Airbags
De airbags zijn speciaal ontworpen voor een
betere veiligheid van de inzittenden bij een
ernstige aanrijding. Ze vormen een aanvulling
op de werking van de veiligheidsgordels met
gordelkrachtbegrenzers.
De elektronische schoksensoren registreren een
plotselinge vertraging van de auto:
-
bij een zware aanrijding worden de airbags
onmiddellijk opgeblazen om de inzittenden van
de auto optimaal te beschermen. Direct na de
aanrijding lopen de airbags snel leeg om het
zicht niet te beperken en ervoor te zorgen dat
de inzittenden de auto ongehinderd kunnen
verlaten,
-
bij een minder ernstige aanrijding of een
aanrijding van achteren en in bepaalde gevallen
waarbij de auto over de kop slaat, treden de
airbags niet in werking. De veiligheidsgordels
helpen u in deze situaties voldoende te
beschermen.
De airbags werken alleen als de motor
draait.
De airbags werken slechts eenmaal. Als er een
tweede aanrijding plaatsvindt (tijdens hetzelfde
of een volgend ongeval), worden de airbags
niet meer opgeblazen.
Het afgaan van de airbag(s) gaat gepaard met
een lichte rookontwikkeling en een knal; dit
wordt veroorzaakt door de activering van de
pyrotechnische lading van het systeem.
Deze rook is niet schadelijk, maar kan irriterend
zijn voor personen die hier gevoelig voor zijn.
De knal die bij het afgaan wordt geproduceerd,
kan het gehoor gedurende een korte periode
enigszins verminderen.
Airbags vóór
De frontairbags beschermen de bestuurder en
voorpassagier(s) bij een ernstige frontale aanrijding,
om de kans op hoofd- en borstletsel te verkleinen.
De bestuurdersairbag is geïntegreerd in het
stuurwiel en de passagiersairbag in het dashboard
boven het dashboardkastje.
Storing
Als dit verklikkerlampje gaat branden,
laat het systeem dan controleren door
het CITROËN-netwerk.
Zijairbags en window-
airbags
De zijairbags (afhankelijk van de uitvoering) zijn aan
de zijde van de portieren in de rugleuningen van de
voorstoelen aangebracht.
De window-airbags zijn aangebracht in de stijlen en
in de hemelbekleding bij de voorste zitplaatsen van
de cabine.
De window-airbag wordt opgeblazen tussen de
voorpassagier en de zijruit.
De zij- en window-airbags worden opgeblazen aan
de zijde waar de aanrijding plaatsvindt.
Storing
Als dit verklikkerlampje gaat branden,
laat het systeem dan controleren door
het CITROËN-netwerk.
Veiligheid
5
75