RIJSTROOKASSISTENT
bijzonderheid
Bij het gebruik van de functie:
– Als het systeem geen actie van de be-
stuurder meer op het stuurwiel detec-
teert, gaat het controlelampje
oranje branden op het instrumenten-
paneel, verschijnt het bericht "Houd uw
handen op het stuurwiel" en klinkt er
een geluidssignaal. Het geluidssignaal,
het controlelampje en het bericht blijven
totdat de bestuurder de controle over-
neemt.
– Als het systeem te lang actief blijft, klinkt
er een geluidssignaal en knippert het
lampje 5 naast de betreffende streep,
totdat de bestuurder de controle over-
neemt.
(4/6)
Tijdelijk niet beschikbaar
– de streep wordt zeer snel overschreden;
– er wordt continu over een streep gere-
den;
– ongeveer vier seconden na het wisselen
van baan;
– scherpe bochten;
– slecht zicht;
– activering van één van de richtingaanwij-
zers;
– sterke acceleratie;
– noodstop;
– afhankelijk van de auto, als een van de
radars bedekt is;
– ...
Als de functie niet beschikbaar is, worden
het waarschuwingslampje
waarschuwingslampjes correctie links/
rechts 4 op het instrumentenpaneel grijs
weergegeven. Afhankelijk van de auto, als
een van de radars bedekt is, wordt het be-
richt "Controleer zijsensoren" op het instru-
mentenpaneel weergegeven.
Omstandigheden waarin
het systeem niet wordt
ingeschakeld
Het systeem kan niet worden ingeschakeld
wanneer:
– de achteruitversnelling is ingeschakeld;
– het gezichtsveld van de camera is belem-
merd;
– het controlelampje
geven.
Het waarschuwingslampje
waarschuwingslampjes linker-/rechterstreep
worden op het instrumentenpaneel grijs
weergegeven.
en de
û
wordt weerge-
en de
2.45