STORINGEN
(1/6)
Gebruik van de kaart
De kaart kan geen portieren ont-
grendelen of vergrendelen.
5.38
MOGELIJKE OORZAKEN
Batterij van de card leeg.
Gebruik van apparaten die op dezelfde
frequentie als de card werken (mobiele
telefoon, enz.).
De auto bevindt zich in een sterk elek-
tromagnetisch veld.
Accu van de auto ontladen.
De boodschap "Breng kaart naar start-
knop" verschijnt op het instrumenten-
paneel.
De motor van de auto is gestart.
Desynchronisatie van de kaart.
WAT TE DOEN
Vervang de accu of laat deze vervangen. U kunt nog steeds
uw auto vergrendelen/ontgrendelen en starten. ➥ 1.9 en
➥ 2.3.
Gebruik deze apparaten niet langer of gebruik de sleutel.
➥ 1.9.
Gebruik de sleutel die in de card is geïntegreerd
➥ 1.9.
Houdt de card tegen de startknop tot de boodschap op het
instrumentenpaneel dooft en druk de knop vervolgens ge-
durende ongeveer 2 seconden in.
Als de motor draait, werkt het vergrendelen/ontgrendelen
van de card niet. Zet het contact uit.
Ontgrendel het bestuurdersportier door de sleutel die in de
kaart zit, in het portierslot te steken; ➥ 1.9 plaats de kaart
in de daarvoor bestemde positie ➥ 2.3 en druk op START
om de kaart te synchroniseren.