Inleiding
Aandachtspunten
1.2.3
Let op:
Het monitoringsysteem werkt mogelijk niet goed als het wordt gebruikt of opgeslagen onder
omstandigheden buiten de in deze handleiding vermelde bereiken, of als het systeem wordt
blootgesteld aan overmatige schokken of vallen.
Let op:
Spuit, giet of mors geen vloeistof op het monitoringsysteem of de bijbehorende accessoires,
connectoren, schakelaars of openingen in de behuizing, omdat hierdoor het monitoringsysteem
beschadigd kan raken. Plaats nooit vloeistoffen op het monitoringsysteem. Als er vloeistof op het
monitoringsysteem wordt gemorst, moet u de batterijen verwijderen, deze onmiddellijk afdrogen
en deze laten nakijken om er zeker van te zijn dat er geen gevaar bestaat.
Let op:
Accessoires die zijn aangesloten op de gegevensinterface van het monitoringsysteem moeten zijn
gecertificeerd conform IEC 60950-1 voor gegevensverwerkende apparatuur. Alle combinaties van
apparatuur moeten voldoen aan de IEC 60601-1-vereisten voor medisch-elektrische systemen.
Iedereen die extra apparatuur aansluit op de signaalinvoer- of signaaluitvoerpoort, configureert
een medisch systeem en is er daarom verantwoordelijk voor dat het systeem voldoet aan de
vereisten van IEC 60601-1, IEC 60601-1-2:2007 en IEC 60601-1-2:2014.
Let op:
Wanneer u het monitoringsysteem aansluit op een instrument, moet u voorafgaand aan klinisch
gebruik op juiste werking controleren. Zowel het monitoringsysteem als het daarop aangesloten
instrument moet worden aangesloten op een geaard stopcontact.
Let op:
Gebruik voor de beste productprestaties en meetnauwkeurigheid uitsluitend de meegeleverde of
aanbevolen accessoires van Covidien. Gebruik accessoires volgens de gebruiksaanwijzing van de
fabrikant en de normen van de instelling. Gebruik alleen accessoires die voldoen aan de aanbevolen
biocompatibiliteitstests in overeenstemming met ISO10993-1.
Let op:
Als er twijfel bestaat over de integriteit van de externe beschermingsgeleider in de installatie of
de opstelling ervan, werkt het monitoringsysteem door middel van de batterij.
Let op:
Dit monitoringsysteem brengt hoogfrequente energie voort, gebruikt deze en straalt deze uit;
indien de apparatuur niet overeenkomstig de instructies wordt geïnstalleerd en gebruikt, kan hij
schadelijke storing veroorzaken bij andere apparatuur in de omgeving.
1-4
Bedieningshandleiding