9. Problemen oplossen
Wanneer de stof nog gekreukeld, geplooid of los ligt of stof of andere voorwerpen aanwezig zijn,
reageert de hoogtepositiesensor en start het afdrukken niet. Als dat het geval is, verwijdert u de cassette
en plaatst u de stof correct. Plaats vervolgens de cassette terug.
Zie Pag. 75 "Stoffen plaatsen".
Wanneer een foutmelding wordt weergegeven nadat de cassette geplaatst is en het afdrukken niet start,
stelt u de hoogte van de cassette als volgt in:
1.
Druk op de toets [Adjust Height ] om de cassette lager te zetten.
Als er een hoogtedetectiefout optreedt, drukt u op de toets [Adjust Height ] om de cassette lager
te zetten. U kunt de hoogte aanpassen in stappen van 0,1 mm. Kijk in het apparaat terwijl u de
cassette lager zet, zodat u de positie ziet waarbij de sensor niet meer wordt belemmerd.
2.
Druk op de toets [Start].
Het afdrukken begint.
Wanneer het afdrukken niet begint, herhaalt u stap 1 en 2 tot de hoogte geschikt is voor
afdrukken.
De hoogte van de cassette handmatig aanpassen
• Als u een negatieve waarde invoert als de hoogtewaarde, kan de hoogtepositiesensor in het
apparaat daarop reageren. Plaats de stof op de juiste wijze zodat het afdrukoppervlak plat kan
liggen.
• Als de stof niet op de juiste wijze wordt geplaatst nadat de hoogte van de cassette handmatig is
aangepast, begint het apparaat mogelijk niet met afdrukken omdat de hoogtepositiesensor in het
apparaat reageert wanneer u een afdruktaak verzendt. Als dat gebeurt, verwijdert u de cassette
en plaatst u de stof op de juiste wijze in de cassette. Plaats de cassette vervolgens in het apparaat.
• De afbeeldingskwaliteit kan worden aangetast als u de hoogte te sterk aanpast. Als dat gebeurt,
pas dan de registratie dan aan.
• Pas de hoogte in kleine stapjes aan, zodat er niet over de afdrukzijde wordt gewreven.
218
DSA529