Inhoudsopgave
Advertenties
7.
Zorg dat de computer en het apparaat op de juiste wijze zijn aangesloten en druk daarna
op de [Aan/uit]-knop.
8.
Klik op [Ja] om het apparaat op te geven als de standaardprinter.
9.
Geef aan of u de Status Monitor wel of niet automatisch wilt openen en klik daarna op
[Volgende >].
10.
Als u de printer voor de eerste keer wilt instellen, klikt u op [Nu instellen].
11.
Definieer de begininstellingen en klik vervolgens op [OK].
12.
Klik op [Voltooien].
Als er een dialoogvenster wordt weergegeven waarin wordt gevraagd of u de computer opnieuw
wilt opstarten, selecteert u [Ja, nu opnieuw opstarten.] en klikt u op [Voltooien].
• Voor meer informatie over het delen van de printer, zie Pag. 49 "De printer delen".
• Controleer of het printerstuurprogramma op de juiste manier is geïnstalleerd door te verifiëren of
de aan/uit-lamp van de printer brandt en daarna een proefafdruk uit te voeren. Als u een
proefafdruk wilt maken, opent u het dialoogvenster met de [Eigenschappen van printer] en klikt u
op [Testpagina afdrukken] op het tabblad [Algemeen]. Als de proefafdruk niet normaal wordt
afgedrukt, zie Pag. 211 "Als testafdrukken mislukken".
• Als u de Windows Firewall heeft geïnstalleerd op de printerserver, moet u in de firewall
uitzonderingen configureren voordat u de Statusmonitor gebruikt. Voor meer informatie over het
instellen van de Windows Firewall, zie Pag. 238 "Status Monitor wordt niet geopend".
De printer delen
In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u de printer kunt delen op een netwerk door deze via USB aan te
sluiten. Als u de printer wilt delen, geeft u de instellingen om de printer te delen op de computer waarop
deze is aangesloten op, zodat de computer als afdrukserver dient.
De computer aansluiten en de software installeren (USB-verbinding)
DSB151
49
Advertenties
Inhoudsopgave
