 Eisen voor een Bluetooth verbinding..219 Telefoons bedienen...........219 Regeling functie Setup telefoon..........218 verkeersinformatie........207 Een andere Bluetooth telefoon Verkeersberichten beëindigen......207 aanmelden............219 Verkeersberichten inschakelen.....207 Telefoonboek............218 Volume van de verkeersberichten....207 Telefoonboekcategorieën........218 Regeling voor bergop rijden Van een telefoon een actieve telefoon gebruiken............109 maken..............219 Het systeem activeren........109...
  • Pagina 260 Index Station afstemtoetsen......205 Traffic Message Channel (verkeersberichtenkanaal) ....192 Handmatig afstemmen........205 Scanfunctie............206 Werking..............192 Transport............119 Zoeken..............205 Stoelen..............77 Algemene informatie.........119 Stoelverhogers ..........21 Trekhaak ............126 Kinderzitje (Groep 2)..........21 4x2................126 Zitverhoger (Groep 3).........22 4x2 (auto's met verhoogd rijniveau) en Storingen verhelpen 4x4...............127 audio-installatie.........217 Onderhoud.............127 Stuurbekrachtigingsvloeistof Rijden zonder aanhanger.........127 controleren...........152 Trekken van een aanhanger......124...
  • Pagina 261 Index Vergrendelen en ontgrendelen....31 Voertuigidentificatie........170 Volumeknop..........205 Beschermingsfunctie jonge kinderen...32 Voorkeuzetoetsen........206 Configuratiemodus bestuurder.......32 Voorruitsproeiers..........41 De portieren van binnenuit vergrendelen en Voorruitwissers..........40 ontgrendelen.............32 Portieren afzonderlijk met de sleutel Intervalwissen............40 Voorste mistlampen........45 vergrendelen............33 Portieren met de afstandsbediening Bedieningshendel..........45 vergrendelen en ontgrendelen....31 Verstellen..............46 Voorstoelen............77 Portieren met de sleutel vergrendelen en ontgrendelen............31 Hellingshoek van de rugleuning instellen...
  • Pagina 262 Index Wagen wassen Zie: Reinigen van buitenzijde auto....157 Wassen Waarschuwings- en Zie: Reinigen van buitenzijde auto....157 indicatielampen..........60 Water in brandstoffilter aftappen..152 Controlelamp elektronisch sperdifferentieel Wat te doen bij pech ........130 (ELD)..............62 Werking van de audio-installatie..205 Controlelamp Elektronisch Stabiliteits Winterbanden Programma (ESP)...........61 Zie: Gebruik van winterbanden......167 Controlelampen motor........62 Controlelamp gevaar voor...
  • Pagina 264 CG3575nl...

Inhoudsopgave