De functie SatSeconds™-alarmbeheer
10.6
Het monitoringsysteem controleert het percentage van hemoglobinesaturatie met zuurstof in het
bloed. Bij traditioneel alarmbeheer worden boven- en ondergrenzen voor alarmen ingesteld op
specifieke SpO
alarm telkens wanneer de alarmgrens wordt overschreden. SatSeconds™ bewaakt zowel de mate
als de duur van desaturaties als een index van de ernst van de desaturatie. De SatSeconds™-functie
maakt dus onderscheid tussen klinisch significante gebeurtenissen en minder ernstige en korte
desaturaties die een ongewenst alarm kunnen veroorzaken.
Stelt u zich voor dat een reeks gebeurtenissen leidt tot een overschrijding van de SatSeconds™-
alarmgrens. Een volwassen patiënt ondergaat verschillende minder ernstige desaturaties en
vervolgens een klinisch significante desaturatie.
Eerste SpO
10.6.1
Stelt u zich de eerste gebeurtenis voor. Stel dat de alarmgrens voor SatSeconds™ is ingesteld op
25. Het SpO
voordat de saturatie opnieuw de ondergrens van 85% voor het alarm overschrijdt.
Omdat de SatSeconds™-alarmgrens is ingesteld op 25 en het werkelijke aantal SatSeconds™ gelijk
is aan 12, is er geen hoorbaar alarm.
Bedieningshandleiding
-niveaus. Als het SpO
2
Afbeelding 10-2. Reeks SpO
-gebeurtenis
2
van de patiënt zakt naar 79% en de duur van de gebeurtenis is twee (2) seconden
2
Daling van 6% onder de onderste alarmgrens en
2 seconden onder de ondergrens
12 SatSeconds™; geen alarm
-niveau in de buurt van een alarmgrens fluctueert, klinkt het
2
-gebeurtenissen
2
a
Eerste SpO
-gebeurtenis
2
b
Tweede SpO
-gebeurtenis
2
c
Derde SpO
-gebeurtenis
2
De functie SatSeconds™-alarmbeheer
10-5