Als het rode lichtje brandt, volgt u de instructies die op de display worden weergegeven.
Zie Pag. 232 "Fout- en statusmeldingen op het display".
9. Indicatielampjes voor het vervangen van de printcartridges
Elke kleur hoort bij een inktcartridge.
K, C, M en Y staan respectievelijk voor zwart, cyaan, magenta en geel.
De hoeveelheid inkt die elke inktcartridge nog bevat, wordt aangegeven op een display met zes niveaus.
10. Indicatielampje voor volle inktopvangeenheid
De hoeveelheid afvalinkt wordt weergegeven op het display in zes niveaus. Er wordt een melding
weergegeven wanneer de inktopvangeenheid moet worden vervangen.
11. [Hoogteverstellingsknop ], [Hoogteverstellingsknop ]
Beweeg de cassette omhoog of omlaag om de hoogte aan te passen.
Door de knop ingedrukt te houden, kunt u de hoogte van de cassette snel aanpassen. Om deze functie toe te
passen, stelt u [Herhaal toets] in [Aan]. Zie Pag. 122 "Het menu [Onderhoud] gebruiken".
12. [Stop]-knop
Wanneer het apparaat online is, drukt u op deze knop om de huidige afdruktaak te annuleren.
13. Koppenreiniging
Wanneer de stand-bystand van het apparaat actief is, drukt u tegelijkertijd op de knoppen [Stoppen] en
[Lade] om de koppenreiniging voor alle kleuren uit te voeren.
14. [Aan/uit]-knop
Druk op deze knop om het apparaat aan te zetten. Houd deze knop één seconde ingedrukt om het apparaat
uit te zetten.
Zie Pag. 25 "Het apparaat aan-/uitzetten".
Bedieningspaneel
21