Inhoudsopgave
Advertenties
MSA
3
Opstarten en kalibratie
3.1
Eerste keer opstarten
-
De ULTIMA X Series gasdetectietransmitters zijn af fabriek gekalibreerd en di-
rect gereed voor gebruik.
-
Tijdens het 30 seconden opwarmen is het uitgangssignaal hetzelfde als het ka-
libratiesignaal indien geactiveerd tijdens normale kalibratie. Dit is later in dit
hoofdstuk beschreven onder "ULTIMA X Series detectietransmitter kalibratie
uitgangssignaal".
-
Voor eenheden met LEDs, is de rode alarm LED constant AAN tijdens het
30 seconden opwarmen.
-
De groene LED is constant AAN na de 30 s opwarmtijd.
-
Een complete lijst van instrumentfuncties staat in "Bediening van het instru-
ment".
Tijdens normaal bedrijf, zendt de ULTIMA X gasdetectietransmitter de gasconcen-
tratie van de omgeving via een digitale HART-aansluiting naar de 4-20 mA leiding
of lokale HART-controller. Het overeenkomstige 4-20 mA uitgangssignaal kan wor-
den verzonden naar een regelaar of DCS [distributed control system]. Instelling en
kalibratie kunnen worden uitgevoerd via deze aansluiting. Voor de HART-commu-
nicatie moet de 4-20 mA leiding worden afgesloten met een weerstand van
230 - 500 Ohm .
Het katalytische verbrandingsmodel van de ULTIMA X Series gasdetec-
tietransmitters kan concentraties van bepaalde brandbare gassen de-
tecteren boven 100% LEL. Indien blootgesteld aan deze concentraties,
zal de ULTIMA X Series gasdetectietransmitter één van de volgende
twee modi weergeven.
+LOC % LEL - De ULTIMA X Series gasdetectietransmitter is blootge-
steld aan een hoge gasconcentratie [boven de LEL], en er is een moge-
lijkheid dat de overschrijdingsconditie nog steeds bestaat.
OVER % LEL - De ULTIMA X Series gasdetectietransmitter is blootge-
steld aan een hoge gasconcentratie [boven de LEL], en de overschrij-
dingsconditie bestaat zeker nog steeds. De 4-20 mA uitgang wordt
ingesteld op de LOC/overrange waar [21 mA] en de LOC en overrange
flags worden ingesteld op de HART monitor.
NL
ULTIMA XL/ULTIMA XT
Opstarten en kalibratie
31
Advertenties
Inhoudsopgave
