Inhoudsopgave
Advertenties
Opstarten en kalibratie
Er zijn vier HART-kalibratieprocedures beschikbaar met producentspecifieke com-
mando's en één sensor nulpunt commando met behulp van een gangbaar com-
mando. Dit zijn op het instrument geautomatiseerde procedures, met instructies op
het scherm die aangeven wanneer de gebruiker iets moet doen. De stappen en in-
structies op het scherm worden gegeven voor elk van de kalibratieprocedures.
Elk scherm biedt de gebruiker de optie om de huidige kalibratieprocedure af te bre-
ken op elk gewenst moment tijdens de procedure. Indien afgebroken, bewaart de
sensor de laatste kalibratiegegevens die zijn vastgelegd voorafgaande aan de hui-
dige kalibratieprocedurepoging.
De afbeeldingen op het scherm geven een windows boomstructuurmenu weer.
Andere soorten windows weergaven kunnen mogelijk zijn op bepaalde host-machi-
nes, maar de kalibratie-informatieschermen blijven hetzelfde.
Tevens zullen sommige schermen niet verschijnen voor alle sensortypen. De zuur-
stofsensor bijvoorbeeld, toont het 30 seconden countdown scherm niet omdat de
sensor een elektronische nulstelling gebruikt.
De begrippen "trim" en "kalibratie" zijn onderling uitwisselbaar in het
HART protocol. Om de onderlinge uitwisselbaarheid te bevorderen door
gebruikers die aan één van beide termen gewend zijn, worden beide in
de menustructuur gebruikt.
De kalibratieprocedure voor de steekproef ULTIMA XL/XT transmitter is
hetzelfde als voor de diffusieversie, behalve dat er kalibratiegas wordt
toegevoerd op de kalibratieinlaatpoort van de doorstroomadapter en dat
de kalibratie kit voor gepompte eenheden over een "flow matching"
regelaar beschikt.
Zie "Af fabriek ingestelde testwaarden" voor de juiste nulpunt en testgascilinders
voor uw ULTIMA/ULTIMA X Series gasdetectietransmitter.
"Af fabriek ingestelde testwaarden" toont de aanbevolen kalibratiegasconcentratie
en ULTIMA X Series gasdetectietransmitters.
Waarschuwing!
Kalibratiekits bevatten nulkappen die gebruikt moeten worden in plaats
van nulkalibratiegas. Deze kappen kunnen slechts worden gebruikt in-
dien het te detecteren gas door de transmitter niet in de omgevingslucht
aanwezig is. Gebruik in geval van twijfel nulgas bij het nulstellen van de
ULTIMA X transmitter, anders kan een onjuiste kalibratie het gevolg zijn.
36
ULTIMA XL/ULTIMA XT
MSA
NL
Advertenties
Inhoudsopgave
