Specificaties
Sensorrespons op interferentiebronnen
Wanneer uw meetwaarden hoger of lager zijn dan verwacht, kan dit worden veroor-
zaakt door de aanwezigheid van een interfererend gas. Het gas dat is vermeld in
kolom 1 wordt toegevoerd naar de sensor. Kolom 2 geeft de concentratie weer van
het gas dat naar de sensor wordt toegevoerd. De resterende kolommen geven de
respectievelijke responsies aan bij de sensoren op elk afzonderlijk gas. Voorbeeld:
Zoek ik kolom 1 naar "Waterstof". Kolom 2 geeft aan dat 500 ppm waterstof is toe-
gevoerd aan de sensor. Kolom 3 geeft aan dat een CO [gefilterde] sensor een over-
eenkomstige respons gaf van 200 ppm. Kolom 4 geeft aan dat een H
overeenkomstige respons gaf van 0,5 ppm, etc.
Interfereren-
de stof
Aceton
Acetyleen
Ammoniak
Arsine
Benzeen
Broom
Koolstof-
dioxide
Koolstof-
disulfide
Koolmonoxi-
de
Chloor
Diboraan
Ethyleen
Ethylalcohol
Ethyloxide
Ether
Fluor
Freon 12
Germanium
Hexaan
Waterstof
84
Concentra-
CO
tie [ppm]
gefilterd
1000
0
12000
0
25
0
1
0
20
0
2
0
5000
0
15
0
100
100
5
0
20
0
50
100
100
115
10
ND
400
3
5
0
1000
0
1
0
500
0
500
200
ULTIMA XL/ULTIMA XT
SO
H
S
Cl
2
2
gefilterd
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
2.5
ND
0
0
0
0
0
0
0.3
0
0.2
-3
5
0
0
0
0
0.1
0
0
0
0
0
ND
ND
0
0
0
0
0
2.5
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0.5
0
15
MSA
S sensor een
2
2
NO
NO
ND
0
ND
ND
ND
0
0
ND
ND
ND
0
0
0
0
0
ND
ND
0
0
0
ND
ND
ND
0
ND
ND
ND
ND
ND
0
0
ND
0
0
0
ND
ND
0
ND
-10
NL
2