Specifieke kenmerken
Kiepbak
De kiepinrichting van de kiepbak werkt met een
elektrohydraulische groep die wordt gevoed door de
accu van de auto.
180
De kiepinrichting wordt bediend door de knoppen
op de afstandsbediening ingedrukt te houden. Deze
afstandsbediening is met een magneet op een steun
in de cabine geplaatst.
Het omhoogbrengen van de kiepinrichting van de
kiepbak wordt uitgevoerd door middel van de motor
in de elektrohydraulische groep.
Het laten zakken van de kiepinrichting van de
kiepbak wordt uitgevoerd door middel van een
solenoïdeklep die de olieretourleiding van de cilinder
opent.
Een valbeveiliging beveiligt de kiepbak tijdens de
bediening en als deze naar achteren is gekanteld.
Veiligheidsvoorschriften
•
Ga nooit rijden met een opengeklapt
schot.
•
Verzeker u ervan dat er zich geen
personen en voorwerpen (op de grond
en boven de kiepbak) op de losplaats
bevinden.
•
Laat de kiepbak niet in de naar achteren
gekantelde stand staan als u deze niet
gebruikt.
•
Bedien de kiepinrichting uitsluitend als het
bovenste gedeelte van het achterste schot
is vastgezet.
•
Neem het op het GVW-plaatje van de auto
vermelde laadvermogen in acht.
•
Controleer regelmatig de staat van de
wielophanging en of de banden nog de
voorgeschreven bandenspanning hebben.
•
Verdeel de lading gelijkmatig over de
kiepbak.
•
Vervoer homogene producten die
gemakkelijk te lossen zijn.
•
Ga nooit rijden als de kiepbak naar
achteren is gekanteld, zelfs niet met lage
snelheid.
Kiep op een vlakke en harde
ondergrond: een hellende of
losse ondergrond kan leiden
tot een verschuiving van het
zwaartepunt, waardoor de hele
auto instabiel wordt.