FUNCTIE STOP AND START
Verhinderen dat de motor op
stand-by wordt gezet
In bepaalde omstandigheden, zoals bij in-
voegen op een kruispunt, is het mogelijk om
bij geactiveerd systeem de motor draaiende
te houden om snel te kunnen starten.
Laat de auto stilstaan en oefen slechts een
lichte druk uit op het rempedaal.
Als u brandstof wilt tanken,
zet u de motor uit (dus NIET
stand-by bij voertuigen met de
Stop and Start-functie): u moet
het contact UIT zetten. ➥ 2.3.
Risico van brand.
(2/4)
Stand-by uitschakelen
– bij openen van het bestuurdersportier;
of
– als de bestuurdersgordel niet is vastge-
maakt;
of
– het rempedaal is niet ingedrukt, stand D
of M is ingeschakeld;
of
– het rempedaal is niet ingedrukt, stand N
is ingeschakeld en de parkeerrem is vrij-
gezet ;
of
– de parkeerrem wordt weer vastgezet,
stand P is ingeschakeld of stand N is in-
geschakeld met de parkeerrem vastge-
zet;
of
– stand R is ingeschakeld;
of
– het gaspedaal is ingedrukt;
of
– bij handbediening wordt de versnellings-
hendel verplaatst naar + of -.
functie "AUTOHOLD" ingeschakeld
➥ 2.17, het rempedaal is mogelijk los-
gelaten en de motor op stand-by blijven
staan.
Om de motor uit de stand-bystand te
halen terwijl het rempedaal is losgelaten,
drukt u het gaspedaal in.
2.7