Gebruik
Draai aan de draaiknop om de gewenste modus te markeren: Volwassen, Kind, Neonataal. Gebruik de
3.
juiste patiëntmodus en pulsoximetriesensor op basis van het lichaamsgewicht. Raadpleeg de
gebruiksaanwijzing van de pulsoximetriesensor.
Volwassen: te gebruiken voor volwassenen.
Kind: te gebruiken voor kinderen.
Neonataal: te gebruiken voor pasgeborenen.
Druk op de draaiknop om de gewenste modus op te slaan.
4.
Druk op de knop TERUG om de PATIËNTMODUS af te sluiten.
5.
Menu SpO
4.4.6
Zorgverleners kunnen ervoor kiezen de doorloopsnelheid van de plethysmografische curve in te
stellen en het trendscherm in tabelvorm of grafiekvorm weer te geven.
Het menu CURVE openen:
Draai aan de draaiknop om het weergavegebied voor curven te markeren.
1.
4-14
-CURVE
2
Afbeelding 4-11. Het weergavegebied voor curven markeren
Bedieningshandleiding