AUTOMATISCHE PORTIERVERGRENDELING TIJDENS HET RIJDEN
2
De werking van het systeem
Na het wegrijden van de auto, vergrende-
len de portieren automatisch als de auto
een snelheid van ongeveer 10 km/u heeft
bereikt.
De portieren ontgrendelen automatisch
–
door te drukken op de schakelaar 2 van
de portiervergrendeling;
–
bij stilstaande auto, door een portier te
openen van in de auto.
NB: na het openen/sluiten van een portier,
vergrendelt dit weer automatisch zodra de
auto 10 km/u rijdt;
1.14
Inschakelen/Uitschakelen van
de functie
Voor het inschakelen: druk, bij stilstaande
auto met draaiende motor, op de schake-
laar 2 tot u een geluidssignaal hoort.
1
Voor het uitschakelen: druk bij stilstaande
auto en draaiende motor op de schakelaar 2
tot u twee geluidssignalen hoort.
U kunt de functie ook uit- of inschakelen
via het menu van het multimediascherm 1
➥ 1.83.
Verantwoordelijkheid van de
bestuurder
Bedenk dat het rijden met ver-
grendelde portieren een be-
lemmering kan zijn voor hulpverleners in
geval van nood.
Bij een storing
Als u een storing constateert (geen automa-
tische vergrendeling, het lampje in schake-
laar 2 licht niet op bij het vergrendelen van
de portieren), controleer dan of de vergren-
deling niet per ongeluk is uitgeschakeld en
of alle portieren goed gesloten zijn. Als ze
goed gesloten zijn en het probleem aan-
houdt, raadpleeg dan een merkdealer.