Opstarten en kalibratie
3.15 Fouten verhelpen
Storingsindicaties
Testfout
Deze fout kan optreden wanneer de sensor zich in de cal modus bevindt en het be-
nodigde TEST gas wordt niet toegevoerd naar de sensor op het aangegeven mo-
ment of binnen de timeout periode. Door deze fout wordt het 4-20 mA signaal op
het storingsniveau ingesteld [21 mA voor zuurstof, 3 mA voor alle andere
sensoren]. Deze storing zet diverse status flags in de digitale uitgang om aan te ge-
ven dat er een fout is opgetreden. De actuele kalibratiestatus kan worden bekeken
door rechts te klikken op de statusgroep 2 om deze uit te vouwen zoals weergege-
ven in → Fig. 43.
Een andere mogelijke oorzaak voor een testfout kan het gebruik van een onjuist
testgas zijn of een verkeerde ingestelde PV Upper Trim point [Span] waarde. De
afregel- [kalibratie] puntinformatie kan worden bekeken vanuit het sensor trim
points menu zoals weergegeven in → Fig. 45.
Testfouten kunnen ook worden veroorzaakt door een niet goed werkende sensor,
een sensor die aan het einde van de levensduur is of een sensor die te ver buiten
de kalibratie ligt voor de standaard nulpunt / testprocedure om instellingen uit te
voeren. Een poging tot een start-kalibratie kan wellicht de kalibratie herstellen; an-
ders moet de sensor worden vervangen. Aanvullende sensorstatusinformatie kan
worden verkregen door rechts te klikken op statusgroep 3 om deze uit te vouwen
zoals weergegeven in → Fig. 46.
74
ULTIMA XL/ULTIMA XT
MSA
NL