Praktische informatie
Brandstof
De inhoud van de brandstoftank bedraagt ongeveer
90 liter.
Er zijn ook brandstoftanks leverbaar met een
inhoud van 60 en 120 liter, afhankelijk van de
motoruitvoering.
Laag brandstofniveau
Als het minimumbrandstofniveau
E (Empty) is bereikt, gaat dit
verklikkerlampje branden.
Afhankelijk van de inhoud van de brandstoftank en
de motoruitvoering bevat de tank nog ongeveer
10 of 12 liter brandstof.
Tank bij de eerstvolgende gelegenheid om een lege
brandstoftank te voorkomen.
Vullen
Het tanken dient met afgezette motor te
geschieden.
F Open de brandstofvulklep.
F Houd de zwarte dop met één hand vast.
F Steek met de andere hand de sleutel in het slot
en draai deze linksom.
116
F Verwijder de zwarte dop van de vulopening en
bevestig hem aan de haak aan de binnenzijde
van de vulklep.
Een etiket aan de binnenzijde van de tankklep geeft
aan welke brandstof u moet tanken voor het type
motor in uw auto.
Laat het vulpistool bij het aftanken van de auto nooit
meer dan 3 keer automatisch uitspringen. Indien dit
wel gebeurt kunnen er storingen optreden.
F Vergrendel na het tanken de zwarte dop en sluit
de vulklep.
Tank nooit als de motor door het Stop & Start-
systeem is afgezet; zet in dat geval altijd het
contact af met de sleutel.
Onderbreking
brandstoftoevoer
Bij een aanrijding worden de brandstoftoevoer en
de elektrische voeding van de auto automatisch
onderbroken.
Bovendien worden de alarmknipperlichten en de
plafonniers ingeschakeld en worden de portieren
ontgrendeld.
Om brand te voorkomen, dient u voordat u
na een aanrijding de brandstoftoevoer en
elektrische voeding herstelt te controleren of
er geen brandstof lekt en of er geen vonken
zichtbaar zijn.
F Herstel de brandstoftoevoer door op de eerste
knop rechtsvoor te drukken.