Instrumentenpaneel
Display niveau 2
In het linkergedeelte:
-
Tijd,
-
Buitentemperatuur,
-
Verklikkerlampjes,
-
Snelheidsregelaar of snelheidsbegrenzer.
In het rechtergedeelte:
-
Datum,
-
Onderhoudsindicator,
-
Boordcomputer (actieradius, brandstofverbruik,
enz.),
-
Waarschuwingsmeldingen,
-
Systeemstatusmeldingen,
-
Configuratie van de auto,
-
Hoogte van de koplampverstelling,
-
Afgelegde afstand in km/mijl.
8
Lichtsterkte van de
cockpitverlichting
De helderheid van het dashboard kan worden
aangepast door op de toets MODE te drukken (met
ingeschakelde parkeerlichten).
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over de configuratie van de auto.
Verklikkerlampjes
Verklikkerlampjes geven de bestuurder informatie
over de werking van een systeem (ingeschakeld of
uitgeschakeld) of waarschuwen de bestuurder in het
geval van een storing (waarschuwingslampje).
Bij het aanzetten van het contact
Als het contact wordt aangezet, gaan bepaalde
lampjes enkele seconden branden.
Zodra de motor is gestart, moeten deze lampjes
weer uitgaan.
Als een lampje blijft branden, controleer dan voordat
u gaat rijden welke functie het betreft.
Bijbehorende waarschuwingen
Een aantal verklikkerlampjes kan op twee manieren
oplichten: permanent of knipperend.
Of het permanent branden of knipperen van een
verklikkerlampje duidt op een storing, is afhankelijk
van de werkingsfase van de auto.
Bij een storing kan het lampje gaan branden in
combinatie met een geluidssignaal en/of een
melding.