Download Print deze pagina

Advertenties

RIJSTROOKASSISTENT
3
Inschakelen/uitschakelen
Als u de functie wilt activeren, drukt u zo
vaak als nodig op de schakelaar 3 om
"Rijstrookassistent" op het instrumentenpa-
neel te selecteren.
Het bericht "Lane Keeping geactiveerd" en
het waarschuwingslampje "
schijnen op het instrumentenpaneel.
Wanneer Rijstrookassistent is geactiveerd,
is de functie "Waarschuwing bij verlaten van
rijstrook" automatisch geactiveerd. ➥ 2.38.
(2/6)
Als u de functie wilt uitschakelen, drukt u zo
vaak als nodig op de schakelaar 2 om "Lane
Keeping gedeactiveerd" op het instrumen-
tenpaneel te selecteren.
Het controlelampje
mentenpaneel gaat uit..

Opmerking:

"Rijstrookassistent" uitschakelt, wordt ook
de functie "Waarschuwen bij verlaten van rij-
strook" uitgeschakeld.
" ver-
Telkens wanneer de auto wordt gestart,
blijft de functie in de modus die is op-
geslagen toen de motor voor het laatst
werd uitgeschakeld.
op het instru-
Als
u
de
functie
4
Werking
Wanneer de functie is geactiveerd, worden
het waarschuwingslampje
linker- en rechterstreep 4 op het instrumen-
tenpaneel grijs weergegeven.
De functie is actief als de snelheid van de
auto tussen ongeveer 70 km/u en 180 km/u
ligt en als het waarschuwingslampje
en het waarschuwingslampje en de correc-
tie-indicatoren 4 wit zijn.
en de
2.43

Advertenties

loading