Toegang tot de auto
Uitschakelen met de
afstandsbediening
F Druk op deze knop.
De uitschakeling vindt plaats wanneer de auto wordt
ontgrendeld.
Uitschakelen van de
wegsleepbeveiliging
(afhankelijk van de motoruitvoering).
F Druk op deze knop om de beveiliging
uit te schakelen (bijvoorbeeld als de
auto met ingeschakeld alarm wordt
gesleept).
De beveiliging blijft ingeschakeld tot de portieren
centraal worden ontgrendeld.
Storing van de
afstandsbediening
F Ontgrendel de portieren met de sleutel in het
portierslot; het alarm gaat af.
F Zet het contact aan; de identificatie van de
sleutelcode zorgt ervoor dat de sirene stopt.
Als de portieren worden vergrendeld met de
sleutel in het portierslot, wordt het alarm niet
ingeschakeld.
36
Snel uitschakelen van de sirene als deze
per ongeluk is afgegaan:
F zet het contact aan; de identificatie van
de sleutelcode zorgt ervoor dat de sirene
stopt,
F druk op de ontgrendelknop (cabine en
sleutel) van de afstandsbediening.
Als u de auto wilt vergrendelen zonder het
alarmsysteem in te schakelen, bijvoorbeeld om
de auto te wassen, vergrendel de auto dan met
de sleutel in het slot.
Bij het ontgrendelen van de auto met de
afstandsbediening wordt de sirene automatisch
uitgeschakeld.
Elektrische ruitbediening
A.
Schakelaar ruitbediening bestuurderszijde
B.
Schakelaar ruitbediening passagierszijde
Handmatige bediening
F Duw of trek de schakelaar A/B tot het zware
punt om de ruit te openen of sluiten. De ruit stopt
zodra de schakelaar wordt losgelaten.
Automatische bediening
F Duw of trek de schakelaar A voorbij het zware
punt om de ruit te openen of te sluiten. Als u de
schakelaar hebt losgelaten, opent of sluit de ruit
volledig. Druk opnieuw op de schakelaar om het
openen of sluiten te stoppen.
Verwijder bij het verlaten van de auto altijd de
contactsleutel, zelfs wanneer u de auto maar
even verlaat.
Als er tijdens het bedienen van de ruit iets
tussen de ruit en de sponning bekneld raakt,
moet u de ruit meteen weer openen. Druk
daarvoor op de desbetreffende schakelaar.
Wanneer de bestuurder de ruit aan de
passagierszijde bedient, moet hij ervan
verzekerd zijn dat niets het correcte sluiten van
de ruit verhindert.
Zorg ervoor dat de passagiers op de juiste
manier gebruik maken van de elektrische
ruitbediening.
Wees extra alert op kinderen om te voorkomen
dat ze zich tijdens het bedienen van de ruit
bezeren.