9. Problemen oplossen
Het afdrukken start niet
Controleer het volgende als het afdrukken niet wordt gestart:
Controleer de voeding van het apparaat.
• De aan/uit-lamp brandt niet.
Zet het apparaat aan.
Zie Pag. 25 "Het apparaat aan-/uitzetten".
• De aan/uit-lamp brandt niet of knippert, ondanks dat er op de [Stroom]-knop is gedrukt.
Controleer of de stekker van het netsnoer goed in het stopcontact is gestoken.
Sluit een ander goed functionerend apparaat aan op het stopcontact om te controleren of het
stopcontact in orde is.
Als het probleem niet is opgelost, haalt u het netsnoer uit het stopcontact en neemt u contact op met uw
verkoop- of servicevertegenwoordiger.
Bekijk de foutmelding.
• Als er een foutmelding op het display verschijnt
Zie Pag. 232 "Fout- en statusmeldingen op het display".
• Als er een foutmelding in Status Monitor verschijnt
Zie Pag. 238 "Status Monitor-fouten".
Controleer de naam die aan het printerpictogram is gekoppeld.
Als u de printer deelt, mag de naam die aan het printerpictogram is gekoppeld niet langer zijn dan 32
tekens.
De instelling van het printerstuurprogramma controleren
Op het tabblad [Uitgebreide Instelling] selecteert u [Afdrukkwaliteit] en vinkt u het selectievakje
[Gegevensverwerking wijzigen] aan.
De versie van het printerstuurprogramma nagaan
Als dit niet de nieuwste versie is, kunt u het stuurprogramma updaten.
• De versie van het printerstuurprogramma controleren in Windows
1. Open het dialoogvenster [Afdrukvoorkeuren] vanuit de toepassing.
2. Klik op het tabblad [Configuratie/Info] op [Info].
3. Controleer de versie.
• De versie van het printerstuurprogramma controleren in Macintosh
1. In het menu [Apple] klikt u op [System Preferences...],
2. Klik op [Printers & Scanners].
214