Draai aan de draaiknop om de waarde van de gewenste optie te wijzigen. Raadpleeg Menustructuur, p. 4-5
5.
voor de opties voor drempelwaarden voor volwassenen, kinderen en neonaten.
Beschikbare drempelwaarden voor SpO
•
–
–
Alarmgrenzen voor pulsfrequentie
•
–
–
SatSeconds™ -alarmbeheerwaarden omvatten UIT, 10, 25, 50, 100. De standaardwaarde is 100.
•
Raadpleeg
Druk op de draaiknop om de gewenste waarde op te slaan.
6.
Draai aan de draaiknop om een andere gewenste optie te markeren of om terug te keren naar het menu
7.
OPTIES.
Menu PATIËNTMODUS
4.4.5
Open deze menuoptie om de gewenste PATIËNTMODUS te selecteren: Volwassen, Kind,
Neonataal.
De patiëntmodus instellen:
Draai aan de draaiknop om het pictogram Patiëntmodus te markeren.
1.
Druk op de draaiknop om de PATIËNTMODUS te openen.
2.
Bedieningshandleiding
Bovenste en onderste drempelwaarden voor SpO
Onderdrukking van het SpO
overschrijdingen van de SpO
Bovenste en onderste drempelwaarden voor de alarmgrenzen voor pulsfrequentie
Onderdrukking van het pulsfrequentiealarm om hoorbare alarmen uit te schakelen voor
overschrijdingen van de drempelwaarden voor pulsfrequentie
De functie
SatSeconds™-alarmbeheer, p. 10-5.
-alarmgrenzen
2
-alarm om hoorbare alarmen uit te schakelen voor
2
-grenswaarden
2
Afbeelding 4-10. Menu Patiëntmodus
Navigatie van menuopties
-alarmgrenzen
2
4-13