Vierwielaandrijving
Tijdens rijden bij lage snelheden in diep
zand bij hoge buitentemperaturen moet u
indien mogelijk een lage versnelling
gebruiken. Rijden in een lage versnelling
maximaliseert het koelvermogen van de
motor en de transmissie.
Voorkom rijden bij te hoge snelheden,
omdat dan het momentum van de auto
tegen u werkt en de auto vast kan komen
te zitten (in het ergste geval is hulp nodig
van een andere weggebruiker). Vergeet
niet dat u achteruit kunt rijden als u
voorzichtig te werk gaat.
Modder en water
Modder
Let op plotselinge veranderingen van de
rijsnelheid of de rijrichting wanneer u in de
modder rijdt. Zelfs auto's met
vierwielaandrijving kunnen de tractie
verliezen in gladde modder. Als de auto
toch wegglijdt, stuur dan in de richting van
het wegglijden tot u weer controle over de
auto hebt.
Reinig na het rijden in modder draaiende
aandrijfassen en banden. Overtollige
modder op banden en draaiende
aandrijfassen kan leiden tot een onbalans
en beschadiging van
aandrijflijncomponenten.
Water
Rijd langzaam wanneer u door hoog water
moet rijden. De tractie of het remvermogen
is wellicht beperkt.
Bepaal tijdens rijden door water de diepte
en vermijd water dat hoger staat dan de
onderzijde van de velgen. Als het
ontstekingssysteem nat wordt, kan de
motor afslaan.
Ranger (TKE) Vehicles Built From: 09-03-2020, nlBEL, Edition date: 202001, First-Printing
(indien aanwezig)
Probeer altijd te remmen nadat u uit het
water bent gereden. Natte remmen
stoppen de auto minder effectief dan
droge remmen. Het drogen kan worden
verbeterd door het rempedaal licht in te
trappen terwijl langzaam wordt gereden.
N.B.: Rijden door diep water kan de
transmissie beschadigen. Als de voor- of
achteras helemaal onder water heeft
gestaan, moet het smeermiddel voor de
assen en het smeermiddel voor de eenheid
voor vermogensoverdracht worden
gecontroleerd en indien nodig worden
vervangen.
Rijden op heuvelachtig terrein of
hellingen
U moet altijd proberen recht omhoog of
recht omlaag te rijden, ook al moet op een
heuvel of steile helling vanwege natuurlijke
obstakels diagonaal omhoog of omlaag
worden gereden.
N.B.: Voorkom keren op steile hellingen of
heuvels. De tractie kan verloren gaan of de
auto kan zijdelings slippen en mogelijk
omslaan. Bepaal tijdens het rijden op een
heuvel vooraf de route die u wilt volgen. Rijd
niet over de top van een heuvel zonder te
zien wat er aan de andere zijde is. Rijd niet
in de achteruitversnelling over een heuvel
zonder een waarnemer.
Start tijdens het oprijden van een steile
helling of heuvel in een lagere versnelling
in plaats van terug te schakelen van een
hogere naar een lagere versnelling als u
reeds aan de klim bent begonnen. Dit
voorkomt overbelasting en eventueel
afslaan van de motor.
Probeer niet te keren als de motor afslaat,
omdat dit kan leiden tot omslaan van de
auto. U kunt beter achteruit rijden naar een
veilige plaats.
184