SNELWEG- EN FILEHULP
In een scherpe bocht
In een scherpe bocht en afhankelijk van de
snelheid van de auto, kan het systeem de
zijwaartse beweging van de auto minder
goed controleren. De bestuurder moet dan
onmiddellijk actie uitvoeren op het stuurwiel,
zodat de functie de auto in het midden van
de rijstrook kan houden.
(10/16)
17
Als de bestuurder niet ingrijpt, gaat het
stuurwiel trillen om aan te geven dat de auto
een streep gaat overschrijden en dat de be-
stuurder onmiddellijk actie moet nemen.
Het controlelampje 15
catoren voor de linker- en rechterstreep 17
worden rood.
Als het voertuig een streep helemaal
overschrijdt en de rijstrook verlaat, gaat
de functie "Rijstrookcentrering" op
15
stand-by. Het controlelampje 15
verschijnt en de indicatoren voor de linker-
en rechterstreep 17 worden grijs om te be-
vestigen dat de functie in stand-by is.
17
en de indi-
2.105