De bevestigingsbout van het reservewiel bevindt
zich rechts onder de achterbumper.
F Monteer het verlengstuk A, de wielsleutel D en
de staaf B op de bevestigingsbout.
F Draai het geheel linksom om het wiel te laten
zakken.
F Draai totdat de beweging blokkeert, tot aan het
zogenaamde zware punt.
F Haal, nadat de kabel volledig is uitgerold, het
reservewiel onder de auto vandaan.
Bij stalen velgen:
F Draai de handgreep H los.
F Verwijder de houder I van het buitenste gedeelte
van de stalen velg.
Bij lichtmetalen velgen:
In geval van pech
F Draai de drie bevestigingsbouten K los.
F Draai de handgreep H los.
F Verwijder de steun J van de houder I.
F Maak het reservewiel los en plaats het bij het te
verwisselen wiel.
F Plaats indien mogelijk een wielblok achter het
wiel kruislings tegenover het te verwisselen wiel.
3 - Plaats de krik
Zorg ervoor dat de krik stabiel staat.
Op een gladde of losse ondergrond kan de krik
wegglijden of wegzakken – Kans op letsel!
8
139