VERGRENDELEN, ONTGRENDELEN VAN DE PORTIEREN
Schakelaar voor het
vergrendelen/ontgrendelen van
de portieren van binnenuit
De schakelaar 5 bedient tegelijk de portie-
ren, de achterklep en de brandstofklep.
Als een portier of de achterklep open is of
niet goed is gesloten, wordt de vergrende-
ling niet uitgevoerd. Er klinkt een geluidssig-
naal en de alarm- en zijknipperlichten knip-
peren niet.
Bij vervoer van voorwerpen met geopende
bagageruimte kunt u toch de andere por-
tieren vergrendelen: druk bij stilstaande
motor langer dan vijf seconden op de scha-
kelaar 5 om de andere portieren te vergren-
delen.
Portieren vergrendelen zonder
kaart
Bijvoorbeeld als de kaartbatterij leeg is, de
5
kaart tijdelijk niet werkt, enz.
Druk met de motor uit en een portier (of
achterklep) geopend meer dan vijf secon-
den op de schakelaar 5.
Bij het sluiten van het portier worden alle
portieren vergrendeld.
De auto kan van buitenaf alleen ontgrendeld
worden als de kaart zich in de toegangszone
van de auto bevindt, of met behulp van de
ingebouwde sleutel.
(3/3)
Controlelampje van de
portiervergrendeling
Druk, met de kaart in het interieur, op de
knop . Het schakelaarlampje 5 geeft aan of
de portieren wel of niet zijn vergrendeld:
– lampje brandt, de portieren zijn vergren-
deld;
– lampje uit, de portieren zijn ontgrendeld.
Als u de portieren van buitenaf vergrendelt,
blijft het controlelampje branden en dooft het
daarna.
Laat nooit een kaart in de auto
liggen als u de auto verlaat.
Verantwoordelijkheid van de
bestuurder
Bedenk dat het rijden met ver-
grendelde portieren een be-
lemmering kan zijn voor hulpverleners in
geval van nood.
1.11