Hier kunt u [DIPRINT], [LPR] en [IPP] opgeven.
Gedeelte [Beveiliging]
• Pagina [Netwerkbeveiliging]
• [SSL/TLS-versie]
Hier kunt u [TLS1.1], [TLS1.0] en [SSL3.0] opgeven.
• [Gecodeerde communicatie-instellingen]
Hier kunt u [AES], [3DES] en [RC4] opgeven.
• Pagina [Toegangscontrole]
• [IPv4]
U kunt maximaal vijf toegangscontrolebereiken instellen.
• [IPv6]
U kunt maximaal vijf instellingen voor [Bereik] en [Masker] configureren.
• Pagina [IPP-verificatie]
U kunt maximaal tien instellingen voor [Verificatie], [Gebruikersnaam] en [Wachtwoord]
opgeven.
• Pagina [SSL/TLS]
Hier kunt u [SSL/TLS (443)] en [SSL/TLS-communicatie toestaan] opgeven.
• Pagina [Sitecertificaat]
• [Geïmporteerd sitecertificaat]
Hier kunt u [Verwijderen] of [Bijwerken tot betrouwbaar certificaat] selecteren voor een
geïmporteerd sitecertificaat.
• [Te importeren sitecertificaat]
Importeer het sitecertificaat aan de hand van de weergegeven instructies.
• Pagina [Apparaatcertificaat]
Hier kunt u [Creëren], [Verzoek], [Installeren], [Tussenliggend certificaat installeren], [Verzoek
verwijderen / annuleren] en [Tussenliggend certificaat verwijderen] voor maximaal 3
certificaten opgeven.
• [Certificaat]
Selecteer het certificaat dat u wilt gebruiken voor [SSL/TLS], [Wireless LAN] en [IPsec].
• Pagina [IPsec]
Hier kunt u [IPsec] opgeven.
U kunt maximaal tien parameters configureren.
Gebied [@Remote]
• Pagina [Remote Communication Gate set-up]
Web Image Monitor gebruiken
165