ACHTERSTOELEN
(1/5)
1
2
3
De zitplaatsen achter worden gevormd door
afzonderlijke stoelen.
Naar voren of achteren zetten van de
stoelen
Trek de hendel 1 omhoog om de stoel te ont-
grendelen. In de gewenste stand laat u de
hendel los en controleert u de vergrendeling.
Rugleuning verstellen
Trek aan de hendel 1 om de stoel vooruit te
schuiven.
Trek de handgreep 2 omhoog en kantel de
rugleuning tot de gewenste stand. Laat de
handgreep los 2 en controleer of de rugleu-
ning correct vergrendeld is.
3.34
4
Om de stoelen neer te klappen (stand
vlakke vloer)
Zet de hoofdsteun omlaag 4 en til de hand-
greep 2 omhoog om de stoel neer te klap-
pen. controleer of de stoel goed vergrendeld
is.
Zitkussen omhoog zetten
Neem de rugleuning van de stoel beet, trek
ze omhoog en controleer of ze goed ver-
grendeld is;
Om veiligheidsredenen mogen
deze afstellingen alleen uitge-
voerd worden als de auto stils-
taat.
Stoelverwarming
(afhankelijk van auto)
Enkel zitplaatsen aan de zijkanten.
Contact aan:
– Druk op de schakelaar 3 op de gewenste
stoel voor de eerste keer om de hoge
stand van het verwarmingssysteem te
activeren. Beide geïntegreerde waar-
schuwingslichtjes op de schakelaar gaan
branden;
– druk een tweede keer op de schake-
laar om de verwarming in de stand laag
te zetten. Een geïntegreerd waarschu-
wingslampje gaat branden;
– druk een derde keer om de verwarming
uit te schakelen.
storingen
Wanneer er een storing is gedetecteerd,
knipperen de geïntegreerde waarschu-
wingslampjes op de schakelaar 3 van de
stoel.
Ga naar een merkdealer.