9. Problemen oplossen
In dit hoofdstuk worden de procedures voor het oplossen van problemen beschreven die voor alle
functies van dit apparaat gelden en wat u moet doen als de afdrukresultaten niet tevredenstellend zijn of
er foutmeldingen op het display worden weergegeven.
De software kan niet worden geïnstalleerd
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u problemen met het installeren van software kunt oplossen in
verschillende omgevingen.
Installatie controleren
Controleer of de software is geïnstalleerd.
Pictogrammen controleren
Als het printerstuurprogramma op de juiste manier is geïnstalleerd, wordt het apparaatpictogram
weergegeven in het venster [Apparaten en printers].
Als het pictogram niet wordt weergegeven, is de software niet geïnstalleerd. Probeer de software
nogmaals te installeren. Zie Pag. 43 "De computer aansluiten en het printerstuurprogramma installeren".
Poorten controleren
Controleer in het dialoogvenster [Eigenschappen van printer] of de USB-verbinding of netwerkprinter
voor de poort is geselecteerd. Om de verbinding te controleren, maakt u een testafdruk. Als de
proefafdruk niet wordt afgedrukt, raadpleegt u Pag. 211 "Als testafdrukken mislukken".
Uw computeromgeving controleren
Controleer de systeemvereisten voordat u de software installeert.
Snelinstallatie voor USB
Mogelijk is de cd-rom niet op de juiste wijze geplaatst.
Controleer of de cd-rom op de juiste wijze is geplaatst. Controleer ook of de cd-rom niet is beschadigd
en of het cd-romstation naar behoren werkt.
Mogelijk is het netsnoer of de USB-kabel niet goed bevestigd.
Controleer of het netsnoer en de USB-kabel goed zijn bevestigd en niet beschadigd zijn.
Het besturingssysteem is niet compatibel.
207