• Als het instellingenscherm van het printerstuurprogramma in de toepassing wordt geopend,
worden er beschrijvingen weergegeven die als standaardwaarden zijn gedefinieerd. Verander in
dit scherm alleen de noodzakelijke instellingen en druk af.
• De instellingen die hier worden gewijzigd, gelden alleen in deze toepassing. Wanneer het
afdrukken met andere toepassingen wordt uitgevoerd, worden deze instellingen niet gebruikt.
Afhankelijk van de toepassing kunnen de instellingsgegevens van het printerstuurprogramma
automatisch worden gewijzigd.
De afdrukinstellingen weergeven
1.
Klik vanuit het menu [Start] op [Apparaten en printers].
• In Windows 10: klik met de rechtermuisknop op de knop [Start] en daarna op
[Configuratiescherm]. Zodra het [Configuratiescherm] wordt weergegeven, klikt u op
[Apparaten en printers weergeven].
2.
Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van het apparaat en klik vervolgens op
[Voorkeursinstellingen voor afdrukken].
Afdrukken
107