Laden met behulp van een
acculader
F Zorg ervoor dat de accu, die onder de vloer links
voor is gemonteerd, bereikbaar is.
F Maak de accukabels los.
F Volg de aanwijzingen van de fabrikant van de
acculader.
F Sluit de accukabels weer aan, te beginnen met
de (-) kabel.
F Controleer de staat van de accupolen en de
klemmen. Indien ze bedekt zijn met een (witte of
groene) oxidatielaag, neem dan de accukabels
los en reinig de polen en de klemmen.
Laad om explosie- en brandgevaar te
voorkomen de accu alleen op in een goed
geventileerde ruimte en uit de buurt van
vonken of open vuur.
Probeer niet een bevroren accu op te laden:
de accu moet eerst worden ontdooid om
explosiegevaar uit te sluiten. Als de accu
bevroren is geweest, laat deze dan eerst
controleren, voordat u hem laat opladen door
een specialist. Die controleert of de inwendige
componenten zijn beschadigd en of de
behuizing scheuren vertoont, waardoor giftige
en corrosieve accuzuren zouden kunnen
weglekken.
Laad de accu langzaam met een lage
stroomsterkte op gedurende maximaal 24 uur;
op deze manier wordt voorkomen dat de accu
beschadigd raakt.
Deze sticker hoort bij het Stop & Start-systeem
en geeft aan dat er een speciale 12 V-loodaccu
is gebruikt die alleen losgekoppeld en/of
vervangen mag worden door een dealer van
het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Na het monteren van de accu door
het CITROËN-netwerk of door een
gekwalificeerde werkplaats duurt het even
voordat het Stop & Start-systeem weer zal
werken, hoe lang dit duurt is afhankelijk
van klimatologische omstandigheden en de
laadtoestand van de accu (kan tot ongeveer
8 uur duren).
In geval van pech
Slepen
Algemene aanwijzingen
Volg de huidige wetgeving in uw land op.
Controleer of het gewicht van de trekkende
auto hoger is dan van de auto die wordt
gesleept.
Er moet iemand achter het stuurwiel van de
gesleepte auto blijven zitten. Deze persoon
moet beschikken over een geldig rijbewijs.
Gebruik bij het slepen met 4 wielen op de
grond altijd een goedgekeurde sleepstang;
touwen en riemen zijn verboden.
De bestuurder van de slepende auto moet
voorzichtig wegrijden.
Als de auto wordt gesleept met
uitgeschakelde motor, werken ook de rem- en
stuurbekrachtiging niet.
Schakel in de volgende gevallen een
professioneel bergingsbedrijf in:
-
als de auto is gestrand op de autosnelweg
of autoweg,
-
bij auto's met vierwielaandrijving,
-
als het niet mogelijk is de versnellingsbak
in de neutraalstand te zetten, het stuurslot
te ontgrendelen of de parkeerrem los te
zetten,
-
bij takelen met slechts twee wielen op de
grond,
-
bij het ontbreken van een goedgekeurde
sleepstang.
8
155