Gebruik
Numeriek SpO
De schermwaarde knippert nullen wanneer het alarm voor verlies van pulssignaal actief is en knippert
de SpO
-waarde op een gele achtergrond wanneer de saturatie buiten de alarmgrenzen ligt. Tijdens
2
het zoeken naar een puls blijft het monitoringsysteem het scherm bijwerken. De huidige instellingen
voor de bovenste en onderste alarmgrens worden links van de dynamische SpO
weergegeven als kleinere waarden. Raadpleeg Fabrieksstandaarden, p. 4-19 voor de
standaardinstellingen voor alarmgrenzen.
Numeriek PR-gebied (pulsfrequentie) — Geeft de pulsfrequentie weer in slagen per minuut (spm).
De schermwaarde knippert nullen wanneer het alarm voor verlies van pulssignaal actief is en knippert
de waarde voor pulsfrequentie op een gele achtergrond wanneer de saturatie buiten de
alarmgrenzen ligt. Tijdens het zoeken naar een puls blijft het monitoringsysteem het scherm
bijwerken. Pulsfrequenties buiten het bereik van de pulsfrequentie van 20 tot 250 spm worden
respectievelijk weergegeven als 0 en 250. De huidige instellingen voor de bovenste en onderste
alarmgrens worden links van de dynamische pulsfrequentiewaarde weergegeven als kleinere
waarden. Raadpleeg Fabrieksstandaarden, p. 4-19 voor de standaardinstellingen voor alarmgrenzen.
Alarmgrenzen instellen:
Draai aan de draaiknop om het pictogram ALARMGRENZEN te markeren.
1.
Druk op de draaiknop om het menu ALARM/GRENZEN te openen.
2.
Alarmgrenzen omvatten het bereik van het PR- en SpO
•
De SatSeconds™-alarmoptie biedt alarmbeheer van overschrijdingen van de SpO
•
Het pictogram voor alarmonderdrukking biedt zorgverleners de mogelijkheid om het alarm voor
•
SpO
2
Draai aan de draaiknop om de gewenste optie te markeren.
3.
Druk op de draaiknop om de gewenste optie te selecteren.
4.
4-12
-gebied — Geeft de zuurstofsaturatieniveaus van hemoglobine aan.
2
en/of de pulsfrequentie te onderdrukken.
Afbeelding 4-9. Menuopties Alarm/Grenzen
-waarde
2
-alarm.
2
-alarmgrenzen.
2
Bedieningshandleiding